• No results found

Schalen interesse in wiskunde, Frans, techniek en Nederlands In de leerlingvragenlijst worden telkens twee items voor wiskunde, Frans, Techniek en Nederlands

statistische kenmerken van items en schalen

4.4 Schalen interesse in wiskunde, Frans, techniek en Nederlands In de leerlingvragenlijst worden telkens twee items voor wiskunde, Frans, Techniek en Nederlands

opgenomen om de interesse per vak te meten. Elke schaal bestaat dus uit 2 items. Alle items van deze schalen hebben niet extreme gemiddelden en een voldoende grote spreiding (tabellen 21, 22, 23 en 24). De schalen hebben allemaal geen extreem gemiddelde en volgen een normale verdeling. De Spearman-Brown coëfficiënten voor deze schalen zijn goed tot hoog (tabel 25), wat aangeeft dat de schalen voldoende betrouwbaar zijn. Er is sprake van een dalende trend in zowel de interesse in techniek als de interesse in Frans ten opzichte van mei 2014 (Dockx et al., 2015).

Tabel 21

Items interesse wiskunde

Vraag: “Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past.”

Nr. Item N M SD Rit

INTWIS_01 Ik vind wiskunde leuk. 6166 3,02 1,28 0,82

INTWIS_02 Ik vind wiskunde interessant. 6177 3,22 1,25 0,82

Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar

Tabel 22

Items interesse Frans

Vraag: “Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past.”

Nr. Item N M SD Rit

INTFRA_01 Ik vind Frans interessant. 6189 2,93 1,25 0,78

INTFRA_02 Ik vind Frans leuk. 6167 2,77 1,33 0,78

Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar

Tabel 23

Items interesse techniek

Vraag: “Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past.”

Nr. Item N M SD Rit

INTTECH_01 Ik vind het vak techniek interessant. 6043 2,94 1,33 0,78

INTTECH_02 Ik vind het vak techniek leuk. 6020 3,05 1,35 0,78

Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar

Tabel 24

Items interesse Nederlands

Vraag: “Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past.”

Nr. Item N M SD Rit

INTNED_01 Ik vind Nederlands interessant. 6162 2,99 1,10 0,76

INTNED_02 Ik vind Nederlands leuk. 6152 3,12 1,11 0,76

Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar

Tabel 25

Schalen interesse

Schaal N M SD Scheefheid Min. Max.

Spearman- Brown Coëfficiënt Interesse wiskunde 6193 3,12 1,21 -0,18 1 5 0,90 Interesse Frans 6194 2,85 1,22 0,09 1 5 0,88 Interesse techniek 6060 2,99 1,30 -0,05 1 5 0,94 Interesse Nederlands 6192 3,05 1,04 -0,16 1 5 0,86

4.5 Betrokkenheid

In de leerlingvragenlijst worden 4 schalen opgenomen om de betrokkenheid van leerlingen te meten. Zowel gedragsmatige betrokkenheid, gedragsmatige onbetrokkenheid, emotionele betrokkenheid als emotionele onbetrokkenheid worden opgenomen.

De eerste schaal om betrokkenheid te meten, is de schaal voor gedragsmatige betrokkenheid, bestaande uit 5 items. Alle items hebben een niet extreem gemiddelde en een eerder lage spreiding,

De schaal heeft een niet extreem gemiddelde en volgt een beperkte links-scheve verdeling. De betrouwbaarheid van de schaal is bovendien goed (tabel 27). Het weglaten van item BEHENG_01 zou leiden tot een verhoging van de Cronbachs alfa tot 0,86. Er is sprake van een dalende trend in de gedragsmatige betrokkenheid van leerlingen sinds september 2013 (M= 4,05) (Dockx et al., 2015).

Tabel 26

Items gedragsmatige betrokkenheid

Vraag: “Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past.”

Nr. Item N M SD Rit

BEHENG_01 Ik neem actief deel aan het klasgebeuren. 6146 3,72 0,92 0,41

BEHENG_02 Ik luister aandachtig in de klas. 6147 3,73 0,82 0,70

BEHENG_03 Ik werk zo hard als ik kan in de klas. 6170 3,41 1,02 0,68

BEHENG_04 Ik let op in de klas. 6174 3,84 0,88 0,73

BEHENG_05 Ik doe erg mijn best om het goed te doen op school. 6174 3,94 0,95 0,66

Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar

Tabel 27

Schaal gedragsmatige betrokkenheid

Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs

alfa Gedragsmatige

betrokkenheid 6193 3,73 0,71 -0,44 1 5 0,83

We meten ook de gedragsmatige onbetrokkenheid, een schaal bestaande uit 5 items. Twee van deze items hebben een laag gemiddelde, de andere items hebben een niet extreem gemiddelde. Op 1 item na hebben alle items een redelijke spreiding (tabel 28). De schaal heeft een niet extreem gemiddelde en volgt een rechts-scheve verdeling. De betrouwbaarheid van de schaal is voldoende hoog. Er is een stijgende trend in de gemiddelde gedragsmatige onbetrokkenheid sinds de afname van deze schaal in september 2013 (M=1,89) (Dockx et al., 2015).

Tabel 28

Items gedragsmatige onbetrokkenheid

Vraag: “Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past.”

