• No results found

Schonere luchtvaart

In document K I E Z E N V O O R WAT É C H T T E LT (pagina 120-123)

Groei van de luchtvaart is geen vanzelfsprekendheid. De overheid moet actief sturen op de omvang van deze meest milieubelastende vorm van transport. De CO2-emissies en de hinder van de luchtvaart moeten naar beneden. De coronacrisis heeft laten zien dat minder vliegen kan. Een mid-week dicht bij huis is echt veel minder milieubelastend dan een korte stedentrip met het vliegtuig. Na de coronacrisis kan worden ingezet op een gecontroleerd herstel van de luchtvaarsector, maar ruim binnen de kwaliteitsgrenzen rond hinder en milieubelasting. De tijd van ongebreidelde groei is definitief voorbij. Het uitgangspunt wordt: zo mogelijk niet reizen, waar dat kan anders reizen (trein) en alleen vliegen als het echt moet.

Negatieve externe effecten als overlast en milieuschade moeten in de prijs van vliegtickets worden verdisconteerd. In Europees en internationaal verband maken we meer ambitieuze afspraken over een CO2-prijs voor de luchtvaart, invoering van een kerosineaccijns en btw op vliegtickets. De vliegbelasting wordt enerzijds meer gebaseerd op de daadwerkelijke CO2-belasting, anderzijds komt er een significante opslag voor vluchten tot 1250 km om duurzamer vervoer per trein te stimuleren.

Wat betreft bereikbaarheid en betaalbaarheid moet het reizen per trein naar Europese hoofdsteden concurrerend worden met het vliegtuig.

Door het grote aandeel van de kerosinekosten in de totale kosten van vliegen, is er al een stevige stimulans voor energiebesparing in de luchtvaart. De stimulans voor vergroening is er nog onvoldoende: de Europese plannen voor CO2-beprijzing van de luchtvaart geven voorlopig onvoldoende prijsprikkels. De geplande bijmengverplichting van bio- en synthetische kerosine wordt per 2023 nationaal ingevoerd als dit Europees niet lukt, om daarmee de productie aan te jagen en bij te dragen aan de vergroening van de luchtvaart.

De ruimte voor nachtvluchten op Schiphol wordt beperkt. Regionale luchthavens gaan ’s nachts dicht. We stimuleren de komst van nachttreinen zodat de trein ook voor langere reisafstanden aantrekkelijk wordt.

Er gaat definitief een streep door de opening van het nieuwe Lelystad Airport. Het openen van een extra luchthaven voor vakantievluchten past niet bij de noodzaak om minder te vliegen. Eerdere publieke en private investeringen worden gecompenseerd. Er komt een gericht programma om de sociaaleconomische positie van Flevoland en de gemeente Lelystad te verbeteren en een ruimhartige compensatie die tenminste dezelfde economische waarde en hetzelfde arbeidsmarktpotentieel

vertegenwoordigt, bijvoorbeeld gericht op betere toegankelijkheid zorg, innovatieve landbouw, spooraftakking Lelylijn naar de haven van Lelystad voor goederenvervoer naar Duitsland, aanleg spoorwegemplacement en de bouw van tenminste 10.000 woningen.

Burgers krijgen de gelegenheid om besluiten op luchtvaartgebied aan te vechten bij de bestuursrechter, vergelijkbaar met het beroep tegen een bestemmingsplan. De bestuursrechter moet deze besluiten en de onderliggende stukken (waaronder milieueffectrapportages) volledig kunnen toetsen.

Technologische ontwikkelingen in de luchtvaart, zoals elektrisch vliegen en synthetische kerosine, worden gestimuleerd. De milieu- en overlastbesparingen van dergelijke onzekere, toekomstige ontwikkelingen mogen niet nu al ingeboekt worden om groei van het vliegverkeer mogelijk te maken.

