• No results found

4. RESULTATEN

4.2 Statistische analyse

In de onderstaande analyse zal middels de statistische t-toets beoordeeld worden of de Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen ten tijde van de financiële crisis significant meer earnings management hebben toegepast. Hiervoor zal ik de ‘independent-samples’ t-test hanteren. Op basis van deze toets kan een vergelijking tussen twee onafhankelijke groepen gemaakt worden. Deze twee groepen betreffen de Nederlandse en Engelse beursgenoteerde ondernemingen. De groepen zijn onafhankelijk van elkaar, omdat er geen samenhang is tussen de beide scores (Field, 2011). Ik zal mijn statistische analyse per jaar uitvoeren en licht deze onderstaand toe.

Tabel 5. Independent t-test 2007

Samples Mean Standard

Deviation Mean difference Significance Equality of variances T-value Significance Nederland 20 0,137 0,179 0,018 0,801 0,311 0,757 Engeland 20 0,119 0,118

In tabel 5 staan de uitkomsten van de ‘Independent-Samples T-Test’ van de Nederlandse en Engelse beursgenoteerde ondernemingen in het jaar 2007. Beide landen vertonen positieve gemiddelde discretionary accruals, wat op resultaatverhogende earnings management duidt. Het kolom ‘mean

difference’ toont het verschil in gemiddelde aan. Hieruit is af te lezen dat de Nederlandse

beursgenoteerde ondernemingen in 2007 meer earnings management hebben toegepast. Het kolom

‘significance Equality of variances’ verondersteld of er sprake is van gelijke varianties. Op basis

hiervan kan vastgesteld worden of de varianties tussen de groepen verschillend zijn. SPSS genereerd de ‘Levene’s test’ bij het uitvoeren van de ‘Independent-Samples T-Test’ (Field, 2011).

Als het ‘Levene’s test’ significant is (P < 0.05), kunnen wij met voldoende zekerheid vaststellen dat de varianties significant verschillend zijn en dat de aanname van homogeniteit van variantie is geschonden. Indien echter het ‘Levene’s test’ niet significant is (P > 0.05), dan kunnen wij aannemen dat de varianties gelijk zijn en de veronderstelling houdbaar is (Field, 2011). Tabel 5 vertoont een waarde van 0,801. Deze waarde is groter dan de significantieniveau van 5%, welke verondersteld dat de varianties gelijk zijn en wij de uitkomsten uit de rij van ‘Equal variances assumed’ dienen te lezen. De t-waarde berekend het percentage waarmee met zekerheid vastgesteld kan worden of er een sprake is van een verschil. De t-waarde wordt berekend door de ‘mean difference’ te delen door de standaard error van dit verschil. SPSS berekent vervolgens hoe significant deze waarde is. In dit geval bedraagt de significantie waarde 0,757. Deze waarde is groter dan 0,05 en zodoende kan ik concluderen dat in 2007 geen significant verschil waarneembaar is.

- 33 -

Tabel 6. Independent t-test 2008

Samples Mean Std. Deviation Mean difference Significance Equality of variances T-value Significance Nederland 20 0,066 0,073 0,017 0,031 0,522 0,605 Engeland 20 0,049 0,117

In tabel 6 staan de uitkomsten van de ‘Independent-Samples T-Test’ van de Nederlandse en Engelse beursgenoteerde ondernemingen in het jaar 2008. Beide landen vertonen net als in 2007 een positieve gemiddelde discretionary accruals, wat op resultaatverhogende earnings management duidt. Echter de discretionary accruals vertonen, in vergelijking met 2007, een lagere waarde. Uit de kolom ‘mean

difference’ is af te lezen dat de Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen in 2008, net als in 2007,

meer earnings management hebben toegepast. Significance Equality of variances bedraagt 0,031. Deze waarde is kleiner dan de significantieniveau van 5%, welke verondersteld dat de varianties ongelijk zijn en wij de uitkomsten uit de rij van ‘Equal variances not assumed’ dienen te lezen. Dit in tegenstelling tot 2007, waar werd verondersteld dat de varianties gelijk zijn. De significante waarde bedraagt 0,605. Deze waarde is, net als in 2007, groter dan 0,05 en zodoende kan ik concluderen dat in 2008, in het toepassen van earnings management, ook geen sprake is van een significant verschil.

