• No results found

“Smeed het ijzer als het koud is” en reageer niet in het heetst van de strijd

expert. Vervolgens was het interessant om dit met de inzichten, bekomen uit de literatuur, te vergelijken. Ook de focusgroep beoogde hetzelfde doel. Deze focusgroep bestond uit het team van living Rene, nl. twee vrouwelij-ke collega’s, D. (25 jaar) en E. (26 jaar) en twee mannelij-ke collega’s, K. (34 jaar) en H. (40 jaar). Aangezien het onderzoek toegespitst is op living Rene speelden de ervaringen van het team een grote rol.

Betekenisgeving agressie

De leefgroepbegeleiders en de agressie-expert van de voorziening beamen dat ‘agressie’ heel ruim moet worden opgevat. Het gaat niet louter om fysieke agressie, waarvan de schade duidelijk aanwezig en dus merkbaar is. Er zijn ook vele andere, meer subtielere vormen, bijvoorbeeld psychische of verbale agressie. Hiervan is de schade niet altijd zichtbaar maar deze subtielere vormen vaak ook de aanleiding tot zwaardere vormen van agressie. De leefgroepbegeleiders geven aan dat heel wat conflicten uit frustratie voortkomen. Het is vaak een opeenstapeling van externe factoren die de kinderen erg prikkelbaar maken.

Zo kan het kleinste misverstand of de minste verwachting van buitenaf hun emmer doen overlopen. Dit valt volgens de NVR-expert te verklaren vanuit hun laag zelfbeeld. Ze kijken erg negatief naar de wereld om zich heen en zijn zich niet altijd bewust van hun eigen handelen en de effecten op anderen. Dit laatste is merkbaar in hun interactie met anderen. Zo handelen ze vanuit hun destructief recht. Omdat ze zich continu benadeeld voelen, komen ze snel in de escalatie wat vervolgens tot een gekend patroon van agressie leidt. Het is voor deze kinderen vertrouwd om het gekende patroon van afwijzing en afgewezen worden in te zetten. Een alternatief zoeken om een conflict op te lossen is bedreigend en maakt dat ze sneller gaan blokkeren. Vanuit hun hechtingsproblematiek zullen ze dan weer de afstand opzoeken.

Allen bevestigen dat ze dagelijks geconfronteerd worden met agressie. De leefgroepbegeleiders halen hierbij aan dat het steeds zoeken is naar een evenwicht tussen emotionele betrokkenheid met het kind en professionele afstand als opvoeder. Zo roept een conflict spanning in het lichaam op waardoor het steeds een inspanning vergt om niet mee in de escalatie te gaan. Ze geven aan dat zij als opvoeders ook tijd nodig hebben om af te koelen. Dit lukt over het algemeen goed, ze hebben geleerd hun professionele kijk centraal te stellen. Toch benadrukt de expert dat het van belang is om af en toe die spanning ook los te laten en het oplossen van het conflict aan een neutraal persoon over te laten.

NVR

Met het NVR-gedachtengoed wordt er preventief gehandeld t.o.v. agressie. Dit sluit ook aan bij wat Omer (2011) zegt nl. dat aanwezig zijn in het leven van het kind het risicogedrag verkleint. Het principe ‘waakzame zorg’

staat hierbij centraal. De leefgroepbegeleiders tonen aan dat deze waakzaamheid in de leefgroep tot uiting komt door ervoor te zorgen dat er steeds een overzicht wordt behouden op het doen en laten van de kinderen, bijvoorbeeld door de avondstructuur; samen eten. Deze waakzame zorg, ook wel ouderlijke aanwezigheid genoemd, mondt verder uit in het principe ‘netwerkon-dersteuning’. Dit principe wordt echter ruimer bekeken dan de loutere familieband. Zo vormt de leefgroep bestaande uit de leefgroepbegeleiders en de kinderen ook een netwerk. Daar begint het eigenlijk mee in een residentiële setting. Wanneer een incident dan uit de hand loopt, zal het netwerk worden verruimd en wordt er nauwer met familie, vrienden samengewerkt. Dit maakt vervolgens de verwachting die gesteld wordt sterker en meer gedragen. Hierdoor worden ouders hun ouderlijke vaardigheden ook versterkt. Naast de gedragenheid vergt dit ook veel energie en vormt deze ‘samenwerking’ ook een drempel voor alle partijen.

Inspelen op het principe ‘autonomie’ is ook een belangrijk principe volgens de leefgroepbegeleiders.

Elke gast moet individueel worden benaderd, bijvoor-beeld per gast de 60-30-10-regel overlopen, zodat er op maat en op het tempo van het kind gewerkt kan worden.

De 60-30-10 regel wil de vaak heersende negatieve kijk naar het kind veranderen. Omdat het onmogelijk is om al het gedrag tegelijk aan te pakken, moet er een selectie worden gemaakt van maximum twee ongewenste gedragingen en kunnen andere zaken worden losgelaten.

