• No results found

Samenvattingen uitspraken

In document J A A R V E R S L A G 2 0 1 8 (pagina 12-23)

107833/107861/107922 - uitspraak 4 januari 2018

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel gegrond vanwege een vormfout. Beroep tegen tweede en derde schorsing ongegrond omdat daarvoor voldoende redenen waren.

Sector: Primair onderwijs Situatie

De directeur van een basisschool is met onmiddellijke ingang geschorst vanwege verdenking van fraude met een oefentoets. De werkgever wilde nader onderzoek doen. Omdat het onderzoek nog niet was afgerond, is de schorsing verlengd. Na afronding van het onderzoek wilde de werkgever zich beraden over de beëindiging van het dienstverband van de directeur.

Daarom heeft hij hem voor de derde keer geschorst.

Uitspraak van de Commissie

Het beroep tegen de eerste schorsing is gegrond. Het beroep tegen de tweede en derde schorsing is ongegrond.

Toelichting

Bij de eerste schorsing heeft de werkgever de directeur niet in de gelegenheid gesteld om verweer te voeren tegen het voornemen tot schorsing. Dat is in strijd met de cao. Bij de tweede en derde schorsing is wel aan de formaliteiten voldaan en de werkgever heeft in redelijkheid tot deze schorsingen kunnen besluiten. Omdat de directeur niet de waarheid heeft verteld over zijn rol, was onderzoek gerechtvaardigd. Toen het onderzoek was afgerond, heeft de werkgever besloten tot beëindiging van het dienstverband. Gedurende de

ontslagprocedure hoefde de werkgever de directeur niet toe te laten tot de school.

107966 - uitspraak 22 januari 2018

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel. Omdat de werknemer tegenstrijdige

verklaringen had afgelegd, was er voldoende reden voor nader onderzoek en voor schorsing van de werknemer.

Sector: Voortgezet onderwijs Situatie

De werkgever heeft de werknemer bij herhaling op haar gedrag aangesproken. Omdat hij geen verandering zag, plaatste hij de werknemer over naar een andere school, om zo weer tot werkbare verhoudingen te komen.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is ongegrond.

Toelichting

De werkgever heeft de werknemer aangesproken op concreet omschreven gedrag en er zijn toen afspraken gemaakt om tot verbetering te komen. Vervolgens zijn opnieuw (gelijke) klachten van collega's gekomen over de houding en het gedrag van de werknemer. Daardoor zijn de verhoudingen binnen het team danig verstoord geraakt, waardoor ook onrust bij de leerlingen optrad. De werknemer heeft daarin een aanzienlijk aandeel gehad. De werkgever heeft de belangen van de werknemer en de belangen van de organisatie tegen elkaar

afgewogen. De uitkomst van deze belangenafweging, overplaatsing van de werknemer, is niet onredelijk.

107991 – uitspraak 23 maart 2018 13

Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel ongegrond, omdat daarvoor voldoende redenen waren.

Sector: Voortgezet onderwijs Situatie

De werkgever ontvangt van diverse ouders klachten dat een leerkracht kinderen hulp heeft geboden bij het maken van toetsen. Daarop schorst de werkgever de leerkracht bij wijze van ordemaatregel, om nader onderzoek naar diens handelen te doen.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is ongegrond.

Toelichting

Toen de werkgever de klachten vernam, zag hij zich geconfronteerd met een bijzondere situatie. Het is begrijpelijk dat deze situatie nader onderzoek en beraad vergde. Het is niet onredelijk dat de werkgever daarbij de aanwezigheid van de leerkracht op school ongewenst vond. Het opleggen van een schorsing was daarom gerechtvaardigd.

108047 – uitspraak 11 april 2018

Beroep tegen berisping is gegrond, omdat de gedraging geen plichtsverzuim oplevert.

Sector: Primair onderwijs Situatie

De werkgever heeft een medewerker een schriftelijke berisping opgelegd, omdat deze zijn persoonlijke Google-account niet had afgemeld op een werkcomputer. Daardoor was het voor andere medewerkers en leerlingen op school mogelijk om een pornografische website,

waarvoor de medewerker jaren ervoor een link had aangemaakt, te bezoeken.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

Volgens het mediaprotocol van de werkgever mag de werknemer buiten schooltijd gebruik maken van het internet voor niet-onderwijs gerelateerde zaken. Op de laatste werkdag van de werknemer, voordat hij zich ziekmeldde, bleek dat het privé-Google-account van de

werknemer nog openstond. In een poging het account af te melden, heeft de

applicatiebeheerder 'Andere bladwijzers' en de daaronder opgenomen 'Restmap' aangeklikt.

