• No results found

Prestaties in het mbo over de periode 2008/2009 – 2012/2012

6 Opbrengsten bekostigd mbo over 2008-2013

6.3 Prestaties in het mbo over de periode 2008/2009 – 2012/2012

Ongediplomeerd 28 26 26 23 21

Mbo niveau 1 5 6 7 6 6

Mbo niveau 2 18 19 19 21 20

Mbo niveau 3 16 17 17 18 18

Mbo niveau 4 32 32 31 32 34

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014

In het mbo wordt gesproken van een startkwalificatie wanneer minimaal een diploma op niveau 2 wordt behaald. In het schooljaar 2012/2013 heeft 27 procent van de studenten het mbo verlaten zonder startkwalificatie (= ongediplomeerd of gediplomeerd op niveau 1). In de voorgaande jaren lag dit percentage iets hoger.

Van de gediplomeerde uitstromers heeft 34 procent in schooljaar 2012/2013 een diploma op niveau 4 gehaald, dit is een stijging t.o.v. het vorige jaar.

Het percentage uitstromers is sinds 2010/2011 aan het dalen. Dit komt omdat de gehele studentpopulatie in het mbo aan het dalen is.

6.3 Prestaties in het mbo over de periode 2008/2009 – 2012/2012

Dit hoofdstuk bevat eenvoudige tabellen voor de weergave van de prestaties in het mbo over de vijf schooljaren 2008/2009, 2009/2010, 2010/2011 2011/2012 en 2012-2013. In de onderstaande tabellen zijn de inschrijfgegevens van de stelselverlaters zoals bekend op 1 oktober van het betreffende schooljaar afgezet tegen het wel of niet behalen van een diploma in het mbo.

Pagina 38 van 57

Inschrijfniveau

Tabel 6.3a Percentage gediplomeerden in de periode 2008/2009-2012/2013 naar inschrijfniveau op 1 oktober (n 2012/2013=182.823)

2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013

N N N N N Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014

Naarmate het inschrijfniveau hoger is, stijgt het percentage gediplomeerde

studenten. Dat ligt voor een deel aan het stapelen. Een student die is ingeschreven op niveau 4, heeft wellicht al een eerder behaald diploma op niveau 3. Dit is bij niveau 1 niet mogelijk. Voor een ander deel ligt het ook aan het verschijnsel dat er bij de hogere niveaus sprake is van langere onderwijsduur. Bij een langere

opleidingsduur zal de uitval in het laatste jaar minder groot zijn dan bij een kortere opleidingsduur, omdat er al een zekere selectie (voortijdige uitval) heeft

plaatsgevonden. De stijging van het rendement in het schooljaar 2012/2013 t.o.v.

het vorige jaar is zichtbaar bij alle opleidingsniveaus in het mbo, maar het meest bij opleidingsniveau 1.

Uit deze tabel valt echter niet het niveau van het behaalde diploma af te lezen, want het wel of niet halen van een diploma is alleen afgezet tegen het inschrijfniveau van de student.

Inschrijfniveau versus hoogst behaalde diploma in het mbo

In de onderstaande tabellen is het inschrijfniveau van de student op 1 oktober afgezet tegen het hoogste diplomaniveau waarmee de student het mbo heeft verlaten (per schooljaar een aparte tabel, waarbij alleen de tabel van schooljaar 2012/2013 alle kleuren heeft gekregen, in de andere tabellen zijn alleen gele arceringen toegepast.

Tabel 6.3b Verdeling van inschrijfniveau op 1 oktober 2012 naar hoogst behaalde diplomaniveau in aantallen en percentages (n = 182.832)

Ongediplomeerd Mbo niveau 1 Mbo niveau 2 Mbo niveau 3 Mbo niveau 4

n % n % n % n % n %

Niveau 1 5179 39 7779 59 190 1 29 0 23 0

Niveau 2 13009 29 3593 8 27377 61 726 2 514 1

Niveau 3 7888 17 161 0 7977 17 28154 61 1675 4

Niveau 4 11489 15 85 0 1530 2 4797 6 60648 77

oranje: diplomaniveau is lager dan inschrijfniveau op 1 okt 2012 geel: diplomaniveau is gelijk aan inschrijfniveau op 1 okt 2012 lichtblauw: diplomaniveau is hoger dan inschrijfniveau op 1 okt 2012 Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014

Niet voor alle stelselverlaters in het mbo is het hoogst behaalde diplomaniveau gelijk aan het inschrijfniveau op 1 oktober 2012. In de bovenstaande tabel is in het oranje aangegeven wanneer het diplomaniveau lager is dan het inschrijfniveau. Redenen hiervoor (kunnen) zijn:

- de studenten hebben ongediplomeerd het stelsel verlaten. Bij niveau 1 betreft dit 39 procent van de studenten. Hoe hoger het inschrijfniveau, hoe minder ongediplomeerde studenten.

