• No results found

Met het Grensmaasproject ontstaan er kansen voor bedreigde soorten om het gebied terug te koloniseren. Veel hangt af van de mogelijkheden die soorten hebben om vanuit de huidige – vaak ongunstige – omstandigheden te reageren op de veranderingen. Een onderzoeksproject in

samenwerking met Olivier Honnay en Hans Jacquemyn van de Leuvense universiteit trachtte inzicht te bieden in dit vraagstuk met een studie van populatiekenmerken en genetica van enkele plantensoorten in het gebied. Drie verschillende stroomdalsoorten werden uitgekozen langsheen een duidelijke habitatgradiënt: van sterk efemeer habitat op jaarlijks overstromende grindbanken tot de hoger gelegen graslanden die slechts 5- tot 10-jaarlijks overstromen. Doel van deze aanpak was om de effecten van

rivierdynamiek op de genetische structuur van de metapopulaties na te gaan. Een pioniersoort van de grindige oevers van de rivier is Gewone steenraket. Deze éénjarige kruisbloem toont over de onderzochte periode van drie jaren een sterke metapopulatiedynamiek waarbij er ieder jaar een reeks populaties verdwijnen en tegelijk nieuwe verschijnen. De overstromingen zorgen ook jaarlijks voor een uitwisseling van genetisch materiaal tussen de populaties langs de rivier.

De Maasraket is een meerjarige pionier op grind en zand langs de rivier. Het genetische materiaal van de populaties binnen de oevers verschilt van deze verder in de vallei. De populaties binnen de invloed van jaarlijkse overstroming kennen een sterke uitwisseling en tonen dus weinig genetische variatie. De populaties verder van de rivier zijn ontstaan na de extreme hoogwaters van de vorige decennia. Ze hebben een beperkte uitwisseling met de populaties in de oevers. Hierdoor kunnen ze dienst doen als genetisch reservoir voor de soort in het gebied. De Wilde marjolein is een langlevende soort van de graslanden langs de rivier. Ze breidt sterk uit in de nieuwe natuurterreinen langs de Maas. Net als bij Maasraket kan de soort zich verplaatsen over grote afstanden langs de rivier. Het wassende water voert zaden mee over meer dan 50 kilometer. Elk hoogwater ontstaan er zo nieuwe populaties in het gebied. Deze nieuwe populaties

ontwikkelen via mengen van lokaal genetisch materiaal en de instroom vanuit stroomopwaarts gelegen populaties. Voldoende sterke lokale populaties en een voldoende afwisseling tussen extreme en minder krachtige hoogwaters blijkt nodig te zijn om de genetische diversiteit op peil te houden.

De resultaten tonen hoe planten de natuurlijke dynamiek in het rivierlandschap benutten. Waar Gewone steenraket een sterke metapopulatiedynamiek toont binnen het Grensmaasgebied, is Maasraket dan weer afhankelijk van langeafstandsdispersie en ‘satellietpopulaties’ als reservoirs in het overstromingsgebied, terwijl Wilde marjolein een gecombineerde uitwisseling op lange en korte afstand kent. Ze brengen ook enkele cruciale aspecten aan het licht voor het herstel van soorten in geïsoleerde leefgebieden in ons versnipperde landschap. Zo zien we langs de Maas eveneens soorten die momenteel nog niet kunnen meeliften op het herstel. Redenen hiervoor kunnen zijn ofwel het gebrek aan verbreidingsmogelijkheden in relatie tot contact met de overstromingen van de rivier, ofwel het te beperkte aanbod en mogelijkheden voor uitwisseling van genetisch materiaal tussen te ver uit elkaar gelegen populaties. Zo’n gebrek aan genetisch contact en uitwisseling kan op termijn resulteren in het uitsterven van populaties.

De Wilde marjolein

Overbekend en aspectbepalend in vele natuurterreinen langs de Maas, is de Wilde marjolein zeker mee een uithangbord voor het gebied, denk maar aan de ‘Maaskruiden’. Sinds de natuurontwikkeling en met enige hulp van de hoogwaters, kent de soort een sterke uitbreiding in de Maasvallei. Het vestigingspatroon dat onderstaande figuur illustreert, werd achterhaald in het genetische onderzoek.