In die map stond de link naar de desbetreffende website. Niet is komen vast te staan dat de werkgever moest doorklikken om het account van de werknemer af te melden. Er is sprake geweest van controleren. Daarvoor heeft de werkgever geen zwaarwichtige reden

aangevoerd, zoals vereist in het mediaprotocol. Niet gebleken is dat de werknemer de bewuste website heeft bezocht. Het was beter geweest als de werknemer zijn privé Google-account had afgemeld. Maar de werknemer heeft niet weersproken gesteld dat hij de bewuste dag de school abrupt en verward verliet. Het niet afmelden kan niet in redelijkheid worden aangemerkt als plichtsverzuim. Daardoor is er geen grondslag om de werknemer een berisping op te leggen.

108052/108054/108057 – uitspraak 22 mei 2018 14

Beroepen tegen onthouding van promotie. De werkgever heeft de sollicitatieprocedure juist gevolgd en in redelijkheid kunnen beslissen om de werknemers niet te bevorderen naar een LC-functie.

Sector: Voortgezet onderwijs Situatie

De werknemers zijn benoemd in de functie van docent LB en hebben, in het kader van de functiemix, gesolliciteerd op de functie van docent LC. De werknemers zijn afgewezen, omdat zij nog niet voldoen aan de daarvoor gestelde criteria. De werknemers zijn het daar niet mee eens en stellen beroep in bij de Commissie.

Uitspraak van de Commissie De beroepen zijn ongegrond.

Toelichting

De werkgever heeft bij de beoordeling om een werknemer al dan niet te bevorderen een zekere mate van beleidsvrijheid. Daarom toetst de Commissie marginaal, wat wil zeggen dat zij beoordeelt of de werkgever de daarvoor beschreven procedure juist heeft gevolgd en of hij in redelijkheid tot het besluit kon komen om de werknemer niet te bevorderen. De procedure is juist gevoerd. Omdat de sollicitatiecommissie tot de conclusie is gekomen dat de

werknemers niet benoembaar zijn in een LC-functie kon de werkgever in redelijkheid tot het besluit komen om de werknemers niet te bevorderen. Dat de redenen daartoe alleen

mondeling aan de werknemers zijn meegedeeld, heeft er mogelijk wel toe geleid dat het voor de werknemers niet duidelijk was waarom zij op dat moment niet benoembaar waren en aan welke concrete punten zij nog moeten werken voordat zij benoembaar zijn in de functie van docent LC.

108164/108194 – uitspraak 22 juni 2018

Beroep tegen twee berispingen gegrond. De eerste grond (afwezig op ouderavond) is niet ernstig genoeg en kan ook geen tweede keer opgevoerd worden; de andere grond (zonder reden afwezig bij surveillance) is feitelijk onjuist.

Sector: Voortgezet onderwijs Situatie

De werknemer was afwezig op een ouderavond, Hij kreeg vervolgens de opdracht van de directeur om met ouders contact op te nemen en gesprekken in te plannen, maar dat heeft hij volgens de werkgever niet tijdig gedaan. De werkgever berispt dan de werknemer. Een paar dagen hierna is de werknemer niet verschenen op een surveillance op school. De werkgever acht dit wederom plichtsverzuim en berispt de werknemer een tweede keer.

Uitspraak van de Commissie De beroepen zijn gegrond.

Toelichting

Voor de eerste berisping heeft de werkgever twee feiten opgevoerd, maar in het voornemen tot het opleggen van de maatregel heeft hij er slechts een genoemd. Alleen deze grond (het niet verschijnen op de ouderavond) kan aan het plichtsverzuim ten grondslag worden gelegd.

Omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is, houdt deze berisping geen stand. Omdat de werkgever voor de eerste berisping en de tweede berisping dezelfde grond heeft gebruikt is sprake van een dubbele bestraffing voor hetzelfde feit.

Dat is niet toegestaan. Dit betekent dat de eerste grond van de tweede berisping niet als 15 grondslag voor deze berisping mag dienen. De overgebleven grondslag, het zonder reden afwezig zijn bij het surveilleren, mist feitelijke grondslag omdat de werknemer met reden afwezig was. Het beroep tegen de tweede berisping is ook gegrond.

