• No results found

Hoofdstuk 3: De nasleep van 29 mei 1974

3.3. Europa wordt wakker: maatregelen na het Heizeldrama

Het bleef echter bij aanbevelingen. Er waren meer dan tien jaar, tientallen doden en honderden gewonden nodig voordat overheden, nationale voetbalbonden, de UEFA en de FIFA van het besef werden doordrongen dat maatregelen niet langer op zich konden laten wachten.198 Op 29 mei 1985, precies elf jaar na de tweede finalewedstrijd in de Rotterdamse

Kuip, werd in Brussel de finale van de Europacup I gespeeld. In het Heizelstadion stonden het Engelse Liverpool en het Italiaanse Juventus tegenover elkaar. Net zoals tijdens de UEFA Cup-finale elf jaar eerder in Rotterdam zou het in Brussel ook vreselijk uit de hand lopen. Het grote verschil was dat in het Heizelstadion 39 mensen om het leven kwamen: een Ier, twee Belgen, vier Fransen en 32 Italianen.199

In 2005 wijdde Andere Tijden een aflevering aan het drama.200 De gebeurtenissen van

toen vertonen veel gelijkenissen met die van 29 mei 1974. Voorafgaand aan de wedstrijd stond ook de binnenstad van Brussel vol met drinkende supporters. Er werd gefeest, gedronken en het was toen nog gezellig, maar er waren wel al spanningen te voelen: ‘Bier, overal drank (…) een beetje een mix tussen feestend en toch ook al agressief’, aldus

195 ‘Directeur Engelse Sportraad: “Ja, ik schaam me diep”’, Algemeen Dagblad, 31 mei 1974. 196 Ibidem.

197 Ibidem.

198 Bart Dirks, ‘Eindelijk een gedenkteken in de Heizel’, 30 mei 2005, website de Volkskrant.

http://www.volkskrant.nl/dossier-archief/eindelijk-een-gedenkteken-in-de-heizel~a653641/ (25 mei 2015). 199 Ibidem.

200 ‘Heizeldrama’, 24 mei 2005, website NPO Geschiedenis. Aflevering van het televisieprogramma Andere Tijden.

ooggetuige David Beelen.201 Een andere ooggetuige, Robby Ryckx, wist zich nog goed de

dronken Engelse supporters te herinneren:

‘Even later op straat zag ik een groepje Liverpoolsupporters met bakken bier over straat lopen. Die waren ze waarschijnlijk gaan kopen in een supermarkt in de buurt. Ze liepen regelrecht op een politieagent af die het verkeer stond te regelen en vroegen hem of hij de flesjes kon opentrekken. Die agent heeft dat toen nog gedaan ook. Daar stond ik echt van te kijken.’202

Beelen en Ryckx waren destijds jonge Belgische voetbaltalenten van een jaar of twaalf. Voorafgaand aan de finalewedstrijd tussen Liverpool en Juventus zouden ze, samen met andere Belgische talenten, een vriendschappelijke ‘voorwedstrijd’ in het Heizelstadion spelen. Volgens Andere Tijden is het goed mogelijk dat die wedstrijd de aanleiding van de rellen is geweest. De jeugdteams droegen rode en witte tenues en die kleuren kwamen overheen met die van Liverpool en Juventus. Al snel na het begin van de wedstrijd kozen supporters van beide clubs een kant: Liverpool-supporters steunden het rode team en Juventus-supporters het witte. Na de eerste helft stond het 3-0 voor het rode team. Voormalig-speler Serge Sadzo weet zich nog goed te herinneren dat de supporters in het stadion fanatiek met de wedstrijd

meeleefden: ‘Het leek wel alsof de supporters voor de echte finale aan het supporteren waren.’203

