• No results found

De sores van het kamerwerk

Politiek Handwerk

Bert Middel, Amsterdam, Meulenhoff 2003

84

W O U T E R G O R T Z A K

Een merkwaardige ervaring. Er is in 1998 een nieuw-gekozen PvdA-kamerfractie. Het gezel­ schap beraadt zich, buiten Den Haag en in alle rust, over het komende politieke seizoen. De bij­ eenkomst heeft een voorspelbaar verloop. Me­ ningen fladderen rond. De vergaderzaal wordt benauwd. Het gezelschap dommelt in. Een frac­ tielid wordt onwel. Dan neemt Bert Middel het woord. Wat hij zegt is me inmiddels ontschoten, zijn optreden is in mijn geheugen gegrift. Al voor de tweede keer regeert Paars, de PvdA met de v v d, maar Middel wil niet van polderen weten. Omdat polariseren hem beter past gaat hij de klassenvijand te lijf. Het brengt leven in de suffig geworden aanwezigen. De gevoelens waarmee Henriette Roland-Holst ‘de Internatio­ nale’ vertaalde, kan niemand nog navoelen, maar haar tekst blijkt opgeslagen in het collec­ tieve sociaal-democratische geheugen. En als Middel stilvalt zijn de kamerleden ontwaakt. Zij zingen met een hartstocht alsof zij nog steeds verworpenen der aarde zijn. De socialisti­ sche inborst, als regel zorgvuldig weggemoffeld, sluimert blijkbaar onder de oppervlakte. Eén Middel is voldoende om dat aan het licht te

Over de auteur Wouter Gortzak u;as lid uan deT w eede

Kamer uoor de PudA, hoofdredacteur uan ‘Het Parool’

en directeur uan de Wiardi Beekman Stichting

brengen. Tenminste als we als PvdA’ers onder elkaar zijn.

Bert Middel is geen kamerlid meer. Dat is jammer. Met die ene kameraad minder, die lie­ ver een socialistische beweging dan een sociaal­ democratische partij had vertegenwoordigd, heeft de PvdA-fractie aan kleur verloren. Maar hij werd in het rampjaar 2002 niet herkozen en remigreerde na drie periodes Den Haag naar zijn Friese pastorie. Une place de réflexion, zou je denken. Maar daar had hij te veel energie voor. En misschien te veel ergernis over zijn abrupte verbanning uit Den Haag. Dus schreef hij zijn parlementaire ervaring van zich a f Dat is een riskante onderneming. De herinneringen zijn vers, de rancune overwerkt, tijd voor reflectie of zelflcritiek ontbreekt. Wijzer mensen dan poli­ tici laten de tijd herinneringen filteren en wrok verdampen. De schotschriften van Bomhoff én Jacques Monasch hadden Middel moeten waar­ schuwen. Vermakelijke herinneringen, dat wel, hoe slecht geschreven ook. Maar terwijl zij ande­ ren over de hekel haalden boetseerden zij een ontluisterend zelfportret.

PamjgenootschappelijkesoMariteit

Vergeleken met Bomhoff en Monasch valt Middel’s afrekening alleszins mee. Het boek is

B O E K E N

Wouter Gortzak bespreekt Politiek Handwerk

beter geschreven, er buitelen geen mislukte metaforen over elkaar. En als Middel zijn voor­ malige collega’s de maat neemt is hij genuan­ ceerder. Zolang ze maar niet Rottenberg heten of te randstedelijk, te vrouwelijk achterbaks of te 3mp zijn. Toch had hij op groter afstand veel sma­ kelijk opgediende incidenten bedekt onder de mantel derpartijgenootschappelijke solidariteit. Het was het boek ten goede gekomen als ge­ schrapt was wat uiteindelijk onnozele details zullen blijken. En het had aan overtuigings­ kracht gewonnen als de auteur niet slechts de ander maar ook zichzelf zo nu en dan in zij n hemd had gezet. Want zelfs Middel is geen uit­ zondering op de regel dat niemand onzer vrij is van zonden.

Plicht tor analyse

Uit deze mopperachtige kanttekeningen mag overigens niet worden afgeleid dat Middel een vervelend boek heeft geschreven. Ik ben dubbel­ hartig genoeg om geroddel moreel te veroorde­ len en er tegelijkertijd met rooie oortjes naar te luisteren (of erover te lezen). De meeste lezers hebben, vermoed ik, geen betere inborst. En hoewel ik gedurende één periode Middel’s frac­ tiegenoot was bevat zijn boek heel wat petite histoire die me volstrekt is ontgaan. Ik stond er­ bij maar zag het niet. Groter echter is de waarde van het boek als ‘handboek voor de aspirant par­ lementariër’. Hetheeft me minstens tweejaar gekost voordat ik meende de status van leerling kamerlid ontgroeid te zijn. Met Middel in de hand had ik aanzienlijk sneller de weg door het Haagse doolhof gevonden. Is het boek dus nuttig voor de aankomende parlementariër, ook voor de belangstellende buitenstaander moet het de moeite waard zijn. Hij kan aan de hand van de auteur ontdekken dat het kamerlid niet met de duimen draait als hij niet te zien is op de blauwe bankjes van de plenaire zaal. En eigenlijk is het verplichte kost voor de Nawijns die denken de parlementaire activiteiten als zinloos rimeel be­ lachelijk te kunnen maken.

