• No results found

Het schaap Veronica haar staart

KIJK, zei het schaap Veronica, de krokusjes gaan open! Nu wordt het lente overal! Van tiere Liere Lie!

Ja, zeiden toen de dames Groen. Wij gaan een hoedje kopen, Wij gaan een voorjaarshoedje kopen, bij Maison de Bie. Wat wuft! zo riep de dominee, het stemt mij droef te moede! Maar koopt u dan in elk geval iets zedigs en iets zwarts... Toen gingen zij een winkel in met honderdduizend hoeden; Juffrouw, zeiden de dames Groen, wij willen ietsAPARTS! Wij willen graag een hoedje met een veer en met een wáále, het liefst een Toque! Zo'n chic model, bij onze ruiten rok! Vooruit maar! riep de dominee. En wie zal dat betalen? Het voorjaar jubelt in mijn hart... en u denkt aan een tok! O, kijk, zei 't schaap Veronica, wat snoezig, ik neem deze! zo'n hoed met blauwe bloemetjes van negen gulden tien. Nou... zeiden toen de dames Groen, zou dat verstandig wezen? Een schaapje met een hoed? dat hebben we nog nooit gezien... O, zei de winkeljuffrouw, dit is speciaal voor schapen! Goed, zeiden toen de dames Groen, dan alle drie zo'n hoed! Kom dominee. De dominee was zachtjes ingeslapen en mompelde nog in zijn slaap: ik keur het toch niet goed. Toen gingen zij de straat op met drie hoedjes uit Parijs! He, zei het schaap Veronica, en nu vanille-ijs.

ATTENTIE! 't Schaap Veronica hoopt voor u op te treden! 't Beroemde schaap Veronica danst in de Grote Zaal! Zo stond het er... En honderd auto's kwamen voorgereden... De dames Groen waren er ook, gewikkeld in een sjaal. De dominee zat aan de vleugel, om te begeleiden. Hij zette zacht en dromerig een melodietje in...

Het schaap begon te trippelen. En alle mensen schreiden... Het was ontzettend feeëriek: Een walsje van Sjoo-pin. Ja, ja, zeiden de dames Groen, dit heet: Valse brillante... Wat danst zij toch verrukkelijk, en als een veer zo licht... Waarom zijn die briljanten vals? zo vroeg een oude tante. 't Is mooi, maar 't blijft per slot een schaap, zo zei een lieve nicht. He, wat? schreeuwden de dames Groen. Was u dan thuis gebleven! Dat is het toppunt! 't Blijft een schaap! Dat is gewoon de kif! Sssst! bulderde de dominee. En nu komt nummer zeven: Het schaap zal voor u dansen nu: De Branding op het Rif. Het was een hele woeste dans, met hele hoge sprongen... Een daverend applaus. Toen was het pauze in de zaal. En alle mensen zeiden, toen ze op de gangen drongen: De ‘Branding op het Middenrif’ was 't mooist van allemaal. Zo ziet u, zei de dominee, dit is een groot succes!

Nietwaar? zeiden de dames Groen, een echte danseres.

NEE, zei de dominee beslist, de speeltuin ben ik tegen! Ik wil wel naar de Keukenhof, ik wil wel naar de zee, ik wil wel naar de theetent, en ik wil me laten wegen, maar naar de speeltuin wil ik niet. Hier zeg ik glashard: Nee! Kom, zei het schaap Veronica, u hoeft toch niet te wippen! U gaat maar lekker zitten en u drinkt een glaasje bier. Welja, zeiden de dames Groen, u kijkt 's naar de kippen, ga heus maar met ons mee, de bus vertrekt om kwart voor vier. Het schaap ging op de schommel en de dames gingen wippen. Kijk, riep het schaap Veronica, o kijk, hoe hoog het gaat! De dominee keek voor zich uit met toegeknepen lippen. Ik wip niet. Uit principe wip ik nimmer! zei hij kwaad. Een keertje maar! begon het schaap Veronica te vleien Een enkel keertje van de glijbaan roetsjen, dominee! Nou goed dan, sprak de dominee. Ik zal één keertje glijen. Hij klauterde het trapje op en roetste naar benee.

