• No results found

Vanuit meningen en ervaringen die de respondenten vertelde in de interviews zijn pro en contra argumenten te onderscheiden. Deze argumenten kunnen vervolgens ingedeeld worden aan de hand van de drie ethische perspectieven. De pro argumenten worden aangegeven met de ++ tekens en de contra argumenten worden met de -- tekens aangegeven.

Vanuit het beginselen perspectief kunnen de volgende argumenten worden onderscheiden:

44

Pro Contra

++ Het recht van een ander betekent niet per se dat IK daartoe de plicht heb.

-- In sommige gevallen is deze plicht uit nabijheid principieel ongewenst.

++ (keuzevrijheid) Een mens mag zelf kiezen om zijn naasten wel of niet te verzorgen.

++ Zorginstellingen hebben zelf de morele verplichting hun cliënten te verzorgen.

-- Ieder mens heeft het morele recht geholpen te worden.

-- We hebben als mensen de plicht om elkaar te helpen.

-- Familieleden of vrienden hebben in het algemeen het morele recht geholpen te worden.

-- IK, als bekende, heb de plicht mijn familieleden of vrienden te helpen.

-- Een zorgorganisatie mag een beroep doen op deze zorgplicht.

Met betrekking tot het gevolgen perspectief kunnen de volgende argumenten onderscheiden worden:

Pro Contra

++ Onze samenleving is er niet bij gebaat als ongeschikten hulp gaan verstrekken. ++ In sommige gevallen is de band tussen hen verstoord en leidt verzorging tot last voor de direct betrokkenen.

-- Onze samenleving is er bij gebaat als mensen hun naasten zelf verzorgen.

-- Familieleden en vrienden hebben het meest baat bij verzorging door hun naasten.

-- Een zorgorganisatie vangt zo adequaat de overheidsbezuinigingen op.

45

Pro Contra

++ Maar niet zonder meer als ze jou vroeger hebben verwaarloosd of als ze dit nu zouden doen.

++ Maar je hebt dat niet volledig zelf in de hand: er kan een beroep op je worden gedaan.

++ Er kan oud zeer liggen waardoor jij als naaste nu juist niet geschikt bent om te helpen.

++ Mantelzorgers voelen zich vaak al moreel verplicht uit de deugd van zorg en liefde hun naaste te helpen.

-- (deugd van rechtvaardigheid) Het is billijk mensen te verzorgen die jou ook hebben verzorgd of zouden verzorgen. -- (deugd van zelfvorming) Het is zorgvuldig om zelf te bepalen voor wie je kan en wil zorgen zodat het ook optimaal gebeurt.

-- Het is zorgzaam om hulp te bieden aan je naasten die hulp nodig hebben (deugd van zorg).

-- Om ontduiking van

verantwoordelijkheid tot zorg te voorkomen (behulpzaamheid).

Deelconclusie

In dit hoofdstuk stond de volgende deelvraag centraal; welke pro en contra argumenten spelen een rol in de oordeelsvorming over een morele verplichting door zorgorganisatie Vierstroom? De pro- en contra argumenten zijn aan de hand van resultaten uit de interviews met respondenten onderscheiden.

In dit hoofdstuk zijn allereerst interessante bevindingen besproken die ook van belang zijn voor de oordeelsvorming. Ondanks de weerstand tegen het besluit van Vierstroom vinden respondenten dat het besluit van Vierstroom een discussie heeft aangejaagd over wat precies de taak is van een zorgorganisatie en wat de taak (of taken) zijn van naasten. Wat mag je eigenlijk van elkaar verwachten?

46 Sommige respondenten gaven aan dat media een vertroebelend effect hadden op wat Vierstroom eigenlijk voor ogen had. Het ging volgens sommigen minder om de verplichting dan om manieren te vinden waarop de formele en de informele zorg beter op elkaar aansluiten. Een aantal respondenten was van mening dat er geen noodzaak is om van een morele verplichting te spreken omdat mensen al zorgen. Begrip voor het besluit van Vierstroom was er ook vanwege de huidige omstandigheden zoals de stijgende zorgkosten. Ook was er begrip omdat er mensen zijn die niet zorgen maar dat wel zouden kunnen en omdat de zorgorganisatie het welbevinden van zijn bewoners probeert te vergroten.