Vlak nadat het witte team in de tweede helft een doelpunt maakte liep het volledig uit de hand. Volgens Andere Tijden was hoogstwaarschijnlijk het doelpunt van het witte team de aanleiding voor de rellen: ‘De Juventus-supporters juichen. Britse supporters zijn minder gelukkig en vallen voor de eerste keer die avond de Italiaanse aanhangers aan.’204 Volgens

The Sunday Times waren de rellen aan iets anders te wijten. Volgens de krant was de

wedstrijd lang van tevoren doordrongen van haat- en wraakgevoelens. Een jaar eerder won Liverpool de finale in Rome van het Italiaanse AS Roma. Na de wedstrijd werden Liverpool supporters aangevallen door Italianen en een jaar later waren hooligangroepen in Brussel volgens de krant uit op wraak. Vervolgens werden Liverpool-supporters door Juventus- supporters in het stadion bekogeld met voorwerpen. De Liverpool-supporters besloten hierop te reageren door het vak met Juventus-supporters aan te vallen.205

201 ‘Heizeldrama’. 202 Ibidem. 203 Ibidem. 204 Ibidem.

205 James Ducker en Tom Dart, ‘Night of mayhem in Brussels that will never be forgotten’, 19 maart 2005, website Times Online.

http://web.archive.org/web/20110805051712/http:/www.timesonline.co.uk/tol/sport/football/premier_leagu e/liverpool/article432169.ece (26 mei 2015).

Net zoals in Rotterdam in 1974 gingen in Brussel supporters elkaar met ijzeren voorwerpen te lijf. Jeugdspeler Stephen Geldof weet zich dat nog goed te herinneren: ‘Ik zie nog voor mij hoe Engelse supporters het draad over klommen met ijzeren staven in hun hand.’206 En ook net zoals in Rotterdam bleken bepaalde vakken overvol en was de

afscheiding tussen de vakken niet toereikend om de supporters gescheiden te houden: ‘Tussen de tribunes was geen echte barrière, alleen een soort ijzeren draad. Ik vroeg mij af waarom er in het vak van de Engelse supporters zoveel mensen werden toegelaten. Ze zaten daar echt opeen gepropt’, aldus Geldof.207

Het vak dat door de Liverpool-fans werd aangevallen was eigenlijk bedoeld als een neutraal vak. Volgens The Sunday Times hadden beide clubs voorafgaand aan de wedstrijd al geprotesteerd tegen het besluit van de Belgische autoriteiten om dat deel van het stadion te reserveren voor ‘neutrale’ supporters, omdat ze bang waren dat Belgische fans hun kaarten op de zwarte markt zouden verkopen aan Juventus-fans, die dan naast een vak vol Liverpool-fans terecht zouden komen. Die angst werd bewaarheid. Juventus-supporters belandden zoals gevreesd naast het vak van de Liverpool-fans.208

Toen Liverpool-supporters het ‘neutrale’ vak binnenvielen vluchtten de supporters van Juventus naar de zijkant van het vak, maar daar werden ze geblokkeerd door een stenen muur. De supporters raakten in de verdrukking en probeerden over de muur te klimmen. Veel mensen wisten te ontsnappen, maar na enige tijd stortte de muur in en velen werden onder het puin bedolven en stierven ter plekke.209 Hoewel de meeste spelers absoluut geen zin meer

hadden om de finale te spelen werd door de Belgische autoriteiten besloten de wedstrijd toch door te laten gaan. Men was bang dat de problemen anders nog groter zouden worden. Door een penalty van Michel Platini won Juventus de finale uiteindelijk met 1-0.210

Achteraf werd door een onderzoekscommissie vastgesteld dat een gebrekkige organisatie, een tekort aan politieagenten en een overvloed aan drank – wederom

overeenkomstig met de gebeurtenissen in Rotterdam – het drama mogelijk hadden gemaakt. Daarnaast zouden de slechte staat van het stadion en de verkoop van kaarten op de zwarte markt een belangrijke rol hebben gespeeld.211

Volgens Andere Tijden was 29 mei 1985: ‘de dag waarop het voetbal zijn onschuld

206 ‘Heizeldrama’. 207 Ibidem.