De coronacrisis heeft laten zien dat de wereld met minder vliegen toe kan. Daarom pleiten we voor het op Europees niveau reduceren van het aantal vliegslots en meer nationale soevereiniteit in het toewijzen ervan. Zo kan op nationaal niveau worden besloten hoe vaak welk vliegverkeer naar welke landen wordt toegestaan.

De ChristenUnie is tegen een luchthaven op zee . Een dergelijke luchthaven gaat ten koste van de visserij, scheepvaart en windmolens en neemt de overlast niet weg. De tientallen miljarden die een dergelijke investering vraagt, kunnen beter worden geïnvesteerd in duurzame mobiliteit.

4.4 Naar een kringlooplandbouw

Boeren, tuinders en vissers leveren producten die we dagelijks op ons bord vinden. Vaak zijn het familiebedrijven die, met inzet van veel tijd en veelal tegen te lage prijzen, ons van voedsel voorzien en voor onze omgeving zorgen. Ze dragen bij aan ons prachtige Nederlandse landschap en geven als rentmeesters invulling aan Gods opdracht om de schepping te bewerken en te bewaren. De agrarische sector is een sector op trots op te zijn. En dat zijn wij ook. Tegelijkertijd stellen we vast dat door het landbouwbeleid van de afgelopen decennia het evenwicht tussen intensieve agrarische productie en de draagkracht van de bodem en de natuur ernstig is verstoord. Een teveel aan kunstmest en grotendeels geïmporteerd veevoer resulteert in een niet-grondgebonden landbouw en veehouderij, die in veel regio’s op gespannen voet is komen te staan met het behoud van

biodiversiteit en een gezonde bodemkwaliteit. De ChristenUnie vindt dat dit structureel anders moet. We streven naar een meer extensieve landbouwsector, met een kleinere veestapel en minder veevoer van ver. We willen een kringloop van voedingsstoffen en mineralen die op lokaal en regionaal niveau in balans is en niet resulteert in structurele overbemesting van landbouwgrond en depositie van de voedingsstoffen in de natuur. We willen werken aan een sector die duurzaam verbonden is met het landschap en de natuur en oog heeft voor dierenwelzijn. We streven naar een voedingspatroon met meer plantaardige en minder dierlijke eiwitten. We willen dat consumenten zich bewust zijn van wat ze eten, wie dit heeft geproduceerd en op basis daarvan keuzes te maken.

De ChristenUnie beseft daarbij dat deze verandering moet plaatsvinden binnen wet- en regelgeving die grotendeels op Europees niveau wordt bepaald en die volgt op een landbouwbeleid dat decennialang was gericht op schaalvergroting en een hogere ‘opbrengst’ per dier en per hectare. Beleid op basis waarvan grote investeringen zijn gedaan die zich in de sector nog niet altijd hebben terugverdiend. Daarom moeten we voor deze verandering de tijd nemen. De omslag naar een kringlooplandbouw is alleen mogelijk als agrarische ondernemers duurzaam een goede boterham kunnen verdienen. Noodzakelijke randvoorwaarde is een eerlijke prijs voor de producten van het land en het delen van winst in de hele agrarische keten. Het heeft geen zin om de tegenstellingen, bijvoorbeeld tussen de Randstad en het landelijk gebied, uit te vergroten of door intimidatie het gelijk af te dwingen. In plaats daarvan willen we samen met de sector de stippen op de horizon bepalen en afspraken maken over het tijdpad en de stappen daar naartoe.

‘ Eigenlijk leven we in

een droom. Ik geloof

dat ten diepste mensen

dienstbaar willen zijn

aan elkaar en zorg

willen dragen voor

Gods schepping. Voor

ons betekent dat een

zorgboerderij met een

biologische insteek:

een eerlijke prijs en een

gezonde ecologie. De

winst investeren we weer

in de boerderij.’

IJsbrand Snoeij

In document K I E Z E N V O O R WAT É C H T T E LT (pagina 120-123)