• No results found

Hoofdstuk 3: De nasleep van 29 mei 1974

3.1. De schuldvraag

Daags na de gebeurtenissen in De Kuip en de Rotterdamse binnenstad werd de balans opgemaakt. Er was een enorme ravage in het Feyenoord-stadion aangericht, met name op de vakken GG en HH. Volgens de heer W. van Kalken, het hoofd van de technisch dienst van De Kuip, waren meer dan 275 stoeltjes vernield en raakte vooral veel ijzer- en hekwerk

beschadigd.174 ‘Ik hoop nooit zo’n toestand meer te beleven’, aldus de man die

verantwoordelijk was voor de herstelwerkzaamheden.175 ‘Volgende week ziet alles er weer

piekfijn uit.’176 Stadiondirecteur Frits de Kimpe schatte twee dagen na de rellen de totale

schade rond de 20.000 gulden en 300 vernielde stoeltjes, maar dat was volgens hem niet het ergste: ‘die schade vind ik niet zo’n enorme ramp, ik vind het gebeuren veel erger. Van die schade zie je volgende week immers niets meer.’177

Het lijkt er sterk op dat de immateriële schade de materiële overtrof. Het grootschalige supportersgeweld bleek vooral een mentale klap. In de kranten uit die tijd is te lezen hoe zeer men geschokt was door de toestanden in Rotterdam. In ‘De gesloopte finale’ vertelde

Feyenoord-supporter Jeroen Noppen dat hij in zijn leven nog nooit zo bang was geweest en dat hij pas tien jaar na de gebeurtenissen in De Kuip weer een voetbalwedstrijd bezocht. Spurs-supporter Chris Roberts zag bij zijn terugkeer in De Kuip, veertig jaar na dato, ‘geesten

174 ‘En zó zag het stadion er vanmorgen uit’, Het Vrije Volk, 30 mei 1974; ‘UEFA wacht op rapport van veldslag in Kuip’, NRC Handelsblad, 31 mei 1974.

175 ‘En zó zag het stadion er vanmorgen uit’, Het Vrije Volk, 30 mei 1974. 176 Ibidem.

uit het verleden’.178 Volgens Feyenoord-fan Wim Bot moet het geweld van die avond voor de

mensen op de vakken naast de Spurs-supporters, en voor de oudere generatie supporters die in het stadion aanwezig waren en thuis voor de televisie zaten, een traumatische ervaring zijn geweest:

‘Voor het eerst kregen veel mensen het idee dat het niet veilig meer was om naar het stadion te gaan, dat het voetbal van hen werd afgepikt. Terugblikkend is dát nog wel de grootste schade die de Spurs-aanhang heeft aangericht.’179

Na dergelijke gebeurtenissen komt vrijwel altijd direct de schuldvraag naar voren. Na de rellen in Rotterdam was dat niet anders. In de vorige twee hoofdstukken is aangetoond dat volgens de media destijds de supporters uit Londen verantwoordelijk waren voor de ongeregeldheden in Rotterdam. Volgens de reportage van Andere Tijden Sport waren het ‘Britse hooligans’ die een Rotterdams feestje hadden verpest, maar in de reportage wordt ook duidelijk gemaakt dat de Rotterdamse politie en andere direct betrokkenen ernstige steken hebben laten vallen. In eerste instantie leek de UEFA de verantwoordelijkheid ook volledig bij de Spurs-aanhang neer te leggen. In het AD van donderdag 30 mei 1974 is te lezen dat de uit Zwitserland afkomstige UEFA-waarnemer Lucien Schmidlin Feyenoord en de

stadiondirectie na de wedstrijd geruststelde. Volgens hem zou Feyenoord noch de

stadiondirectie voor de ongeregeldheden in De Kuip verantwoordelijk worden gehouden: ‘Ik ben niet bevoegd er over te oordelen, maar het is wel duidelijk dat men in Nederland niemand verantwoordelijk kan stellen’, aldus Schmidlin.180

Na de rellen zou Feyenoord de rekening van de opgelopen schade bij het bestuur van de UEFA indienen. De UEFA moest dan maar uitmaken of Tottenham Hotspur juridisch aansprakelijk gesteld kon worden.181 Echter, in De Rotterdammer en het NRC van vrijdag 31

mei 1974 is te lezen dat de UEFA een dag later een stuk minder stellig was dan waarnemer Schmidlin. Een woordvoerder van de Europese voetbalbond liet weten dat, indien uit verklaringen inderdaad zou blijken dat er sprake was van ernstig wandgedrag door Spurs- supporters, Tottenham Hotspur disciplinaire maatregelen tegemoet kon zien. Maar volgens de woordvoerder was Feyenoord formeel gezien verantwoordelijk voor het handhaven van de orde in het stadion. Hij stelde echter wel vast dat er voorbeelden aan te wijzen waren waarbij aan de bezoekende club een boete of een schorsing werd opgelegd wegens wandaden van de

178 ‘De gesloopte finale’.