- de studenten zijn binnen een schooljaar een niveau afgezakt en hebben op dat lagere niveau een diploma gehaald waarnaar ze het mbo hebben

Pagina 39 van 57

verlaten. Dit valt voornamelijk op bij studenten die ingeschreven stonden op niveau 3; van deze studenten heeft 17 procent het mbo verlaten met een niveau 2 diploma.

- de studenten hadden al eerder in het mbo een diploma behaald en zijn verder gaan studeren, maar hebben vervolgens niet opnieuw een diploma gehaald op dat hogere niveau. Ze hebben het mbo dus verlaten met een eerder behaald diploma op een lager niveau. Ook dit kan van toepassing zijn op de studenten die stonden ingeschreven op niveau 3.

Er is ook een klein aantal studenten dat een diploma heeft gehaald op een hoger niveau dan het niveau waarvoor ze stonden ingeschreven op 1 oktober 2012. Deze studenten zijn hoogstwaarschijnlijk opgestroomd binnen het schooljaar.

Hieronder de tabellen van de voorgaande vier schooljaren.

Tabel 6.3c Verdeling van inschrijfniveau op 1 oktober 2011 naar hoogst behaalde diplomaniveau in aantallen en percentages (n=187.911)

Hoogst behaalde diplomaniveau

Ongediplomeerd Mbo niveau 1 Mbo niveau 2 Mbo niveau 3 Mbo niveau 4

n % n % n % n % n %

Niveau 1 5889 43 7566 55 190 1 42 0 28 0

Niveau 2 14525 30 3636 8 28975 60 727 2 417 1

Niveau 3 9307 19 244 1 8826 18 27555 58 1810 4

Niveau 4 13198 17 86 0 1626 2 5142 7 58122 74

Bron: inspectie van het Onderwijs, 2014

Tabel 6.3d Verdeling van inschrijfniveau op 1 oktober 2010 naar hoogst behaalde diplomaniveau in aantallen en percentages (n=188.177)

Ongediplomeerd Mbo niveau 1 Mbo niveau 2 Mbo niveau 3 Mbo niveau 4

n n % n % n % n %

Niveau 1 6576 44 8059 54 273 2 55 0 55 0

Niveau 2 16438 35 3943 8 25332 54 797 2 360 1

Niveau 3 10826 22 235 0 8691 18 26930 55 2030 4

Niveau 4 14296 18 96 0 1798 2 4989 6 56398 73

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014

Tabel 6.3e Verdeling van inschrijfniveau op 1 oktober 2009 naar hoogst behaalde diplomaniveau in aantallen en percentages (n=182.457)

Ongediplomeerd Mbo niveau 1 Mbo niveau 2 Mbo niveau 3 Mbo niveau 4

n % n % n % n % n %

Niveau 1 5866 44 7287 54 220 2 50 0 30 0

Niveau 2 17670 38 3542 8 24030 52 689 1 289 1

Niveau 3 10653 23 185 0 8189 18 25444 55 2021 4

Niveau 4 13752 18 127 0 1750 2 4746 6 55917 73

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014

Pagina 40 van 57

Tabel 6.3f Verdeling van inschrijfniveau op 1 oktober 2008 naar hoogst behaalde diplomaniveau in aantallen en percentages (n = 173.976)

Ongediplomeerd Mbo niveau 1 Mbo niveau 2 Mbo niveau 3 Mbo niveau 4

n % n % n % n % n %

niveau 1 5656 52 5117 47 126 1 21 0 6 0

niveau 2 18827 41 3390 7 22676 50 553 1 295 1

niveau 3 10604 24 176 0 7234 17 23736 54 1855 4

niveau 4 14022 19 142 0 1658 2 4212 6 53670 73

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014

Toelichting: in de loop der jaren halen studenten steeds vaker een diploma dat aansluit bij hun inschrijfniveau.