Toen hij beneden aankwam, klom hij daadlijk weer naar boven. Vierhonderd vierendertig keren gleed hij naar omlaag.

Wel, wel, zeiden de dames Groen, 't is niet om te geloven! Verschrikkelijk, verschrikkelijk! Hij houdt niet op vandaag! Kom, riep het schaap Veronica, ach dominee,NIET MEER!! Wat jammer, zei de dominee. Maar... morgen gaan we weer.

HE, zei het schaap Veronica, wat heerlijk om te reizen! Nou zijn we in Parijs! En krijg ik ook een glaasje wijn? En wat een hoge huizen hier, 't zijn allemaal paleizen! Jaja, zeiden de dames Groen, maar schóón zal 't er niet zijn. O, zei het schaap Veronica, daar is de Eiffeltoren,

en iedereen praat Frans! En kijk, fonteintjes in 't plantsoen! En wat een mooie dames hier, met bellen in hun oren! Ze deugen geen van allen, zeiden toen de dames Groen. Och, zei de dominee bedeesd, ik ken ze niet persoonlijk, nietwaar? Men kan niet alle dames kennen in Parijs.

Wilt u een glaasje van dit spul? Dat drinkt men hier gewoonlijk, O nee, zeiden de dames Groen, dat spul smaakt naar anijs. Het is een heel gek land, ze eten hier gekookte slakken! En nooit kaneelbeschuitjes, en ze drinken hier geen thee... We kunnen toch zó naar een blommig aardappeltje snakken, wat is een aardappel in 't Frans, weet u dat, dominee? Jazeker, zei de dominee, zal ik ze soms bestellen? Aannemen, Jean, vier pomdeter, avec un peu de zjuu! Zeg, zei het schaap Veronica, zal ik 's wat vertellen... Ik ga een sigaretje roken, dames Groen, en u?

Foei, juffrouw schaap Veronica, zeiden de dames Groen, Al zijn we in het buitenland,WIJhouden ons fatsoen!

WATis dat? riep de dominee, wat zal ik nou beleven?

Wat komt daar voor een monster aan? Mij dunkt, het is een spook O, lieve, lieve dames Groen, o kijk nou toch 's even:

dat spook heeft zwarte krulletjes en praten kan het ook! 't Is ik! zei 't schaap Veronica en huilde zwarte tranen. O, jammerden de dames Groen, kijk toch, uw goeie goed! U brengt ons alweer helemaal van onze tramentanen! O, juffrouw schaap Veronica, u bent zo zwart als roet! Wat hebt u toch gedaan? Waar hebt u nou weer in gezeten? Ach, huilde 't schaap Veronica, ik zag... ik dacht... ik wou... er stond een vat met teer op straat, toen wou ik zo graag weten of iemand daar ook in kon vallen. En dat weet ik nou.

Dat gaat er nooit meer af, zeiden de dames Groen gepijnigd. Ik zal de stomerij opbellen! riep de dominee.

Hallo! Wij hebben hier een schaap, dat moet chemisch gereinigd! Vanmiddag klaar? Da's goed, juffrouw. Wij brengen haar wel mee. En 's middags kwam het schaap terug, weer helemaal in orde. Er zat een keurig strookje met een nummer aan haar staart. Wel wel, zeiden de dames Groen, wat is ze wit geworden! 't Kost zeven gulden vijftig, maar het ís de moeite waard! Ze kreeg een beker chocola, een grote beker vol.

Pas op hoor! zei de dominee, en mors niet op je wol!