Bijvoorbeeld: ‘Groen gedrag’ (60% van het negatief gedrag) staat voor gedrag dat ongewenst is maar ook door de vingers kan worden gezien. Voorbeelden hiervan zijn tafelmanieren. ‘Oranje gedrag’ (30% van het negatief gedrag) verwijst naar gedrag dat in principe niet gepast is, maar waarover bereidheid bestaat tot

onderhandelen, bijvoorbeeld roepen of schelden. ‘Rood gedrag’ (10% van het negatief gedrag) betekent ‘STOP’!

Het gaat om erg lastig of agressief gedrag dat niet meer te tolereren valt (Delmel, 2014). Hierop aansluitend wordt er ook ingezet op het principe ‘positieve relatie’.

Zo haalde een leefgroepbegeleider aan: “Vanuit een positieve kijk moeten we altijd nieuwe kansen geven.

Elke crisis is een nieuwe kans om opnieuw te starten om daarna met een positieve ingesteldheid verder te

Smeed het ijzer als het koud is NIEUWE

AUTORITEIT

werken”. De expert toont ook aan dat het principe

‘herstel’ hier bij aansluit. Via een mooi verzoeningsge-baar, een knuffel e.d., kan er terug met een schone lei worden gestart.

Volgens de expert worden de NVR-interventies voortdurend gebruikt, maar niet zoals ze klassiek beschreven staan. De interventie ‘sit-in’ is hier een voorbeeld van. De sit-in wordt gehouden na een daad van agressie van het kind, niet onmiddellijk na het voorval, maar een paar uur of een dag later. Uitstel vormt dan ook een kracht. Kort samengevat verloopt de interventie als volgt: de ouders gaan de kamer van het kind binnen en gaan zitten. Vervolgens geven ze het kind de boodschap:

“We zijn niet bereid dit gedrag nog langer te accepteren (en ze benoemen het onacceptabele gedrag concreet). We zijn hier om een oplossing voor het probleem te vinden en blijven hier zitten tot jij een oplossing voorstelt”

(Omer, 2007). Daarna volgt er een lange stilte opdat het kind de kans krijgt om na te denken over een oplossing.

Het gebruik van stilte staat hierbij centraal. In praktijk echter wordt dit voortdurend gehanteerd, maar dan op een minder formele manier.

Allen geven aan dat het NVR-gedachtengoed heel wat voordelen met zich mee brengt. Zo creëert het rust en vermindert hierdoor de drang om gedrag in het hier en nu aan te pakken, het mag afkoelen. Hierop aansluitend stelt de expert dat het kijken vanuit een NVR-bril maakt, dat er doorheen heel wat agressief gedrag kan worden

gekeken en er sneller begrip optreedt. Naast het feit dat de NVR-methodiek voordelen biedt, is het echter geen wondermiddel. Zo vertonen deze kinderen een gedragsproblematiek, die het samenleven in een leefgroep vaak nog complexer maakt. De leefgroepbege-leiders halen aan dat NVR geen antwoorden biedt op deze complexiteiten. Er zijn zoveel factoren die hun gedrag beïnvloeden waar weinig vat op te krijgen valt.

Verder haalden ze ook aan dat de vertrouwensband een bezwarende factor kan zijn. “NVR verwacht eigenlijk dat je altijd uit het conflict blijft maar vanuit de relatie als opvoeder met kinderen is het niet gemakkelijk om niet vanuit emotie te reageren”. Tot slot vat de expert het zo samen: er wordt gewerkt aan de NVR-basishouding, maar de valkuil nl., waakzame zorg te ver doortrekken, blijft steeds aanwezig. Zo ligt de nadruk vaak op het veranderen van het gedrag van het kind, bijvoorbeeld bij de ‘60-30-10’ regel uitschieten in de 60 i.p.v.de 10 gedragsregels.

Probleemgedrag benaderd vanuit “SEO” en “NVR”

Het dynamisch ontwikkelingsmodel van Došen en de Schaal voor Emotionele Ontwikkeling die vanuit dit model ontwikkeld is, helpt om probleemgedrag van cliënten beter te begrijpen doordat de onderliggende emotionele noden duidelijk worden. Deze inzichten bieden handvatten om met lastig en vermoeiend gedrag van cliënten om te gaan door de omgeving in plaats van de cliënt te willen veranderen (Morisse & Došen, 2016). Dit laatste is ook een belangrijk uitgangspunt bij de methode ‘Geweldloos

Smeed het ijzer

als het koud is NIEUWE

AUTORITEIT

verzet of NVR’. Niet het wíllen controleren van het gedrag van de cliënt is het uitgangspunt maar wel de houding van de opvoeder die zichzelf ‘controleert’ en reguleert. Zowel de leefgroepbegeleiding als de expert geven aan dat het belangrijk is om niet vanuit emotie te reageren maar rustig te blijven en vanuit achtergrondkennis over de hulpvraag te handelen. Ook de positieve betrokkenheid van de hulpverlener valt op in beide benaderingen (SEO en NVR).

