• No results found

Samenvattingen interviews leerkrachten

In document Grip op schrijfonderwijs (pagina 55-66)

Interview 1 samenvatting (basisschool)

Thema 1: Schrijfmethode

De leerkracht geeft aan dat wanneer kinderen in groep 3 komen eerst gestart wordt met motorische oefeningen. Dit wordt gedaan vanuit de methode “ hrij e i de asiss hool er o de s hrift . Ze beginnen direct na de zomervakantie met het schrijven van cijfers, met het schrijven van letters wordt pas na de kerstvakantie begonnen. De reden hiervoor is dat zij vinden dat kinderen anders teveel tegelijkertijd moeten leren. In deze klas wordt aandacht gegeven aan de zit- en schrijfhouding en papierligging (d.m.v. een liedje) en er is veel aandacht voor het ervaringsgerichte leren door de letters in bijvoorbeeld zand en klei en op een whiteboard te maken. Kinderen schrijven in groep drie standaard met een dikker potlood met puntjes erop voor extra grip. Normaal gesproken krijgen ki dere i groep de “ hrijfda s aa ge ode . Dit is afgelope jaar iet gelukt door logistieke problemen), vanaf volge d jaar zal aars hij lijk de ethode “ hrijfkrie els orde aa ge ode .

Thema 2: Ervaringen schrijven en schrijfproblemen

De leerkracht geeft aan dat zij op dit moment een klas heeft die in de kleutergroep geen schrijfdans heeft gekregen. Zij merkt dit heel duidelijk doordat deze klas motorisch gezien iets achterloopt. Op dit moment heeft zij 18 kinderen in de klas, omdat in andere jaren de klassen vaak groter zijn zie je dan automatisch ook meer kinderen met schrijfproblemen. Daarnaast zitten er 6 hele jonge kinderen in de klas (zij moeten nog 6 worden) en ook heeft zij 4 of 5 linkshandige kinderen in de klas. Bij deze laatste kinderen zijn het niet zozeer schrijfproblemen die optreden, maar moeilijkheden met het goed neerleggen van het schrift.

Thema 3: Herkennen van schrijfproblemen

De leerkracht geeft aan schrijfproblemen te herkennen doordat kinderen een verkeerde pengreep hebben, te groot schrijven, letterverbindingen schrijven die niet kloppen en ze letters is spiegelbeeld schrijven. Zij geeft ook aan dat de laatste jaren de zithouding veel slechter is geworden. Kinderen kunnen bijvoorbeeld niet stil op hun stoel zitten. Ze zitten schuin, gaan staan of zitten met hun benen onder hun billen, waar dit door komt weet zij niet.

Thema 4: Acties bij schrijfproblemen

Wanneer schrijfproblemen zich voordoen probeert de leerkracht eerst zelf interventies toe te passen zoals ander schrijfmateriaal aanbieden (ander potlood), mogelijk het toevoegen van een greepje en extra oefeningen voor de fijne motoriek. De leerkracht kijkt waar de schrijfproblemen vandaan komen en geeft dan de kinderen een gerichte opdracht, zoals kleien en tollen met twee handen. Vijf minuten spelletjes die kinderen kunnen doen maar waar ze wel hun fijne motoriek mee oefenen. Dat soort dingen doen ze ook bij kinderen waarvan ze merken dat het lezen niet zo opgang komt. Als de kinderen dan oefeningen doen waarbij de hersenhelften leren samenwerken zie je dat het en met schrijven vaak beter gaat maar ook met lezen. Wanneer het een leerkracht zelf niet uitkomt of hier iet ge oeg tijd oor heeft ka ee ki d orde egeleid door de IB er of ‘T er of e tra hulp krijge in de hulpklas.

Thema 5: Invloed van passend onderwijs

De leerkracht geeft aan dit jaar een jongetje in de klas te hebben met mogelijk DCD of dyspraxie. Zij geeft aan dat hij het eigenlijk heel goed doet in de klas maar wel vanuit Heliomare extra spelletjes gericht op de motorische ontwikkeling heeft gekregen en hij heeft een aparte schaar. Daarnaast krijgt hij minimaal 1x per week fysiotherapie. De leerkracht merkt wel duidelijk verschil tussen deze jongen en de rest van de klas, hij heeft meer begeleiding nodig. Voordat de klas gaat schrijven bijvoorbeeld moet hij eerst met zijn vinger op tafel duwen om de kracht in zijn vingers op te bouwen, pas daarna kan hij gaan schrijven.