Een nuttig boek dus dat echter veel beter had

kunnen zijn als de auteur niet alleen de op ter­ mijn irrelevante achterklap had gewied maar ook de tijd had genomen voor een wat dieper- gaande beschouwing over het sociaal-democrati- sche parlementslid. De PvdA’er in het parlement wil meer dan politiek haalbaar en maatschappe­ lijk mogelijk is (of omgekeerd). Een coherente progressieve parlementaire meerderheid is een hersenschim. Onze goed-bedoelde ideeën zijn lang niet altijd praktisch uitvoerbaar en hebben dikwijls onvoorziene neven-effecten of onaan­ gename gevolgen. Dat noopt de sociaal-demo- craat tot compromissen: met minder progres­ sieve partijen, of wat misschien nog moeilijker te verteren is, met de taaie maatschappelijke werkelijkheid. Omdat de noodzaak tot partijpo­ litiek compromis zo zichtbaar is wordt die wel erkend, maar het onvermijdelijke compromis met de maatschappelijke werkelijkheid schoffe­ len we het liefst onder tafel. Liever koesteren so- ciaal-democraten de illusie dat als er maar een progressieve meerderheid was, we het in het parlement allemaal volstrekt anders en ui­ teraard béter zouden doen. Hetgeen betwijfeld mag worden.

Middel is intelligent en heeft veel politieke ervaring. Hij weet zich verlost van de acmaliteit die hem als kamerlid op de hielen zat. En hij kent het rapport-De Boer en andere nabeschou­ wingen over de in 2002 verloren verkiezingen. Dus was hij bij uitstek in staat de problematiek van de sociaal-democratische volksvertegen­ woordiger te analyseren. Maar in plaats daarvan reduceert hij de afstand mssen droom en daad tot een tegenstelling tussen hart en hoofd en

lijkt daarmee van zijn plicht tot analyse bevrijd 8 5 te zijn.

Daardoor staat Middels’ boek in de schaduw van zijn terechte stams als kwalitatief bovenge­ middeld parlementslid. Dat hij dat zelf niet in de gaten heeft blijkt ook uit een ander voorbeeld. Terwijl hij journalist Van Westerloo gispt over een onvriendelijk nrc -portret van de Kamer­ fractie, rij st uit Middel’s boek nauwelijks een prettiger beeld op. Uit eigen ervaring weet ik dat beiden niet ver van de werkelijkheid af zijn.

B O E K E N

Wouter Gortzak bespreekt Politiek Handwerk

Maar Middel’s conclusie dat het zo is, zo was en zo zal blijven acht ik onaanvaardbaar. Waarom heeft de sociaal-democraat Middel zijn boek niet afgesloten met de klaroenstoot dat het anders moét en waarom heeft hij geen wegen aangege­ ven hoe het anders kan? Doordat Middel deze en andere vragen evenmin stelt als beantwoordt is zijn hoek, hoe nuttig en onderhoudend ook, een

tiklceltje gemakzuchtig. Van de hartstocht en toewij ding waarmee Middel het parlementaire werk verrichtte legt hij overmigend gemigenis a f Maar als één van de laatste sociaal-democrati- sche Mohikanen is hij minder overmigend. Daarvoor opent zijn blik achterait te weinig ven­ sters op morgen.

86

A O V E R T E N T I E

DE V E R L E I D I N G V A N DE E T H I E K

Ouer de p la a ts uan

morele argumenten in de huidige

m a a ts ch a p p ij

In de politiek, in het bedrijfsleven, de gezond­ heidszorg en de wetenschap krijgen ethische vraagstellingen en problemen steeds meer aan­ dacht. Ethici worden geraadpleegd over de meest uiteenlopende problemen: ze geven leiding aan nieuw ingestelde bio-ethische, medische en politieke onderzoekscommissies en ze schrijven adviesrapporten voor bijvoorbeeld politieke instanties, bedrijven of ziekenhuizen.

De evolutie van ethiek als een wat wereld­ vreemd aandoend academisch specialisme naar ethiek als een maatschappelijke spreekbuis met aanzien, lokte tot nu toe weinig commentaar uit. Toch kunnen er vragen worden gesteld bij de toenemende invloed van de ethiek in het publieke debat.

Wat gebeurt er wanneer een debat in ethische termen wordt gesteld? Laten hedendaagse ont­ wikkelingen, zoals de toenemende invloed van technologie en de voortschrijdende mondialise­ ring van de maatschappij, zich eigenlijk wel vatten binnen een traditioneel ethisch kader? Is het geen vreemde paradox dat de ethiek aan maatschappelijk belang wint, terwijl het steeds moeilijker wordt om goed van kwaad te onder­ scheiden? Hoe kan de ethiek omgaan met het pluralisme van de huidige gefragmenteerde maatschappij, waarin diverse en soms tegenstrij­ dige normen en waarden hun plaats opeisen?

De auteurs van De verleiding van de ethiek bui­ gen zich vanuit verschillende disciplines in toe­ gankelijke essays over de uitdagingen die onze maatschappij aan de ethiek stelt. Het boek biedt zo niet alleen een goed overzicht van de verschil­ lende hedendaagse opvattingen over ethiek.

maar vormt ook een veelkleurige staalkaart van de ethische problemen waarmee de huidige maatschappij wordt geconfronteerd.

De verleiding van de ethiek verschijnt onder redactie van Ignaas Devisch & Gert Verschraegen. Met bijdragen van Rudi Visker, Hub Zwart, Peter Paul Verbeek, Tsjalling Swierstra, Gerard de Vries, Rudi Laermans, Jos de Mul, Mark de Kesel, Theo de Wit en Phillipe Van Parijs.

Ignaas Devisch & Gert Verschraegen (redactie), De verleiding van de ethiek. Uitgeverij Boom, 264 biz., €19,50.

Ook uerkrijgbaar via de boekhandel

( O S A A S m . v i H i i

f ' Ü K R T V I.K S C IIK .U U i:.\

VERLEIDING

VAN DE

ETHIEK

OVER DE PLAATS VAN