• No results found

4.2 Beschrijvende resultaten

4.2.3 Spelvaardigheid en schrijfvaardigheid

De spellingtoets was door de onderzochte populatie erg goed gemaakt. Gemiddeld werden er 30,09 woorden goed geschreven en dat was meer dan in het onderzoek van Schijf (2009), waarin de geteste proefpersonen gemiddeld 26 woorden goed hadden. De onderzochte populatie in dit onderzoek maakte ook aanzienlijk minder spelfouten dan de groep die onderzocht werd door Schijf. Het gemiddeld aantal spelfouten lag op 13,37, ver beneden de gemiddeld 21 spelfouten die door de brugklassers in het onderzoek van Schijf werden gemaakt. Uit het onderzoek van Schijf kwam naar voren dat 14,7% van de proefpersonen behoorde tot de categorie zwakke spellers. Afgaande op de resultaten van dit onderzoek ligt het in de lijn der verwachting dat er in de door ons geteste populatie een lager percentage het predicaat ‘zwakke speller’ zou hebben gekregen. Zie tabel 7 voor een overzicht.

Tabel 7: Resultaten ‘spellingtoets’ met gemiddelden en standaarddeviaties (N=155)

M Percentage Std. Deviatie bij M

Aantal woorden goed 30,09 75,10 5,076

Alfabetische spelfouten 4,42 2,21 5,147

Orthografische spelfouten 0,65 1,91 1,361

L-morfologische spelfouten 3,79 7,58 2,494

G-morfologische spelfouten 2,47 17,50 1,169

Logografische spelfouten 2,15 15,44 1,918

29

Uit de resultaten valt te concluderen dat brugklassers logografische en g-morfologische spellingen het lastigst zijn en dat er relatief weinig alfabetische en orthografische spelfouten worden gemaakt. Dit beeld kwam ook naar voren in het onderzoek van Schijf (2009) al werd daar wel een lager percentage aan lexicaal-morfologische spelfouten aangetroffen.

De proefpersonen deden een informele en een formele schrijftaak, zie tabel 8 en 9. In de informele schrijftaak werden in totaal 206 sms-afkortingen aangetroffen, hetgeen op een gemiddelde van 1,53 per proefpersoon neerkomt. Verder werd in de informele schrijftaak het aantal spelfouten geteld en dit bleken er 78 te zijn. Dit komt neer op gemiddeld 0,51 spelfout per proefpersoon. Bij de formele schrijftaak werd niet alleen gelet op het aantal spelfouten en sms-afkortingen, maar werd ook het aantal grammaticafouten, interpunctiefouten, aanwezigheid van aanhef en afsluiting en de gehanteerde toon gescoord. Aan de hand van deze scores kreeg elke proefpersoon een beoordeling voor zijn of haar werk op de formele schrijftaak.

Tabel 8: gemiddelden en standaarddeviaties van variabelen ‘informele schrijftaak’.

M Std. Deviatie

Aantal sms-afkortingen 1,35 1,775

Aantal spelfouten 0,51 0,933

Tabel 9: gemiddelden en standaarddeviaties van variabelen ‘formele schrijftaak’.

M Std. Deviatie Beoordeling 7,03 1,767 Interpunctiefouten 1,84 1,385 Grammaticafouten 0,29 0,597 Toon 0,29 0,456 Aanhef 0,24 0,431 Afsluiting 0,29 0,456 Aantal sms-afkortingen 0,02 0,142 Aantal spelfouten 0,50 0,806

30

Het aantal spelfouten in de informele schrijftaak ligt ongeveer gelijk met het aantal in de formele schrijftaak. In de informele schrijftaak werden echter veel meer sms-afkortingen aangetroffen. In de formele schrijftaak kwam gemiddeld 0,02 sms-afkortingen voor per proefpersoon, terwijl in de informele schrijftaak 1,35 sms-afkortingen per persoon werd aangetroffen. Hieruit blijkt dat jongeren een duidelijk onderscheid maken tussen formeel en informeel schrijven. Het gebruik van sms-afkortingen wordt blijkbaar niet acceptabel gevonden in formeel taalgebruik.

Opvallend is ook het grote aantal interpunctiefouten. Gemiddeld maakte een proefpersoon bijna 2 interpunctiefouten op de formele schrijftaak. ‘Toon’, ‘aanhef’ en ‘afsluiting’ werden gescoord als dichotome variabelen. Als ‘toon’, ‘aanhef’ en ‘afsluiting’ goed waren dan werd voor de proefpersoon een 0 gescoord. Was deze fout of afwezig dan werd een 1 gescoord. Uit de resultaten blijkt dat in iets meer dan 1 op de 4 gevallen ‘toon’, ‘aanhef’ en ‘afsluiting’ fout werd gedaan.

4.3 Analyse

Door middel van correlatieanalyses hebben we de verkregen data geanalyseerd. In 4.3.1 kijken we naar de invloed van de variabelen in telefoon B op de variabelen in telefoon C (zie grafiek 1). In 4.3.2 kijken we naar de invloed van de variabelen in telefoon B op de variabelen in telefoon C na controle voor de variabelen in telefoon A. In 4.3.3 tenslotte bespreken we de invloed van de variabelen in telefoon A op de variabelen in telefoon B.

4.3.1 Sms-stijl en sms-vaardigheid vs. spelvaardigheid en schrijfvaardigheid

In deze paragraaf gaan we nader in op de relatie tussen sms-stijl en sms-vaardigheid enerzijds en spel- en schrijfvaardigheid anderzijds. Dit hebben we gedaan door de resultaten op de sms-stijltest en sms-vaardigheidstest te correleren met de resultaten op de spellingtoets en de schrijftaken.