208 Ducker en Dart, ‘Night of mayhem in Brussels that will never be forgotten’.

209 Dirks, ‘Eindelijk een gedenkteken in de Heizel’; Ducker en Dart, ‘Night of mayhem in Brussels that will never be forgotten’.

210 Ducker en Dart, ‘Night of mayhem in Brussels that will never be forgotten’. 211 ‘Heizeldrama’.

verloor’.212 Maar het voetbal was, zoals hier is aangetoond, natuurlijk zijn onschuld al veel

eerder verloren. In Rotterdam vielen elf jaar eerder weliswaar geen doden, maar dat mag achteraf als een klein wonder worden beschouwd. Er vielen in 1974 bijna 150 gewonden, waarvan een aantal ernstig. Dat was destijds geen aanleiding om actie te ondernemen. Kennelijk waren er 39 doden voor nodig om overheden, nationale en internationale

voetbalbonden ervan te overtuigen maatregelen te treffen. Na het Heizeldrama werd besloten dat het zo niet langer kon.

Overal in Europa werden na 1985 veiligheidsmaatregelen aangescherpt. In 2005 zei de man die bij de wereld-voetbalbond FIFA was belast met de veiligheid in de stadions, Walter Gagg, het volgende: ‘Heizel was een keerpunt, we hebben sindsdien heel veel geleerd.’213 In

Nederland kwam na het Heizeldrama supportersgeweld ook op de politieke agenda en

datzelfde jaar nog werd het Landelijk Overleg Voetbalvandalisme (LOV) geïnstalleerd. In het LOV waren onder meer de KNVB, de politie, het openbaar ministerie en de ministeries van Binnenlandse Zaken, WVC, Justitie en Verkeer en Waterstaat vertegenwoordigd.214 Op

aanbeveling van het LOV werd het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme (CIV) opgericht. Op 1 april 1986 ging het CIV van start en is hiermee het oudste en meest ervaren expertisecentrum op het gebied van voetbalvandalisme binnen Europa.215 Volgens de website

richt het CIV zich op: ‘het voorkomen, terugdringen, en bestrijden van voetbalvandalisme en -geweld’.216

Maar ook het LOV en de oprichting van het CIV konden niet voorkomen dat supportersgeweld in Nederland werd uitgebannen of teruggedrongen, integendeel zelfs. Volgens Spaaij nam het supportersgeweld in de jaren tachtig en negentig in Nederland juist toe. In maart 1987 moest de ME ingrijpen in het Zuiderpark stadion in Den Haag toen

supporters van de thuisclub bezoekende Ajax-fans aanvielen. In oktober 1987 werd tijdens de interland Nederland-Cyprus door een Nederlandse supporter een vuurwerkbom op het veld gegooid waardoor de Cypriotische doelman gewond raakte. In 1989 werd een Ajax-supporter gearresteerd nadat hij tijdens een wedstrijd tegen Austria Wien een ijzeren staaf op het veld gooide. In hetzelfde jaar werd in Amsterdam, tijdens de wedstijd Ajax-Feyenoord, door twee Feyenoord-supporters een zelfgemaakte bom in een vak vol Ajax-supporters gegooid.

212 Ibidem.

213 Dirks, ‘Eindelijk een gedenkteken in de Heizel’. 214 CIV, Jaarverslag seizoen 2010-2011, 5.

215 CIV, Jaarverslag seizoen 2005-2006, 4; website Recht op Voetbal. http://www.rechtopvoetbal.nl/links/civ/ (26 mei 2015).

216 www.civ-voetbal.com.