Thema 6: Toekomst schrijven

De leerkracht geeft aan nu al te zien dat de grove motoriek bij kinderen achteruit gaat, veel met een bal spelen doen ze bijvoorbeeld niet meer. De gymdocent merkt ook dat de kracht bij veel leerlingen een stuk minder is dan voorheen. Zij denkt dat dit waarschijnlijk komt doordat kinderen niet meer buiten spelen. Maar ook meisjes die nooit met blokjes hebben gebouwd, hebben moeite met het ruimtelijk inzicht.

Thema 7: Kennis en vaardigheden m.b.t. schrijfproblemen vanuit studie/cursus

De leerkracht geeft aan vooral veel kennis op te hebben gedaan in de praktijk. Op de PABO werd vrij weinig aangeboden en daar was de waarde voor de studenten ook nog niet zo duidelijk, hier heeft ze vooral geleerd netjes op het krijtbord te schrijven, soms kwam er een casus voorbij om te bespreken. De leerkracht vond de tips en adviezen van een ambulant begeleider die op school is geweest zeer uttig. Ook o erlegge de ollega s eel et elkaar en kunnen elkaar eigenlijk altijd wel voldoende aanvullen wanneer een schrijfprobleem zich voordoet. Een aantal jaar geleden is iemand voor motorische ondersteuning vanuit de mytylschool langsgekomen met verschillende schrijfmaterialen en opdrachten. Daar heeft zij veel van geleerd en inspiratie uit gehaald.

Thema 8: Extra ondersteuning m.b.t. schrijfproblemen

Eige lijk ko t de leerkra ht er altijd el uit. Het erkt goed o te o erlegge et ollega s, éé collega heeft ook een eigen praktijk voor kinderen met leerachterstanden, daar stelt de leerkracht ook veel vragen aan.

Interview 2 samenvatting (basisschool)

Thema 1: Schrijfmethode

Sinds dit schooljaar (2015- ordt ee ieu e ethode ge ruikt: Pe e streke . T ee jaar geleden heeft de leerkracht een schrijfwerkgroep opgesteld met leerkrachten uit alle leerjaren, zij is zelf voorzitter van deze groep. Vorig jaar is de werkgroep begonnen met het uitkiezen van een nieuwe schrijfmethode omdat de oude schrijfmethode verouderd was en niet meer voldeed. Om tot een nieuwe schrijfmethode te komen heeft zij de volgende stappen ondernomen:

1. Inventariseren bij leerkracht welke aspecten van schrijfonderwijs zij belangrijk vinden

2. Verschillende methodes samen met een oefentherapeut bestuderen en deze aan de hand van de opgestelde criteria vanuit de inventarisatie beoordelen

3. De school heeft van 5 verschillende methodes een proefpakket besteld

4. Ergotherapie studenten hebben een lijst van voor- en nadelen per methode opgesteld 5. Op school hebben presentaties door de uitgevers van de methode plaatsgevonden

6. Uiteindelijk is elke methode geëvalueerd op wat past bij de school, wat past in de criteria en wat pas bij de visie.

De school heeft besloten om kinderen in groep 3 en 4 blokschrift aan te leren. Vanaf groep 5 leren zij verbonden schrift. Kinderen met ernstige schrijfproblemen en/of dyslexie mogen vanaf groep 5 in blokschrift blijven schrijven. Dit wordt in een overleg tussen de leerkracht en het kind besloten. Op dit moment geven leerkrachten aan dat zij het "eng" vinden om hier een keuze in te maken, hierin worden zij op dit moment ondersteund door een oefentherapeut. De leerkracht geeft aan dat de gevraagde tijd vanuit de methode en de tijd die leerkrachten hebben voor het schrijfonderwijs niet overeenkomt. De ingeroosterde tijd is in alle groepen té weinig, vooral in groep 5. Daarnaast is het moeilijk om hier extra tijd voor vrij te maken.

