• No results found

Investeren in noodhulp en ontwikkelingssamenwerking

In document K I E Z E N V O O R WAT É C H T T E LT (pagina 138-141)

Wereldwijd leven er veel mensen in extreme armoede. Ontwikkelingssamenwerking moet bijdragen aan meer gelijke kansen en perspectief, vooral voor mensen met een beperking, vrouwen, jongeren en etnische of religieuze minderheden. Het is belangrijk dat gemeenschappen weerbaar zijn tegen schokken, zoals natuurrampen, conflicten of pandemieën. Hiervoor moeten de basisvoorwaarden op orde zijn, zoals een sterke (democratische) rechtsstaat, goede voedselvoorziening, schoon drinkwater, medische zorg, een sociaal vangnet en voldoende en goed werk. De Nederlandse inzet houdt niet op bij voldoende investeren in een budget voor ontwikkelingssamenwerking, belangrijk is ook dat onze belastingregels en handelssystemen niet nadelig zijn voor de positie van ontwikkelingslanden.

Nederland geeft 0,7% van het bruto nationaal inkomen (BNI) uit aan ontwikkelingssamenwerking, in navolging van internationale afspraken. Dit percentage omvat geen uitgaven die bedoeld zijn voor het stimuleren van Nederlandse export en de opvang van asielzoekers

in Nederland. In Europees verband is de ChristenUnie alert op dat ontwikkelingsfondsen niet worden aangewend voor militaire uitgaven.

De ChristenUnie wil dat 50% van het ontwikkelingsbudget wordt besteed aan verbetering van de leefomstandigheden in landen met de meeste armoede en achterstanden, met speciale aandacht voor de meest gemarginaliseerde groepen, zoals mensen met een beperking. De ChristenUnie wil een duurzaam commitment van tien jaar voor deze landen.

Noodhulp wordt waar mogelijk gekoppeld aan duurzame wederopbouw. De ChristenUnie pleit daarom voor een langdurig commitment nadat de eerste nood is gelenigd, door het voortzetten van de structurele meerjarenfinanciering van de Dutch Relief Alliance (DRA).

Minstens een derde van het ontwikkelingsbudget wordt besteed via maatschappelijke organisaties, met de nadruk op het versterken van maatschappelijk middenveld in de ontwikkelingslanden. Om Nederlandse organisaties niet te afhankelijk te maken van de overheid en om het draagvlak in de Nederlandse maatschappij te versterken, geldt het uitgangspunt dat organisaties 50% particuliere, anders dan door een overheid verkregen, middelen inzetten.

n veel arme landen staat de ontwikkeling van de gezondheidszorg nog in de kinderschoenen en is de toegang tot de meer geavanceerde zorg alleen weggelegd voor hen die daar het geld voor hebben. De ChristenUnie wil meer investeringen in

gezondheidssystemen, bijvoorbeeld via de WHO of Global Finance Facility (GFF) en Global Vaccine Alliance (GAVI).

Nederland zet in op de verbetering van de gezondheidszorg, in het bijzonder voor vrouwen, jongeren en kinderen. Bij kennisoverdracht en voorlichting, preventie van ongewenste

zwangerschappen, seksueel overdraagbare aandoeningen en goede, toegankelijke moeder-kind zorg wordt rekening gehouden met de sociale, culturele en religieuze perspectieven en de context van de lokale gemeenschap.

Wereldwijd vindt er veel (seksueel) geweld tegen vrouwen en kinderen plaats. Nederland moet zich blijven inspannen om geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld tegen te gaan – in het bijzonder vrouwenbesnijdenis, kindhuwelijken en (online) seksuele uitbuiting. Nederland ondersteunt hiertoe maatschappelijke organisaties en initiatieven zoals ‘Girls not Brides’.

