• No results found

Op peildatum 3 oktober 2014 zijn er 298 lesobservatieformulieren beschikbaar van 23 bekostigde mbo-instellingen en 71 beroepsopleidingen. Deze instellingen en opleidingen zijn onderzocht in het kader van de Staat van de Instelling in de eerste helft van 2014.

8.1 Indicatoren mbo lessen 2014

Tabel 8.1a Resultaten indicatoren lesobservaties mbo (n=298)

N % Voor studenten is het doel, nut (en de samenhang met

voorgaande lessen) van de onderwijsactiviteit duidelijk onvoldoende 25 8 voldoende 267 90 niet

waargenomen 5 2 De interactie tussen de docent en de studenten en tussen de

studenten onderling is effectief onvoldoende 31 11

voldoende 233 83 niet

waargenomen 16 6 Studenten worden tijdens het verwerken/oefenen adequaat

begeleid en ondersteund onvoldoende 21 8

voldoende 195 72 niet

waargenomen 56 21 Studenten worden gestimuleerd/begeleid tot werkelijk leren onvoldoende 38 13 voldoende 235 82 niet

waargenomen 14 5

De student krijgt feedback onvoldoende 23 8

voldoende 193 68 niet

waargenomen 69 24 Differentiatie: het programma en de verwerking daarvan is

indien nodig afgestemd op verschillen tussen de studenten onvoldoende 30 11 voldoende 97 35 niet

waargenomen 150 54 De leeractiviteiten beginnen of eindigen op de geplande tijd

en/of er wordt geen tijd vermorst onvoldoende 27 10

voldoende 252 89 niet

waargenomen 5 2 De geplande tijd voor leeractiviteiten wordt zinvol benut onvoldoende 35 12

voldoende 248 88 niet

waargenomen 0 0 Schoolklimaat: er heerst een positieve sfeer in de klas /

leerruimte onvoldoende 4 1

voldoende 277 98 niet

waargenomen 2 1

De materiële voorzieningen onvoldoende 6 2

voldoende 275 98 niet

waargenomen 1 0 TOTAAL OORDEEL GEREGISTREERDE LEERSITUATIE onvoldoende 32 11

voldoende 224 80

sterk 23 8

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014 Toelichting:

Indicatoren met de hoogste percentages voldoende:

- materiële voorzieningen (98 procent);

Pagina 52 van 57

- positief schoolklimaat (98 procent);

- voor studenten is het doel, nut (en de samenhang met voorgaande lessen) van de onderwijsactiviteit duidelijk (90 procent);

- de leeractiviteiten beginnen of eindigen op de geplande tijd en/of er wordt geen tijd vermorst (89 procent).

Indicatoren met de hoogste percentages onvoldoende:

- studenten worden gestimuleerd/begeleid tot werkelijk leren (13 procent);

- de geplande tijd voor leeractiviteiten wordt zinvol benut (12 procent);

- de interactie tussen de docent en de studenten en tussen de studenten onderling is effectief (11 procent);

- differentiatie: het programma en de verwerking daarvan is indien nodig afgestemd op verschillen tussen de studenten (11 procent).

De inspecteurs hebben over iedere geobserveerde les ook een totaal-oordeel gegeven. Bij vier op de vijf lessen constateert de inspecteur dat het didactisch handelen van de docent voldoende is en bij 8 procent vindt de inspecteur het didactisch handelen zelfs sterk. Echter, bij 11 procent (ongeveer 1 op de 10) van de lessen is de inspecteur ontevreden over de kwaliteit van de les.

8.2 Onderwijssituaties in het mbo

In het mbo is er een grote diversiteit aan onderwijssituaties (zie tabel 8.2a). Niet bij iedere onderwijssituatie is het mogelijk om de indicatoren op het

lesobservatieformulier waar te nemen, dit verklaart de relatief hoge percentages

‘niet waargenomen’.

Tabel 8.2a Verdeling van de waargenomen onderwijssituaties* (n=298)

Onderwijssituatie Percentage

Frontaal klassikaal onderwijs 5,7

Activerend frontaal onderwijs 29,9

Frontaal klassikaal en activerend frontaal onderwijs 2,3

Zelfstandig werken 20,1

Zelfstandig werken en frontaal klassikaal onderwijs 8,1 Zelfstandig werken en activerend frontaal onderwijs 7,7 Zelfstandig werken en activerend frontaal onderwijs en frontaal klassikaal

onderwijs 1,7

Gestructureerd samenwerken 7,4

Gestructureerd samenwerken en frontaal klassikaal onderwijs 2,3 Gestructureerd samenwerken en activerend frontaal onderwijs 1,0 Gestructureerd samenwerken en zelfstandig werken en activerend