108067 – uitspraak 25 juni 2018

Beroep tegen onthouden promotie ongegrond, omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie is.

Sector: Voortgezet onderwijs Situatie

De werknemer heeft meerdere benoemingen gehad. Ook is het dienstverband enige tijd onderbroken geweest. De werknemer maakt aanspraak op een benoeming als docent LD, omdat zij op 1 augustus 2014 al voldeed aan de daarbij behorende vereisten. Zij meent dat de werkgever geen geldige reden heeft om haar deze promotie te onthouden.

Uitspraak van de Commissie

Het beroep is ontvankelijk en ongegrond.

Toelichting

De weigering van de werkgever om de werknemer te benoemen in een functie met een hogere salarisschaal, is aan te merken als het onthouden van promotie waartegen beroep bij de Commissie openstaat. Omdat de werknemer op 1 augustus 2014, de datum waarop het entreerecht inging, niet in dienst van de werkgever was, was ook de cao vo met daarin opgenomen de aanspraak op het entreerecht, niet van toepassing. Op het moment dat het entreerecht is komen te vervallen, op 1 augustus 2015, verrichtte de werknemer

vervangingswerkzaamheden voor een periode korter dan 1 jaar. Hierdoor was zij niet werkzaam in de structurele formatie en voldeed zij niet aan de vereisten om aanspraak te kunnen maken op het entreerecht. Omdat de werknemer overigens ook niet voldoet aan de criteria van het beoordelingskader docent LD, heeft de werkgever in redelijkheid kunnen komen tot het besluit om de werknemer niet in een LD-functie te benoemen.

108160 – uitspraak 28 juni 2018

De berisping houdt geen stand, omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden.

Sector: Voortgezet onderwijs Situatie

De werknemer is lid van de Ondernemingsraad (OR) van de school en zit vanuit de OR tevens in de Onderdeelcommissie (OD). Op de agenda van de vergadering van de OD stond de presentatie van een belangrijk stuk vermeld. Ten aanzien van dit stuk heeft de directeur van de school voor de vergadering via een WhatsApp bericht aan de leden van de OD bericht dat op het stuk een embargo rust. Tijdens de bewuste vergadering heeft de directeur de

geheimhouding van het stuk nogmaals benadrukt. Enkele dagen later bleek dat de werknemer al voor de vergadering aan de OR-leden had meegedeeld dat dit stuk op de vergadering van de OD zou worden gepresenteerd. De werkgever heeft de werknemer hierop een berisping opgelegd vanwege plichtsverzuim, bestaande uit het schenden van de geheimhoudingsplicht.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting 16

Duidelijk is dat er een embargo rust op het bewuste stuk. Er wordt niet aangegeven dat het embargo naast de inhoud ook ziet op het bestaan van het stuk. De werknemer heeft niet gesproken over de inhoud van het stuk. Dat de werknemer de OR-leden op de hoogte heeft gebracht van het bestaan van het stuk, levert dan ook geen schending van de

geheimhoudingsplicht op. De werkgever heeft daarom niet in redelijkheid kunnen besluiten om een berisping op te leggen.

108178 – uitspraak 16 juli 2018

Beroep tegen onthouding promotie. Het besluit de werknemer na een sollicitatieprocedure niet te benoemen in de (hogere) functie van schooldirecteur kan in stand blijven.

Sector: Primair onderwijs Situatie:

De werknemer is werkzaam als teamleider. Zij heeft in het kader van een wijziging van de managementstructuur, gesolliciteerd op de functie van schooldirecteur. Nadat zij de

sollicitatiegesprekken had gevoerd, heeft haar leidinggevende haar meegedeeld dat zij niet in deze functie benoemd zal worden omdat het vertrouwen in de werknemer ernstig is

geschaad. De werknemer is het daar niet mee eens en stelt beroep in bij de Commissie. Zij stelt recht te hebben op deze functie omdat zij feitelijk de werkzaamheden van een

schooldirecteur al verricht.

Uitspraak van de Commissie:

Het beroep is ongegrond.

