• No results found

SRI BAGINDA MAHA RADJA

In document Verzameling van (pagina 37-62)

jang bersemajam diatas tachta Keradjaän Nederland!

Kami jang bergelar Seri Padoeka jang di Pertoewan Besar dan jang berdaradjat:

GOEBENOER • D JENDERAL

atas sekalian Tanah bernama Hindia Nederland.

Satelah Kami bermoewafakat dengan Diwan Tanah Hindia Nederland, maka Kami memberi salam kapada sekalian orang jang berbatja Soerat Oendang2 ini, atawa jang mendengar isi Soerat Oendang2 ini;

Kamoedian karena genaplah timbangan Kami, maka Kami menitah demikian boenjinja:

Karena dengan beringatkan Oendang2 fatsal perkoempoelan aandeel2 (Staatsblad Hindia 1915 No. 431) menimbang haroes

> menetapkan beberapa atoeran;

Lagi dengan beringat fatsal2 20, 29, 31 dan 33 dari Sjart tentang pamrintahan atas tanah Hindia Nederland;

i Maka dengan ridla hatinja di tetapkannja demikian boenjinja : Pertama: Tarief akan di tentoekan banjaknja taksiran dan pri hal bajaran kapada Notaris2 di tanah Hindia Nederland serta.

perskot (pandjer) jang hendak di hoetangi kapadanja (Staatsblad 1874 No. 9) di obahkan demikian boenjinja:

A. Antara fatsal 5 dan 6 di masoekkanlah, fatsal baroe 5a, demikian boenjinja:

36

B. Aan artikel 11 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

„In het geval van artikel 5a wordt het bevel van den rechter

„uitdrukkelijk op de rekening vermeld".

Ten tweede : De griffiers der residentiegerechten en raden van justitie zijn verplicht tot kostelooze inschrijvinng van de akte van oprichting eener coöperatieve vereeniging en van die, waarbij verandering wordt gebracht in hare statuten of haar duur wordt verlengd, mitsgaders de daarop verkregen bewilliging van den Gouverneur-Generaal.

De openbaarmaking dezer stukken in het officieel nieuwsblad geschiedt mede kosteloos.

Ten derde: Deze ordonnantie treedt in werking op denzelfden dag als het Koninklijk besluit van 7 April 1915 No. 29 (Indisch Staatsblad No. 431),

Gedaan te Buitenzorg, den 213t6n Juni 1916.

J. v. LIMBURG STIRUM.

De Algemeene Secretaris, HULSHOFF POL.

37

„Fatsal ha. Akan memboewat soerat perdjandjian (akte) hal mendirikan satoe perkoempoelan aandeel2 atau soerat jang me-ngubahkan statutennja (alesannja) atau melandjoetkan tempo perkoempoelan, dan akan memberi soerat grosse, toeroenan dan ringkesannja akte demikian itoe, maka Notaris2 melainkan boleh minta separonja dari bajaran jang soedah di tentoekan dengan wet serta sekali-kali tiada boleh minta lebih dari ƒ 15.— dalam , hal hakim residentierechter djatoehkan parentah sedemikian itoe jaïtoe jang membawahkan perkoempoelan, atas permintaan orang jang mendirikan atau kaoem pengoeroes perkoempoelan aandeel2

dengan menimbang maksoed perkoempoelan dan pangkat orang2

jang ampoenja kaperloewan. Dan kalau perkoempoelan doedoeknja di bagian tanah Hindia Nederland jang tiada di bawahkan pe-ngadilan residentiegerecht, lantas raad van Justitie berwadjib djatoehkan perentah sedemikian".

B. Fatsal 11 di tambahkan ajat baroe demikian boenjinja:

„Dalam hal terseboet fatsal ha maka parentahnja hakim ta' dapat tiada misti di seboet di soerat rekening".

Kedoewa: Toewan2 griffier pengadilan residentiegerecht dan pada raad van Justitie berwadjib akan di toelisi dengan tiada boleh minta onkos, soerat akte mendirikan satoe perkoempoelan aandeel2

serta soerat akte jang mengubahkan statutennja (alesannja) atau melandjoetkan tempo perkoempoelan beserta kaboelnja terdapat dari Toewan Besar Goebernoer-Djenderal.

Hal mema'loemkan soerat2 ini di soerat chabar djoega di dja-dikan dengan tiada boleh minta onkos.

