• No results found

Kom, zei het schaap Veronica

t' Is allemaal weer net als toen... dag dominee, dag dames Groen!

NOU, zei het schaap Veronica, de groeten uit Zaltbommel, en 't was toch zo gezellig in het huis van Ome Daan!

Ze hebben daar een speeltuin met een roetsjbaan en een schommel. U moet toch ook eens gauw een keertje naar Zaltbommel gaan. Wel, wel, zeiden de dames Groen, en hebt u goed gegeten? En kreeg u ied're dag een ei? Wat kreeg u bij de thee? Ja wacht 's, zei de dominee, nou wou ik wel eens weten, wat moet dat dier daar in die kooi? Wat moeten wij daarmee? O, zei het schaap Veronica, van Ome Daan gekregen! Dat is een nieuwe vriend van mij: Filoe, de papegaai,

hij kan zo prachtig praten, maar hij is nog wat verlegen. 'k Moet zeggen, zei de dominee, zijn vederbos is fraai, maar - papegaaien zeggen wel eens van die vreemde dingen, is deze wel fatsoenlijk in zijn eh... zijn woordenkeus? Kom, zeiden toen de dames Groen, in Ome Daan z'n kringen daar kunnen ze alleen maar nette woorden zeggen, heus! Ja, zei het schaap Veronica, hij is toch zo fatsoenlijk! Wij houden zoveel van elkaar, de papegaai en ik.

Ach, zeiden toen de dames Groen. Hij kijkt bepaald aandoenlijk. Toen deed Filoe zijn snavel open en zei heel hard: Stik.

Kom, zeiden toen de dames Groen, hier moeten wij eruit. We hebben thuis frambozenjam en koekjes en beschuit.

HE, zei het schaap Veronica, mag ik vandaag chaufferen? Alleen maar van de bloemenmarkt tot aan de Weesperstraat? Vooruit dan, zei de dominee, begint u maar te keren... De tram! gilden de dames Groen. Maar 't was helaas te laat.

Daar kwam lijn negen door de bocht, het schaap kon niet meer remmen! Daar had je 't al: Reng, beng, bang,BOEM! O wee, o wee, o wee! De dames Groen die hinnikten met klagelijke stemmen

en alle mensen in de stad bemoeiden zich ermee. Er kwamen drie agenten aan, die heel gewichtig deden. Waarom bent u door het stoplicht heen gereden, vroegen zij. Geen smoesjes alstublieft, u bént door 't stoplicht heen gereden, u bent in overtreding dame, dus u bent erbij!

Ja, bulderde de dominee, wij reden door het stoplicht, maar daar die heer op het trottoir, die met de paraplu,

zei tegen 't schaap Veronica zoëven: Hou je kop dicht,

dat neem ik niet. Zij heeft geen kop, maar net zo'n hoofd als u. Niks mee te maken, zei d' agent. Eh, waar bent u geboren? Wel, zei het schaap Veronica, geboren? In de wei.

En is uw naam Veronica? U zult er meer van horen. U ook! zo sprak de dominee. Wij laten 't er niet bij.

Nee, zeiden toen de dames Groen, wij zijn van goeden huize, wij zoeken 't hogerop! en wij gaan naar de Hoge Raad! O, zei het schaap Veronica, mijn beide oortjes suizen, de auto is kapot en wij staan hier maar zó op straat. Kom, zei de dominee geroerd, we laten hem hier staan, we gaan naar huis en trekken ons er lekker niets van aan.