KIJK, zei het schaap Veronica, de alpenroosjes bloeien... en kijk, de zon gaat onder in de bergen, rozerood... dat hoort erbij in Zwitserland, dat heet: het alpengloeien! We zijn zo heerlijk hoog, en als we vallen zijn we dood. Zo is het, zei de dominee. Daar staan we, op de Alpen, we durven niet terug, en niemand weet, waar of we zijn. We roepen nu al uren:HALP! Maar niemand komt ons Halpen! Wij zijn verloren, dames Groen! Wij storten in 't ravijn! O, o, huilden de dames Groen, en blijven we daar leggen? Jazeker, zei de dominee, wel anderhalve eeuw!

En als ze ons toevallig vinden, zullen ze wel zeggen: Kijk daar eens wat een keurige geraamtes in de sneeuw! Niks hoor, zei 't schaap Veronica, het zal ons heus wel lukken! We laten ons maar zakken, met z'n vieren op een rij.

Ik moet alleen nog eventjes een edelweissje plukken. Daar gaan we, aan het touw! Kom lieve dames, volgt u mij? Zo lieten ze zich zakken, en het touw begon te kraken... ze vielen in een weitje, boven op een kippenhok. He, he, zeiden de dames Groen, we zijn in Interlaken... maar heus de transpiratie staat in onze interlok. Toen zaten zij tot 's avonds laat te jodelen in 't hotel en dronken melk uit kommetjes, van 't koetje met de bel.

KOMAAN, zeiden de dames Groen, de was moet opgevouwen. We moeten naar de zolder om te mangelen, enzovoort... O jakkes, zei de dominee, dat heb je met die vrouwen, ik zat zo fijn teDENKEN, en nu word ik weer gestoord. Ze gingen met z'n allen langs de zoldertrap naar boven. Daar hing de grote was te drogen, netjes aan de lijn. Ziezo, riepen de dames Groen, nu moet u ons beloven om netjes te gaan mangelen. En niet humeurig zijn. Kijk, zei het schaap Veronica, wat heerlijk, al die rommel! Zijn dat uw oude minnebrieven, lieve dames Groen? Die brieven met een lint erom, hier in die blauwe trommel? Niet doen, smeekten de dames Groen, o asjeblieft niet doen... Kijk toch, zei 't schaap Veronica, een oude hoed, wat prachtig! En 's avonds als het donker is, dan loopt er hier een spook. Schei uit, zeiden de dames Groen, u maakt ons zenuwachtig! Ja, zei het schaap Veronica, en muizen zijn hier ook.

Au! deksels, riep de dominee. Mijn vinger zit ertussen Dat heb je met zo'n mangel. Help, nu zit mijn vinger vast. Het duurde tien minuten om de dominee te sussen. Ziezo, zeiden de dames Groen. De was kan in de kast. Nu gaan we weer gezellig met z'n allen naar benee. We hebben ook voor deze keer, tompoezen bij de thee.

HELP, riep het schaap Veronica, er is iets niet in orde! Ik hoor iets aan de buitendeur. Wie zou dat kunnen zijn? Kom, wakker worden, dominee. Kom dames, wakker worden! He wat? geeuwde de dominee... Ik droomde net zo fijn... O wee, schreiden de dames Groen, en kwamen uit hun kamer, 't zijn dieven aan de buitendeur, nu horen wij het ook. Kom, juffrouw schaap Veronica, neemt u die grote hamer en dominee de kolenkit, dan nemen wij de pook.

Heel zachtjes op hun tenen zijn ze naar benee geslopen... ze waren heel erg bang... en zagen allemaal spierwit. De dominee deed met een ruk ineens de voordeur open! Daar dief! zo riep hij bulderend en zwaaide met de kit. De dief begon te jammeren en klagelijk te schreien. Kijk, zei 't schaap Veronica, 't is onze Ome Daan. 't Is onze eigen Ome Daan, daar ligt ie, op de keien... Och, och, zeiden de dames Groen, wat hebben wij gedáán? Kom binnen, zei de dominee, vergeef ons, lieve Ome! Nou... bromde Ome Daan... ik moet wel zeggen: Mooi is dit... Ik wou jullie verrassen en heel stiekem binnenkomen... en ik word op mijn hoofd geslagen met de kolenkit.