In de beschrijving van ‘NVR’ door auteurs en de

respondenten van dit onderzoek komen volgende aspecten meermaals terug: de ‘onvoorwaardelijke positieve aanvaarding van de cliënt’, de ‘positieve en beschermende betrokkenheid’, het ‘verbindend werken’ en tot slot het streven naar een ‘positieve interactie’ (Omer, 2011).

Bovendien wordt er vastgesteld dat in beide benaderingen het betrekken van het ‘professioneel en natuurlijk netwerk’

belangrijk bevonden wordt. ‘Samen weet je meer en sta je sterker dan alleen’ is een uitgangspunt dat zowel bij de uitspraken van respondenten over NVR als in de studie van de SEO-benadering terug te vinden is (Morisse &

Došen, 2016).

Aanbevelingen

Dit onderzoek kent zeker zijn krachten maar enkele aanbevelingen zouden in vervolgonderzoek wenselijk zijn. Zo werd er bewust voor geopteerd om het natuurlijk netwerk niet bij de focusgroep SEO-R² te betrekken:

deze aanpak was nieuw en begeleiding wou er eerst zelf mee vertrouwd geraken. Daarnaast suggereerde de NVR-expert om agressie meer te gaan benaderen vanuit de trauma-invalshoek. Zo haalde hij aan dat agressief gedrag kan verklaard worden vanuit de primitieve systemen, bijvoorbeeld vanuit de amygdala in de hersenen die geprikkeld wordt. Deze geeft heel snel signalen dat er actie moet worden ondernomen (fight-reactie). Wanneer een opvoeder erin slaagt om vanuit geweldloos verzet deze prikkels te verminderen, heeft dit voor gevolg dat deze kinderen stilaan minder hyperalert gaan reageren.

Tot slot kwam de onderzoeker, in samenspraak met het team van living Rene, tot enkele aanbevelingen voor de praktijk. Zo concluderen zij dat het NVR-gedachten-goed en de SEN-SEO-benadering elkaar versterken.

Meer concreet biedt NVR handvaten om op een geweldloze manier tegemoet te komen aan de emotione-le noden, zodat de geestelijke gezondheid en kwaliteit van leven verhoogd worden. Vanuit de SEO-R² leert het team andere verwachtingen stellen en komen de

NVR-principes stilaan meer tot uiting. Principes als

‘positieve relatie’, ‘geweldloos verzet’ en ‘waakzame zorg’ zijn hier voorbeelden van. Samenvattend kan men stellen dat er meer op de basishouding ingezet wordt, waardoor er minder focus komt te liggen op het veranderen van het gedrag van het kind.

Dankwoord

Vooreerst wil ik alle teamleden van living Rene

bedanken voor hun steun en medewerking gedurende dit proces. Daarnaast verdient Lady Van Landeghem, onze persoonlijke NVR-expert, ook een uitdrukkelijke bedanking. Via zijn vernieuwende en gefundeerde invalshoeken kreeg dit artikel meer diepgang. Tot slot wil ik Marjolijn Pex, mijn lector, een pluim geven voor het oneindige geloof in dit project.

AUTEUR EN CONTACTGEGEVENS

Louise Wolfs

Bacheloropleiding orthopedagogie UCLL Diepenbeek (2013-2016)

Leefgroepbegeleidster in OBC Ter Wende louise.wolfs@terwende.be

REFERENTIES

Delmel, A. (2014). Haim Wie? Introductie van de methodiek ‘Nieuwe Autoriteit’ en ‘Geweldloos Verzet’ van Haim Omer in het dagelijks handelen van opvoeders binnen een MPI [Bachelorproef]. HoGent:

Faculteit Mens en Welzijn.

Impuls vzw. (z.d.). Impuls stelt zich voor. Geraadpleegd 20 mei 2016, http://www.impulsvorming.be/PUBLICATIES/AGRESSIE_%20 BROCHURE.pdf

Omer, H. (2007). Geweldloos verzet in gezinnen. Een nieuwe benadering van gewelddadig en zelfdestructief gedrag van kinderen en adolescenten. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Omer, H. (2011). Nieuwe autoriteit. Samen werken aan een krachtige opvoedingsstijl thuis, op school en in de samenleving. Amsterdam:

MoleMann Mental Health en Hogrefe Uitgevers.

Morisse, F. & Došen, A. (2016). SEO-R²-Schaal voor Emotionele Ontwikkeling van mensen met een verstandelijke beperking – Revi-sed². Instrument voor Assessment. Antwerpen-Apeldoorn: Garant.

Ter Wende. (2015). In Home (Voor ouders, Wat kan Ter wende voor u betekenen?). Geraadpleegd 20 mei 2016, http://www.terwende.be/

wat-kan-ter-wende-voor-u-betekenen.html X

Smeed het ijzer als het koud is NIEUWE

AUTORITEIT