frontaal onderwijs ,3

Praktijkleersituatie zelfstandig werken 3,0

Prakrijkleersituatie zelfstandig werken en frontaal klassikaal onderwijs ,3 Praktijkleersituatie zelfstandig werken en activerend frontaal onderwijs ,3 Praktijkleersituatie zelfstandig werken en zelfstandig werken ,7 Praktijkleersituatie zelfstandig werken en zelfstandig werken en

activerend frontaal onderwijs ,7

Praktijkleersituatie gestructureerd samenwerken 5,0

Praktijkleersituatie gestructureerd samenwerken en frontaal klassikaal

onderwijs ,7

Praktijkleersituatie gestructureerd samenwerken en activerend frontaal

onderwijs 1,7

Praktijkleersituatie gestructureerd samen en gestructureerd samenwerken ,3 Praktijkleersituatie gestructureerd samenwerken en gestructureerd

samenwerken en activerend frontaal onderwijs ,3

Praktijkleersituatie gestructureerd samenwerken en praktijksituatie

zelfstandig werken en activerend frontaal onderwijs ,3

Totaal 100,0

Pagina 53 van 57

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014

Op basis van de bovenstaande patronen zijn de lessen ingedeeld in vier lessituaties.

Tabel 8.2b: indeling van lessen naar vier lessituaties (n=298)

Lessituatie N Percentage

Frontaal onderwijs 113 37,9

Zelfstandig werken 112 37,6

Gestructureerd samenwerken 33 11,1

Praktijkleersituatie 40 13,4

Totaal 298 100,0

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014

De scores op de indicatoren zijn in de onderstaande tabel uitgesplitst naar de vier lessituaties.

Tabel 8.2c: resultaten indicatoren lesobservaties mbo naar lessituatie (n=298)*

Lessituatie

De interactie tussen de docent en de d tot werkelijk leren

O 9 22 3 8

V 84 72 97 92

N.W 7 6 0 0

De student krijgt

feedback O 8 11 3 5 op de geplande tijd en/of er wordt geen tijd vermorst

Pagina 54 van 57

De materiële

voorzieningen O 0 6 0 0

V 100 93 100 100

N.W 0 1 0 0

*V = voldoende, O = onvoldoende, N.W. = niet waargenomen.

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014

Toelichting: de indicatoren met meer dan 10 procent onvoldoende zijn rood gearceerd. Uit de resultaten blijkt dat inspecteurs met name bij de lessen waarin zelfstandig wordt gewerkt door de studenten het vaakst ontevreden zijn over het handelen van de docent. Vaardigheden die te kort schieten zijn:

- het doel en nut van de les duidelijk maken aan de studenten;

- een effectieve interactie hebben met studenten;

- het begeleiden en ondersteunen van studenten tijdens het oefenen;

- studenten stimuleren/begeleiden tot werkelijk leren;

- het programma en de verwerking afstemmen op de verschillen tussen studenten;

- de leeractiviteiten op tijd beginnen en geen leertijd vermorsen;

- de geplande tijd voor leeractiviteiten zinvol benutten.

Ook uit het totaal oordeel over de lessen (tabel 8.2d) blijkt dat inspecteurs het minst positief zijn over lessen waarin zelfstandig wordt gewerkt.

Tabel 8.2d Totaal oordeel op de lessen mbo uitgesplitst naar lessituatie (n=279) TOTAAL OORDEEL

Onvoldoende Voldoende Sterk

N % N % N %

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014

Toelichting: Bij twee van de vijf lessen waarbij zelfstandig is gewerkt door

studenten, heeft de inspecteur geoordeeld dat de les van onvoldoende kwaliteit was.

In situaties waarin studenten gestructureerd samenwerkten zijn de meeste sterke lessen aangetroffen.

8.3 Bevoegdheden van de docenten

Tabel 8.3a Bevoegdheden van de docenten in het mbo (n=231)

n Percentage

Lerarenopleiding 190 82

Pedagogisch didactische aantekening 29 13

In opleiding 7 3

Onbevoegd 5 2

Totaal 231 100

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014

Toelichting: ongeveer 4 op de 5 docenten heeft een lerarenopleiding gedaan. 13 procent van de docenten beschikt alleen over een pedagogisch didactische aantekening. Het percentage onbevoegde docenten is 2 procent.

In de onderstaande tabel is een onderscheid gemaakt naar docenten die een lerarenopleiding hebben afgerond en docenten die dat niet hebben gedaan.

Tabel 8.3b Totaal oordeel van de les naar bevoegdheden van de docenten in het mbo (n=221)

Pagina 55 van 57

TOTAAL OORDEEL Onvoldoende Voldoende Sterk

n % n % n %

Bevoegd op basis van diploma lerarenopleiding 21 12 148 81 13 7 Niet bevoegd op basis van diploma lerarenopleiding 5 13 30 77 4 10

Totaal 26 12 178 81 17 8

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014

Toelichting: geen significante verschillen in het totaal oordeel over de les tussen de bevoegdheden.

Pagina 56 van 57