Veertien Ajax-fans raakte hierbij gewond.217

De Nederlandse autoriteiten besloten hierna extra maatregelen te nemen. Thuis- en uitsupporters werden van elkaar gescheiden; meer politieagenten tijdens zogenaamde ‘risicowedstrijden’; hekken in de stadions om te voorkomen dat mensen het veld konden betreden; staanplaatsen werden verboden; en clubs gingen investeren in verbeterde

veiligheidsmaatregelen.218 Echter, ook die maatregelen zorgden niet voor het terugdringen van

supportersgeweld. Spaaij betoogt dat hoewel het aantal geweldsincidenten in de stadions drastisch werd verminderd, het geweld zich verplaatste naar plekken buiten het stadion, zoals stations of de binnenstad. Halverwege de jaren negentig werd pijnlijk duidelijk dat ondanks alle maatregelen supportersgeweld niet was verminderd.219 In 1997 werd een tragisch

dieptepunt bereikt. Op 23 maart van dat jaar kwam het in een weiland langs de A9 bij Beverwijk tot een heftige confrontatie tussen Ajax- en Feyenoord-hooligans. De 35-jarige Ajax-hooligan Carlo Picornie kwam bij de rellen om het leven.220

Ook sindsdien zijn er in Nederland nog veel incidenten geweest. Volgens Spaaij is supportersgeweld in Nederland dan ook niet verdwenen, slechts veranderd. De volharding van het fenomeen moet volgens de socioloog worden begrepen in termen van aantrekkingskracht van de hooligan lifestyle voor jonge mannen die avontuur en spanning zoeken, alsook de

psycho-social pleasures die met supportersgeweld verbonden zijn.221 Het is dan ook maar zeer

de vraag of de in 2010 in werking getreden ‘Voetbalwet’ een definitieve oplossing voor het probleem is.222

Sinds 1974 heeft er in Nederland, maar ook in Europa, op het gebied van

supportersgeweld en de bestrijding daarvan dus veel plaatsgevonden. In Nederland werd het ‘startsein’ voor dit eigenaardige fenomeen gegeven op 29 mei 1974. Nederland werd op die woensdag in mei door Spurs-fans met de ‘Engelse ziekte’ besmet. De al eerder aangehaalde Feyenoord-supporter Wim Bot weet zich dat keerpunt in de Nederlandse voetbalgeschiedenis nog helder voor de geest te halen:

‘In het seizoen ’73-’74 was er ook al het een en ander gepasseerd, maar na het

Spursoptreden werd het vandalisme ook in Nederland grimmiger, alsof het een voorbeeld 217 Spaaij, ‘Football Hooliganism in the Netherlands’, 319-320.

218 Ibidem, 319-320. 219 Ibidem, 320-321.

220 Paul van Gageldonk, Handboek hooligan (Amsterdam 2001) 448; René Zwaap, ’23 maart 1997: de Slag bij Beverwijk’, 26 maart 1997, website De Groene Amsterdammer. http://www.groene.nl/artikel/23-maart-1997- de-slag-bij-beverwijk (27 mei 2015);Spaaij, ‘Football Hooliganism in the Netherlands’, 321-322.

221 Spaaij, ‘Football Hooliganism in the Netherlands’, 316.

222 ‘Eerste Kamer stemt in met ‘Voetbalwet’’, 6 juli 2010, website Rijksoverheid.

was dat navolging verdiende. In september ’74, aan het begin van het nieuwe seizoen, molden Feyenoorders die terugkwamen van een uitwedstrijd tegen PSV een treinstel. De vicieuze cirkel van vandalisme, grootschalige politie-inzet, de bejegening van supporters als potentiële vandalen en de reactie daarop begon zich langzaam maar zeker te sluiten.’223

