• No results found

Stakeholderbetrokkenheid in de vorm van partnerschap

3. Onderzoeksontwerp & methode

4.9. Stakeholderbetrokkenheid in de vorm van partnerschap

Wanneer een organisatie een partnerschap aangaat richt deze zich op het creëren van een langdurige relatie en vertrouwen met al haar stakeholders (GCNL, 2020). Samen wordt gekeken naar het oplossen van gedeelde problemen. Voor burgers is het een vorm van betrokkenheid met een herverdeling van macht en mogelijkheid om te onderhandelen (Arnstein, 1969).

4.9.1. Langdurige relatie aangaan

Partnerschap komt naar voren bij de relatie tussen TenneT en haar rechthebbenden, waarbij een relatie wordt gesmeed die TenneT voor tientallen jaren aangaat (R8). Het streven naar nakomen van afspraken en de creatie van een sterke vertrouwensband is belangrijk (R7). Daarnaast worden partnerschappen gecreëerd tussen TenneT en invloedrijke maatschappelijke partijen. “Bijvoorbeeld voor magneetvelden is er een kennisplatform in NL, daarin zitten allerlei stakeholders, ook patiëntenverenigingen, GGD’s, RIVM, allerlei netbeheerders, telecom, allerlei maatschappelijke partijen die het met elkaar hebben over ontwikkelingen ten aanzien van maatschappelijke en

wetenschappelijke ontwikkelingen m.b.t. tot magneetvelden. (...) Gezamenlijk met stakeholders formuleer je dan doelen en de regie ligt daar bij ministeries, die trekken dan zo’n beleidsdossier. Wij participeren daar ook als een van de maatschappelijke partij in” (R1, 2020; bijlage 1: 34:30). Ook R5 geeft aan maatschappelijke opgaven te bespreken met bevoegde gezagen waarbij duidelijk wordt gemaakt dat TenneT en haar directe stakeholders voor een gezamenlijke opgave staan. Om daarin te slagen is het belangrijk dat de wederkerige afhankelijkheid voor beide partijen helder wordt.

4.9.2. Gedeelde opgave

Partnerschap met burgers houdt in dat zij in georganiseerde groepen aan de onderhandelingstafel zitten (Arnstein, 1969). Leiders van die groepen staan garant voor de beslissingen die worden gemaakt en nemen daar verantwoordelijkheid in (idem, 221). De regels van onderhandelen worden van tevoren vastgesteld met de partij die het partnerschap initieert. Deze vorm van partnerschap met burgers gebeurt louter tijdens grote Rijks coördinatie projecten, waarbij EZK verantwoordelijk is (R9, R3). Het proces begint bij luisteren, aanhoren en uitleggen wat gaat komen, want het is een realiteit die er gaat komen (R9). “Dus zo zie ik veel meer wat is de opgave, welke vragen liggen er voor en wie heeft daar een verantwoordelijkheid in of is betrokken. Dat zijn altijd de bedrijven, omwonenden, lokale overheden die er wonen. Je moet ook definiëren welke vraag heb je en waar kunnen zij nou aan bijdragen?” (R9, 2020; bijlage 8: 03:03).

De grote projecten van TenneT zijn de meest prominente verwezenlijking van het algemeen nut. Het meewerken en participeren staat als voornaamste in dienst van het realiseren van een project waar een groot deel van de samenleving iets aan heeft (Bentham, 1970). Daarom is het noodzakelijk dat de omgeving hier zeggenschap over heeft en zich zoveel mogelijk organiseert in groepen. Een individu kan zich