Sms-stijl en spelling

Voor het analyseren van de relatie tussen sms-stijl en spelling hebben we de samenhang tussen de resultaten op de spellingtoets en de resultaten van de sms-stijltest geanalyseerd, zie tabel 10 voor de resultaten.

31

Tabel 10: Correlatiematrix ‘sms-stijl’ X ‘spelling’

Sms-stijl Spellingtoets r p Aantal goed .-042 .602 Alfabetische spelfouten .087 .281 Orthografische spelfouten -.004 .963 L-morfologische spelfouten .114 .159 G-morfologische spelfouten -.011 .890 Logografische spelfouten .090 .269 Spelfouten totaal .130 .108

Het blijkt dat er in de geteste groep geen verband is tussen sms-stijl en het aantal woorden dat goed werd geschreven op de spellingtest. Echter was er wel een klein effect tussen sms-stijl en het totaal aantal spelfouten, al was dit effect niet significant (r=.13, p=.108). Het gebruik van sms-afkortingen heeft dus een licht negatief effect op spelvaardigheid.

Sms-stijl en schrijfvaardigheid

We onderzochten de relatie tussen sms-stijl en schrijfvaardigheid door middel van een correlatie-analyse. De resultaten staan samengevat in tabel 11 en 12.

Tabel 11: correlatiematrix ‘sms-stijl’ X ‘informele schrijftaak’

Sms-stijl

Informele schrijftaak r p

Afkortingen informeel .232** .004

Spelfouten informeel .076 .354

De proefpersonen die hoog scoorden voor sms-stijl gebruikten aanzienlijk meer afkortingen in de informele e-mail. Ze kregen ook een significant lagere beoordeling voor de informele schrijftaak (r=.-25, p=.002). In de formele schrijftaak (zie tabel 12) maakten de proefpersonen die geneigd zijn tot het gebruiken van sms-afkortingen iets meer grammatica- en spelfouten, maar de onderzochte populatie was te klein om tot significante resultaten te komen. We vonden geen effect met het aantal interpunctiefouten. Er was een negatief verband tussen sms-stijl en de beoordeling die de proefpersonen kregen voor de formele schrijftaak. Statistisch significant was dit verband echter niet.

32

Tabel 12: correlatiematrix ‘sms-stijl’ X ‘formele schrijftaak’

Sms-stijl Formele schrijftaak r p Beoordeling formeel -.133 .110 Afkortingen formeel .103 .218 Spelfouten formeel .110 .185 Interpunctie -.010 .906 Grammatica .115 .169 Toon .058 .486 Aanhef .004 .959 Afsluiting .024 .774 Sms-vaardigheid en spelling

We onderzochten de relatie tussen spelvaardigheid en sms-vaardigheid met een correlatie-analyse. In tabel 13 staan de resultaten.

Tabel 13: correlatiematrix ‘sms-vaardigheid’ X ‘spelling’

Sms-vaardigheid

r p

Aantal woorden goed .183* .029

Alfabetische spelfouten -.117 .165

Orthografische spelfouten -.041 .627

L-morfologische fouten -.164 .051

G-l morfologische fouten -.172* .040

Logografische spelfouten -.111 .186

Aantal spelfouten totaal -.181* .031

Er is een duidelijk verband tussen de gevonden waarden op de spellingtoets en de sms-vaardigheidstest. De betere spellers scoorden beter op de sms-test. Dit verband was voor zowel het ‘aantal woorden goed’ als voor ‘aantal spelfouten totaal’ significant. Van de vijf categorieën spelfouten vonden we alleen een significant resultaat voor ‘grammaticaal morfologische spelfouten.

33

Sms-vaardigheid en schrijfvaardigheid

Daarna hebben we geanalyseerd of sms-vaardigheid ook gerelateerd is aan schrijfvaardigheid. We voerden een correlatie-analyse uit. In tabel 14 staan de resultaten voor de relatie tussen sms-vaardigheid en informeel schrijven.

Tabel 14: corralatiematrix ‘sms-vaardigheid’ X ‘informele schrijftaak’

Sms-vaardigheid

Informele schrijftaak r p

Afkortingen informeel .184* .028

Spelfouten informeel .000 .993

Het blijkt dat sms-vaardige proefpersonen meer sms-afkortingen gebruiken in de informele schrijftaak (r=.18, p=.028). Een relatie tussen het aantal gemaakte spelfouten en sms-vaardigheid werd in de informele schrijftaak niet gevonden.

In tabel 15 staan de resultaten voor de correlaties tussen sms-vaardigheid en formeel schrijven. Opvallend is dat er in deze schrijftaak vrijwel geen sms-afkortingen werden gebruikt (r=-.01, p=.879). Wel is er een negatief effect zichtbaar op interpunctie (r=.18, p=.032). Sms-vaardigheid correleert negatief met het aantal grammaticafouten, echter was dit resultaat niet significant. Voor het gebruik van de juiste toon, aanhef en afsluiting was geen duidelijke relatie met sms-vaardigheid zichtbaar.

Tabel 15: correlatiematrix ‘sms-vaardigheid’ X ‘formele schrijftaak’

Sms-vaardigheid Formele schrijftaak r p Beoordeling formeel .036 .675 Afkortingen formeel -.013 .879 Spelfouten formeel -.042 .629 Interpunctie .184* .032 Grammaticafouten -.122 .156 Toon -.064 .457 Aanhef -.005 .957 Afsluiting -.049 .571

34