Conclusie

Ter afsluiting wordt hieronder kort samengevat wat in de voorgaande hoofdstukken is beschreven. Wat gebeurde er allemaal tijdens die beruchte finale? Hoe werd op de rellen gereageerd? Welk beeld werd na afloop van de gebeurtenissen gecreëerd? Wie waren er schuldig? Wanneer werden maatregelen getroffen om supportersgeweld te beteugelen? Verder wordt gekeken naar de plaats van de Andere Tijden Sport-reportage in dit geheel. Wat is nu precies de bijdrage van die reportage aan de beeldvorming van 29 mei 1974 veertig jaar na dato? Is dat bevestigend, veroordelend, analyserend, verhalend, of een combinatie? En, tot slot, zal worden ingegaan op de vraag wat deze casus nu eigenlijk zegt over de manier waarop destijds met supportersgeweld, of voetbalhooliganisme, is omgegaan. Was het onbekendheid, knulligheid, slechte voorbereiding, of wellicht onprofessioneel?

Op 30 mei 1974 werd Nederland wakker met een flinke kater. Een dag eerder was het land voor het eerst geconfronteerd met grootschalige supportersrellen. Dat Feyenoord de avond ervoor als eerste Nederlandse club de UEFA Cup had gewonnen leek men zich al nauwelijks meer te herinneren. Een week voor de tweede finalewedstrijd in De Kuip sloopten supporters van het Engelse Tottenham Hotspur in Londen al de bussen waarmee Feyenoord- fans werden vervoerd. Dat zoiets in Engeland plaatsvond was voor veel Nederlanders geen verassing. In Engeland was geweld tussen rivaliserende supportersgroepen al jaren gaande. Natuurlijk waren in Nederland tijdens voetbalwedstrijden ook weleens vechtpartijen

uitgebroken, maar een dergelijk grootschalig supportersgeweld had Nederland nog niet eerder meegemaakt: ‘Voor het eerst kregen veel mensen het idee dat het niet veilig meer was om naar het stadion te gaan, dat het voetbal van hen werd afgepikt.’

In Rotterdam begon de onrust al vrij snel na de aankomst van duizenden Spurs- supporters. In verschillende kranten is te lezen dat groepen uit Londen afkomstige fans de Rotterdamse binnenstad en de omgeving van het Feyenoord-stadion al ver vóór aanvang van de wedstrijd onveilig maakten. De politie had toen al grote moeite om de situatie onder controle te houden. Onschuldige voorbijgangers werden lastiggevallen, er werd een spoor van vernieling achtergelaten en er werden zelfs winkels geplunderd. De wedstrijd moest toen nog beginnen.

Voor aanvang van de wedstrijd leek het in en rond De Kuip rustig te blijven, maar volgens voormalig politieagent Jaap de Vlieger was op het plein voor het stadion de spanning tussen rivaliserende supportersgroepen al duidelijk voelbaar. Feyenoord-supporter Jeroen

Noppen verklaarde in de reportage van Andere Tijden Sport dat er in eerste instantie nog sprake was van een gezellige sfeer. Zelfs op vak GG, waar hij met zijn broer tussen 1400 Engelsen stond, en waar later de rellen zouden uitbreken. Toch was er voor het begin van de wedstrijd al het een en ander gebeurd. Agent De Vlieger ging om 20:00 uur, een half uur voor de aftrap, met vijf collega’s richting vak GG om poolshoogte te nemen en de orde te

herstellen. Er zouden onder meer vernielingen zijn aangericht, met bierflesjes worden gegooid en vuurwerk op het vak zijn afgestoken. Toen De Vlieger het vak opliep werd hij direct met een ijzeren voorwerp op het hoofd geslagen. Toen ging bij hem ‘het lampje uit’. De oud-agent werd met een schedelbasisfractuur naar het ziekenhuis afgevoerd en was daarmee

waarschijnlijk het eerste politieslachtoffer van voetbalrellen in Nederland.