Veel jongeren groeien op zonder perspectief op een menswaardig bestaan en toekomst. Daarom blijft de ChristenUnie zich inzetten voor onderwijs en werkgelegenheid, met name voor meisjes, in die landen waar de toekomst voor jongeren onzeker is. Naast een hernieuwde focus op basisonderwijs zetten we in op verdere uitbreiding van het Skills & Jobs programma, met speciale aandacht voor praktijkonderwijs.

Kinderrechten worden versterkt door de bestrijding van kinderarbeid/ slavernij. Nederland investeert in child labour free zones en sociale vangnetten voor weeskinderen.

Lokaal ondernemerschap en werkgelegenheid worden versterkt door een omvorming van het Dutch Good Growth Fund: minder nadruk op export, meer nadruk op inclusieve en duurzame economische ontwikkeling (circulaire economie), ondersteuning van mkb-ondernemers en ondersteuning door maatschappelijke organisaties.

Er komt naast de diplomatieke opleiding van ambtenaren een speciaal opleidingstraject om specifieke expertise te verwerven op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Dit zorgt voor een evenwichtig personeelsbestand en expertise op de juiste dossiers. In de opleidingen moet aandacht zijn voor de rol van religie in de samenlevingen.

Defensie

Leven in vrijheid is een groot goed, maar geen vanzelfsprekendheid. Zeker niet in een turbulente,

globaliserende wereld waarin we worden geconfronteerd met nieuwe dreigingen en veranderende geopolitieke krachtsverhoudingen. De mannen en vrouwen van defensie staan klaar voor onze veiligheid en zijn bereid daarvoor hun leven te geven. Zij verdienen ons grote respect, en ook hun thuisfront. Dat respect moet zich mede vertalen in betere zorg voor militairen, een betere beloning, het tegengaan van uitstroom en goede geestelijke zorg. De Nederlandse krijgsmacht is door bezuinigingen én veelvuldige inzet in bondgenootschappelijk verband, op dit moment onvoldoende in staat zijn grondwettelijke taken naar behoren te vervullen: bescherming van het grondgebied en bevordering van de internationale rechtsorde. Om de krijgsmacht op orde te krijgen, zijn forse investeringen nodig. Tegelijkertijd dient de krijgsmacht zo te worden ingericht dat hij nieuwe en toekomstige dreigingen, zoals cyber- en hybride oorlogsvoering, het hoofd kan bieden. De ChristenUnie staat voor een krijgsmacht die Nederland in bondgenootschappelijk verband kan verdedigen en een bijdrage levert aan vrede en veiligheid elders. Kortom, een krijgsmacht die kan beschermen, stabiliseren en interveniëren. Tegen de achtergrond van de toenemende en complexe dreigingen, is samenwerking in NAVO- en EU-verband cruciaal voor onze veiligheid. Ook bij forse investeringen is de Nederlandse krijgsmacht zonder bondgenoten niet in staat zijn grondwettelijke taken uit te voeren. Gelet op de verschuivende geopolitieke verhoudingen en de heroriëntatie van de VS wordt het belang van militaire samenwerking in EU-verband steeds groter. Dat geldt des te meer vanwege de dreiging die uitgaat van de gordel van instabiliteit aan de zuidflank van Europa, het Midden-Oosten en Rusland. We staan dus open voor verdere Europese defensiesamenwerking, zowel binnen de EU, als bilateraal. Daarbij moet zoveel mogelijk synergie worden gezocht tussen de defensie-inspanningen in EU- en NAVO-verband.

De ChristenUnie wil dat de defensie-uitgaven de komende jaren toegroeien naar het Europese gemiddelde van 1,5% van het bruto binnenlands product (BBP). Om op termijn te voldoen aan de 2% norm van de NAVO wordt een meerjarenplan opgesteld.

De investering die de ChristenUnie doet in defensie komt ook ten goede aan de verbetering van het salarisgebouw van militairen.