Ketiga: Oendang2 ini moelaï berlakoe bersamaan waktoe dengan Firman Radja tertanggal 7 April 1916 No. 29 (Staatsblad Hindia No. 431).

Kemoedian Kami menitah, bahwa Soerat Oendang2 ini hendak di moewatkan di dalam Soerat Staatsblad Tanah Hindia Nederland itoe, soepaja seorangpoen tiada dapat berdalih tiada di katahoeinja isi Soerat Oendang2 ini, serta lamoen perloe, maka hendaklah sali-nan Soerat Oendang2 ini, terkarang dengan bahasa anak negeri atau dengan bahasa Tjina, di tampalkan pada mana tempat djoewa.

Lagipoen Kami memrintah kapada masing2 pendjabat, baik tinggi, baik rendah pangkatnja, dan kapada masing2 madjelis pendjabat, dan kapada masing2 kadli dan kapada masing2 hakim, masing^ sakedar wadjibnja, hendaklah mendjoendjoeng titah ini dengan saksamanja djangan pandang memandang dengan barang siapa djoewapoen.

Demikianlah adanja.

Termaktoeb di BOGOR, pada 21 hari boelan Juni tahoen 1916.

J. v. LIMBURG STIRUM.

Padoeka toewan Secretaris Djenderal, HULSHOFF POL.

'

39

Di lahirkan pada anam hari boelan Juli tahoen 1916.

Padoeka toewan Secretaris Djenderal, HULSHOFF POL.

(Firman Toewan Besar Goebernoer-Djenderal tanggal 21 Juli 1916 No. 53).

Di salin oleh:

Djoeroe Bahasa Melajoe, S. VAN NOUHUIJS.

m

N o- 2 9- Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onzen Minister van Koloniën van 20 Januari 1915, Afdeeling A1, No. 1 ;

Den raad van State gehoord (advies van 9 Maart 1915, No. 40);

Gezien het nader rapport van Onzen voornoemden Minister van 1 April 1915, Afdeeling A1, No. 21;

Overwegende dat de behoefte is gebleken aan eene voor alle bevolkingsgroepen van Nederlandsch-Indië geldende wettelijke re-geling der coöperatieve vereenigingen ;

Hebben goedgevonden en verstaan:

I. Vast te stellen de volgende:

VERORDENING op de coöperatieve vereenigingen.

Artikel 1.

De coöperatieve vereeniging wordt geregeld door de overeen-komsten der partijen, door de bepalingen dezer verordening, zoomede door het burgerlijk- en, wanneer zij zich eene handels-onderneming ten doel stelt, ook door het handelsrecht der Europeanen.

Artikel 2.

(1) Onder coöperatieve vereenigingen worden verstaan veree-nigingen van personen, waarbij de in- en uittreding van leden is toegelaten, en die de bevordering van de stoffelijke belangen der leden ten doel hebben, als door middel van gemeenschap-pelijke uitoefening van hunne nering of ambacht, door aanschaf-fing van hunne benoodigdheden of het hun verstrekken van voor-schotten of crediet.

(2) Eene vereeniging, welke aan deze vereischten voldoet, verliest haar karakter niet, indien de statuten haar veroorloven haren werkkring ook tot derden uit te strekken.

Artikel 3.

De naam der vereeniging moet de aanwijzing bevatten van haar doel, en daarin moet het woord „coöperatief" voorkomen.

S T A A T S B L A D H I N D I A ff E D E R L A JTD

Salinan dengan bahasa Melajoe dari Soerat Oendang2 tertanggal 23 hari boelan Juni tahoen 1915 terboeboeh angka 431.

No- 431. PERKOEMPOELAN AANDEEL2. Firman Radja tertanggal 7 April 1915 No. 29, pada mengatoer dengan Oendang2 (wet) perkoempoelan aandeel2

di tanah Hindia Nederland.

No- 29. Bahwa kami jang bernama WILHELMINA dan jang karena rachmatoellah di karoeniaï Allah

Ta'ala djadi

SERI BAGINDA MAHA RADJA NEDERLAND dan jang bergelar

POETRI ORANJE NASSAU ila achirihi:

Sesoedah melihat warkat Manteri Djadjahan Kami tertanggal 20 Januari 1915 Afdeeling A1, No. 1 ;

Sesoedah mendengar pikiran Raad van State (warkat ter-tanggal 9 Maart 1915, No. 40);

Sesoedah melihat soerat rapportnja Manteri Djadjahan terseboet 1 April 1915 Afdeeling A1, No. 21; menimbang bahwa ada hadjat atoeran wet fatsal perkoempoelan aandeel2 bagei sekalian golongan bangsa2 jang diam di tanah Hindia Nederland;

Berpikir baik dan berkenan:

I. akan di tetapkan:

L Peratoeran, perkoempoelan aandeel2. Fatsal 1.

