• No results found

Tabel 6.1 De gemiddelden van de culturele binding onder de verschillende woningtypes

Ongecontroleerde gemiddelden van culturele binding

Koopwoning 3,546

Sociale huurwoning 3,357

Huurwoning uit de vrije sector 3,522 Bron: Auteur (2016)

In tabel 6.1 zijn de verschillen in culturele binding tussen de drie verschillende woningtypes weergegeven op een schaal van 1 tot 5. De mensen die in koopwoningen wonen hebben de sterkste culturele binding, maar deze verschilt weinig van de culturele binding van mensen met een sociale huurwoning of huurwoning uit de vrije sector. Het verschil in sterkte van binding tussen koopwoningen en sociale huurwoningen is het grootst, maar dit verschil is niet significant15. Tussen de sociale huurwoningen en de huurwoningen uit de vrije sector is het verschil bijna even groot als het verschil tussen koopwoningen en sociale huurwoningen, maar ook dit verschil is niet significant16. Als tenslotte de koopwoningen en de huurwoningen uit de vrije sector worden vergeleken is te zien dat er tussen deze twee woningtypes bijna geen verschil in sterkte van de culturele binding zit. Het is daarom ook geen verrassing dat het verschil in culturele binding tussen deze twee variabelen niet significant is17.

15 Tabel 5.1 uit de bijlage: F=.079, p>0.05 16 Tabel 5.2 uit de bijlage: F=.005, p>0.05 17

37 8.2 Deelconclusie

In de sterkte van de culturele binding zit tussen de die woningtypes weinig verschil. Geen van de vergelijkingen in de sterkte van de culturele binding levert een significant verschil op. Hoewel de groep mensen met een koopwoning ook bij de culturele binding de hoogste gemiddelde culturele binding heeft, kan uit geen van de verschillende vergelijkingen tussen de woningtypes bij de sterkte van de culturele binding een duidelijke conclusie worden gemaakt, omdat geen van de vergelijkingen in culturele binding tussen de drie verschillende woningtypes een significante uitkomst opleverde. Blijkbaar voelen de drie verschillende groepen woningtypes zich evenveel thuis op IJburg. Het is dus blijkbaar niet zo dat mensen met een koopwoning zich meer gegrond voelen in IJburg dan bewoners van koopwoningen. Dit terwijl vanuit de theorie wel uitgegaan kan worden van het feit dat mensen in een koopwoning een sterkere culturele binding hebben dan mensen met een sociale huurwoning of een huurwoning uit de vrije sector. Mensen met een koopwoning maken volgens de theorie vaker een bewuste keuze om ergens te gaan wonen (Mulder, Hooimeijer 1999). Dit bijvoorbeeld vanwege het feit dat ze graag kinderen willen in de toekomst of al kinderen hebben. Mensen met een koopwoning kiezen dan vaak een huis met bepaalde eigenschappen, zoals het hebben van een garage of een mooi stuk groen rond het huis waar hun kinderen eventueel zouden kunnen spelen. Bij huurders speelt dit fenomeen minder. Ten eerste omdat slechts 10% van de gezinnen met kinderen aangeeft überhaupt een huurwoning te overwegen (De Jong, Esveldt 2014) en huurders daarom vaak niet zulke eisen stellen aan hun woning, maar ook omdat vooral mensen in sociale huurwoningen veel minder keuze hebben in hun plek om te gaan wonen dan mensen die een woning kopen. Zoals ook al bij het bespreken van de sociale binding naar voren kwam, is het door het grote aantal sociale huurwoningen in Nederland ((Planbureau voor de Leefomgeving 2014) voor mensen geen keuze om een sociale huurwoning te betrekken maar eerder een noodzaak. Op IJburg hebben mensen in koopwoningen, sociale huurwoningen en huurwoningen uit de vrije sector dus ongeveer een even sterke culturele binding. Lupi (2008) trok in haar onderzoek de conclusie dat mensen in sociale huurwoningen zich minder thuis voelden doordat zij door de oorspronkelijke bewoners van IJburg werden gezien als mensen die niet thuishoorden in de buurt. Op de mensen in de sociale huurwoningen had dit ook een effect, want deze stoorden zich aan het feit dat IJburg een yuppenbuurt was waar zij niet geaccepteerd werden door de overige bewoners. Dit fenomeen is nu blijkbaar minder aan de orde, waarschijnlijk vooral ook omdat het aantal sociale huurwoningen op IJburg sinds het onderzoek van Lupi flink is toegenomen. Terwijl Lupi in 2008 nog concludeerde dat de culturele binding van mensen met een koopwoning hoger lag dan mensen met een sociale huurwoning of huurwoning uit de vrije sector, blijkt dat hier anno nu geen significant verschil meer in zit. In grafiek 2 is te zien hoe de sociale huurwoningen op IJburg zijn toegenomen sinds 2008. Deze toename in sociale en particuliere huurwoningen ten opzichte van een daling van het aantal koopwoningen heeft er blijkbaar voor gezorgd dat het wij-zij gevoel tussen mensen met een koopwoning en mensen met een sociale huurwoning is afgenomen, wat ervoor heeft gezorgd dat de mensen in de drie verschillende woningtypes zich nu evenveel thuis voelen op IJburg.