ZEG, zei het schaap Veronica, hier is een telefoontje: Uw nicht belt op. Zij wil vanavond naar de opera, en of wij willen baby-sitten bij haar kleine zoontje? Wel, zeiden toen de dames Groen, ik zou maar zeggen: ja! Zo zaten zij die avond bij het wiegje met z'n vieren. Is hij niet doddig, dominee? zeiden de dames Groen. Heel doddig, zei de dominee. Wat ligt hij vreemd te mieren.. Wil hij een pepermunt misschien? Of moet hij soms iets doen Ach gunst, zeiden de dames Groen, te denken dat zo'n kleine soms hele vreemde dingen wil, tenminste volgens Fruit... Toen ging de baby brullen als een kudde wilde zwijnen! Kom, zei het schaap Veronica, we nemen hem eruít. Kie, kie, riepen de dames Groen, van belle, belle, belle! Waar is-ie dan? Waar is-ie dan? Toe-toe, waar is-ie dan? Hij is hier, zei de dominee, dát kan ik u vertellen.

Hij druipt een weinig. Moet hij soms een schone luier an?

Ze deden hem een luier aan, ze gingen gek staan springen, ze trokken lange neuzen en ze riepen: Toet, toet, toet... Vooruit, zei 't schaap Veronica, ik zal iets voor hem zingen. Ze zong van 't kleine lammetje, toen was het kindje zoet. En eind'lijk kwamen pa en moe weer uit de opera. Hij heeft geen kik gegeven, zei het schaap Veronica.

HALLO...! zei 't schaap Veronica, ja, vijf vijf drie zes zeven! U spreekt met 't schaap Veronica, ik zal het spellen, ja: De V van Viets, de E van Eend, de R van... wacht u even...? Hallo! De R van Erfenis, de O van Onica...

Wie is het? vroeg de dominee, ontzettend opgewonden. Hallo! zei 't schaap Veronica, 't is g'loof ik Ome Daan.

't Is Ome Daan. Hij zegt, hij heeft een heel groot bed gevonden! Wel, zeiden toen de dames Groen, wat hebben wij daaraan? Wat of wij daaraan hebben... zei het schaap weer in de hoorn. O, hebt u een pakket gezonden? O, voor 't Nieuwejaar?? Ik had het eerst verkeerd verstaan. Er is iets met mijn oren! Jawel, wij hebben Kerst gevierd. Daar zijn we nou mee klaar!

Wat zegt u, Ome Daan? Hallo! Wat zegt u? Hoe wij varen? Wij varen momenteel niet erg! We zitten aan de luns.

Nou wij! zeiden de dames Groen, en streken langs hun haren. Dag Ome Daan! Een postpakket? Wat lief van u! Ach guns...! Nou ik...! zo sprak de dominee. Halloooo!! Veel heil en... Drommel! 't Is zo maar afgebroken en het deed ineens ping ping...

Ja, zeiden toen de dames Groen, dat heb je, met Zaltbommel! Wij hadden ook nog willen vragen, hoe het met hem ging. Maar 't is bijzonder aardig, dat hij aan ons heeft gedacht! We krijgen eenPAKKET, zei 't schaap Veronica heel zacht...

HEUS, zei het schaap Veronica, ik heb het zelf gelezen: Die ster daar heet Saturnus. Daar! Een eindje van de maan. O ja? zeiden de dames Groen, dan zal het wel zo wezen. Nou, 't is een mooie ster hoor, en we zijn echt aangedaan. O kijk eens, zei de dominee, o dames Groen! Kometen! Alweer? zeiden de dames Groen, wij hebben nog geen trek... Kometen, sprak de dominee, dat hoort u wel te weten, dat zijn een soort van sterren. Au, ik krijg een stijve nek. Zeg, zei het schaap, en wonen er ook mensen op die sterren? en woont er op Saturnus ook een schaap Veronica?

en zijn er dames Groen daar, in een huisje met een serre? en eten daar de dames Groen ook chocolade-vla?

Neen, sprak de dominee beslist. Dat zal daar niet gebeuren. Wij zijn uniek. Wij zijn totaal uniek in het heelal.

En wat betekent dat, uniek? begon het schaap te zeuren... He, jammerden de dames Groen, wat praten jullie mal!