Perkoempoelan aandeel2 hendak di atoer oleh perdjandjian pihak2, oleh atoeran Oendang2 ini dan oleh adat istiadat (hak civiel) bangsa Europa serta kalau bermaksoed berniaga di atoer djoega oleh hak perniagaan bangsa Europa.

42 Artikel 4.

(1) De akte van oprichting der coöperatieve vereeniging en die, waarbij verandering wordt gebracht in hare statuten of haar duur wordt verlengd, worden notarieel verleden.

(2) De akten, of een ontwerp daarvan behoeven de bewilli-ging van den Gouverneur-Generaal.

(3) De bewilliging wordt alleen geweigerd op gronden, ont-leend aan het algemeen belang of aan wettelijke bepalingen.

(4) De weigering wordt met redenen omkleed.

Artikel 5.

(1) De bestuurders zijn verplicht de akte van oprichting in haar geheel mitsgaders de bewilliging van den Gouverneur-Ge-neraal, te doen inschrijven ter griffie van het residentiegerecht, in welks rechtsgebied de vereeniging is gevestigd, in de daar-toe bestemde openbare registers, en die stukken openbaar te maken in het officieel nieuwsblad. Is de vereeniging gevestigd in een gedeelte van Nederlandsch-Indië, hetwelk niet tot het rechtsgebied van een residentiegerecht behoort, dan heeft de inschrijving plaats ter griffie van den raad van justitie, in welks rechtsgebied dat gebiedsdeel is gelegen.

(2) Daarenboven moet door de bestuurders in een in het Nederlandsch en een in het Maleisch gesteld nieuwsblad, beide van de plaats alwaar de vereeniging is gevestigd, en bij gebre-ke van één dezer of beide soorten van nieuwsbladen te dier plaatse, in dat of die eener naburige plaats, eene aankondiging worden gedaan, houdende bericht van het bestaan der vereeni-ging met aanduiding van de dagteekening en het nummer van het officieel nieuwsblad, waarin de akte is geplaatst.

(3) Deze bepalingen gelden ook ten aanzien van akten, waar-bij verandering wordt gebracht in de statuten der vereeniging of haar duur wordt verlengd.

(4) De openbaarmaking der akten en der bewilliging van den Gou-verneur-Generaal in het officieel nieuwsblad geschiedt kosteloos.

(5) Ieder kan de in het eerste lid van dit artikel bedoelde registers kosteloos inzien en daarvan te zijnen koste uittrek-sels bekomen.

Artikel 6.

(1) Alvorens de akte van oprichting eener coöperatieve ver-eeniging en die, waarbij verandering wordt gebracht in hare statuten of haar duur wordt verlengd, benevens de daarop ver-kregen bewilliging van den Gouverneur-Generaal, op de wijze

43 Fatsal 2.

(1) Jang djadi perkoempoelan aandeel2 jaïtoe perkoempoelan orang2 di mana di idzin akan boleh terima anggauta (lid2) dan akan lid2 boleh berhenti serta jang bermaksoed memadjoekan keslametannja lid2, baik dengan bersama-sama mendjalankan pe-kerdjaännja atau penghidoepan, baik dengan di belikan segala jang perloe atau dengan di beri hoetang atau pandjer (perskot).

(2) Satoe perkoempoelan jang menjampaikan keperloewan ini, tiada hilang hatinja kalau statutennja (alesan atoeran) memberi idzin akan meloewaskan pekerdjaännja kapada orang2 lain.

Fatsal 3.

Namanja perkoempoelan misti mengandoeng katerangannja maksoednja serta misti moewatkan perkataan „coöperatief"

(aandeel2).

Fatsal 4.

(1) Soerat akte (perdjandjian) mendirikan perkoempoelan aandeel2 serta soerat akte jang merobahkan statutennja atau menjamboeng temponja, haroes di boewatkan di hadepan Notaris.

