In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de scores op instellings- en opleidingsniveau op basis van de Staat van de Instelling (SVI) 2014 van bekostigde instellingen.
In de onderstaande tabellen staan de scores op instellings- en opleidingsniveau op basis van de Staat van de Instelling (SVI) in 2012, 2013 en 2014 tezamen. Er wordt geen onderscheid naar jaren gemaakt, omdat in de drie jaren geen sprake is van een representatieve steekproef.
In 2012 zijn er 26 niet-bekostigde instellingen en 41 opleidingen onderzocht. In 2013 zijn er 50 opleidingen van 31 niet-bekostigde instellingen onderzocht en in 2014 zijn er 21 instellingen en 34 opleidingen onderzocht. In totaal kan er een beeld gegeven worden van 78 instellingen en 125 opleidingen.
Binnen de groep niet-bekostigde instellingen is een tweedeling zichtbaar. Enerzijds bestaan er instellingen die hoofzakelijk onderwijs verzorgen voor jongeren onder de 23 jaar (dagonderwijs). Dit zijn veelal bol-opleidingen. De andere groep instellingen verzorgt voornamelijk bbl-opleidingen voor deelnemers van 23 jaar en ouder of afstandsonderwijs aan bol-studenten die ouder zijn dan 23 jaar.
Opleidingen van nbi’s worden niet altijd beoordeeld met het gehele kader. Het komt voor dat de opbrengsten en de examinering niet zijn beoordeeld, omdat de opleiding nog te kort bestaat om hierover een oordeel te geven. Voor opleidingen die
onderwijs aanbieden in de derde leerweg (ovo) geldt dat zowel de opbrengsten als het onderwijsproces niet worden beoordeeld. De nadruk ligt daar op de
kwaliteitsborging en de examinering. De aantallen die bij de tabellen zijn genoemd kunnen daardoor variëren.
3.1 Kwaliteitsborging op instellingsniveau
Hieronder worden de scores op de kwaliteitsborging op instellingsniveau weergegeven in aantallen.
Tabel 3.1a Beoordeling kwaliteitsborging bij niet-bekostigde instelling naar type onderwijs in de periode 2012-2014 (in aantallen, n=78)
Deelnemers jonger
dan 23 jaar Deelnemers van 23 jaar
en ouder Totaal
Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Toelichting: er zijn 33 instellingen die dagonderwijs aanbieden en 45 instellingen die geen dagonderwijs aanbieden. Bij de helft van de instellingen die tussen 2012 en 2014 zijn onderzocht, is de kwaliteitsborging op instellingsniveau niet op orde.
Bij instellingen die zich richten op deelnemers onder de 23 jaar voldoet de kwaliteitsborging bij circa 60 procent van de onderzochte instellingen. De 23-plusinstellingen blijven daar met 44 procent voldoende borging bij achter.
Pagina 24 van 57
Scores op de aspecten en indicatoren van kwaliteitsborging op instellingsniveau
Voor de onderstaande tabel zijn de oordelen gehercodeerd naar voldoende (goed + voldoende) en onvoldoende (onvoldoende + slecht).
Tabel 3.1b Aantal niet-bekostigde instellingen dat als voldoende is beoordeeld op aspecten en indicatoren van kwaliteitsborging naar type onderwijs in de periode 2012-2014 (n=78)
Deelnemers jonger dan 23
jaar Deelnemers van 23
jaar en ouder Totaal instellingen
N=33 N=45 N=78
4. Kwaliteitsgebied: kwaliteitsborging 19 20 39
4.1 Sturing * 26 28 54
4.1.1 Plannen 27 28 55
4.1.2 Informatie 28 34 62
4.1.3 Continuïteit 29 41 70
4.2 Beoordeling * 20 22 42
4.2.1 Monitoring 26 27 53
4.2.2 Evaluatie 21 24 45
4.3 Verbetering en verankering * 25 23 48
4.3.1 Verbeteraanpak 27 27 54
4.3.2 Deskundigheidsbevordering 27 37 64
4.3.3 Verankering 25 23 48
4.4 Dialoog en verantwoording 27 35 62
4.4.1 Intern 30 36 66
4.4.2 Extern 27 37 64
*Kernaspecten
Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Toelichting: instellingen die dagonderwijs aanbieden voldoen vaker aan de eisen die gesteld worden aan de verbetering en verankering van de kwaliteitsborging dan instellingen die geen dagonderwijs aanbieden.