38

Conclusie en discussie

De hoofdvraag die in het begin van dit onderzoek werd gesteld, luidde als volgt: is er een verschil tussen de buurtbinding die mensen met een sociale of particuliere huurwoning en mensen met een koopwoning hebben op IJburg? Uit de resultaten van mijn analyse is gebleken dat de buurtbinding tussen de drie verschillende woningtypes niet voor elke soort buurtbinding verschilt.

Als er gekeken wordt naar de economisch-functionele binding, blijkt dat er een significant verschil bestaat tussen de sterkte van deze binding van mensen in een koopwoning en de sterkte van deze binding van mensen in een sociale huurwoning. Het verschil in sterkte van de economisch-functionele binding tussen de groep koopwoningen en de groep particuliere huurwoningen was niet significant, net zoals het verschil in sterkte van de economisch- functionele binding tussen de groep particuliere huurwoningen en de groep sociale huurwoningen niet significant was. Deze resultaten mogen daarom niet worden meegenomen. Een mogelijke verklaring van het feit dat mensen in koopwoningen een sterkere economisch- functionele binding met IJburg hebben is dat mensen in koopwoningen vaker in een hogere sociaal economische klasse zitten dan mensen in een sociale huurwoning. Uit de respondenten bleek ook dat mensen in een koopwoning vaker meer verdienen en hoger opgeleid zijn, maar deze resultaten waren niet significant, waardoor deze resultaten op toeval kunnen berusten. Als dit echter wordt meegenomen, zorgt een hoger inkomen en een hoger opleidingsniveau ervoor dat mensen in koopwoningen meer gebruik maken van de voorzieningen op IJburg en ook positiever zijn over de voorzieningen. Ook het feit dat mensen in koopwoningen positiever zijn over de bereikbaarheid van IJburg kan vanuit dezelfde redenatie verklaard worden. Doordat mensen in koopwoningen meer te besteden hebben, zullen zij meer opties hebben om van en naar IJburg te komen, waardoor zij de bereikbaarheid van IJburg minder als een probleem zullen zien dan mensen in een sociale huurwoning.