identificeren met de groep en daarin bijdragen aan het nut van die groep (Harvey, 1990). Volgens R9 moet een omgeving dan ook vanaf “dag 0” betrokken zijn op het moment dat er een notie is van energiebehoefte (2020; bijlage 8). R9 en R8 hebben tevens samengewerkt aan een opgave en onderstrepen het succes van de aanpak. “In 2017 hebben 18 gemeenten en die Provincies en Waterschappen en de actiecomités als het ware één tracé aan de minister geadviseerd. Unaniem! 18 gemeenten hebben gezegd, wij willen dit tracé! Dat lag toen ook aan een hele goede wethouder, een hele goede samenwerking. (...) En de minister had een ander tracé willen kiezen hoor, heeft hij niet gedaan, omdat hij gewoon door deze 18 gemeenten een tracé heeft

aangedragen gekregen” (R9, 2020; bijlage 8: 1:09:51). Dus op het moment dat burgers daadwerkelijke betrokkenheid krijgen tot het besluitvormingsproces, wordt de gedeelde opgave duidelijk en werken alle stakeholders gezamenlijk aan een maatschappelijke kwestie.

4.10. Deelconclusie

Alles overziend, is informeren de meest voorkomende vorm van

stakeholderbetrokkenheid. Vanuit de theorie wordt informeren niet als daadwerkelijke participatie beschouwd en dat lijkt niet duidelijk te zijn bij alle respondenten.

Consulteren bestaat voornamelijk uit het ‘meenemen’ van stakeholders. Op die manier vormt zich een dialoog over gedetailleerde uitleg van de plannen en in welke

hoedanigheid deze worden uitgevoerd. Het belangrijkste is dat de meerderheid begrip heeft voor de uitbreiding van het hoogspanningsnet; en niet zozeer dat iedereen het ermee eens is.

Participatie met stakeholders ontstaat uit drie pijlers van: pragmatisch handelen, helder en transparant zijn en goed luisteren naar betrokkenen. Zo kan er in sommige gevallen samen gekeken worden naar alternatieven. Op die manier bouwen

medewerkers het gevoel op dat burgers invloed hebben op het proces. Daartegenover is er weerstand aanwezig onder medewerkers om participatie te creëren, vanwege het NIMBY effect. Het wordt door vele respondenten gezien als een voorbode voor

weerstand in de omgeving. Dat terwijl het ook kan worden gezien als een logische reactie, die kan worden verholpen door daadwerkelijke betrokkenheid van burgers.

De vorm van partnerschap komt in de minste mate naar voren. Voornamelijk met stakeholders die de meeste macht hebben of een voor TenneT aantoonbaar belang. Bijvoorbeeld met maatschappelijke partijen waarbij uitwisseling van kennis en nieuwe ontwikkeling ontstaat. Met burgers ontstaan partnerschappen alleen tijdens de grote maatschappelijke energieprojecten. In zo’n traject wordt een nieuw project gezien als een gedeelde opgave waarbij de invloed en zeggenschap van georganiseerde

burgergroepen als onmisbaar wordt gezien. Weliswaar is participatie wettelijk verplicht bij dergelijke projecten, de uitvoering is wel kenmerkend voor een vorm van

5. Conclusie

Dit onderzoek heeft de nadruk gelegd op de uitbreiding van het hoogspanningsnet door TenneT, welke rol stakeholderbetrokkenheid daarbij speelt en hoe dat wordt belicht in de context van ogenschijnlijk tegenstrijdige individuele en maatschappelijke belangen. Beginnend bij het individuele handelen van een individu en hoe dat resoneert naar welzijn voor de gehele maatschappij. Omwonenden zien hun vrijheid en daarmee individuele handelen als een groot goed en dat schuurt met TenneT’s werkzaamheden. TenneT is onderhevig aan een maatschappelijk dilemma: wat goed is voor de

maatschappij is niet altijd gewenst op lokaal niveau. Een individu kan bijdragen aan het collectief, maar ook streven naar persoonlijke winst. Dat maakt het lastig voor TenneT om een draagvlak te creëren voor energieprojecten in het algemeen belang, terwijl de druk op gemeenschappen door de energietransitie steeds meer toeneemt.

