• No results found

Tabel 4.1: De ongecontroleerde gemiddelden van de sociale binding onder de verschillende woningtypes

Ongecontroleerde gemiddelden van sociale binding

Koopwoning 3,632

Sociale huurwoning 2,992

Huurwoning uit de vrije sector 3,562 Bron: Auteur (2016)

In tabel 4.1 zijn de ongecontroleerde gemiddelden te zien voor de sterkte van de sociale binding op een schaal van 1 tot 5. Net als bij de economisch-functionele binding valt ook bij deze binding op dat de sterkte van de binding bij de groep mensen die in een sociale huurwoning woont lager ligt dan de bij de mensen die in een koopwoning of huurwoning uit de vrije sector wonen. Het verschil in sterkte van de sociale binding bij de mensen in koopwoningen en de mensen in sociale huurwoningen is het grootst en ook significant9. Het verschil tussen mensen in koopwoningen en mensen in huurwoningen uit de vrije sector is net als bij de economisch- functionele binding heel klein en ook niet significant10. Het verschil in sterkte van de sociale binding tussen de huurwoningen uit de vrije sector en de sociale huurwoningen is bijna even groot als het verschil in sterkte tussen koopwoningen en sociale huurwoningen, maar dit verschil is niet significant11.

9 Tabel 3.1 uit de bijlage: F=.001, p<0.05 10 Tabel 3.2 uit de bijlage: F=5.055, p>0.05 11

33 6.2 Deelconclusie

Bij de analyse van de sociale binding is gebleken dat de groep mensen die een koophuis bezit de sterkste sociale binding heeft met IJburg. Het verschil in de gemiddelden van de sociale binding tussen mensen met een koopwoning en de groep respondenten met een sociale huurwoning is het grootst en is ook significant, waardoor er gezegd kan worden dat mensen met een koopwoning een sterkere sociale binding hebben met IJburg dan mensen met een sociale huurwoning. Over de verschillen in gemiddelden tussen mensen met een koopwoning en een huurwoning uit de vrije sector kan geen concrete uitspraak worden gedaan omdat het verschil in sterkte van sociale binding tussen deze twee woningtypes niet significant is. Ditzelfde geldt voor het verschil in sociale binding tussen mensen met een huurwoning uit de vrije sector en mensen met een sociale huurwoning. Verklaringen voor het significante verschil in sociale binding tussen mensen met een koopwoning en mensen met een sociale huurwoning zijn onder andere te vinden in het feit dat mensen met een koopwoning vaker kinderen hebben dan mensen in een sociale huurwoning. Bewoners van huurwoningen, zowel sociale huurwoningen als huurwoningen uit de vrije sector, zijn vaker eenpersoonshuishoudens of eenoudergezinnen (Dielemans 1995). Dit blijkt ook uit mijn eigen respondenten. Ondanks het grote aantal mensen met een koopwoning en het kleine aantal mensen met een sociale huurwoning, is in tabel 2.2 te zien dat mensen met een koopwoning vaker kinderen hebben dan mensen met een sociale huurwoning. Lupi (2008) was erachter gekomen dat mensen met kinderen een hogere sociale binding hebben dan mensen zonder kinderen, aangezien de kinderen zorgen voor een connectie met de andere mensen in de buurt. Ook kunnen mensen in sociale huurwoningen een lagere sociale binding hebben dan mensen met een koopwoning omdat mensen met een sociale huurwoning vaker ergens wonen omdat dit de enige optie voor hen was. Het feit dat het Nederlandse beleid ervoor heeft gezorgd dat er zoveel sociale huurwoningen aanwezig zijn, maakt het onduidelijk of mensen daadwerkelijk voor een sociale huurwoning hebben gekozen of dat zij geen andere optie zagen dan een sociale huurwoning te betrekken (Dielemans et al 1995, Everaers 1994; Permentier et al 2013). Mensen met een koopwoning kiezen vaak voor een bepaalde plek om te wonen, bijvoorbeeld omdat zij in een bepaalde omgeving hun kinderen willen laten opgroeien (Mulder, Hooimeijer 1999). Hierdoor zullen zij zich sneller op hun plek voelen op de plek die zij hebben gekozen om te gaan wonen, waardoor zij ook sneller zullen proberen om sociale contacten in hun buurt op te bouwen. Voor de sociale binding geldt de conclusie van Lupi over het verschil in sociale binding tussen mensen met een koopwoning en mensen met een sociale huurwoning nog steeds. Volgens Lupi (2008) hadden mensen in sociale huurwoningen destijds minder sociale binding dan mensen met koopwoningen omdat er een wij-zij gevoel was ontstaan tussen mensen met een sociale huurwoning en mensen met een koopwoning. Dit gevoel bestaat op IJburg blijkbaar nog steeds, ondanks de grote toename in sociale huurwoningen zoals te zien in grafiek 2.

34

Politieke binding

Bij de politieke binding gaat het erom of iemand zich verantwoordelijk voelt voor zijn buurt. Hierbij kan gedacht worden aan of iemand meedoet met bepaalde activiteiten in zijn buurt of dat hij zich actief voor zijn buurt inzet, bijvoorbeeld door het organiseren van activiteiten in die buurt. Tijdens Lupi’s (2008) onderzoek bleek dat de eerste bewoners van IJburg vaak betrokken waren bij het ontwikkelen van de wijk. Dit kwam ook omdat in het begin van IJburg nog weinig geregeld was en de bewoners zelf hun beste beentje moesten voorzetten om de ontwikkeling van IJburg in goede banen te leiden. Om de politieke binding te meten heb ik in mijn onderzoek gekeken of de respondent lid is van een bewonersvereniging of eigenaarsvereniging, hoe de respondent zich voelt over hoe iemand zich moet gedragen in zijn buurt, of de respondent dagbladen leest met specifiek nieuws over IJburg en of de respondent wel eens websites bezoekt met specifiek nieuws over IJburg.