Stel dat daar op zo'n hete ster een dominee zou zitten! Of, dat er schapen zouden zijn! Kom, wat een gek idee. Wel schapewolkjes, kijk maar, van die hele mooie witte... In elk geval, ik ben ontroerd, zo sprak de dominee. O jee, zeiden de dames Groen, wat is het vreeslijk laat! We moeten gauw naar binnen voor ons glaasje advocaat.

ZEG! zei het schaap Veronica, de buren van beneden die staan te roepen op 't balkon. Ze roepen: Boevenpak! Daar zal je 't hebben, jammerden de dames Groen. Och heden, nou krijgen wij warempel nog de buren op ons dak!

Kalm, dames, sprak de dominee, en wees niet onbezonnen! Al noemen zij u boevenpak, hebt toch uw buren lief... Ja maar, zeiden de dames Groen, het is om u begonnen, omdat u altijd zingt in 't bad. Dat is hun grote grief! Wat Hamer! zei de dominee, en snelde het balkon op, Kom op! Hier is mijn blote vuist! zo riep hij naar benee. De buren tierden: boevenpak! Dat zingt van: Zoek de zon op! en onderwijlen lekt het maar op onze canapee!

Wij lekken nooit! begonnen toen de dames Groen te keffen. Die harde radio van u, dat is veel groter last!

Zeg, zei het schaap Veronica, zal ik die bloempot effe...? Nee, bulderde de dominee, en hield haar net nog vast. Bah, zeiden toen de dames Groen met resolute kinnen, wij gaan gewoon naar binnen. Stel je voor, bij ons een lek! Beláchelijk, zei de dominee, we gaan gewoon naar binnen. He, zei het schaap Veronica, van ruzie krijg je trek... Toen aten zij een boterham en waren heel tevree. En morgen zing ik weer in 't bad, zo sprak de dominee.

ZIEZO, zei 't schaap Veronica, en nou maar boeken kopen, dat kan maar eens per jaar, alleen maar in de Boekenweek! Wel, wel, zeiden de dames Groen, dan moeten we hard lopen, want anders zijn ze uitverkocht, we gaan maar naar Van Beek. Ze gingen naar de winkel van Van Beek, om uit te zoeken. Wat heerlijk! riep de dominee, met een tevreden zucht... Het schaap zat lekker op de grond, tussen de prentenboeken. De dames Groen die klommen op een ladder in de lucht. Meneer, zeiden de dames Groen, er moet een boekwerk wezen, dat heet Roman, en 't gaat over een dame en een heer.

De heer gaat dood aan 't eind, dat is zo droevig om te lezen... hebt u dat boek misschien voor ons? Of hebt u het niet meer? Ik weet niet... zei de winkelchef en keek een beetje schichtig... Bedoelt u dit misschien: De Liefde van een Hertogin!

Gaat daar een heer in dood? vroegen de dames voorzichtig. Jazeker, zei de winkelchef, daar sta ik zelf voor in.

Goed, zeiden toen de dames Groen, dan zijn wij klaar met zoeken. Kijk, zei het schaap Veronica, kijk, lammetjes in de trein!

Ik wil dit boek! En dit, en dit, en die twee sprookjesboeken! En ik, zo zei de dominee, een werkje van Calvijn.

Komaan, zeiden de dames Groen, nu gaan wij er vandoor. Ziezo, zei 't schaap Veronica, ik lees vanavond voor!

ZIEZO, zei 't schaap Veronica, ik wou alleen maar zeggen: we hebben nou een volkstuin, maar wat gaan we d'r in doen! Eerst schoffelen of wieden, of eerst ploegen of eerst eggen? Als u eens mest ging kruien... opperden de dames Groen. 'k Wil maaien, riep de dominee. Valt hier dan niets te maaien? Wat is dit voor een tuin, waar nog geen hooi staat in april? En ik, zei 't schaap Veronica, ik wil lavendel zaaien! Tut tut, zeiden de dames Groen, ik wil, ik wil, ik wil...

Dit wordt een tuin voor boontjes en voor kropsla en voor peulen, voor onze eigen knolletjes, voor onze eigen raap!