Burgers zijn dan ook niet alleen individuen, ze zijn tevens stakeholders in een groter geheel. Stakeholders die TenneT proberen te betrekken bij de bedrijfsactiviteiten en de realisatie van toekomstige doelen. Daarnaast wordt stakeholderbetrokkenheid niet in iedere afdeling op dezelfde manier gecreëerd. Dat begint bij het begrip

stakeholderbetrokkenheid dat niet eenduidig wordt beschreven in de literatuur. Die ambiguïteit weerspiegelt zich bij de medewerkers van TenneT. Zo is er per afdeling verschil in motivatie, uitvoering en vorm van stakeholderbetrokkenheid op te merken. Tevens wordt er verschillend gekeken naar wie stakeholder is en welke claim daarbij een belangrijke rol speelt. Meer macht en een groter belang betekent verregaande betrokkenheid en vormen van partnerschap op de lange termijn. Die macht hebben burgers minder en dat maakt het lastiger om hun individuele belangen mee te laten wegen. Dat terwijl zij vaak de meest directe en significante invloed ervaren van energieprojecten. Hierdoor blijkt dat het begrip stakeholderbetrokkenheid toe is aan verduidelijking binnen de afdelingen van TenneT, om de opgaven waar TenneT voor staat te kunnen managen.

In de literatuur wordt het belang van vroegtijdige betrokkenheid vaak

aangehaald. Daar wordt door de verschillende afdelingen ook over gesproken. Wat als vroegtijdig wordt beschouwd, verschilt echter per afdeling en leidt tot een verschil in aanpak. De meest gebruikte vorm betrokkenheid blijkt te gebeuren aan de hand van

informeren. Terwijl informeren per definitie niet vroegtijdig is (Arnstein, 1969). Steeds worden plannen gemaakt en later pas de lokale gemeenschappen betrokken. Dat komt mede door het idee dat burgers als stakeholders niet over de juiste technische kennis beschikken om mee te kunnen beslissen. Beschikken burgers wel over kennis, dan wordt de uitwisseling van kennis lastig vanwege operationele uitdagingen binnen

TenneT. Hiermee lijkt het ‘DAD’ model nog altijd aanwezig. TenneT moet kostenefficiënt zijn, dus het belangrijkste is dat bij projecten de meerderheid begrip heeft en niet dat per se iedereen het ermee eens is. Projecten moeten nou eenmaal ook gewoon gerealiseerd worden.

Kortom, de invulling die TenneT geeft aan stakeholderbetrokkenheid is gericht op het aangaan van partnerschappen. Allen spreken van een gedeelde opgave in de context van de energietransitie die moet worden aangepakt. Waarbij alle stakeholders een onmiskenbare rol spelen. In de praktijk worden, echter, niet alle stakeholders op dezelfde manier betrokken. Dat is in principe niet verkeerd omdat niet elke stakeholder een gelijksoortig belang heeft. Toch wordt de burger daarbij als waardevolle

stakeholder frequent onderschat, terwijl deze wellicht wel over kennis en inzichten beschikt zoals Komendantova (2016) aangeeft.

Alleen bij Rijksprojecten met verplichte participatieprocessen worden met georganiseerde groepen partnerschappen gesmeed. Hierin zie je de kracht van coöperatieve participatie zoals Wolsink (2011) beschrijft. Zodra burgers

verantwoordelijkheid krijgen, zijn ze meer geneigd zich hier naar te gedragen en dat onderstrepen twee medewerkers ook vanuit hun eigen ervaring. Die coöperatieve participatie kan leiden tot een vergroting van het draagvlak en sociale acceptatie voor een energie infrastructuurproject.

Zonder enige inspraak op de besluitvorming, zullen de individuele belangen van burgers moeilijker opgaan in het maatschappelijk belang van energie

leveringszekerheid én de energietransitie opgave. Daarmee wordt het lastiger het algemeen nut en welzijn van de maatschappij voor alle individuen te vergroten. Het is dus van belang dat alle stakeholders die betrokken zijn ook echt een rol krijgen bij de opgaven waar TenneT voor staat.

6. Discussie