Mensen met een koopwoning hebben ten opzichte van mensen met een sociale huurwoning of huurwoning uit de vrije sector ook de sterkste sociale binding. Ook bij de sociale binding was alleen het verschil tussen de groep mensen met een koopwoning en de groep mensen met een sociale huurwoning significant. Het feit dat mensen met een koopwoning een sterkere sociale binding hebben met hun buurt dan mensen met een sociale huurwoning kan verklaard worden vanuit het feit dat mensen met een koopwoning vaker meer keuze hebben gehad in plek om te gaan wonen. Mensen met een koopwoning zijn vaak vanwege een bepaalde reden ergens komen wonen, bijvoorbeeld omdat de omgeving van de woning beter geschikt is om kinderen op te voeden. Mensen met een koopwoning zijn daardoor vaker meer tevreden met hun woning, waardoor zij ook sneller zullen proberen om sociale contacten in de buurt aan te gaan. Voor mensen in een sociale huurwoning is het vaak minder een keuze om ergens te gaan wonen, maar eerder een noodzaak. Zij zullen zich hierdoor minder snel gaan mengen in de buurt dan mensen met een koopwoning.

39 Uit de analyse van de politieke binding kwam duidelijk naar voren dat mensen in een koopwoning een sterkere politieke binding hebben dan mensen met een sociale of particuliere huurwoning. Dit kan waarschijnlijk verklaard worden doordat huurders zich minder snel verantwoordelijk voelen voor hun buurt, omdat huurders eerder verwachten dat hun woningcorporatie of huisbaas dingen voor hen oplost. Uit het eerdere onderzoek van Lupi kwam dezelfde conclusie naar voren. Mensen met een huurwoning voelen zich minder verantwoordelijk voor het verbeteren van hun buurt dan mensen met een koopwoning.

Uit de analyse van de laatste soort buurtbinding, de culturele binding, kwamen geen significante verschillen tussen de drie woningtypes naar voren. Lupi had in haar onderzoek geconcludeerd dat mensen in een sociale huurwoning zich minder welkom voelden dan mensen in een koopwoning. Dit kwam destijds omdat de mensen in de koopwoningen de nieuwe blokken sociale huurwoningen zagen als een bedreiging van hun rust op IJburg. In de periode van 2008 tot 2016 zijn de verhoudingen tussen het aantal koopwoningen, sociale huurwoningen en particuliere huurwoningen echter meer naar elkaar toe gegroeid. Dit kan een verklaring zijn waarom er nu geen significant verschil meer zit tussen de culturele binding van de drie verschillende woningtypes.

Bij het interpreteren van deze resultaten moet echter in acht genomen worden dat de interne en externe validiteit van dit onderzoek heel laag ligt. Door het lage aantal respondenten was een goede vergelijking tussen de drie woningtypes eigenlijk bijna niet mogelijk. Een behandeling van elke vraag in de enquête had met het lage aantal respondenten geen significante resultaten opgeleverd, waarna ik heb besloten om alleen de uiteindelijke gemiddelden van de vier verschillende soorten buurtbinding mee te nemen in mijn onderzoek. Ook moet rekening gehouden worden met het feit dat zelfs de vergelijking van de gemiddelden van verschillende bindingen tussen de drie woningtypes niet mogelijk was. De independent samples t-test, die gebruikt is om de significantie in de verschillen tussen de gemiddelden van de buurtbindingen te bepalen, kan eigenlijk niet gebruikt worden als het aantal van een van de gemiddelden onder de 30 ligt. Daarnaast is niet gecontroleerd of de sterkte van de verschillende bindingen echt ligt aan de verschillende woningtypes, of dat de sterkte van de bindingen bepaald wordt door het aantal kinderen, het opleidingsniveau of het inkomen van de respondent. Met de resultaten van dit onderzoek is het dus moeilijk om te zeggen of de buurtbindingen van de verschillende woningtypes op IJburg daadwerkelijk op de beschreven manier verschillen.

Voor verder onderzoek is aan te raden om meer kwalitatieve methoden te gebruiken om de buurtbinding van de woningtypes op IJburg te beschrijven. Een dergelijk onderzoek zou daarmee meer diepgang krijgen, waardoor de resultaten van het onderzoek misschien ook interessantere en uitgebreidere resultaten zouden opleveren.