Pagina 25 van 57
3.2 Scores op de vijf kwaliteitsgebieden op opleidingsniveau
Tabel 3.2a Scores op de kwaliteitsgebieden in percentages naar type onderwijs in de periode 2012-2014 (n=125)
Type onderwijs Deelnemers
jonger dan 23
jaar Deelnemers van 23 jaar en ouder
% %
1 Onderwijsproces Goed 26 7
Voldoende 51 49
Onvoldoende 19 31
Slecht 5 14
2 Examinering en diplomering* Goed 18 4
Voldoende 47 46
Onvoldoende 29 28
Slecht 6 21
3 Opbrengsten** Goed 9 0
Voldoende 73 55
Onvoldoende 18 45
Slecht 0 0
4 Kwaliteitsborging Goed 12 7
Voldoende 49 33
Onvoldoende 26 31
Slecht 14 28
5.1 Naleving wettelijke vereisten Voldoet 70 56
Voldoet niet 30 44
*het kwaliteitsgebied examinering en diplomering is beoordeeld bij 105 van de 125 opleidingen
** het kwaliteitsgebied opbrengsten is beoordeeld bij 42 van de 125 opleidingen Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Toelichting: opleidingen van instellingen die niet gericht zijn op dagonderwijs worden minder goed beoordeeld dan opleidingen van instellingen die daar wel op gericht zijn. In de onderstaande analyses worden de scores ingedeeld in
voldoende/onvoldoende. Daar zijn de verschillen getoetst op significantie.
Voor de onderstaande tabel zijn de oordelen gehercodeerd naar voldoende (goed + voldoende) en onvoldoende (onvoldoende + slecht).
Pagina 26 van 57
Tabel 3.2b Percentage opleidingen dat als voldoende is beoordeeld op de vijf kwaliteitsgebieden naar type onderwijs in de periode 2012-2014 (n=125)
Type onderwijs Deelnemers jonger
dan 23 jaar Deelnemers van 23
jaar en ouder Totaal opleidingen
% % %
1 Onderwijsproces 77 55 63
2 Examinering en diplomering* 65 51 55
3 Opbrengsten** 82 55 69
4 Kwaliteitsborging 60 41 48
5 Naleving wettelijke vereisten 70 56 60
*het kwaliteitsgebied examinering en diplomering is beoordeeld bij 105 van de 125 opleidingen
** het kwaliteitsgebied opbrengsten is beoordeeld bij 42 van de 125 opleidingen Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Toelichting: Opleidingen van instellingen die dagonderwijs verzorgen hebben vaker hun onderwijsproces en kwaliteitsborging op orde dan opleidingen van instellingen die niet gericht zijn op dagonderwijs. Ook bij de andere kwaliteitsgebieden zien we dat dagonderwijs een voorsprong heeft op niet-dagonderwijs, maar die verschillen zijn niet significant. De verschillen in opbrengsten zijn hier niet significant, hetgeen te maken heeft met de kleine aantallen (n= 42). In de opbrengstanalyses (H7) zien we wel dat studenten die dagonderwijs hebben gevolgd vaker een diploma behalen dan studenten die geen dagonderwijs hebben gevolgd.
Pagina 27 van 57
3.3 Kwaliteitsgebied 1: onderwijsproces
Tabel 3.3a Percentage opleidingen dat als voldoende is beoordeeld op het onderwijsproces naar type onderwijs in de periode 2012-2014
(n = 117) percentage percentage percentage
1 Onderwijsproces 77 55 63
1.3.2 Ondersteuning en begeleiding van de
leeractiviteiten 91 96 94
1.3.3 Feedback op de leeractiviteiten en de
leerresultaten 93 89 90
1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 91 62 73
1.7.1 Informatievoorziening 93 84 87
1.7.2 Studieloopbaanbegeleiding 90 63 73
1.8 Zorg 95 84 89
1.8.1 Eerste- en tweedelijnszorg 95 83 88
1.8.2 Derdelijnszorg 95 83 88
1.9 Beroepspraktijkvorming* 81 79 80
1.9.1 Voorbereiding studenten en bedrijven 83 87 86
1.9.2 Plaatsing 93 83 87
1.9.3 Begeleiding door leerbedrijf 88 84 86
1.9.4 Begeleiding door de opleiding 71 71 71
*kernaspecten
* ovo-opleidingen worden niet beoordeeld op dit gebied.
Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Toelichting: opleidingen van instellingen die dagonderwijs aanbieden hebben vaker het onderwijsproces op orde dan opleidingen van instellingen die daar niet opgericht zijn. Deze opleidingen voldoen vaker aan de eisen die gesteld worden aan:
- maatwerk;
- leertijd;
- intake en plaatsing;
- studieloopbaanbegeleiding.
Het schoolklimaat is vaker met een voldoende beoordeeld bij opleidingen die geen dagonderwijs aanbieden.
