• No results found

Stakeholders analyse

Presentatie Zandlaan Bestuurlijk overleg; 1 september 2011

Bijlage 6: Stakeholders analyse

Een stakeholders-analyse wordt gezien als instrument wat ondersteund bij het in kaart brengen van de positie van betrokkenen ten opzichte van een bepaalde situatie. In dit onderzoek wordt vanuit de belangen van de verschillende betrokkenen naar de houding ten aanzien van samenwerking bin-nen de Kenniscampus gekeken.

Dat is de voorlopige betekenis van deze analyse. Bij het verder uitwerken van het samenwerkings-model kan de stakeholders-analyse; of de Harvard of consensusmethode ondersteunend werken aan het proces (www.stakeholders.nl). Binnen de stakeholders-analyse wordt gezocht naar consensus en niet naar het compromis. In het consensus model wordt er naar gestreefd alle stakeholders zoveel mogelijk mee te nemen in het proces. Zij conformeren zich aan de ingeslagen weg en hebben daar allen voordeel aan. Ontbreekt dit voordeel voor een van de organisaties, dan kan deze eruit stappen voordat de deal gesloten wordt. Met andere woorden, het draait binnen de samenwerking om win-win situaties voor alle betrokken organisaties.

Wanneer de stakeholders methode wordt toegepast, dan gelden een aantal spelregels:

 Organisaties zijn open naar elkaar over belangen en problemen;

 Problemen en belangen vormen het uitgangspunt voor de samenwerking en de zoektocht naar mogelijke oplossingen. Over belangen en problemen valt niet te onderhandelen; over oplossin-gen wel;

 Men streeft naar consensus: een resultaat waar iedereen zich in kan vinden en beter van wordt;

 Afspraken worden niet alleen gemaakt op basis van wederzijds vertrouwen (of wantrouwen), maar op basis van vooraf gestelde criteria waaraan het eindresultaat moet voldoen;

 Keiharde standpunten worden niet op voorhand ingenomen. Dit belemmert het streven naar consensus.

Binnen de Kenniscampus participeren verschillende organisaties. Om het gedrag en de betekenis van de organisaties te begrijpen en te duiden is een stakeholders analyse uitgevoerd (Hart ‘t, 2005, p.261). Binnen de analyse wordt de betrokkenheid en de relevantie van de organisaties benoemd.

Deze wordt afgezet in relatie tot de besluitvorming over, samenwerking binnen de Kenniscampus.

Hierin worden betrokkenen geïdentificeerd en geclassificeerd. Daarbij wordt gebruik gemaakt van onderstaand model (Hermanussen 2010, p. 36).

Figuur 10: Model stakeholders analyse

Binnen de analyse worden de organisaties geïdentificeerd en geclassificeerd in relatie tot hun be-trokkenheid, hun opvatting over samenwerking, het belang bij de Kenniscampus en de positie in relatie tot de mogelijkheden binnen de Kenniscampus.

Om de analyse te kunnen lezen worden de concepten (begrippen) uit de analyse als volgt geduid of geoperationaliseerd:

Betrokkenheid: Op welke manier voelen organisaties zich verantwoordelijk voor, het initiatief van, de Kenniscampus. Worden ideeën en enthousiasme ingebracht; welke bijdrage wordt geleverd aan het geheel?

Mening over samenwerken: ‘De Kenniscampus’ bestaat niet! Om vorm en inhoud te geven moet worden samengewerkt. Daarbij is de opvatting over samenwerking en de invulling daarvan van de betrokkenen belangrijk. Die opvatting wordt beïnvloed door het samenspel tussen aan de ene kant belang, positie en betrokkenheid en aan de andere kant door het onderling vertrouwen, de aanwe-zigheid van kennis en expertise en het commitment daarover tussen organisaties.

Belang: Het belang van organisaties is wisselend. De mate van belang hangt af van de meerwaarde die organisaties zien op basis van economisch perspectief, organisatorisch/strategisch perspectief, sociologisch/psychologisch perspectief en vanuit bestuurskundig perspectief (zie 2.1.2 samenwer-ken). Belang is hier ook het bezit van gronden op of rondom de Kenniscampus.

Positie of macht: Hier wordt de rol van organisaties benoemd binnen het besluitvormingsproces.

Gaan organisaties die positie gebruiken in relatie tot hun eigen belang, of kiezen zij voor het belang van de Kenniscampus. In zijn boek ‘Macht en politiek handelen in organisaties’; zegt Hetebrij (p.

28, 2008) over macht: “In de omgang met anderen, maken we altijd gebruik van een combinatie van communicatie en macht.” De keuze voor een bepaalde combinatie verschilt per probleem”.