40

Literatuur

Benson, M. (2014) Trajectories of Middle-Class Belonging: the Dynamics of Place Attachment and Classed Identities, Urban Studies 51(14): 3097-3112

Boelhouwer, P. (2007), The Future of Dutch Housing Associations, Journal of Housing and the

Built Environment 22(4): 383-391.

Bryman, A. (2012) Social Research Methods. New York: Oxford University Press Inc

Dieleman, F. M., W.A. Clark & M.C. Deurloo (1995) Falling Out of the Home Owner Market,

Housing Studies 10(1): 3-15.

Dieleman, F.M., P. Everaers (1994) From Renting to Owning: Life Course and Housing Market Circumstances, Housing Studies 9(11): 11-25.

Duyvendak, J.W., Van der Graaf, P. (2009) Thuis voelen in de buurt: een opgave voor stedelijke

vernieuwing: Een vergelijkend onderzoek naar de buurthechting van bewoners in Nederland en Engeland. Amsterdam: Amsterdam University Press

Duyvendak, J.W. (2011) The Politics of Home. Beloning and Nostalgia in Western Europe and the

United States. Londen: Palgrave MacMillan.

Gemeente Amsterdam, Dienst Wonen (2009) Wonen in de Metropool, Woonvisie

Amsterdam tot 2020. Amsterdam: Gemeente Amsterdam.

www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie-diensten/wzs/container/documentatie/onderzoek- woonbeleid/onderzoek-woonbeleid/woonvisie/woonvisie-wonen/ ( geraadpleegd op 10

oktober 2016)

Hays, R.A., Kogl, A.M. (2007) Neighborhood Attachment, Social Capital Building, and Political Participation: a Case Study of Low- and Moderate-Income Resident of Waterloo, Iowa,

Journal of Urban Affairs 29(2): 181-205

Jean, S. (2016) Neighbourhood Attachment revisited: Middle-Class Families in the Montreal Metropolitan Region, Urban Studies 53(12): 2567-2583

Jong, de A., I. Esveldt (2014) Huren of Kopen? Een Kwestie van Gezin, Baan, Gezondheid en Geld. Demos: Bulletin over Bevolking en Samenleving 30(1): 1-7.

41 Kim, J., Kaplan R. (2004) Physical and Psychological Factors in Sense of Community: New

Urbanist Kentlands and Nearby Orchard Village, Environment and Behavior 36 (3): 313- 340

Lewicka, M. (2005) Ways to make People active: the Role of Place attachment, Cultural Capital and Neighbourhood Ties, Journal of Environmental Psychology 25: 381-395

Lupi, T. (2008) Buiten wonen in de stad. De maakbaarheid van IJburg Askant: Amsterdam

Manzo, L.C., Perkins, D.D. (2006) Finding Common Ground: The Importance of Place Attachment to Community Attachment and Planning, Journal of Planning Literature 20(4): 335-350

Mulder, C., P. Hooimeijer (1999) Residential relocation in the life course. In: Wissen, van L. & P. Dykstra. (red.) Population Issues. An Interdisciplinary Focus. The Plenum Series on Demographic

Methods and Population Analysis. New York: Kluwer Academic/Plenum Publishers: 159-186

OIS Amsterdam (2016). Woningvoorraad naar eigendom:

buurtcombinaties https://www.ois.amsterdam.nl/feiten-en-cijfers/# (geraadpleegd op 10 oktober 2016).

Permentier, M., J. Kullberg & L. van Noije (2013) Werk aan de Wijk. Een Quasi-experimentiele

Evaluatie van het Krachtwijkenbeleid. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau

Planbureau voor de Leefomgeving (2014), Nieuwe Uitdagingen op de Woningmarkt: Balans van

de Leefomgeving 2014 deel II. Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.