Nr. Item N M SD Rit

BEHDIS_01 Ik doe maar net genoeg om mee te kunnen in de klas. 6166 2,03 1,05 0,43

BEHDIS_02 Wanneer ik in de klas ben, doe ik maar alsof ik werk. 6156 1,73 0,85 0,58

BEHDIS_03 Wanneer ik in de klas ben, dwalen mijn gedachten af. 6166 2,66 1,07 0,62

BEHDIS_04 Ik doe niet echt mijn best op school. 6184 1,89 1,03 0,51

BEHDIS_05 Wanneer ik in de klas ben, denk ik aan andere dingen. 6178 2,66 1,02 0,65

Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar

Tabel 29

Schaal gedragsmatige onbetrokkenheid

Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs

alfa Gedragsmatige

onbetrokkenheid 6192 2,20 0,73 0,63 1 5 0,78

De daaropvolgende schaal om betrokkenheid te meten, is de schaal voor emotionele betrokkenheid. Alle items van deze schaal hebben een niet extreem gemiddelde en een eerder lage spreiding, op 1 item na (tabel 30). De schaal heeft een normaal gemiddelde, een voldoende betrouwbaarheid en volgt een normale verdeling (tabel 31). De kenmerken van de schaal in deze vragenlijst zijn gelijkaardig aan die van de leerlingvragenlijst van mei 2014 (Dockx et al., 2015).

Tabel 30

Items emotionele betrokkenheid

Vraag: “Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past.”

Nr. Item N M SD Rit

EMENG_01 Wanneer we aan iets werken in de klas, ben ik

geïnteresseerd. 6158 3,41 0,81 0,55

EMENG_02 Ik vind het leuk om in de klas te zijn. 6167 3,46 1,06 0,64

EMENG_03 Wanneer ik in de klas ben, voel ik me goed. 6158 3,63 0,99 0,59

EMENG_04 Ik vind het fijn om nieuwe dingen te leren in de klas. 6165 3,50 0,95 0,55

Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar

Tabel 31

Schaal emotionele betrokkenheid

Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs

alfa Emotionele

betrokkenheid 6194 3,50 0,74 -0,37 1 5 0,78

Tot slot meten we ook de emotionele onbetrokkenheid. Van de 6 items van deze schaal heeft de helft een laag gemiddelde en een lage spreiding (tabel 32). Items V004_28 en V004_52 zijn hierbij problematisch gezien hun lage item-totaalcorrelatie. De andere 3 items hebben een niet extreem gemiddelde en een voldoende spreiding. Item EMENG_03 is echter problematisch omwille van zijn extreem lage item-totaalcorrelatie. De schaal heeft een normaal gemiddelde en volgt de normale verdeling. De betrouwbaarheid van de schaal is echter onvoldoende groot (tabel 33). Het verwijderen van EMENG_03 zou de Cronbachs alfa enigszins verhogen tot 0,65, maar ook dan blijft de schaal echter onvoldoende betrouwbaar. De problemen met deze schaal deden zich ook voor bij de leerlingvragenlijst van september 2013 en mei 2014 (Dockx et al., 2015).

Tabel 32

Items emotionele onbetrokkenheid

Vraag: “Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past.”

Nr. Item N M SD Rit

EMDIS_01 Wanneer we met iets nieuws beginnen in de klas, voel ik

mij zenuwachtig. 6155 1,77 0,97 0,36

EMDIS_02 Wanneer ik niet op een vraag kan antwoorden, voel ik

mij gefrustreerd. 6154 2,92 1,28 0,43

EMDIS_03 Wanneer ik een taak maak in de klas, verveel ik mij. 6168 2,71 1,03 0,11

EMDIS_04 Wanneer ik in de klas zit, voel ik me slecht. 6160 1,88 0,93 0,36

EMDIS_05 Wanneer ik in de klas ben, maak ik mij zorgen. 6157 1,81 0,93 0,47

EMDIS_06 Wanneer ik vastloop op een probleem, vind ik dit heel

vervelend. 6158 3,36 1,17 0,36

Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar

Tabel 33

Schaal emotionele onbetrokkenheid

Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs

alfa Emotionele

onbetrokkenheid 6191 2,41 0,62 0,38 1 5 0,61

4.6 Schoolwelbevinden

In de leerlingvragenlijst wordt ook een schaal opgenomen om schoolwelbevinden te meten. Deze schaal bestaat uit 9 items, waarvan 3 items hoge gemiddeldes hebben en de overige 6 items een niet extreem gemiddelde. Twee items hebben een kleine spreiding (tabel 34). De schaal heeft een niet extreem gemiddelde en volgt een links-scheve verdeling. De betrouwbaarheid van de schaal is goed (tabel 35). Het schoolwelbevinden van leerlingen kent een dalende trend sinds september 2013 (M=4,04) (Dockx et al., 2015).

Tabel 34

Items schoolwelbevinden

Vraag: “Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past.”

Nr. Item N M SD Rit

SWB_01 Meestal heb ik plezier in het werk voor school. 6172 2,66 0,99 0,46

SWB_02_R De meeste vakken op school vind ik vervelend. (-) 6157 3,28 1,09 0,56

SWB_03_R Als ik mag kiezen, zou ik liever naar een andere school

gaan. (-) 6151 4,12 1,22 0,65

SWB_04_R Ik heb geen zin om naar school te gaan. (-) 6149 3,16 1,18 0,59

SWB_05 Ik ben blij dat ik op deze school zit. 6191 4,02 1,04 0,75

SWB_06_R Ik krijg slecht les op deze school. (-) 6176 4,28 0,83 0,50

SWB_07 Ik vind het leuk op school. 6176 3,61 1,08 0,70

SWB_08 Als we naar een andere buurt zouden verhuizen, zou ik

liefst naar deze school blijven gaan. 6180 3,90 1,31 0,63

SWB_09 Ik vind dat we op deze school genoeg leuke dingen doen. 6154 3,12 1,19 0,54

Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar

Tabel 35

Schaal schoolwelbevinden

Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs

alfa

Schoolwelbevinden 6181 3,57 0,77 -0,60 1 5 0,86