Pagina 28 van 57
3.4 Kwaliteitsgebied 2: examinering en diplomering
Tabel 3.4a Percentage opleidingen dat als voldoende is beoordeeld op examinering en diplomering in de periode 2012-2014 (n=105)
Type onderwijs
2.1.1 Onderscheid tussen ontwikkelgerichte
toetsen en examinering 84 90 88
2.1.2 Dekking van het kwalificatiedossier 91 79 83
2.1.3 Cesuur 84 81 82
2.3.1 Besluitvorming diplomering 78 77 77
2.3.2 Verantwoordelijkheid examencommissie 67 54 58
*kernaspecten
Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Toelichting: opleidingen van instellingen die gericht zijn op dagonderwijs hebben de afname en beoordeling van de examinering vaker op orde dan opleidingen van instellingen die niet gericht zijn op dagonderwijs. Ook de betrouwbaarheid van de afname en beoordeling is beter georganiseerd bij deze opleidingen.
Tabel 3.4b Scores op inkoop naar type onderwijs in de periode 2012-2014 (n=105) Type onderwijs
Deelnemers jonger dan 23
jaar Deelnemers van 23 jaar en ouder
Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Toelichting: Er bestaan geen verschillen naar type onderwijs. Ongeveer de helft van de opleidingen gebruikt eigen examenmateriaal. De andere helft maakt gebruik van volledig of deels ingekocht examenmateriaal.
Tabel 3.4c Percentage opleidingen dat als voldoende is beoordeeld op examinering en diplomaring, naar inkoop of eigen materiaal in de periode 2012-2014 (n=105)
Inkoop
Inkoop Eigen materiaal
% n % n
Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Toelichting: net als bij bekostigde instellingen geldt ook voor de niet-bekostigde instellingen dat het exameninstrumentarium van ingekocht materiaal vaker met een
Pagina 29 van 57
voldoende is beoordeeld dan bij eigen ontwikkeld examenmateriaal. Er bestaan geen significante verschillen in de afname en beoordeling en diplomering.
3.5 Kwaliteitsgebied 3: opbrengsten
De opbrengsten zijn slechts beoordeeld bij 42 van de 125 opleidingen. Zie hoofdstuk 7 voor een uitgebreide opbrengstanalyse van de nbi’s. Zie tabel 3.2b voor de
uitkomsten van de SVI van dit kwaliteitsgebied.
3.6 Kwaliteitsgebied 4: kwaliteitsborging op opleidingsniveau
Tabel 3.6a Percentage opleidingen dat als voldoende is beoordeeld op aspecten en indicatoren van kwaliteitsborging naar type onderwijs in de periode 2012-2014 (n =124)
Type onderwijs Deelnemers jonger
dan 23 jaar Deelnemers van 23
jaar en ouder Totaal
4.3 Verbetering en
verankering * 77 51 60
4.3.1 Verbeteraanpak 80 60 67
4.3.2
Deskundigheidsbevordering 80 85 83
4.3.3 Verankering 78 50 59
Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Toelichting: opleidingen van instellingen die gericht zijn op dagonderwijs hebben vaker hun kwaliteitsborging op orde dan opleidingen van instellingen die daar niet op gericht zijn. Het verschil heeft betrekking op verbetering en verankering.
3.7 Kwaliteitsgebied 5: naleving van wettelijke vereisten Zie tabel 3.2b.
3.8 Scores op de taalexamens
Tabel 3.8a Beoordeling van het taalexamen van een moderne vreemde taal in aantallen en percentages periode 2012-2014 (n=42)
n percentage
Voldoende 31 74
Onvoldoende 11 26
Totaal 42 100
Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Pagina 30 van 57
Tabel 3.8b Beoordeling van het taalexamen van Nederlands op refniveau in aantallen en percentages periode 2012-2014 (n =73)
n percentage
Voldoende 43 59
Onvoldoende 17 23
Deels 13 18
Totaal 73 100
Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
3.9 Vervolgtoezicht en tekortkomingen
Tabel 3.9a Vervolgtoezicht en tekortkomingen niet-bekostigde mbo-opleidingen in aantallen en percentages (n=125)
Type onderwijs Deelnemers
jonger dan 23
jaar Deelnemers van 23 jaar en ouder percentage percentage
Zwak onderwijs 5 4
Zeer zwak onderwijs 14 30
Onvoldoende opbrengsten 5 15
Onvoldoende examenkwaliteit 35 49
Onvoldoende kwaliteitsborging 40 59
Niet-naleving: andere wettelijke vereisten 30 44
*zeer zwak en onvoldoende opbrengsten (op basis van 42 opleidingen): vanwege kleine aantallen is het verschil niet significant.
** onvoldoende examenkwaliteit (op basis van 105 opleidingen) Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Toelichting: opleidingen van instellingen die niet gericht zijn op dagonderwijs krijgen vaker vervolgtoezicht vanwege onvoldoende kwaliteitsborging dan opleidingen van instellingen die daar wel op gericht zijn. Ook bij de andere tekortkomingen zijn er verschillen zichtbaar naar type onderwijs, maar vanwege de variëteit in aantallen zijn de verschillen niet significant.
Pagina 31 van 57