Rijksoverheid (2015a), Wat is de Hypotheekrenteaftrek?

http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/koopwoning/vraag-en-antwoord/wat-is- de- hypotheekrenteaftrek.html. (Geraadpleegd 2 januari 2017)

Ronald, R and Elsinga, M. (2012) Beyond Home Ownership: an Overview, in R. Ronald and M. Elsinga Beyond Home Ownership: Housing Welfare and Society, London: Routledge: 1-27 Skaburskis, A. (1999), Modelling the Choice of Tenure and Building Type, Urban Studies 36(13): 2199-2215.

Van Gent, W.P.C., W.R. Boterman, M.W. van Grondelle (2016) "Surveying the Fault Lines in Social Tectonics; Neighbourhood Boundaries in a socially mixed Renewal Area", Housing,

42 Veldboer, L., Bergstra, M & R.Kleinhans (2011) Meer inkomensdiversiteit, meer

buurtvertrouwen? Sociale tectoniek in Amsterdamse gentrification wijken. Den Haag:

43

Buurtbinding op IJburg:

De verschillen tussen woningtypes

Bijlage

44 Enquête 1.Wat is uw geslacht? o Man o Vrouw 2.Wat is uw leeftijd? o 18-29 o 30-39 o 40-49 o 50-64 o 65 jaar of ouder 3.Wat is huishoudenssituatie o Alleenstaand

o Samenwonend met kinderen o Samenwonend zonder kinderen o Eenoudergezin

o Anders, namelijk:___________

4.Als u inwonende kinderen heeft, hoeveel zijn dit er dan?

5.Wat is uw hoogst genoten opleidingsniveau?

o Lager onderwijs o LBO o VMBO, MAVO o HAVO,VWO,MBO o HBO, Universiteit o Anders, namelijk:___________

45

6.Wat is het netto inkomen per maand waarover uw gehele huishouden beschikt? (Dit is exclusief inkomen van jongeren jonger dan 18)

o 1000 euro per maand of minder o Tussen 1001 en 1350 euro per maand o Tussen 1351 en 1750 euro per maand o Tussen 1751 en 3050 euro per maand o Tussen 3051 en 4000 euro per maand o Tussen 4001 en 5000 euro per maand o Tussen 5001 en 6000 euro per maand o Meer dan 6000 euro per maand

7.In wat voor type woning woont u op dit moment?

o in een koopwoning

o In een sociale huurwoning

o In een huurwoning uit de vrije sector

8.Waar op IJburg woont u?

o Steigereiland o Haveneiland-West o Haveneiland-Oost o Groot Rieteiland o Klein Rieteiland o Rieteiland-Oost

9. Waar bevindt uw huidige werk zich?

o IJburg

o Elders in Amsterdam

o Elders in de regio Amsterdam o Elders in de Randstad

o Elders in Nederland o Buitenland

46

10. Doet u (huishouden) een van de onderstaande activiteiten regelmatig? Indien ja, waar doet u dit gewoonlijk?

Ja, op IJburg Ja, buiten IJburg Nee De dagelijkse

boodschappen Winkelen/shoppen Theaterbezoek/naar de film gaan

Uit eten gaan Een café bezoeken

11. Hieronder staan een aantal stellingen over de voorzieningen op IJburg, kunt u bij elke stelling aangeven of u het daar helemaal mee oneens, mee oneens, neutraal, mee eens of helemaal mee eens bent?

Helemaal

mee oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Helemaal mee eens De voorzieningen in IJburg zijn over het

algemeen van een goede kwaliteit Op IJburg zijn alle voorzieningen te vinden die ik nodig heb in het dagelijks leven

Voor de dagelijkse voorzieningen (Supermarkt, etc) blijf ik liever op IJburg Voor het bezoeken van cafés en

restaurants blijf ik liever op IJburg

12.Hoe ervaart u de bereikbaarheid van IJburg?

o Slecht bereikbaar o Matig bereikbaar o Neutraal

o Goed bereikbaar o Uitstekend bereikbaar

47

13. Hieronder staan een aantal stellingen over de bereikbaarheid van IJburg, kunt u bij elke stelling aangeven of u het daar helemaal mee oneens, mee oneens, neutraal, mee eens of helemaal mee eens bent?