Tabel 7. Independent t-test 2009

Samples Mean Std. Deviation Mean difference Significance Equality of variances T-value Significance Nederland 20 -0,043 0,033 -0,001 0,025 -0,086 0,933 Engeland 20 -0,042 0,086

In tabel 7 staan de uitkomsten van de ‘Independent-Samples T-Test’ van de Nederlandse en Engelse beursgenoteerde ondernemingen in het jaar 2007. In tegenstelling tot 2007 en 2008, vertonen beide landen in 2009 negatieve gemiddelde discretionary accruals. Dit kan duiden op het toepassen van resultaatverlagende earnings management. Uit het kolom ‘mean difference’ is af te lezen dat de Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen in 2009 meer earnings management hebben toegepast. Echter het verschil is minimaal, dit in tegenstelling tot het jaar 2007 en 2008 waar het verschil veel ruimer was. Significance Equality of variances bedraagt 0,025. Deze waarde is kleiner dan het significantieniveau van 5%, welke veronderstelt dat de varianties ongelijk zijn en wij de uitkomsten uit de rij van ‘Equal variances not assumed’ dienen te lezen. De significante waarde bedraagt 0,933. Deze waarde is, net als in de voorgaande jaren, groter dan 0,05 en zodoende kan ik concluderen dat in 2009 ook geen sprake is van een significant verschil. Het verschil met voorgaande jaren is, dat ik met nog grotere zekerheid (93,3%) kan stellen dat er geen sprake is van een significant verschil.

- 34 -

Tabel 8. Independent t-test 2010

Samples Mean Std. Deviation Mean difference Significance Equality of variances T-value Significance Nederland 20 -0,060 0,043 0,012 0,581 0,724 0,473 Engeland 20 -0,072 0,061

In tabel 8 staan de uitkomsten van de ‘Independent-Samples T-Test’ van de Nederlandse en Engelse beursgenoteerde ondernemingen in het jaar 2010. In tegenstelling tot 2007 en 2008, vertonen beide landen in 2010 een negatieve gemiddelde discretionary accruals. In tegenstelling tot 2009 is de waarde van de discretionary accruals nog negatiever. Eveneens is in 2010 sprake van een omkeer. In tegenstelling tot de jaren ervoor, vertonen de Engelse beursgenoteerde ondernemingen in 2010 negatievere discretionary accruals (0,012). De Engelse beursgenoteerde ondernemingen hebben in het jaar 2010 voor het eerst meer resultaatverlagende earnings management toegepast. Significance Equality of variances bedraagt 0,581. Deze waarde is groter dan het significantieniveau van 5%, welke veronderstelt dat de varianties gelijk zijn en wij de uitkomsten uit de rij van ‘Equal variances assumed’ dienen te lezen. De significante waarde van de gemiddelden bedraagt 0,473. Deze waarde is, net als in de voorgaande jaren, groter dan 0,05 en zodoende kan ik voor het jaar 2010 concluderen dat geen sprake is van een significant verschil in de gemiddelden van beide landen. 2010 vertoont tot dusverre, in vergelijking met voorgaande jaren, een laagste significantiewaarde.

Tabel 9. Independent t-test 2011

Samples Mean Std. Deviation Mean difference Significance Equality of variances T-value Significance Nederland 20 -0,016 0,046 -0,011 0,279 -0,872 0,389 Engeland 20 -0,005 0,038

In tabel 9 staan de uitkomsten van de ‘Independent-Samples T-Test’ van de Nederlandse en Engelse beursgenoteerde ondernemingen in het jaar 2011. Dit is het jaar waarin de gemiddelden van de discretionary accruals weer een waarde nabij de nul vertonen. In tegenstelling tot 2010, vertonen de discretionary accruals van de Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen in 2011 een negatievere waarde (0,011). Dit duidt op een hogere mate van earnings management. Significance Equality of variances bedraagt 0,279. Deze waarde is groter dan het significantieniveau van 5%, welke veronderstelt dat de varianties gelijk zijn en wij de uitkomsten uit de rij van ‘Equal variances assumed’ dienen te lezen. De significante waarde van de gemiddelden bedraagt 0,389. Deze waarde is, net als in de voorgaande jaren, groter dan 0,05. Bij deze kan ik vaststellen dat de steekproefgemiddelden van de Nederlandse en Engelse beursgenoteerde ondernemingen voor het jaar 2011 niet significant verschillen.

- 35 -

Tabel 10. Independent t-test 2007-2011

Samples Mean Std. Deviation Mean difference Significance Equality of variances T-value Significance Nederland 100 0,016 0,116 0,006 0,536 0,369 0,712 Engeland 100 0,010 0,111

In tabel 10 staan de uitkomsten van de ‘Independent-Samples T-Test’ van de Nederlandse en Engelse beursgenoteerde ondernemingen over de gehele onderzoeksperiode. De gemiddelden van beide landen vertonen een positieve waarde, wat op resultaatverhogende earnings management kan duiden. Over de periode van 2007 tot en met 2011 passen de Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen meer (0,006) earnings management toe. Dit is in lijn met voorgaande jaren en met mijn verwachting. Significance Equality of variances bedraagt 0,536. Deze waarde is groter dan het significantieniveau van 5%, welke veronderstelt dat de varianties gelijk zijn en wij de uitkomsten uit de rij van ‘Equal variances assumed’ dienen te lezen. De significante waarde van de gemiddelden bedraagt 0,712. Deze waarde is, net als in de voorgaande jaren, groter dan 0,05. Bij deze kan ik vaststellen dat de steekproefgemiddelden van de Nederlandse en Engelse beursgenoteerde ondernemingen voor de jaren 2007 tot en met 2011 niet significant van elkaar verschillen.

- 36 -