Thema 2: Ervaringen schrijven en schrijfproblemen

De leerkracht geeft aan dat haar persoonlijke ervaring is dat er ongeveer één tot drie kinderen per klas schrijfproblemen hebben. In groep 3 en 4 wordt veel aandacht besteed aan schrijven en zetten leerkrachten zich in om de kinderen schrijfletters aan te leren, de kinderen met schrijfproblemen krijgen ook extra aandacht. Dit komt omdat in groep 3 de schrijfletters aangeleerd worden en in groep 4 de hoofdletters. Vanaf groep 5 is het schrijfonderwijs een ondergeschoven kindje. Hierbij speelt ook mee dat scholen worden getoetst op andere gebieden zoals lezen, spelling en rekenen maar niet op het schrijven. Hierdoor ligt geen prioriteit meer bij het schrijven. Verschillende leerkrachten geven aan dat zij door gebrek aan tijd niet veel aandacht aan het schrijven besteden. Sinds er een nieuwe schrijfmethode wordt gebruikt zijn er een aantal nieuwe problemen aan het licht gekomen. Zo merken leerkrachten dat sommige leerlingen moeite hebben met het omschakelen naar de nieuwe methode. De nieuwe methode geeft in de onderbouw weinig problemen. In groep 6 is de methode afgelopen tijd geëvalueerd, hieruit blijkt dat veel leerlingen in de war zijn over de letters, ze zijn nog gewend om de oude letters te schrijven maar moeten nu de nieuwe letter schrijven. Ze zijn daarbij voornamelijk in de war over de hoofdletters, de H en de S worden bijvoorbeeld heel anders geschreven dan bij de vorige schrijfmethode. Door de evaluatie in groep 6 en het feit dat de methode voor groep 7 en 8 pas beschikbaar was in februari 2016 is besloten om in groep 8 niet meer met de nieuwe methode in februari te starten. Bij de ene leerkracht is het schrijfonderwijs van betere kwaliteit dan bij de ander, de leerkracht geeft aan dat het schrijfonderwijs wel leerkracht afhankelijk is.

Thema 3: Herkennen van schrijfproblemen

Leerkrachten van de betreffende school geven aan dat zij schrijfproblemen op de volgende punten signaleren:

 Als het handschrift niet of nauwelijks leesbaar is  Als de letters niet goed worden gevormd

 Als de letters niet goed tussen de regels geschreven worden  Als een kind een krampachtige schrijfhouding en pengreep heeft  Als het kind steeds de verkeerde zit- en schrijfhouding aanneemt  Als het kind een verkeerde pengreep heeft

 Als het kind aangeeft pijn te hebben tijdens of na het schrijven

 Als het kind achterblijft qua schrijftempo en daardoor te lang doet over het schrijven van een tekst of de schrijfles

 Als een kind aangeeft schrijven niet leuk te vinden.

Thema 4: Acties bij schrijfproblemen

Met de nieuwe methode laten leerkrachten kinderen vaak zelf de letters beoordelen. Van de kinderen wordt dan gevraagd welke letters en woorden goed gelukt zijn en hier wordt een wolkje of zonnetje omgezet. Wanneer leerkrachten kinderen met schrijfproblemen signaleren schakelen zij eerst de ergotherapiestudenten in. Wanneer dit niet voldoende blijkt wordt de oefentherapeut ingeschakeld, dit kan via de school of via de "officiële route" met vergoeding vanuit de zorgverzekering. Als kinderen na een officiële doorverwijzing nog steeds met problemen kampen kan de huisarts ingeschakeld worden.

Thema 5: Invloed van passend onderwijs

De leerkracht heeft verzocht de antwoorden op dit onderwerp niet mee te nemen in het onderzoek.

Thema 6: Toekomst schrijven

De leerkracht geeft aan dat taal en rekenen altijd voor gaan. Leerkrachten besteden over het algemeen niet veel aandacht aan schrijven, het is geen prioriteit. Vooral jonge leerkrachten besteden minder tijd en kwalitatief minder onderwijs aan schrijven, zij vinden schrijven voor de toekomst niet relevant meer. Oudere leerkrachten vinden het schrijven daarentegen juist nog wel heel belangrijk en besteden er ook meer tijd aan, zo werken zij vaak met extra kopieën en werkbladen.