Niet eens een klein gazonnetje, om lekker op te speulen? Van tralala met roosjes en met lelies? vroeg het schaap. Ach ja, zeiden de dames Groen, heel innig en heel teder, u hebt gelijk, dat moet er zijn, en ook een nachtegaal! Juist! zei de dominee, en hier, hier planten wij een ceder! Een vijver... een Rustieke Bank... dat komt er allemaal!

Zal ik die ceder vast gaan halen? Ergens in de wouden? Nee wacht... zeiden de dames Groen, dat lijkt ons niet zo best. Die pereboom maar eerst... omdat wij zo van peren houden... Oei oei, zei 't schaap Veronica. 'k Ben doodop van die mest. En hier, zeiden de dames Groen, hier komt de lijsterbes, maar eerst een slokje warme thee uit onze thermosfles.

HA, zei het schaap Veronica, nu gaan we naar de bollen! Jazeker, zei de dominee, met opgewekte stem.

Stapt u maar in mijn wagentje, pas op, u mag niks mollen! Nee, juffrouw schaap Veronica! Uw voetjes van de rem! He, zeiden toen de dames Groen, wij zien al gele velden! Zo iets moet ook verheffend werken op de papegaai:

wie zulke mooie kleuren ziet, kan nooit meer lelijk schelden... o, dominee, pas op de bocht! Oehoe... pas op de draai!!! Zij reden naar de Keukenhof, om dat eens mee te maken, ze stonden stil te ruiken en ze vonden het een droom!

Kom, zeiden toen de dames Groen, een broodje zal wel smaken, kom dominee, zet nu de wagen onder deze boom!

Een picnic pal in de natuur! Wat is dat overheerlijk! O, zei het schaap Veronica, u hebt mijn zonnebril! 't Is nietes, zei de dominee, het is de mijne. Eerlijk! Bekhouden! zei de papegaai, en iedereen was stil. Toen maakten zij de auto mooi met grote bloemenkransen en zetten nieuwe naalden op de oude grammofoon. Kom, zei het schaap Veronica, wij gaan de polka dansen: Van hupsasa en hoepsasa, wat is het leven schoon...

Toen werd de boel weer ingepakt, 't was tijd voor het vertrek. De papegaai kreeg ook een héél klein kransje om zijn nek.

Ojee, zeiden de dames Groen en zochten in hun tasje, waar zou nou toch die sleutel zijn, die van de buitendeur? Gauw, zei het schaap Veronica, ik moet zo erg een... Zwijg! zeiden toen de dames Groen en kregen al een kleur. Geen sleutel? zei de dominee, dan klim ik wel naar binnen, dan klim ik langs de regenpijp en ginder door dat raam... O, jammerden de dames Groen, de wingerd zit vol spinnen, en denk toch om uw streepjesbroek en om uw goede naam... Hup-twee, daar had de dominee zich al omhoog geslingerd. Kijk toch, zeiden de dames Groen, nét Tarzan, en zo vlug! Wel, zei het schaap Veronica, nu zit hij in de wingerd, hij kan niet meer naar boven en hij kan niet meer terug. De dames Groen begonnen al de rijweg op te snellen; ze zochten een agent maar ach, er was er geen in zicht. Zeg, zei het schaap Veronica, zal ik de krant opbellen: dat Dominee in Wingerd zit, dat is een mooi bericht. Maar kijk, daar kwam de jeep van de politie aangereden en daar kwam ook de brandweer met een ladder en een truck; ze takelden de dominee voorzichtig naar beneden.

He he, zeiden de dames Groen, en huilden van geluk. Toen vonden ze de sleutel op dat ogenblik terug... Kom, zei het schaap Veronica, en nu naar binnen, vlug!

ZEG, zei het schaap Veronica, zijn hiero nou makrelen? Nee, zei de dominee beslist, niet hiero in het Gein.