Wanneer de respondenten zorgmotieven bespreken dan geven alle respondenten eerst aan dat mensen zorgen vanwege een bestaande relatie met de zorgbehoevende en vanuit liefde voor de zorgbehoevende. Vanzelfsprekendheid wordt genoemd als iets dat ervaren wordt wanneer een relatie goed is, maar wordt ook als motief genoemd. Er wordt door respondenten vooral uitgeweid over het plichtsgevoel van mensen. Het intrinsieke plichtsgevoel om te zorgen komt voort uit iemands rol als zoon, dochter, neef, nicht of partner. Gepaard met deze rol gaat het besef dat je dat behoort te doen voor je naasten. Hierin wordt ook wederkerigheid genoemd; je ouders hebben voor jou gezorgd dus nu moet je ook voor hen zorgen. Er zijn maar twee respondenten die cultuurverschillen met betrekking tot het verplichtende karakter van zorgen bespreken. Beide benoemen dat in andere culturen een meer verplichtend karakter van zorg zou bestaat. Vanzelfsprekendheid wordt niet zodanig genoemd door de respondenten wanneer ze spreken over plichtsgevoelens.

Aan de hand van de interviewresultaten zijn 22 pro- en contra argumenten onderscheiden. De argumenten hebben betrekking op drie ethische perspectieven; beginselen, gevolgen en deugden. 10 pro argumenten en 12 contra argumenten zijn geformuleerd. Sommige argumenten wegen zwaarder dan andere. Op voorhand kunnen we zeggen dat de zwaarste argumenten de volgende zijn:

Vanuit het beginselenperspectief:

47 -- Familieleden of vrienden hebben in het algemeen het morele recht geholpen te worden.

-- IK, als bekende, heb de plicht mijn familieleden of vrienden te helpen. Vanuit het gevolgenperspectief:

++ In sommige gevallen is de band tussen hen verstoord en leidt verzorging tot last voor de direct betrokkenen.

-- Familieleden en vrienden hebben het meest baat bij verzorging door hun naasten. Vanuit het deugdenperspectief:

++ (deugd van zorg) Mantelzorgers voelen zich vaak al moreel verplicht uit de deugd van zorg en liefde hun naaste te helpen.

++ (deugd van zorg) Er kan oud zeer liggen waardoor jij als naaste nu juist niet geschikt bent om te helpen.

-- Om ontduiking van verantwoordelijkheid tot zorg te voorkomen.

Tot nu toe is het proces intersubjectief verlopen. In de volgende fase zullen we positie moeten kiezen voor of tegen de morele kwestie, hiermee wordt het proces dan ook subjectiever.

48

7. Verantwoordelijkheid

In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de deelvraag; welke verantwoordelijkheid neemt zorgorganisatie Vierstroom voor het besluit tot een morele verplichting?

Binnen dit hoofdstuk reconstrueren we de keuze van Vierstroom. De zorgorganisatie is zelf naar buiten gekomen met het nieuws dat zij een experiment ‘netwerkparticipatie’ heeft doorlopen en heeft zich al vrij snel moeten verantwoorden via verschillende media kanalen voor dit besluit. Een goed voorbeeld hiervan is de uitzending van het televisie programma Nieuwsuur waarin bestuurder Jeroen van den Oever openlijk in debat ging met Roos Verheggen van (mantelzorg) belangenvereniging Mezzo. Er is verder over deze casus in verschillende kranten geschreven. Vooral het artikel in Trouw ‘als iedereen meehelpt dan wordt het hier een feestje’ is van belang voor de beantwoording van deze deelvraag (website Trouw).