(2) Soerat akte itoe atau rentjananja perloe di kaboelkan oleh Toewan Besar Goebernoer-Djenderal.

(3) Permintaan akan di kaboelkan melainkan hendak di toelak kalau ada sebab jang terbit dari pada kaperloewan orang banjak atau atoeran wet (Oendang2).

(4) Lagi kalau di toelak permintaan, hendak di terangkan dengan segala sebab.

Fatsal 5.

(1) Pengoeroes2 wadjib akan soeroeh toelisi di kantor griffier pengadilan karesidenan, dalam bilangan mana perkoempoelan soedah di dirikan, soerat akte mendirikan anteronja, beserta soerat kaboelnja Toewan Besar Goebernoer-Djenderal di daftar2

oemoem jang di tentoekan serta akan ma'loemkan segala soerat2

4 itoe di soerat chabar negeri. Kalau perkoempoelan di dirikan di satoe bagian tanah Hindia Nederland jang boekan di bawah bilangan pegangan kekoewasaän pengadilan karesidenan, lantas soerat2 itoe haroes di toelisi di kantor giffier pengadilan Raad Justitie, jang membawahkan bilangan itoe.

(2) Tambah lagi pengoeroes2 wadjib ma'loemkan chabar, bahwa perkoempoelan soedah di adakan dengan di terangkan tanggal dan nomor soerat chabar negri jang bermoewatboenji soerat

44

voorgeschreven in het vorig artikel zijn ingeschreven en open-baar gemaakt, geldt een en ander tegen derden niet. Zoolang de akte van oprichting en de daarop verkregen bewilliging niet is ingeschreven of niet is openbaar gemaakt, zijn de bestuur-ders persoonlijk en ieder voor het geheel verantwoordelijk voor de handelingen, ten name der vereeniging, door hen of op hun last verricht.

(2) Eerst na inschrijving en openbaarmaking der akte van op-richting en der daarop verkregen bewilliging van den Gouver-neur-Generaal treedt de vereeniging als rechtspersoon op.

(3) In geval van verschil tusschen het ingeschrevene en het in het officieel nieuwsblad bekend gemaakte geldt tegen derden alleen het laatste.

Artikel 7.

De akte van oprichting moet bevatten:

1°. den naam der vereeniging, in overeenstemming met artikel 3, en der plaats waar zij gevestigd is;

2°. eene voldoende aanwijzing van naam, woonplaats en beroep der oprichters met vermelding, voor zooveel Inlanders be-treft, die als kind een anderen naam hebben gedragen, ook van dezen naam;

3°. de bepaling in welke mate elk der leden persoonlijk als borg aansprakelijk is voor de verbintenissen der vereeniging;

4°. de regeling van het bestuur der vereeniging en van het toezicht op zijne handelingen;

5°. den tijd waarvoor de vereeniging is aangegaan, welke echter in geen geval langer mag zijn dan dertig jaren, behoudens hare verlenging telken male na het verloop van dien tijd -6°. den dag van aanvang van het dienstjaar;

7°. de voorwaarden van in- en uittreding der leden.

Artikel 8.

Voor zooverre bij de statuten niet anders is bepaald:

1°. wordt het bestuur uit de leden gekozen;

2°. is het lidmaatschap persoonlijk.

Artikel 9.

(1) Het bestuur en de commissarissen, zoo zij er zijn, worden door de leden gekozen.

(2) Hun last is ten allen tijde herroepelijk, ook indien zij voor een bepaalden tijd zijn aangesteld.

(3) Het bestuur vertegenwoordigt de vereeniging in en buiten rechten.

45

akte itoe serta di ma'loemkan dalam soerat chabar basa Walanda dan basa Melajoe, kedoewanja terbit di tempat kedoedoekannja perkoempoelan serta kalau tiada ada salah satoe soerat chabar itoe atau kedoewanja tiada ada di tempat sitoe, lantas chabar misti di ma'loemkan di salah satoe soerat chabar di tempat jang berdeketan.

(3) Ini atoeran djoega terpakei bagai soerat2 akte jang ada moewat robahan statutennja perkoempoelan atau menjeboetkan bahwa temponja di landjoetkan.

(4) Soerat akte dan soerat kaboelnja Toewan Besar Goebernoer-Djenderal hendak di ma'loemkan di soerat chabar negri dengan tra' oesah bajar onkos.