Van 2008/2009 tot en met 2012/2013 zijn de percentages als volgt gestegen:

Percentage studenten dat een diploma behaalt overeenkomstig het niveau waarop ze zich inschreven, in 2008/2009 en 2012/2013 (n 2012/2013=182.832)

2008/2009 2012/2013

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014

Leerweg

Tabel 6.3g Percentage gediplomeerden naar leerweg op 1 oktober periode 2008/2009 – 2012/2013 (n=182.832)

2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013

% N % N % N % N % N Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014

De rendementen zijn het hoogst bij examendeelnemers en vervolgens bij bbl’ers. Bij alle leerwegen is een stijging zichtbaar over de periode van vijf schooljaren.

Sector

Tabel 6.3h Percentage gediplomeerden naar sector op 1 oktober periode 2008/2009 – 2012/2013 (n=182.832)

2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013

% N % N % N % N % N Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014

In 2012/2013 zien we bij alle sectoren een stijging van het rendement t.o.v. van de voorgaande schooljaren. De stijging bij Zorg & Welzijn is met 4 procent het grootst.

Pagina 41 van 57

Domein

Tabel 6.3i Percentage gediplomeerden naar domein op 1 oktober periode 2008/2009 – 2012/2013 (n=182.832)

2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013

% N % N % N % N % N Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014

De AKA-opleidingen horen niet bij een domein en zijn daarom apart weergegeven.

De top drie van domeinen met de hoogste opbrengsten in schooljaar 2012/2013 zijn:

1. Bouw en Infra (85 procent);

2. Zorg en Welzijn (83 procent);

3. Uiterlijke verzorging (82 procent).

De top drie van domeinen met de laagste opbrengsten in schooljaar 2012/2013 zijn (m.u.v. AKA):

1. Ambacht, laboratorium en gezondheidstechniek (74 procent);

2. Veiligheid en Sport (76 procent) & Transport, scheepvaart en logistiek (76 procent);

3. Horeca en bakkerij (78 procent) en Informatie en communicatietechnologie (78 procent).

Bij alle domeinen is een stijging van het rendement zichtbaar t.o.v. 2011/2012, m.u.v. van Transport, scheepvaart en logistiek.

Geslacht

Tabel 6.3j Percentage gediplomeerden naar geslacht op 1 oktober periode 2008/2009 – 2012/2013 (n=182.832)

2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013

% N % N % N % N % N

Vrouw 75 82845 77 87076 77 89065 80 88307 82 87087 Man 69 91131 71 95381 72 99112 75 99604 77 95736 Totaal 72 173976 74 182457 74 188177 77 187911 79 182823 Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014

Pagina 42 van 57

Vrouwen verlaten het mbo vaker gediplomeerd dan mannen. Dit verschil is al jaren zichtbaar.

Herkomst en generatie

Tabel 6.3k Percentage gediplomeerden naar herkomst en generatie op 1 oktober periode 2008/2009 – 2012/2013 (n=182.832)

2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013

% N % N % N % N % N

Autochtoon 75 127866 77 133656 77 136772 79 137717 82 133988 West allochtoon 66 11611 68 12317 69 12511 72 12448 74 12289 Nw all, 1e

generatie 65 16498 67 17117 68 17777 72 16316 75 14707 Nw all 2e of

hoger generatie 62 18001 63 19367 67 21117 70 21430 72 21839 Totaal 72 173976 74 182457 74 188177 77 187911 79 182823 Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014

Autochtone studenten verlaten vaker het mbo met een diploma dan allochtone studenten. Deze trend is al jaren zichtbaar. Bij alle categorieën van herkomst en generatie is een stijging van het rendement zichtbaar.

Leeftijd

Tabel 6.3l Percentage gediplomeerden naar leeftijd op 1 oktober periode 2008/2009 – 2012/2013 (n=182.832)

2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013

% N % N % N % N % N

<20 65 71823 67 72947 68 70701 71 70507 73 69284 20 tot 23 84 47183 85 47757 85 49789 86 50934 87 51020 23 tot 30 73 23657 77 25829 78 27356 81 27467 83 27372 30 of ouder 66 31313 70 35924 70 40331 74 39003 78 35147 Totaal 72 173976 74 182457 74 188177 77 187911 79 182823 Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014

De hoogste rendementen worden gehaald in de leeftijdscategorie 20-23 jaar en de laagste rendementen worden gehaald door de jongste deelnemers.

Pagina 43 van 57