Sst... zeiden toen de dames Groen, 't had erger kunnen wezen... Nu gaan we eitjes eten, met een beetje majonneze...

ZEG, zei het schaap Veronica, het is al kwart voor zeven en ik ben jarig, dominee! Mag ik mijn bedje uit?

Nee, fluisterde de dominee... nee wacht nog maar heel even u mag uw bed uit komen, als ik op mijn vingers fluit... en even later... Fuuuu! de dominee floot op zijn vingers! toen is het schaap Veronica de kamer ingegaan.

De hele kamer was versierd met bloemetjes en slingers, de dames Groen die stonden met hun mooiste jurken aan. En kijk, er lagen pakjes op een groengeruite deken... Eerst even stilte... fluisterden de dames alle twee: de dominee zal nu Een Enkel Woordje tot u spreken. Beminde schaap Veronica, zo sprak de dominee,

mijn zwaar beminde schaap, er zijn zo van die ogenblikken

waarop ons hart wordt saamgeprangd door vreugd en niet door leed... toen kon de dominee niet verder... hij begon te snikken

en droogde zijn gezicht af aan het kanten tafelkleed. Nu kwamen de kadootjes: twee met bont gevoerde laarsjes... een sprookjesboek, een ganzenbord en schaatsen en een sjaal... en op de tafel stond een grote taart met zeven kaarsjes! O, zei het schaap Veronica, wat prachtig allemaal! Ziezo, zeiden de dames Groen, van hiep hiep hiep hoera! lang zal ons schaapje leven in de gli gla gloria!

WEL, wel, zo sprak de dominee, dit is een Technisch Wonder, zo'n televisietoestel, echt een Wonder, dames Groen! Wanneer je dit één keer gezien hebt, kun je niet meer zonder. Ik zie heel duidelijk een man. Wat gaat die man nu doen? O, zei het schaap Veronica, hij gaat een lezing houen, een lezing over suikerbieten! Heel erg interessant!

O juist, zeiden de dames Groen... eh... hoe ze die verbouwen. Hij laat de suikerbieten zien. Hij heeft ze in z'n hand! Wat prachtig, zei de dominee. Ik zit echt te genieten! Een biet in Hilversum, en toch, wij kunnen hem hier zien. Die man blijft wel lang praten, he? over die suikerbieten. Hij haalt er aldoor meer te voorschijn. Wel een stuk of tien! Elf! zei het schaap Veronica. Kijk maar, daar komt de elfde. Ja maar, zeiden de dames Groen, daar gaat het nou juist om: die suikerbieten, kijk, die zijn niet allemaal hetzelfde! De ene is wat rechter en de ander is meer krom.

Hou op! zo riep de dominee. Ik gooi dat ding naar buiten! Ik word hier stapelgek van! Helpt u 's een handje mee! He ja, zei 't schaap Veronica. Zo pats boem door de ruiten. Nee nee, zeiden de dames Groen, beheers u, dominee! Dan geven we het liever aan een arme man cadeau! En nu... een glaasje rum? Bij onze oude radio?

O, riep het schaap Veronica, mijn staartje is bevroren! Ik word alleen maar warm van voren, bij die open haard! Zo is het, sprak de dominee, ik ben ook warm van voren, en ijzig koud van achteren. Maar ja, ik heb geen staart... Vooruit, zeiden de dames Groen. We moeten iets verzinnen... Verstoppertje gaan doen, of zo, vooruit, wie doet ermee! Kom, allemaal in 't kringetje, wij gaan meteen beginnen: van Iene-Miene-Mutte-Knol u bent 'm, dominee. De dominee ging in de hoek staan en tot honderd tellen, toen draaide hij zich om en riep: Ik kom! kòhòhom!

Er was geen sterveling te zien. Hij ging door 't huis heen snellen, wat stil... zo sprak de dominee, wat is het stil alom...