Illustratie van de kolonisatie van de

natuurgebieden in de Maasvallei na de hoogwaters van 1993 (oranje pijlen) en 1995 (zwarte), zoals vastgesteld in het genetische onderzoek. De stippellijnen duiden op bronpopulaties bovenstrooms.

Foto toont een marjoleinplant met grote

tweeslachtige bloemen en kleinere bloempjes met gereduceerde meeldraden of zonder (vrouwelijke).

Hoewel ze kensoort is van het verbond van kalkrijke zomen en mantelvegetaties

(Marjoleinverbond) is marjolein evenzeer een soort met een zeer breed spectrum, die in alle graslandtypen van de Maasvallei kan voorkomen met een voorkeur voor de ruigere graslanden. Het is niet enkel een soort met een rijk bloeiaspect waarvan zeer veel insecten genieten en een soort met verschillende toepassingen in de keuken (oregano-marjolein), even opmerkelijk is de specifieke bloeistrategie van de soort. Ze kan namelijk kiezen of ze vrouwelijke of tweeslachtige bloemen vormt. Koloniserende individuen die op een afstand van de rest van de populatie vestigen, zullen kiezen voor tweeslachtige bloemen, zodat ze zeker zijn van bestuiving. Ondanks het bevoordelen van kruisbestuiving door het vroeger rijpen van de stamper dan de meeldraden, is de soort ook in staat om zichzelf te bevruchten. Eénmaal er een groepje gevestigd is, zullen er meer vrouwelijke bloemen opduiken, die ervoor zorgen dat de kleine nieuwe populaties toch voldoende genetische diversiteit behouden. Ook voor stresscondities is deze bloeistrategie

interessant; onder begrazings- of maaidruk zal de soort overwegend vrouwelijke bloemen aanmaken, die minder inspanning vergen (ze bespaart op meeldraden, en de vrouwelijke bloemen zijn ook kleiner) en dus ook sneller tot zaadzetting komen, wat een efficiënt redmiddel is onder het risico van afgrazing of maaien.

9.5.2 Het rivierpark Grensmaas

Een groot aaneengesloten rivierpark in de vallei van de Grensmaas is de grote uitdaging. Deze krijgt stilaan vorm met de aaneensluiting van de natuurterreinen en de ontwikkeling van een samenhangende visie en uitwerking van beheer en inrichting van natuurterreinen en toeristisch-recreatieve infrastructuur.

Voor de gewenste ongestoorde ontwikkeling van de natuur is een sturing van recreatie vereist; er is ruimte genoeg, maar wel enkel als er goed gestuurd wordt! Alles overal kan niet, zowel voor de natuur als voor de mens niet.

Sturing van recreanten kan vrij eenvoudig (hier een verkeersbord op een eiland in de Dordogne om kajakkers te sturen en broedende steltlopers, reigerachtigen en sternen rust te garanderen).

Een goede sturing maakt tegelijk ook dat het gebied door een maximum aan mensen gebruikt kan worden. Momenteel ontstaan onnodig conflicten tussen vissers, kajakkers, wandelaars, natuurliefhebbers, fietsers, rustzoekers en omwonenden. Met een goede geleiding van al deze gebruikers blijft er nog voldoende ruimte voor de kritische riviersoorten zoals sternen en otters.

9.5.3 Meten is weten

Het in beeld brengen van de bijzondere soorten in het gebied, laat ons toe om een goed beeld te geven van het resultaat van de natuurontwikkeling. Maar het is nog veel meer; het is een

uitzonderlijke bron van informatie voor het beschrijven en rapporteren van de (beschermde) natuur van de Maasvallei, de opmaak van beheerplannen, de kennis en status van soorten in relatie tot landschapsdynamiek, natuurontwikkeling. Kortom, de hier verzamelde en beschreven informatie, biedt mogelijkheden voor zowel het beleid, de beheerders, onderzoekers en

individuele natuurliefhebbers om de Maas in de toekomst scherp gefocust in beeld te houden. We mogen verhopen dat de komende jaren nog meer in het gebied rondgekeken en

geïnventariseerd zal worden, zodat deze rapportage nog maar een tipje van de sluier gelicht zal hebben.