• No results found

strijd tegen gezondheidsrisico’s

EHEC-crisis

Toen in 2011 in Duitsland de EHEC-crisis uitbrak, stond RASFF in de startblokken om de enorme en complexe stroom informatie te verwerken die normaal gesproken volgt op het identificeren van het “schuldige” product.

Maar dat was voor de wetenschappers nu juist het probleem: op welk levensmiddel viel deze verontrus-tende uitbraak nu terug te voeren? Bepaalde kennis-gevingen over het aantreffen van EHEC-bacteriën leidden tot verwarring, temeer daar naderhand bleek dat de betreffende EHEC-bacterie niet in verband kon worden gebracht met de uitbraak.

De EHEC-crisis toonde aan dat het cruciaal is dat nationale autoriteiten niet halsoverkop informatie gaan verspreiden over mogelijke infectiebronnen zonder daarvoor solide bewijs te hebben. We moeten uitkijken dat we niet onnodig angst zaaien bij de Europese bevolking en onze voedselproducenten in de proble-men brengen wanneer ze binnen en buiten de EU hun waren aan de man willen brengen. De uitbraak illustreerde het belang voor de lidstaten mogelijke besmettingsbronnen grondig te onderzoeken en goed onderbouwde waarschuwingskennisgevingen aan RASFF door te geven. We moeten er natuurlijk wel voor waken dat besluitvormers er door onze beslissingen en reacties voor terugdeinzen de besluiten te nemen die, mede vanuit het oogpunt van preventie, nodig zijn om de gezondheid van de burgers te beschermen.

Doeltreffend optreden in dergelijke situaties staat of valt met goede coördinatie en heldere informatie en communicatie.

Na een aantal voedselveiligheidscrises rond de eeuw-wisseling werd RASFF uitgebreid met informatieuit-wisseling over “voederveiligheid” en daarmee was de controle van de voedselketen compleet. Rond dezelfde tijd werden bij EU-grenscontroles van uit derde landen geïmporteerde producten van dierlijke oorsprong steeds vaker gezondheidsrisico’s geconstateerd, zoals de aanwezigheid van antibiotica. Destijds bestond er nog geen systeem voor de uitwisseling van informatie tussen grensinspectieposten. RASFF kreeg deze taak toen toebedeeld uit hoofde van Verordening 178/2002, de nieuwe hoeksteen van de Europese levensmiddelen-wetgeving. Momenteel verloopt deze informatieuit-wisseling via het TRACES-systeem.

Hoewel het nog steeds functioneerde als een eenvoudig netwerk van contactpersonen werd RASFF steeds verder geformaliseerd en op steeds grotere schaal gebruikt.

Meldingen aan RASFF hadden een opvallend zelf-versterkend effect: wanneer een land een nieuw probleem op het gebied van voedselveiligheid rapporteerde, gingen andere landen ook controles uitvoeren en bevestigden vervolgens het bestaan van het probleem weer aan RASFF. Hierdoor werden marktdeelnemers en exporterende landen onder druk gezet maatregelen te nemen om het risico weg te nemen. Er zijn talloze voorbeelden te noemen, zoals illegale kleurstoffen in specerijen, mini-jellycups waarin kinderen kunnen stikken, etc.

Begin jaren tachtig werd informatie over “ernstige en onmiddellijke” gezondheidsrisico’s nog op

vrijwillige basis uitgewisseld tussen aangewezen contactpersonen in elk land. Al snel bleek dat

een dergelijke uitwisseling grote voordelen met zich meebracht. RASFF, het systeem voor snelle

waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders, werd daarom al in een vroeg stadium

ingezet voor de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie tussen de lidstaten wanneer

de wetgeving inzake voedselveiligheid niet werd nageleefd.

RASFF is geen systeem voor risicocommunicatie.

De meeste informatie die in RASFF circuleert is, gezien de gespecialiseerde en vertrouwelijke aard van de gegevens, niet voor het grote publiek toe-gankelijk. Belangstellenden kunnen wel surfen naar http://ec.europa.eu/rasff en de RASFF Portal database gebruiken om te zoeken naar kennisgevingen over bepaalde levensmiddelen of diervoeders of specifieke gevaren. Let wel, het zijn de nationale autoriteiten en niet RASFF die de burgers uitgebreid informeren wanneer een bepaald levensmiddel mogelijk schadelijk is en niet geconsumeerd moet worden.