179 Oudenaarden, Hand in hand, 226.

180 ‘Waarnemer voetbalunie Schmidlin: Nederlanders niet verantwoordelijk’, Algemeen Dagblad, 30 mei 1974. 181 ‘Mogelijk sancties UEFA tegen Tottenham’, De Rotterdammer, 31 mei 1974.

aanhangers van die club.182

Door verschillende UEFA-officials werd als voorbeeld een voorval dat in 1972 plaatsvond in herinnering geroepen. Toen werd Glasgow Rangers voor een periode van twee jaar uitgesloten van deelname aan Europees voetbal nadat supporters van de Schotse club, na afloop van de finalewedstrijd tegen Dynamo Moskou, tekeer waren gegaan in de straten van Barcelona. Later zou de straf tot één jaar worden teruggebracht.183

De UEFA was dus in staat sancties op te leggen aan voetbalclubs als supporters van de club in kwestie zich buiten het stadion ernstig misdroegen. Gezien de ongeregeldheden in het centrum van Rotterdam betekende dat voor Tottenham Hotspur weinig goeds. Maar twee dagen na de gebeurtenissen in Rotterdam kon de UEFA nog niet zeggen of Tottenham

Hotspur daadwerkelijk zou moeten boeten voor het wandgedrag van zijn supporters. Dat hing af van de verklaringen en het rapport van de wedstrijdofficials. Volgens het artikel van De

Rotterdammer waren dat de al eerder genoemde Italiaanse scheidsrechter Lo Bello en de

Zwitserse UEFA-waarnemer Schmidlin.184 Op basis van hun verklaringen zou uiteindelijk

worden beslist wie, volgens de UEFA, verantwoordelijk was voor de uit de hand gelopen situatie. In hoeverre de verklaring van de scheidsrechter – ik ga ervan uit dat hij zich concentreerde op het spel – kan bijdragen aan een onderzoek naar ongeregeldheden op de tribune, is mij overigens een raadsel.

Het duurde vervolgens nog enkele weken voordat er meer bekend werd over de beslissing van de UEFA. Op 21 juni 1974 is in Het Vrije Volk te lezen dat de strafcommissie van de Europese voetbalbond de avond ervoor de ongeregeldheden tijdens de tweede

finalewedstrijd had behandeld. Volgens het krantenbericht werden niet alleen de rapporten van scheidsrechter Lo Bello en UEFA-waarnemer Schmidlin door de commissie in

overweging genomen, maar ook de rapporten van Feyenoord en Tottenham Hotspur. Van de Londense club was zelfs iemand afgereisd om een mondelinge toelichting te geven. Volgens de krant was er van Feyenoord niemand bij de zitting aanwezig. Waarom Feyenoord geen afgevaardigde naar de zitting stuurde wordt in de krant niet vermeld. Wellicht dat Feyenoord ervan overtuigd was dat Tottenham Hotspur voor de ongeregeldheden verantwoordelijk zou worden gehouden en dat het daarom niet nodig was om de zitting bij te wonen.185

Het besluit van de UEFA kwam in Rotterdam de volgende dag dan ook als een

182 ‘UEFA wacht op rapport van veldslag in Kuip’, NRC Handelsblad, 31 mei 1974; ‘Mogelijk sancties UEFA tegen Tottenham’, De Rotterdammer, 31 mei 1974.