(5) Barang siapapoen djoega di idzin akan periksa daftar2

terseboet (1) di atas serta boleh dapat petikannja dengan di bajar onkos sendiri.

Fatsal 6.

(1) Pada sebeloemnja soerat akte mendirikan perkoempoelan aandeel3 dan soerat jang robahkan statutennja atau jang melan-djoetkan temponja serta soerat kaboelnja Toewan Besar Goeber-noer-Djenderal di toelisi dan di ma'loemkan tjara sebageimana teratoer fatsal di atas, maka segala soerat2 itoe tiada ada ke-koewatannja kapada orang- lain. Selama soerat akte mendirikan perkoempoelan dan kaboelnja beloem di toelisi atau beloem di ma'loemkan maka pengoeroes2 masing* wadjib tanggoeng segala perboewatan jang di perboewat olehnja atau dengan parentahnja, atas nama perkoempoelan.

(2) Melainkan sesoedah di toelisi dan di ma'loemkan soerat akte mendirikan perkoempoelan dan soerat kaboelnja Toewan Besar Goebernoer-Djenderal baroe perkoempoelan djadi rechts-persoon (sjah).

(3) Dalam hal ada perbedaan antara boenji soerat2 jang soe-dah di toelisi dan jang soesoe-dah di ma'loemkan di soerat chabar negri, maka melainkan dari soerat bermoewat di soerat chabar negri ada kekoewatannja kapada orang2 lain.

Fatsal 7.

Soerat akte mendirikan perkoempoelan itoe perloe bermoewat : 1. nama perkoempoelan setoedjoe fatsal 3, dan tempat di mana kedoedoekannja ;

2. katerangan tjoekoep dari namanja, tempat tinggalnja dan pentjariannja orang2 jang mendirikan, dengan di seboet, kalau bangsa Boemi Poetera, namanja tempo ia masih anak, ja'ni kalau nama itoe lain dari sekarang;

3. atoeran perhinggaän tanggoeng masing2 lid (sekoetoe) jang terbit dari perdjandjian perkoempoelan itoe;

46

(4) Afwijking bij de statuten van dit artikel is niet geoorloofd.

Niettemin kan bij de statuten worden bepaald dat het bestuur onder zijn verantwoordelijkheid de vertegenwoordiging der ver-eeniging, voor zooveel het dagelijksch beheer betreft, aan een of meer zijner leden dan wel aan een ander persoon ot andere personen kan opdragen.

Artikel 10.

(1) Op schriftelijk verzoek van minstens een vijfde der leden is het bestuur tot bijeenroeping eener algemeene vergadering verplicht, uiterlijk te houden veertien dagen na de bijeenroeping.

(2) Indien aan dit verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen zij zelven tot die bijeenroeping overgaan.

(3) De bevoegdheid, bij het vorig lid van dit artikel toege-kend, kan niet worden beperkt bij de statuten.

Artikel 11.

(1) In het kantoor der vereeniging, ter plaatse harer vesti-ging, wordt een door den residentierechter, of in de in de tweede zinsnede van het eerste lid van artikel 5 bedoelde gedeelten van Nederlandsch-Indië, door den president of een der leden van den raad van justitie vooraf gekantteekend en gewaarmerkt ongezegeld register gehouden in den vorm, voorgeschreven bij ordonnantie behelzende :

1°. de statuten der vereeniging;

2°. eene voldoende aanwijzing van den naam der leden, bestuur-ders en commissarissen, zoo die er zijn, met vermelding, voor zooveel Inlanders betreft, die als kind een anderen naam hebben gedragen, ook van dezen naam;

3°. eene voldoende aanwijzing van de woonplaats en het beroep der leden ten tijde hunner toetreding en van de woonplaats en het beroep der bestuurders en commissarissen, zoo die

er zijn; ;

4°. het tijdstip van de toetreding tot en de uittreding of ontzet-ting uit het lidmaatschap der vereeniging;

5°. de aanwijzing, voor elders wonende leden, van een gekozen woonplaats binnen de plaats, waar de vereeniging haren zetel vestigt. Bij gebreke van zoodanige aanwijzing, worden zij ten opzichte van derden geacht woonplaats te hebben gekozen ten kantore der vereeniging.

(2) Dit register wordt dagelijks bijgehouden.

(3) Ieder heeft, gedurende den tijd, dat het kantoor geopend is, recht op kostelooze inzage van het register en kan daarvan voor zijne rekening afschrift of uittreksel bekomen.