Om 20:30 uur floot de Italiaanse scheidsrechter Concetto Lo Bello voor het begin van de wedstrijd. Ruim 60.000 mensen waren in het stadion aanwezig om Feyenoord tegen Tottenham Hotspur te zien spelen. Dat er tijdens de wedstrijd problemen werden verwacht werd wel duidelijk uit de oproep van de voorzitters van Feyenoord en Tottenham Hotspur aan de mensen op de tribunes. Leo van Zandvliet en Sidney Wale richtten zich voor het begin van de wedstrijd tot het publiek en vroegen de supporters toch vooral de kalmte te bewaren. Op de tribunes bleef het vervolgens lange tijd rustig. Tot enkele minuten voor de rust. In de 42e

minuut kwam Feyenoord na een doelpunt van Wim Rijsbergen op voorsprong. Volgens de Zwijndrechtse Feyenoord-supporter Wim Bot brak na de 1-0 ‘de pleuris uit’.

Volgens Noppen raakte een uitbundig juichende Feyenoord-fan met zijn vlag een Spurs-supporter en was dat het moment waarop de situatie escaleerde. In een vak met ongeveer 1400 al dan niet dronken Spurs-fans was dat wellicht geen verstandige actie. De juichende supporter werd vervolgens door boze Spurs-fans belaagd. Feyenoord-fans in een aangrenzend vak zagen dat gebeuren en besloten actie te ondernemen. ‘Toen brak de hel los’, aldus Noppen. De Engelsen zetten daarna massaal de aanval op het aangrenzende vak in. Een ijzeren afscheidingshek werd omvergetrokken en de Spurs-supporters trokken het vak van de Feyenoord-fans op. Daar werden stoeltjes, leuningen en ijzeren staven losgetrokken en als wapens ingezet. Het duurde lang voordat de politie ten tonele verscheen en het duurde nog langer eer de situatie onder controle was gebracht. De politie greep keihard in en vele Britse fans raakten gewond. Zelfs mensen die smeekten om niet geslagen te worden kregen van de Rotterdamse politie klappen te verduren.

Nadat de politie een deel van de tweede ring had schoongeveegd keerde de rust op de tribunes weer terug. Op de begane grond en buiten het stadion gingen de gevechten in alle hevigheid verder. Bij de EHBO-post stapelden de gewonden zich ondertussen op:

‘Hollanders, maar vooral Engelsen’. Lopendebandwerk, volgens een EHBO’er. Meerdere ambulances reden af en aan tussen het stadion en verschillende ziekenhuizen in de omgeving. Het hoofd van de EHBO had in vijfentwintig jaar nog nooit zoiets meegemaakt. Na de rust ging de wedstrijd gewoon verder. In de 85e minuut scoorde Peter Ressel de bevrijdende 2-0.

Feyenoord won als eerste Nederlandse club de UEFA Cup, maar de volgende dag zou het in de kranten hoofdzakelijk over de rellen gaan.

In zowel de Nederlandse als Britse pers werd geschokt gereageerd op de grootschalige ongeregeldheden in Rotterdam. In de Britse pers werd veelvuldig verwezen naar het

schandelijke gedrag van hun landgenoten. ‘We moeten ons schamen’, aldus een Britse verslaggever. Engeland was door het optreden van de Spurs-supporters te schande gemaakt. Na de rellen ontstond in Engeland een kortstondig collectief schuldgevoel. Ook Britten die niets met Tottenham Hotspur te maken hadden vonden het nodig excuses aan te bieden. Een Rotterdams containerbedrijf kreeg bij vrijwel elk telefoontje met Engeland

verontschuldigingen aangeboden. ‘Sorry, maar jullie moeten niet denken dat wij allemaal zo zijn’. Dat is vergelijkbaar met de sfeer in Nederlandse media na rellende Feyenoord-

supporters in Rome eerder dit jaar. Nederland werd toen door ‘barbaren’ te schande gemaakt en premier Rutte liet zijn Italiaanse ambtgenoot in een telefoongespreek weten zich te schamen voor de Nederlanders die bij de rellen betrokken waren.

De Nederlandse pers reageerde in 1974 verbijsterd op de ‘beestachtige taferelen’