183 Ibidem.

184 ‘Mogelijk sancties UEFA tegen Tottenham’, De Rotterdammer, 31 mei 1974. 185 ‘Stadionrel bij UEFA’, Het Vrije Volk, 21 juni 1974.

donderslag bij heldere hemel. De strafcommissie legde Feyenoord naar aanleiding van de ongeregeldheden in De Kuip een boete van 25.000 Zwitserse francs ofwel 21.250 gulden op. De UEFA was van mening dat Feyenoord voor de wedstrijd geen preventieve maatregelen had genomen om het naderende onheil te voorkomen. Tottenham Hotspur werd naar

aanleiding van de door Spurs-supporters aangerichte schade in het Feyenoord-stadion bestraft met het spelen van twee wedstrijden op neutraal terrein. Daar kwam nog bij dat die

wedstrijden niet binnen een straal van 300 kilometer van Londen mochten worden gespeeld. Verder kwamen de kosten van het proces voor rekening van beide clubs.186 Stadiondirecteur

De Kimpe begreep er niets van:

‘Dit is het einde! Direct na de eerste waarschuwing van de politie – ’s middags al – hebben we alle mogelijke maatregelen getroffen om onheil te voorkomen. Maar hadden we alle Engelsen dan buiten de hekken moet laten staan? Is elke dronken Engelsman een vandaal? Als we de Tottenham-supporters niet hadden toegelaten, zou de hel pas goed losgebarsten zijn.’187

Voormalig Feyenoord-doelman Jen Vlietstra besteedde in zijn rubriek ‘Sportkiekjes van Zamora’ ook aandacht aan de door de UEFA opgelegde straf. Hij was het geheel eens met Frits de Kimpe. Volgens Vlietstra was het ondanks alle waarschuwingen onmogelijk al vóór de wedstrijd ‘in een aandringende kudde van 65.000 de witte van de zwarte schapen te scheiden’.188 Toen het geweld eenmaal losbrak was er volgens hem geen houden meer aan.

Hij sluit zijn stukje af met een relevante vraag: ‘Als Feyenoord verzuimde voldoende

maatregelen te treffen, waarom heeft die officiële waarnemer van de UEFA dan eigenlijk niet ingegrepen?’189

Het was inderdaad nogal makkelijk van de UEFA om Feyenoord te verwijten te weinig voorzorgsmaatregelen te hebben getroffen. Het betrof immers een door de UEFA georganiseerd toernooi en het lijkt mij dat uiteindelijk de UEFA, in overleg met de betrokken instanties, bepaalt of een wedstrijd al dan niet gespeeld kan worden. Als de UEFA van mening was dat de situatie voor het begin van de wedstrijd te onveilig was om te spelen dan had het moeten ingrijpen. Het is überhaupt maar de vraag of het terecht was om Feyenoord verantwoordelijk te stellen voor de orde en veiligheid in het stadion. Volgens de regels van de UEFA was het blijkbaar zo dat Feyenoord verantwoordelijk was voor de ordehandhaving in het stadion, maar in het na de wedstrijd opgemaakte politierapport is iets anders te lezen. In

186 ‘f 21.250 boete voor Feyenoord’, NRC Handelsblad, 22 juni 1974. 187 ‘Feyenoord: 23 mille boete’, Het Vrije Volk, 22 juni 1974. 188 ‘Straf’, Het Vrije Volk, 22 juni 1974.

hoofdstuk 2 werd al kort benoemd dat volgens de rapporteurs van de Rotterdamse politie de N.V. Stadion Fijenoord, eventueel in samenwerking met de politie, verantwoordelijk was voor de handhaving van de orde in het stadion ‘en de daarbij behorende gebouwen en terreinen’.190

Schijnbaar kwamen de in Nederland geldende regels niet overeen met de regels van de UEFA. Dat kan logischerwijs tot misverstanden leiden.

Het blijft eigenlijk onduidelijk wie nu precies verantwoordelijk was voor de orde en veiligheid in en rond het stadion. Waren het, zoals in het politierapport te lezen is, Stadion Fijenoord en de Rotterdamse politie? Of waren de politie, Stadion Feijenoord, en de vereniging Feyenoord gezamenlijk verantwoordelijk voor de ordehandhaving? Of was het, zoals de UEFA verklaarde, toch Feyenoord? En in hoeverre kan de UEFA eigenlijk

verantwoordelijk worden gehouden? Het betrof immers een door de UEFA georganiseerd toernooi. Het lijkt erop dat de betrokkenen zelf ook niet precies wisten waar de

verantwoordelijkheid en de bevoegdheid van de een overging in die van de ander. Die

verwarring heeft waarschijnlijk bijgedragen aan de moeizame manier waarop met de rellen in het stadion is omgegaan. Het is mijns inziens dan ook onmogelijk om de schuld bij een van de betrokkenen neer te leggen. Het is een combinatie van factoren geweest – niet goed genoeg voorbereid, verrast door het hevige geweld, onduidelijkheid over verantwoordelijkheden en bevoegdheden – die ertoe leidde dat de situatie zo uit de hand kon lopen.