Och, zeiden toen de dames Groen, wat kan het ons ook schelen. De pan staat klaar. 't Is altijd goed. Als het maar vissen zijn. Nee, snoeken, sprak de dominee, ik vang hier meestal snoeken, ik heb hier eens een snoek gevangen, o, die was enorm! Maar kijk, de wormen deugen niet. We moeten wormen zoeken. Ja, ja, zei 't schaap Veronica. Het ligt weer aan de worm. Kijk nou 's! riep de dominee, m'n simmetje gaat zakken!

'k Heb beet! 'k Heb waarlijk beet, hoera! Daar is-ie dan, hup twee! Nou, zei het schaap Veronica, u hébt een vis te pakken...

maar om te zeggen, tjonge jonge wat een kanjer... Nee! Als knaap... zo sprak de dominee, heb ik een snoek gevangen... - van knaap gesproken, zeiden toen de dames Groen bedeesd, wij zullen eerst uw jasje netjes op een knaapje hangen

-Die snoek, zo sprak de dominee, die snoek, dat was zooooóó'n beest!

Ga nou, zei 't schaap Veronica, wat kan u lelijk jokken! Zwijg! bulderde de dominee. 't Is waar wat ik u zeg!

Sssst, fluisterden de dames Groen, de vissen zijn geschrokken, daar heb je 't al, daar heb je 't al, nou zijn de vissen weg! 't Is hopeloos, we vangen niets en 't is al twalef uur... Maar kijk eens, wat we bij ons hebben? Paling in het zuur!

Oja! zeiden de dames Groen, wij moeten naar neef Peter, die heeft vandaag receptie, want hij trouwt met nicht Christien. Zij is wel aardig, hoor! Maar hij... 't is net een miereneter, wat zou die nicht Christien toch in zo'n miereneter zien! Nou, zei het schaap Veronica, wij zullen het haar vragen! Nee, gilden toen de dames Groen, niets aan haar vragen! Nee! Komaan, zo sprak de dominee, wij gaan maar met de wagen; ik geef vier eierlepeltjes, dat is voor ieder twee.

Daar stonden dan de bloemstukken en nichten, en daartussen daar stond het bruidspaar, zij in 't wit, en hij met anjelier. De dames Groen die gaven toen het zelfgehaakte kussen. Geluk, hoor! zei de dominee. Ziedaar! Het zijn er vier. Eh... dank u, zei de bruidegom verlegen en hij kuchte. Nou, zei het schaap Veronica, u valt me toch wel mee. Ik had 't me anders voorgesteld uit allerlei geruchten. Eet u nog wel eens mieren in de laatste tijd? O, nee?

Zij maakt een grapje! zeiden toen de dames Groen. De bengel! Geef nu 't cadeau, Veronica! Het boolstel van kristal!

Toen kregen ze een glaasje bessen en een zoute stengel, een lieve oude tante zong van tralderalderal.

Kom, zeiden toen de dames Groen, nu wordt het ons te druk... Tot ziens dan, zei de dominee, en nogmaals: Veel Geluk!

HA! riep het schaap Veronica, verrukkelijk, verrukkelijk! Ik mag ook naar de luussie fer, ik heb het al gehoord. Het heet niet ‘luussie fer’, zo sprak de dominee nadrukkelijk, zo'n feest dat heet een ‘fancy fair’, het is een Engels woord. Ja, zeiden toen de dames Groen, we gaan een fiets verloten. 't Is voor de arme schaapjes, want die zijn er nog zo'n boel. 't Is voor de arme ongegrepen schaapjes uit de goten... en 't zal wel erg gezellig zijn. 't Is voor een edel doel. Het was in 't Nut van 't Algemeen. Met ijs en limonade. De dames Groen die zaten ieder bij een ballentent,

het schaap stond bij een knikker-fles. En iedereen mocht raden hoeveel erin zat. Eenmaal raden kostte twintig cent.

De dominee stond vrolijk bij de grabbelton te springen. Wie wil er even grabbelen? zo riep hij blijgemoed.