47

4. atoeran oeroesan perkoempoelan serta atoeran pendjagaän perboewatannja ;

5. tempo, berapa lama perkoempoelan itoe di dirikan, jang sama sekali tiada boleh lebih lama dari tiga poeloeh tahoen. Begitoe djoega boleh di landjoetkan tiap2, tempo itoe soedah laloe ;

6. hari permoelaän tahoen kerdja (dienstjaar);

7. perdjandjian fatsal lid2 di terima dan keloewar.

Fatsal 8.

Kalau tiada atoeran lain, jang di tetapkan dalam statutennia, maka :

1. kaoem pengoeroes haroes di pilih dari antara lid2 ; 2. orang sendiri melainkan boleh djadi lid.

Fatsal 9.

(1) Kaoem pengoeroes dan Commissaris kalau ada, misti di pilih oleh lid2.

_ (2) Pendjabatannja pada tiap2 hari dapat di lepaskan, kenda-tipoen di tetapkan boewat satoe tempo jang tentoe.

(3) Kaoem pengoeroes djadi wakilnja perkoempoelan, djoega djadi wakil kalau perkoempoelan di da'wa pengadilan.

(4) Di laranglah akan menjimpang dalam statutennja dari pada atoeran di fatsal ini.

Begitoe djoega dalam statuten boleh di tentoekan bahwa kaoem pengoeroes atas tanggoengannja ada koewasa akan menjerahkan pada satoe atau beberapa lid2nja atau pada satoe atau beberapa orang- lam akan djadi wakil perkoempoelan jaïtoe bagei oeroesan sehari-hari.

Fatsal 10.

(1) Atas soerat permintaan dari paling sedikit satoe perlima dari banjaknja lid2 maka kaoem pengoeroes wadjib akan mem-bikin koempoelan besar, jang paling laat misti di mem-bikin empat belas hari sesoedah orang2 di oendang.

(2) Kalau permintaan ini tiada di sampeikan dalam empat belas hari lantas lid2 koewasa akan oendang sendiri orang2

(3) Kekoewasaän terseboet (2) fatsal ini tiada dapat di koe-rangkan dalam statuten.

Fatsal 11.

(1) Di mana kantornja perkoempoelan, di tempat, kedoedoe-kannja, oleh hakim karesidenan (Residentierechter) atau di bilangan

48 Artikel 12.

(1) De toetreding tot de vereeniging wordt ten aanzien van de leden en van derden alleen bewezen door de gedagteekende onderteekening van het in artikel 11 bedoelde register der veree-niging, of door eene in afschrift aan dat register gehechte akte, verleden voor een notaris of voor een bij ordonnantie aan te wijzen openbaren ambtenaar, houdende dat de daarin vermelde persoon tot de vereeniging is toegetreden.

(2) Deze bepaling geldt niet ten aanzien van de oprichters.

(3) De akte en het afschrift zijn vrij van zegelrecht.

Artikel 13.

(1) De opzegging van het lidmaatschap wordt ten aanzien van de leden en van derden alleen bewezen door de inschrijving eener daartoe strekkende verklaring op den kant van het in artikel 11 bedoelde register naast den naam van het uittredende lid of door eene in afschrift aan dat register gehechte akte, verleden voor een notaris of voor een bij ordonnantie aan te wijzen openbaren ambtenaar, houdende dat de daarin vermelde persoon uit de vereeniging is getreden.

(2) De inschrijving wordt gedagteekend en door het uittredend lid en het bestuur onderteekend.

3) De akte en het afschrift zijn vrij van zegelrecht.

Artikel 14.

(1) Bij weigering van het bestuur om tot de in het vorige artikel bedoelde inschrijving mede te werken, wordt de verklaring afgelegd ter griffie van het residentiegerecht, of in de in de tweede zinsnede van het eerste lid van artikel 5 bedoelde gedeelten van Nederlandsch-Indië ter griffie van den raad van justitie, in welks rechtsgebied het kantoor der vereeniging is gevestigd.

(2) De griffier maakt daarvan een proces-verbaal op, dat de gedane opzegging dan evenzeer bewijst als de inschrijving bij

(2) De griffier maakt daarvan een proces-verbaal op, dat de gedane opzegging dan evenzeer bewijst als de inschrijving bij

In document Verzameling van (pagina 37-62)