Militairen en hun omgeving brengen persoonlijke offers. De samenleving heeft de plicht om te zorgen voor goede ondersteuning van militairen, hun thuisfront en veteranen. Dit komt tot uiting in een goed personeelsbeleid en goede veteranenzorg/ -beleid. De nazorg voor uitgezonden militairen valt niet onder het budget van Defensie, maar van VWS: de zorg voor hen gaat ons allen aan en is van groot belang.

De ChristenUnie spant zich in voor het behoud van goede geestelijke verzorging voor militairen, omdat zij belast zijn met het hanteren van dodelijke wapens en keuzes over gebruik van geweld. Geestelijke verzorging is niet alleen van belang vanuit het oogpunt van (na)zorg voor militairen, maar ook onderdeel van de ethische en morele vorming voor militairen.

De samenwerking in NAVO- en EU-verband wordt versterkt door gezamenlijke ontwikkeling en aanschaf van materieel en taakspecialisatie. Nederland zet in op schaarse en hoogtechnologische

capaciteiten, om op te kunnen treden tegen dreigingen vanuit het cyberdomein en hybride dreigingen. Taakspecialisatie mag niet ten koste gaan van het vermogen tot nationale bijstand, om op te treden bij crises, aanslagen en calamiteiten.

Cyberveiligheid is essentieel om Nederland te beschermen tegen diefstal van militaire technologie, spionage en het hacken van vitale infrastructuur (zoals waterkering) en

wapensystemen. Nederland is goed in cyberveiligheid. Om dit zo te houden, is een forse investering vereist in het Cyber Defensie Commando en in nauwe samenwerking met de private sector om de technologische ontwikkelingen op de voet te volgen.

Aan de inzet van de krijgsmacht ten behoeve van missies ligt een adequaat volkenrechtelijk mandaat ten grondslag. Voor de ChristenUnie is een kernvraag in de besluitvorming over deelname aan internationale missies hoe deze kan bijdragen aan vrede, veiligheid en herstel van de rechtsorde. De principes van de rechtvaardige oorlog moeten worden hooggehouden – ook bij mogelijk gebruik van autonome wapens.

Veiligheid wordt niet slechts bereikt met militaire middelen.

Internationale inzet van de krijgsmacht gebeurt binnen een doordachte geïntegreerde benadering, in nauwe samenwerking met Buitenlandse Zaken, Justitie en Ontwikkelingssamenwerking. Uitgangspunt is een lange termijn commitment met specifieke aandacht voor (weder)opbouw en conflictpreventie en civiel-militaire samenwerking.

De ChristenUnie is beducht voor commerciële belangen in het veiligheidsdomein. Er zijn steeds meer private actoren actief in het veiligheidsdomein, bijvoorbeeld bij de beveiliging van koopvaardijschepen. Wij vinden het belangrijk dat overheden aanspreekbaar blijven en het alleenrecht houden op de inzet van het geweldsinstrument.

De kracht van de Europese Unie ligt in civiele missies. Nederland moet deelname aan civiele EU-missies voor politie en justitie aantrekkelijker maken. Voor het uitvoeren van gezamenlijke militaire operaties moet het EU-militair hoofdkwartier verder worden versterkt, in nauwe samenhang met zijn civiele tegenhanger. Nederland draagt bij aan voldoende bemensing van zowel het civiele als militaire hoofdkwartier.

n Europees verband investeren in materiaal is kostenefficiënt en bevordert de interoperabiliteit. (Nationale) industriële defensiebelangen mogen niet leidend zijn in de prioritering van defensie-uitgaven. Het politiek toezicht op het Europees Defensiefonds moet worden verbeterd.

EU-militaire operaties en missies vragen een meer doelmatige en solidaire financiering. We steunen het voorstel voor een apart intergouvernementeel Europees budget voor gezamenlijke EU-militaire operaties en support voor missies van de VN en Afrikaanse Unie. Parlementaire controle op dit fonds moet worden gewaarborgd.

In document K I E Z E N V O O R WAT É C H T T E LT (pagina 138-141)