Toelichting:

De werkgever heeft bij de beoordeling om een werknemer al dan niet te bevorderen een zekere mate van beleidsvrijheid. Daarom toetst de Commissie het bestreden besluit

marginaal. De selectieprocedure is juist gevoerd. Omdat de selectiecommissie tot de conclusie kwam dat de werknemer niet benoembaar is in de functie van schooldirecteur en het een situatie is waarin de werkgever gemotiveerd stelt dat sprake is van geschaad vertrouwen, kon de werkgever in redelijkheid tot het besluit komen om de werknemer niet in deze functie te benoemen.

108355 – uitspraak 28 augustus 2018

Verzoek voorlopige voorziening tot schorsing van de overplaatsing toegewezen, omdat onvoldoende inzichtelijk is waarom de werknemer aan de beurt is voor overplaatsing.

Sector: Voortgezet onderwijs Situatie

In verband met formatietekort wegens een dalend leerlingenaantal is een groot aantal docenten op basis van het anciënniteitsbeginsel (lifo: last in first out) aangewezen als verplaatsingskandidaat, zo ook de werknemer. Als gevolg daarvan wordt de werknemer onvrijwillig overgeplaatst voor een deel van haar betrekkingsomvang. Tegen die beslissing stelt zij beroep in en verzoekt zij om een voorlopige voorziening.

Uitspraak van de Voorzitter

De Voorzitter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe.

Toelichting 17

Omdat door de toepassing van lifo op een aantal scholen onevenredig veel docenten als verplaatsingskandidaat zijn aangewezen, wordt door de werkgever extra geld beschikbaar gesteld om een aantal docenten 'terug te halen'. Daartoe stelt de werkgever per school aanvullende criteria op. Voor de school waar de werknemer werkzaam is, zijn dat 5 criteria.

De vakcentrales zijn daarbij niet geraadpleegd. Een collega van de werknemer mag blijven, omdat hij voldoet aan 3 van de 5 criteria en de werknemer maar aan één. Maar de

werknemer heeft een hogere anciënniteit. Niet duidelijk is waarom de expertise van de collega zwaarder weegt dan de anciënniteit en (hogere) bevoegdheid van de werknemer. Ook is niet duidelijk waarom de collega voor zijn gehele betrekkingsomvang dient te blijven. De Voorzitter ziet dan ook voldoende aanknopingspunten om aan te nemen dat de Commissie het beroep gegrond zal verklaren.

108222 – uitspraak 3 oktober 2018

Beroep tegen berisping is gegrond, omdat er geen sprake is van plichtsverzuim maar van functioneringsproblemen.

Sector: Primair onderwijs Situatie

Een leerkracht van een basisschool is op non-actief gesteld, omdat zij nalatig zou zijn geweest bij de correctie van een groot aantal Cito-toetsen. Zij zou circa 150 fouten hebben laten zitten.

Hierdoor krijgt de werkgever het vermoeden dat er in het verleden mogelijk ook fouten zijn gemaakt. Daarop is gekeken naar de ingevoerde resultaten van de voorgaande jaren. Dat levert twijfel op bij de werkgever. De werkgever legt de werkneemster een berisping op.

Inmiddels is de werkneemster op een andere school van de werkgever werkzaam.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

Dat de werkgever vraagtekens plaatst bij in het verleden door de werkneemster ingevoerde toetsresultaten is geen grond om te concluderen dat de werkneemster verwijtbaar heeft gehandeld. Bovendien is zij nooit eerder op de vermeende fouten aangesproken. Het goed rekenen van een groot aantal fouten in de Citotoetsen zou op zichzelf plichtsverzuim kunnen opleveren. Een werkgever moet er immers op kunnen vertrouwen dat leerkrachten toetsen nakijken zonder dat daar (te veel) fouten in worden gemaakt.

Het nakijkwerk dat de Commissie ter zitting heeft ingezien, geeft niet een beeld van een werkneemster die zich schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim maar meer van vermeende functioneringsproblematiek. Een disciplinaire maatregel is niet het juiste instrument om het functioneren te verbeteren. De werkgever heeft daarom niet in redelijkheid de berisping kunnen opleggen.

108240 – uitspraak 9 oktober 2018

Beroep tegen waarschuwing is niet-ontvankelijk, omdat de waarschuwing geen berisping is.

Sector: Voortgezet onderwijs Situatie

Een werkneemster heeft een brief ontvangen met als onderwerp voornemen tot berisping.

Vervolgens heeft zij een schriftelijke waarschuwing gekregen waarin haar werkgever haar 18 verwijt dat zij haar klas zonder begeleiding heeft achtergelaten en dat zij heeft geweigerd een leerling te begeleiden terwijl dit wel van haar gevraagd mocht worden.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is niet-ontvankelijk.