Hij zocht 's in de keuken en hij ging 't fornuis verzetten, hij gluurde in het kolenhok, en kijk, wat zat daar nou? daar zat de ene dame Groen, zó tussen de briketten... de andere dame Groen zat in de ijskast, hemelsblauw. Nu enkel nog het schaap. Hij had al in de klok gekeken en in het bed. Maar nergens was het schaap Veronica... toen zag hij een wit staartje uit de paraplubak steken. Ik heb je! riep de dominee. Hoera! Hoera! Hoera! Ziezo, zeiden de dames Groen. Nu zijn we lekker warm. Nu gaan we koffie drinken. Op de sofa. Arm in arm.

KOM, zei het schaap Veronica, wij gaan ons laten wegen, wij gaan ons laten wegen in de apotheek, vooruit! Hi hi, zeiden de dames Groen, en giechelden verlegen, kom dominee, gaat u maar eerst, maar trek uw schoenen uit. De dominee ging eerst, hij deed zijn jas uit en z'n sokken en iedereen kwam kijken, toen hij op de weegschaal stond. Hoei! riepen toen de dames Groen, wat zijn we nou geschrokken! O dominee, o dominee, u weegt tweehonderd pond.

Ontzettend, zei de dominee. Dat komt van al die eitjes! Ik eet voortaan geen eitjes meer, en enkel nog maar gras! Nou wij, zeiden de dames Groen, wij gaan maar met z'n beidjes! Ze wogen samen honderdtachtig kilo, zonder jas.

Nou ik, zei 't schaap Veronica, ik wil 't ook wel 's weten... O kijk, ik ben ook aangekomen, lieve dames Groen. Ja, zeiden toen de dames Groen, dat komt van al dat eten, we zijn te dik. We moeten er gewoon iets aan gaan doen. We eten nooit kadetjes meer. En nooit meer chocolade en nooit meer suiker in de thee. Nu gaan we op dieet. Ja, zei de dominee bedroefd, en nooit meer karbonade en nooit meer jonge haantjes. O, wat is het leven wreed! Toen gingen ze naar huis toe, en ze dachten aan de lijn... ze aten rauwe bietensla met tranen en azijn.

ZIEZO, zeiden de dames Groen, nu mogen jullie komen, 't ontbijt staat klaar, en 't is ontzettend lekker met de Paas. We hebben van de melkboer tachtig eieren genomen, 't was alles wat hij bij zich had, meer had ie niet, helaas. Ach, zei het schaap Veronica, de eieren zijn groter, veel groter dan het vorig jaar. Wat zijn ze mooi gekleurd. En kijk nou toch 's, lammetjes! 't Zijn lammetjes van boter! Wat kijkt u treurig, dominee, wat is er toch gebeurd? Mmm... zei de dominee bedrukt, ik mag geen eitjes eten, geen boter en geen krentenbrood, geen suiker in me thee... we moeten immers mager worden, was u dat vergeten? Tja, ja, zuchtten de dames Groen, dat is zo, dominee... Kom, zei het schaap Veronica, ligt u nou niet te meieren... een keertje lekker eten... kom, dacht u dat dat iets gaf? Het is maar eenmaal Pasen hoor, kom dominee, eet eieren! En strakjes doen we krijgertje dan vallen we weer af... Bravo, dat mag ik horen, zei de dominee tevreden.

Wat bent u wijs, mejuffrouw schaap, veel wijzer nog dan wij. Komaan, ik zal beginnen met een dikke krentensnede. De dames Groen begonnen aan hun zeventiende ei. En nu ben ik de paashaas, zei de dominee koket. Hij zat de dames achterna en joeg ze op 't buffet.

HE, riep het schaap Veronica, wat kijkt u sip vanmorgen! Hoe komt het dat u allebei zo ongelukkig bent?

Tja, zuchtten toen de dames Groen, we zitten in de zorgen...