Thema 7: Kennis en vaardigheden m.b.t. schrijfproblemen vanuit studie/cursus

De leerkracht geeft aan vanuit de PABO lang niet genoeg kennis over schrijven opgedaan te hebben, daar heeft zij voornamelijk geleerd hoe zij zelf moet schrijven. Zij heeft aanvullend de Master SEN (Special Educational Needs) aan de Hogeschool Utrecht afgerond. In deze master is zij door lessen over de motoriek erg enthousiast geworden over het thema motoriek, veel voorbeelden die in de master zijn behandeld gebruikt zij in de praktijk.

Thema 8: Extra ondersteuning m.b.t. schrijfproblemen

Andere leerkrachten komen tussendoor vaak naar de leerkracht met vragen over bijvoorbeeld het digibord, hoofdletters en over de verwachtingen die leerkrachten aan het einde van groep 2 mogen hebben. Op dit moment krijgt de school veel ondersteuning van de oefentherapeut en de ergotherapiestudenten.

Interview 3 samenvatting (basisschool)

Thema 1: Schrijfmethode

Op deze asiss hool ordt de ethode Pe e streke ge ruikt. Met deze methode leren de kinderen vanaf groep 3 in verbonden schrift schrijven. Tevens wordt op deze school de methode Veilig lere leze ge ruikt die aadloos aa sluit ij de ethode pe e streke . De leerkra ht biedt eerst via de leesmethode de letter aan de kinderen aan, aansluitend laat zij de kinderen de letter schrijven.

De leerkracht geeft aan ontevreden te zijn met de manier waarop de methode een voorbeeld geeft van de te schrijven regel in het schrijfschrift. In het schrift van groep 3 en 4 wordt de regel aangeboden in leesletters (blokletters) maar moeten de regel vervolgens schrijven in verbonden schrift, de kinderen hebben hierdoor geen voorbeeld hoe zij de regel in verbonden schrift moeten schrijven. De leerkracht vindt dat er hierdoor een beroep wordt gedaan op vele andere functies waardoor het schrijven van de letters zelf een ondergeschikte rol krijgt.

De volgorde waarop de methode de letters aanbied is als volgt: via een filmpje wordt de letter visueel aangeboden, dan moeten de kinderen de letter eerst een keer in de ruimte (lucht) schrijven, daarna in een kader, en daarna wordt de letter langzaamaan tussen de liniatuur gebracht. Wat de leerkracht opvalt, is dat een aantal kinderen veel meer behoefte hebben aan overtrekken voordat ze de letters zelf moeten produceren. Twee van de tien kinderen uit groep 3 kunnen absoluut niet zelfstandig de lettervorm maken zonder overtrekken. Die hebben echt de herhaling van het overtrekken nodig.

Thema 2: Ervaringen schrijven en schrijfproblemen

De leerkracht is pas vijf jaar leerkracht, heeft hiervoor in de ICT gewerkt. In de afgelopen vijf jaar heeft zij les gegeven aan groep 3/4 en groep 5/6. Zij heeft uit groep 5/6 geleerd dat wanneer een letters verkeerd is aangeleerd je deze niet meer krijgt afgeleerd. Schrijfonderwijs geven aan een combinatiegroep vindt zij lastig omdat wanneer groep 3 de instructie heeft gehad, en je ze eigenlijk nog zou willen begeleiden, je instructie aan groep 4 moet geven en groep 3 moet loslaten.

Thema 3: Herkennen van schrijfproblemen

De leerkracht geeft aan schrijfproblemen te herkennen wanneer kinderen worden gehinderd in het afmaken van hun andere werk op het moment dat zij niet goed kunnen schrijven. De leesbaarheid is heel lastig, ze kunnen soms hun eigen werk niet teruglezen. Als ze een dictee hebben gemaakt en ik raag: lees het zelf og e e , da ku e ze so s hu eige erk iet leze e dat is heel vervelend.

Thema 4: Acties bij schrijfproblemen

De leerkracht verteld met de kinderen uit groep 3 die schrijfproblemen hebben soms heel intensief te coachen bij het schrijfwerk. Ze gaat dan naast de kinderen zitten en ondersteund de lettervorm met verbale aanwijzingen. Het valt haar op dat er in groep 3/4 veel te weinig tijd is om kinderen met schrijfproblemen te corrigeren.