Toelichting

Soms is een waarschuwing aan te merken als een disciplinaire maatregel. Hiervoor is een aantal factoren van belang, zoals het onderwerp van en de woordkeuze in de brief waarmee de waarschuwing wordt gegeven, de gevolgen van deze brief en de brief bezien in de context waarin deze is gestuurd. Op basis van deze factoren komt de Commissie tot het oordeel dat er geen sprake is van een disciplinaire maatregel. Er is dan ook geen voor beroep vatbare

beslissing, zodat het beroep niet-ontvankelijk is.

108263 – uitspraak 15 oktober 2018

Beroep tegen overplaatsing en berisping wegens weglopen leerlingen gegrond. Beroep tegen schorsing niet-ontvankelijk.

Sector: Primair onderwijs Situatie

Tijdens het teruglopen naar de klas na het speelkwartier ontsnappen drie kinderen aan de aandacht van de leerkracht. De drie worden buiten school teruggevonden. Hierop vraagt de directeur de leerkracht twee en een halve dag thuis te blijven. Vervolgens ontvangt zij een berisping en wordt zij overgeplaatst. De leerkracht stelt beroep in tegen schorsing (thuis blijven) en tegen de berisping en de overplaatsing.

Uitspraak van de Commissie

Het beroep tegen de schorsing is niet-ontvankelijk.

Het beroep tegen de berisping en overplaatsing is gegrond.

Toelichting

Het thuisblijven was bedoeld om de leerkracht rust te gunnen en is geen schorsing. De berisping is niet terecht omdat het begrijpelijk is dat de leerlingen in de school aan de aandacht van de leerkracht ontsnapt zijn en de leerkracht vervolgens adequaat heeft gehandeld. De overplaatsing houdt geen stand omdat deze niet, zoals de werkgever stelt, vrijwillig heeft plaatsgevonden, maar aan de leerkracht is opgelegd.

108379 – uitspraak 17 oktober 2018

Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster.

Sector: Speciaal onderwijs/voortgezet speciaal onderwijs Situatie

De werkgever heeft kritiek op het functioneren van de werkneemster. In dat kader vinden diverse gesprekken plaats, waarbij de overplaatsing van werkneemster naar een andere school binnen de stichting ter sprake komt. Vervolgens plaatst de werkgever werkneemster over.

Uitspraak van de Commissie

Het beroep is gegrond. De instemming van werkneemster ontbreekt.

Toelichting 19

De werkgever heeft aangegeven dat in een van de gesprekken met werkneemster overeenstemming is bereikt over de overplaatsing. Maar van dat gesprek is geen verslag opgemaakt. Ook heeft de werkgever niet op een andere manier expliciet de instemming van de werkneemster op het verdere traject van vrijwillige overplaatsing gekregen. Daardoor kan niet worden vastgesteld dat de werkneemster heeft ingestemd met de overplaatsing.

108343 – uitspraak 8 november 2018

Beroep tegen berisping gegrond. De verzonden kritische e-mail levert geen plichtsverzuim op.

Sector: Voortgezet onderwijs Situatie

Een werknemer heeft een e-mail aan al zijn collega's gestuurd. Volgens de werkgever heeft de werknemer daardoor op grove wijze de leden van de P(M)R en de schoolleiding gebruuskeerd.

De werkgever heeft de werknemer daarom berispt.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

De werknemer heeft een kritische e-mail verstuurd aan alle werknemers van de school.

Doordat daarin een citaat is opgenomen met een kritische noot op de

medezeggenschapsraden - die volgens de auteur van het citaat kansloos zijn - wekt de e-mail de indruk dat de in het citaat verwoorde mening ook die van de werknemer is. Hoewel de inhoud van de e-mail een onnodig mogelijk kwetsend karakter heeft, maakt de werknemer zich daarmee niet schuldig aan plichtsverzuim. Daardoor ontbreekt de grond om een disciplinaire maatregel op te leggen.

108475 – uitspraak 12 november 2018

Verzoek voorlopige voorziening tot schorsing van de overplaatsing afgewezen; er zijn

Verzoek voorlopige voorziening tot schorsing van de overplaatsing afgewezen; er zijn

In document J A A R V E R S L A G 2 0 1 8 (pagina 12-23)