Helemaal mee

oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Helemaal mee eens Ik vind IJburg heel centraal

gelegen

De nabijheid van de snelweg vind ik belangrijk

IJburg heeft een goede openbaar vervoer verbinding

IJburg heeft een goede fietsverbinding

14.Heeft u familie op IJburg?

o Ja o Nee

15.Zou u bij onderstaande vraag aan kunnen geven in hoeverre u familie, vrienden of plekken met veel contacten heeft in uw straat, in uw wijk, in Amsterdam, of in de regio Amsterdam? Meerdere antwoorden zijn mogelijk

Familie Vrienden Plekken met veel contacten In de straat

In de wijk Amsterdam Regio Amsterdam

16. Hoe vaak heeft u contact met uw buren?

o Meerdere keren per dag o Een keer per dag

o Een keer per week o Een keer per maand o Een keer per half jaar o Een keer per jaar

48

17. Hieronder staan een aantal stellingen over het contact met uw buren op IJburg, kunt u bij elke stelling aangeven of u het daar heel erg mee oneens, mee oneens, neutraal, mee eens of heel erg mee eens bent?

Heel erg

mee oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Heel erg mee eens Als ik op vakantie ga, dan durf ik de

huissleutel aan mijn buren toe te trouwen

Ik beschouw de meeste van mijn buren als goede vrienden

Ik heb wel eens overlast van mijn buren ervaren

In mijn buurt gaan de buren op een prettige manier met elkaar om

18. Hieronder staan een aantal stellingen over uw contact met buren op IJburg. Zou u bij elke stelling ja of nee in kunnen vullen?

Ja Nee Ik maak regelmatig een praatje met mijn buurtgenoten

Ik ken veel buurtgenoten van gezicht Mijn buurtgenoten groet ik

Met sommige buurtgenoten drink ik wel eens een kop koffie of een borrel Ik sport wel eens met een van mijn buurtgenoten

Met een van mijn buurtgenoten beoefen ik dezelfde hobby Kinderen uit de buurt komen wel eens bij mij thuis

19. Kunt u hieronder aangeven of u lid bent van de onderstaande instanties?

Ja Nee

Bewonersvereniging Eigenaarsvereniging

49

20. Hieronder staan een aantal stellingen over IJburg. Zou u bij elke stelling kunnen aangeven of u het daar helemaal mee eens, mee eens, neutraal, mee oneens of helemaal mee oneens bent?

Helemaal

mee eens Mee eens Neutraal Mee oneens Helemaal mee oneens Ik voel me verantwoordelijk voor

mijn buurt

Als ik overlast ervaar kan ik mijn buren hierop aanspreken

Bij eventuele hinder zal niemand in mijn buurt actie ondernemen Ik voel me niet betrokken bij het onderhouden van mijn buurt

21.Leest u regelmatig dagbladen (minstens een keer per week) met specifiek nieuws over IJburg, zoals Debrugkrant of het IJburgernieuws?

o Ja o Nee

22. Komt u weleens op websites met specifiek nieuws over IJburg zoals ijburg.nl, debrugkrant.nl of halloijburg.nl

o Ja o Nee

23. Wat voelt u zich het meest? Geef eerst aan wat u zich het meest voelt

o Inwoner van IJburg o Inwoner van Amsterdam o Inwoner van de Randstad o Nederlander

o Europeaan

o Verbonden met mijn land van herkomst (ouders) o Wereldburger

50

24.Kunt u hier aangeven wat uw tweede keus is?

o Inwoner van IJburg o Inwoner van Amsterdam o Inwoner van de Randstad o Nederlander

o Europeaan

o Verbonden met mijn land van herkomst (ouders) o Wereldburger

o Anders, namelijk____________

25.Kunt u hier aangeven wat uw derde keus is?

o Inwoner van IJburg o Inwoner van Amsterdam