Om op de EHEC-crisis terug te komen, toen uiteindelijk de link werd gelegd met fenegriekkiemen, die ook bij een uitbraak in het zuidwesten van Frankrijk werden aangetroffen, kwamen de tracering en informatie-uitwisseling binnen RASFF pas goed tot hun recht. Met hulp van het Europese Agentschap voor Voedselveilig-heid (EFSA) kon de informatie worden teruggevoerd op drie zendingen fenegriekzaad die via Duitsland uit Egypte waren geïmporteerd. Daarna maakten de lidstaten gebruik van elkaars informatie om de zaadjes of kiemmengsels met het verdachte fenegriek op te

sporen en van de markt te halen. Bijna alles werd in twee weken geregeld. In totaal werd de oorspronke-lijke RASFF-kennisgeving door Frankrijk, die tot het aanwijzen van het fenegriek als de bron van de uitbraak had geleid, gevolgd door 100 vervolgkennisgevingen met gedetailleerde informatie over de herkomst.

In 2012 werden via RASFF 3516 kennisgevingen verzon-den, die weer tot 5281 vervolgkennisgevingen leidden.

Dit komt neer op 44 kennisgevingen per werkdag. Het totale aantal kennisgevingen is ten opzichte van 2011 met 3,9% gedaald. Er was een lichte daling van het aantal vervolgkennisgevingen (1,2%) en een daling van 7,8% van het aantal oorspronkelijke kennisgevingen.

In de bijlage staan de cijfers uitgesplitst per product.

Met name het aantal waarschuwingskennisgevingen daalde voor het eerst na een gestage stijging in de vier voorafgaande jaren. Dit kan alleen maar goed nieuws betekenen voor de voedselveiligheid omdat er, naast de economische crisis, geen andere factoren zijn die deze bescheiden daling zouden kunnen verklaren. In 2012 verstuurden de landen nog vaker vervolgkennisgevin-gen in verband met problemen bij op de Europese markt gebrachte producten. Deze aanhoudende trend Schema met informatielijnen RASFF

Aangezien RASFF in de eerste plaats een platform is om informatie uit te wisselen over voedselveiligheids-kwesties, ontstond er door het paardenvleesschandaal een legitieme behoefte aan het uitwisselen van informatie over – steeds vaker voorkomende gevallen van – voedselfraude. Om hierop in te spelen heeft de Commissie een actieplan met 5 punten opgesteld om de lacunes aan te pakken die tijdens de nasleep van het paardenvleesschandaal naar voren kwamen. Het plan behelst onder meer een procedure voor de snelle uitwisseling van informatie en meldingen in gevallen van mogelijke voedselfraude.

In de loop der jaren is RASFF voor steeds meer doelen ingezet, maar zijn kerntaak is altijd voorop blijven staan: zorgen voor snelle en uitgebreide informatie-uitwisseling over het terugroepen en uit de handel nemen van producten wanneer er een ernstig gezond-heidsrisico dreigt. Nu het systeem al ruim 30 jaar functioneert en voortdurend in ontwikkeling is, wordt nagedacht hoe het systeem er in de komende jaren uit moet komen te zien. Hierbij worden de ervaringen meegenomen die tijdens de EHEC-uitbraak zijn opgedaan. Less is more. Er valt wat voor te zeggen om RASFF te koppelen aan andere netwerken waarin informatie over voedselveiligheidsrisico’s en hand-having wordt verzameld en uitgewisseld. Uiteindelijk zal het RASFF zo een krachtiger middel worden om een volgende voedselveiligheidscrisis het hoofd te bieden.

toont aan dat RASFF steeds doeltreffender functioneert bij het snel verstrekken van informatie die de autoritei-ten nodig hebben om onveilige producautoritei-ten van de markt te halen.

Ook in 2012 heeft het RASFF-netwerk weer een rol gespeeld bij het reageren op en beperken van de gevolgen van voedselveiligheidscrises. Dagelijks wordt via RASFF vitale informatie uitgewisseld om de Europese consumenten te beschermen. Zo informeerde de Tsjechische autoriteit voor voedselveiligheid RASFF begin september dat een aantal mensen methanolver-giftiging had opgelopen na het drinken van sterke drank

“van de tap”. Het aanlengen van drank had in dit geval verwoestende gevolgen. Uiteindelijk waren er 36 doden te betreuren. De Tsjechische autoriteiten gebruikten RASFF om hun Europese partners snel actuele informa-tie te verschaffen over het onderzoek en de genomen maatregelen.

Een ander voorbeeld is het paardenvleesschandaal.

Toen de Ierse autoriteiten ontdekten dat er in bepaalde levensmiddelen die volgens het etiket 100% rundvlees zouden bevatten paardenvlees was verwerkt, kon men via RASFF snel de Europese partners waarschuwen.

Dankzij een monitoringprogramma dat was opgezet door de Commissie werden ruim 70 kennisgevingen verzonden. Dit leidde weer tot meer dan 300 vervolg-kennisgevingen om producten op te sporen en van de markt te halen.