• No results found

Na dit bovengenoemde feitenrelaas is de volgende vraag van belang; wie zijn in deze kwestie de stakeholders? De organisatie Vierstroom is de centrale actor. Zij hebben gehandeld en worden opnieuw verwacht een handeling te verrichten. Rondom een organisatie zijn er verschillende stakeholders te benoemen. Van Es (2011) identificeert minimaal zestien stakeholders die bij een organisatie horen maar per kwestie kan de zwaarte van een stakeholder verschillen.

Voor deze kwestie zijn de primaire stakeholders (de stakeholders die direct bepalend zijn voor de waarde van de organisatie) de zorgorganisatie zelf, de cliënten en diens netwerk, bestaande uit familie en/of vrienden. Maar ook het personeel van de zorgorganisatie zijn primaire stakeholders. Hoe zij functioneren op de werkvloer is van

33 directe invloed op de organisatie. En de dagelijkse praktijk van de werknemers wordt ook beïnvloed door besluiten van de organisatie. De secundaire stakeholders (stakeholders die indirect meebepalen) zijn in deze situatie de belangenbehartigersverenigingen. De tertiaire stakeholders (die vaak op grote afstand staan maar per kwestie dichtbij komen en meebepalend worden) zijn media en politieke partijen.

Nu de stakeholders geïdentificeerd zijn kan gekeken worden naar de waarden die deze stakeholders er op nahouden en daarmee kunnen we dan ook zien welke waarden er in het geding zijn. Waarden, zoals ook beschreven in 3.3.1., zijn opvattingen over wat goed is voor mijzelf in relatie tot anderen is in feite goed voor ons allen.

De volgende morele waarden kunnen worden onderscheiden (zie figuur 2):

Voor de zorgorganisatie Vierstroom is de belangrijkste waarden in deze kwestie kwaliteit. Zoals te lezen is in het bovengenoemde citaat van de bestuurder van den Oever komt de waarde kwaliteit in het geding omdat veranderingen in de AWBZ niet genoeg zouden zijn om aan de kwaliteitseisen van Vierstroom te voldoen. Een van die kwaliteitseisen is het welzijnsaspect. Door het besluit om te spreken van een morele verplichting denkt de Vierstroom het welzijnsaspect van cliënten te vergroten. Ook hebben daarmee de professionals meer tijd om hun zorgtaken uit te voeren dat de waarden efficiëntie en effectiviteit kunnen worden bevorderd. Verder duidt Vierstroom haar eigen organisatiewaarden aan als zorgzaam, professioneel, verantwoordelijk en met plezier (Website Vierstroom).

Voor de stakeholders cliënten en familieleden zijn in deze situatie waarden als gezondheid, hulpvaardigheid, loyaliteit, integriteit en rechtvaardigheid belangrijk. Voor de cliënt is met name de waarde gezondheid belangrijk want hij of zij is degene die hulp nodig heeft vanwege een ziekte. En voor familieleden (en andere naasten) vloeien de waarden voort uit gevoelens van verbondenheid tussen cliënten en hun naasten. Door het besluit van zorgorganisatie Vierstroom komen deze waarden opeens in het geding. Voor de professionals zijn de waarden deskundigheid en zorgvuldigheid van belang. Door het besluit vinden veranderingen plaats die het uitoefenen van hun beroep zullen

34 beïnvloeden. De professional zal meer te maken krijgen met de naasten van cliënten. Dit zorgt ervoor dat professionals een andere rol krijgen en ook andere taken op zich nemen dat invloed zal hebben op waarden als deskundigheid en zorgvuldigheid.

Voor de belangenbehartigersverenigingen zijn waarden als resultaatgerichtheid, transparantie en verantwoordelijkheid belangrijk.

Voor de overheid zijn de waarden: het voldoen aan de basisvoorzieningen en rechtvaardigheid van belang. Voor de media is in deze situatie de waarde rechtvaardigheid in het geding, de berichtgeving over het besluit was vooral gericht op hoe rechtvaardig het besluit van de Vierstroom was.

Figuur 2. Ruit van Waarden

Morele kwestie

35

Deelconclusie

In dit hoofdstuk is de morele beeldvorming omtrent de morele kwestie; is het moreel laakbaar dat een zorgorganisatie naasten van cliënten (moreel) verplicht stelt tot zorg?, in kaart gebracht. Dit is de eerste fase van het besluitvormingsmodel.

In de praktijk ervaren we vaak eerst de morele normen die al dan niet overtreden zijn en pas na reflectie kunnen we ontdekken welke waarden daarachter een rol spelen. Aan het begin van dit hoofdstuk was de volgende deelvraag gesteld: welke waarden zijn er in deze morele kwestie in het geding? Na een bespreking van de morele intuïties en het feitenrelaas konden de waarden die de verschillende stakeholders er op na houden in kaart worden gebracht.

Bij de primaire stakeholder, de zorgorganisatie, Vierstroom zijn de waarden kwaliteit, efficiëntie en effectiviteit in het geding. Voor de cliënten en hun naasten zijn de waarden hulpvaardigheid, loyaliteit, integriteit en rechtvaardigheid in het geding. Voor de professionals zijn de waarden deskundigheid en loyaliteit in het geding. Voor de secundaire stakeholders, de belangenbehartigersverenigingen zijn waarden als resultaatgerichtheid, transparantie en verantwoordelijkheid in het geding. En voor de tertiaire stakeholders overheid en media zijn de waarden voldoen aan basisvoorzieningen en rechtvaardigheid van belang.

36

6. Morele oordeelsvorming

In dit hoofdstuk staat de volgende deelvraag centraal; welke pro en contra argumenten spelen een rol in de oordeelsvorming over een morele verplichting door zorgorganisatie Vierstroom? Deze deelvraag heeft betrekking op de tweede fase in het morele besluitvormingsmodel, de morele oordeelsvorming. Data is verzameld aan de hand van zeven diepte interviews. De analyse van de interviews is gedaan met behulp van coderen. Een voorbeeld hiervan is te vinden in bijlage 2.

Aan de hand van een uiteenzetting van de bevindingen uit de interviews kunnen tot slot de pro- en contra argumenten per ethisch perspectief worden toegeschreven. Maar voordat de pro- en contra argumenten worden besproken, zullen eerst een aantal opvallende bevindingen worden weergegeven.