Macht hoeft hier niet perse negatief te worden geduid. Onderling vertrouwen en commitment over de voorgenomen samenwerking zijn belangrijk voor de opstelling van betrokkenen. Invloed om dat te realiseren kan positief worden ingezet. Bij het beoordelen van de positie is vooral gekeken naar bijvoorbeeld het bezit van organisaties in de buitenruimte

Strategie of vorm: Plan, vorm of aanpak voor het realiseren van de gezamenlijke programmadoelen van de Kenniscampus door samenwerking op het gebied van de facilitaire voorzieningen tussen betrokken organisaties.

Capaciteit: Voor verwezenlijking van de plannen is een bepaalde capaciteit aan materiële en per-sonele inzet noodzakelijk.

Kennis en expertise: Om de samenwerking succesvol te laten zijn, moet de juiste kennis en exper-tise van voorzieningen bij de organisaties aanwezig zijn. Deze wordt ingezet binnen de samenwer-king.

Commitment en vertrouwen: De juiste competenties en de goede intenties van alle organisaties zijn van essentieel belang voor de realisatie van samenwerking tussen betrokken organisaties binnen de Kenniscampus.

CHE groot positief gemiddeld sterk/gemiddeld

Groenhorst Ede groot positief groot sterk/gemiddeld

Het Streek groot positief gemiddeld gemiddeld

PTC+ groot neutraal gemiddeld sterk/gemiddeld

Idealis gemiddeld Positief minimaal gemiddeld

Woonstede minimaal positief/neutraal minimaal gemiddeld

Gemeente Ede groot positief/neutraal gemiddeld zwak

Tabel 12: Classificatie versus betrokkenheid Cultuur van de organisatie

“Organisatiecultuur wordt wel omschreven als het feitelijk gedrag van de medewerkers van een organisatie, dat voortkomt uit een stelsel van impliciete en expliciete veronderstellingen, waarden

en normen”

Binnen de Kenniscampus bestaat (nog) geen eigen cultuur. Toch is het van belang dat er in de sa-menwerking wel een cultuur wordt ontwikkeld. De bovenstaande beschrijving van Caluwé en Ver-maak (2006) biedt houvast voor het maken van afspraken. Elkaar kennen en gekend worden is be-langrijk om vooringenomenheid en aannames te voorkomen. ‘Afspraak is afspraak’ en ‘Zo zijn onze manieren’ geven invulling aan de waarden en normen die tussen de deelnemers worden afgestemd.

Soms tegenstrijdig lijkende belangen moeten onder ogen worden gezien en ‘eigenbelang’ moet soms overboord worden gezet. Het gezamenlijk afstemmen van waarden en normen en het uitspreken van wederzijdse verwachtingen biedt ruimte voor ontwikkeling van een eigen cultuur binnen de Kennis-campus.

Identiteit binnen de Kenniscampus Participerende organisaties kennen ook een eigen identiteit. Deze identiteit heeft invloed op de opstelling ten opzichte van samenwerking binnen de campus. Die verschillende identiteit zal niet direct in ideële zin een rol spelen, maar vooral ook in praktische zin. De verschillende niveaus van de doelgroepen; van praktijkonderwijs tot aan hoger beroepsonderwijs, maar ook de principiële keuze van geen openstelling op zondag door de CHE kunnen in de toekomst invloed hebben op de samenwerking. Het is verstandig om dergelijke invloeden tevoren goed te benoemen.

Analyse

Met alle betrokken organisaties zijn gesprekken gevoerd en is een aantal algemene vragen gesteld.

Naar aanleiding daarvan is bovenstaande matrix ingevuld.

De meeste organisaties staan positief tegenover samenwerking. Het belang van alle organisaties, de betrokkenheid en de positie in de zin van beïnvloeding van de besluitvorming wordt verschillend beleefd. Dit komt voort uit de verschillende posities van betrokkenen. Wooncorporatie en gemeente Ede kennen een andere relatie tot de Kenniscampus dan de onderwijsorganisaties.

In de gesprekken is gezocht naar de mening over een gezamenlijke aanpak of uitvoering van de faci-litaire diensten binnen de Kenniscampus. Daarnaast is door ons de beantwoording van de vragen beoordeeld en is ook de sfeer van het gesprek meegenomen bij het invullen van de stakeholdersana-lyse. Door die wijze van interpretatie kan een eerste analyse worden gesteld. Wat opvalt bij het invullen van de matrix is dat een aantal organisaties met een sterke positie een neutraal staan te-genover samenwerking. Dat duidt op een gereserveerde houding ten aanzien van samenwerking binnen de campus. Samenwerking in een juiste vorm lijkt de meest stabiele basis voor verdere in-vulling van het behalen van de programmadoelen. Binnen het vervolg van het onderzoek wordt re-kening gehouden met de uitkomsten van deze analyse.