van de leeromgeving
D. Gebreken specifiek voor natuuronderwijs
9.2 Schoolleiderschap en schoolbeleid
Activiteiten schoolleider
Hoewel het moeilijk is om een directe invloed tussen schoolleidersschap en leerlingenprestaties vast te stellen, is de verwachting dat het type leiderschapsstijl een positieve dan wel negatieve invloed op de leerlingprestaties kan hebben. Op basis van Nederlands onderzoek (ten Bruggencate, Luyten, Scheerens, & Sleegers, 2012) is een set van vragen over de leiderschapsstijl van schoolleiders opgenomen in de PIRLS- en TIMSS-schoolvragenlijst. In Tabel 9.3 staat een overzicht van de gebruikte stellingen. De stellingen zijn te verdelen in vier categorieën van leiderschapsmodellen (ten Bruggencate, 2009, blz.147):
het rationele doel model: in dit model wordt door middel van planning en het stellen van doelen gestreefd naar efficiëntie en productiviteit;
het interne proces model: in dit model zijn informatiemanagement en communicatie de middelen om beheersing en stabiliteit van de organisatie te bereiken;
het human relations model: in dit model wordt door het bevorderen van inzet, samenhang en moreel de ontwikkeling van menselijk potentieel nagestreefd;
het open systeem model: in dit model moet alertheid en aanpassingsvermogen leiden tot het verwerven van middelen en groei.
Tabel 9.3
Activiteiten schoolleider, volgens de schoolleider, in percentages (n=222)
% Schoolleiders
Het rationele doel model (α=0,72) geen tijd enige tijd veel tijd
Het promoten van de onderwijskundige visie en doelen
van de school 2 43 55
Het ontwikkelen van het curriculum en de
onderwijskundige doelen van de school 1 37 62
Het monitoren van de implementatie van de onderwijskundige doelen van de school in het
onderwijs van de leerkrachten 4 49 47
Het monitoren van de leervorderingen van de leerlingen om er voor te zorgen dat de onderwijskundige doelen
van de school gehaald worden 4 42 54
Het interne proces model (α=0,79)
Het handhaven van de orde op school 12 55 33
Zorgen voor heldere gedragsregels voor de leerlingen 14 67 19
Het aanpakken van leerlingen die zich niet aan de
gedragsregels houden 16 64 20
Het human relations model (α=0,66)
Een klimaat van vertrouwen voor de leerkrachten
creëren 5 47 49
Het initiëren van gesprekken met leerkrachten die
problemen hebben in hun onderwijs 7 62 32
Het adviseren/ondersteunen van leerkrachten met
vragen over of problemen met hun onderwijs 3 64 33
Het open systeem model (α=0,55)
Andere scholen of onderwijscongressen bezoeken om
nieuwe ideeën op te doen 17 69 14
Het initiëren van onderwijskundige vernieuwings- of
verbeteringsprojecten 11 52 37
Deelname aan scholingsactiviteiten speciaal voor
schoolleiders 14 61 25
Noot: * % weinig en % enigszins samengenomen
Uit Tabel 9.3 blijkt dat schoolleiders in Nederland de meeste tijd besteden aan activiteiten die passen binnen het rationele doel model: het ontwikkelen en promoten van het curriculum en de onderwijskundige doelen van de school en het monitoren van de leervorderingen van de leerlingen om ervoor te zorgen dat deze doelen bereikt worden. Ook aan activiteiten die vallen binnen het human relations model, waarbij het ondersteunen van de leerkracht centraal staat, besteden schoolleiders veel tijd. Daarnaast geven relatief veel schoolleiders (17%) aan geen tijd te besteden aan het bezoeken van andere scholen of onderwijscongressen om nieuwe ideeën op te doen.
Zelfevaluatie
In Tabel 9.4 staat een overzicht van de gegevens die scholen gebruiken voor de evaluatie van de instructiepraktijk.
Tabel 9.4
Wijze van evaluatie instructiepraktijken docenten (n=222)
Stellingen % Schoolleiders
Lesobservaties door de directie of senior–leerkrachten 93
Observaties door onderwijsinspecteurs of andere
functionarissen van buiten de school 70
Leerresultaten van de leerlingen 96
Beoordelingen door collega-leerkrachten 35
De meeste scholen gebruiken meerdere informatiebronnen voor de evaluatie van hun onderwijs. De leerresultaten van de leerlingen en lesobservaties worden door vrijwel alle scholen ingezet. Aan de scholen die deelnamen aan TIMSS is ook gevraagd in hoeverre zij het leerlingvolgsysteem hiervoor gebruiken. Dit blijkt door vrijwel alle TIMSS-scholen gedaan te worden.
Ouderbetrokkenheid
In de PIRLS- en TIMSS-schoolvragenlijst zijn er drie vormen van ouderbetrokkenheid aan de schoolleider voorgelegd: contact met ouders over individuele leerlingen, deelname van ouders aan schoolactiviteiten en activiteiten gericht op het voorlichten en informeren van ouders (zie Tabel 9.5).
Tabel 9.5
Ouderbetrokkenheid volgens de schoolleider, in percentages (n=222)
% Schoolleiders
Contact met ouders over individuele leerlingen nooit 1 keer per jaar 2 à 3 keer per jaar keer per jaar meer dan 3
Het informeren van ouders over de leervorderingen
van hun kind 0 1 78 22
Het informeren van ouders over het gedrag en welzijn
van hun kind op school 0 3 73 24
Het bespreken van de zorgen en wensen van ouders
ten aanzien van het leren van hun kind 1 2 57 41
Het bieden van ondersteuning aan individuele ouders
als zij thuis hun kind helpen bij schoolwerk 11 17 36 36
Verwachtingen omtrent de inzet van ouders
Vrijwilliger zijn ter ondersteuning van onderwijstaken
of bij schoolprojecten en -reisjes 2 21 38 39
Lid zijn van schoolcommissies (bijv. ouderraad) 9 42 20 29
Informeren ouders door de school
Het informeren van ouders over de algehele
onderwijsprestaties van de school (bijv. gemiddelde
CITO-scores, Inspectierapporten) 3 56 36 6
Het informeren van ouders over andersoortige
schoolprestaties en -ontwikkelingen (bijv. resultaten
van sportwedstrijden, verbeteringen in de school) 6 24 36 35
Het informeren van ouders over de onderwijskundige
doelen en pedagogische visie van de school 3 68 19 10
Het informeren van ouders over de regels en
richtlijnen van de school 0 59 27 14
Het bespreken van de zorgen en wensen van ouders ten aanzien van de schoolorganisatie (bijv. regels en
richtlijnen van de school, roosters, veiligheid) 4 47 33 16
Het aan ouders beschikbaar stellen van extra
leermaterialen (bijv. boeken, software) die het kind
thuis kan gebruiken 12 36 30 22
Het voor ouders organiseren van
informatiebijeenkomsten of workshops over
didactische of opvoedkundige onderwerpen 24 57 16 3
In de meeste Nederlandse scholen ligt de nadruk op het bespreken van leervorderingen en het welzijn van een leerling. Hoewel een meerderheid van de scholen de ouders ook begeleidt bij de ondersteuning van hun kind in de thuissituatie, besteedt 28% van de scholen hier niet of slechts één keer per jaar aandacht aan.
Verder vraagt meer dan de helft van de scholen regelmatig ouders om te helpen bij het ondersteunen van schoolactiviteiten en blijkt dat de grote meerderheid van de scholen ook andere voorlichtings-/informerende activiteiten onderneemt ten behoeve van de ouders.