De leerkracht heeft toevallig laatst ontdekt dat er een digitaal voorbeeld van de schrijfletters beschikbaar is, deze heeft zij naar de ouders verstuurd om te laten zien welke letters de kinderen aanleren. Daarbij verzocht zij de ouders om voortaan als zij met het kind gaan schrijven alleen die letters te gebruiken. De leerkracht geeft aan vaak ouders in te schakelen als er schrijfproblemen zijn.

Thema 5: Invloed van passend onderwijs

Op deze school merkt de leerkracht nog niet veel van het passend onderwijs. In haar vorige werk had zij in een klas van 25 kinderen 10 kinderen die fatsoenlijk konden leren, de andere 15 konden dit niet. Vijf kinderen uit de klas hadden een zwaar zorgarrangement wat het een bijna onmogelijk klas maakt om goed werk te kunnen leveren. Dit is ook haar motivatie geweest om naar een andere baan te

zoeke . )ij erkt ook dat steeds eer ki dere et agage i s hole zij lij e plakke . Daarnaast is het volgens haar ook merkbaar dat sommige scholen minder vaardig zijn in hoe dit aan te pakken, zoals met een goed dossier bijhouden, ouders betrekken, dan andere scholen.

Thema 6: Toekomst schrijven

De leerkracht geeft aan dit een lastig onderwerp te vinden. Ze ziet aan de ene kant dat het natuurlijk heel belangrijk is om te typen maar ze denkt ook dat het nog steeds fijn is om te blijven schrijven. Als alle andere middelen uitvallen en je wilt toch blijven communiceren op papier is het toch fijn als je het beheerst. Schrijven blijft ook nog steeds belangrijk omdat het iets in je hersenen doet, het lezen en schrijven, het spellen, het maken van een zin, doorhebben dat het ene woord los staat van het andere woord dat heeft allemaal met schrijven te maken. De leerkracht ziet zeker een toegevoegde waarde voor schrijven. Echter vindt zij wel dat je vanaf groep 7 of 8 het schrijven meer los moet laten.

Thema 7: Kennis en vaardigheden m.b.t. schrijfproblemen vanuit studie/cursus

In het verleden heeft de leerkracht wel eens stagiaires begeleid en daarbij viel haar op dat stagiaires die eerst onderwijsassistent zijn geweest heel goed waren in het geven van schrijfonderwijs. Zij investeerde bijvoorbeeld veel in de randvoorwaarden om tot schrijven te komen. Op de PABO heeft de leerkracht zelf heel weinig geleerd over de randvoorwaarden bij het schrijven. Daarnaast heeft zij ook van stagiaires die daarvoor onderwijsassistent zijn geweest geleerd dat het veel kan uitmaken door tijdens het schrijven door de klas te lopen, kinderen aan te tikken, aan te spreken en direct te corrigeren. Hier is alleen in de praktijk te weinig tijd voor.

Thema 8: Extra ondersteuning m.b.t. schrijfproblemen

De leerkracht geeft aan dat zij persoon graag hulp zou willen van bijvoorbeeld een ergotherapeut of een ergotherapiestudent in de klas. Op dit moment heeft zij in groep 3 drie kinderen met schrijfproblemen waar zij erg graag ondersteuning bij zou willen omdat zij zelf niet genoeg tijd heeft om één op één met deze kinderen te werken. Echter weet zij niet goed of de school hier ook voor open staat.

Interview 4 samenvatting (basisschool)

Thema 1: Schrijfmethode

De ethode Pe e streke ordt op deze asiss hool ge ruikt.

Thema 2: Ervaringen schrijven en schrijfproblemen

Schrijven begint te snel. Kinderen leren eerst cijfers maar tegelijkertijd ook rekenen. Als ze het cijfer niet goed schrijven wordt dit verkeerd geautomatiseerd doordat ze de cijfers al vaak gebruiken bij rekenen. Hierdoor zijn verkeerd aangeleerde cijfers te snel geautomatiseerd en kunnen ze moeilijk afgeleerd worden. Ditzelfde geldt voor de pengreep. Kinderen leren zichzelf soms in groep 2 al schrijven en leren daarbij een verkeerde pengreep aan.

Thema 3: Herkennen van schrijfproblemen

Toen de leerkracht les gaf in de combinatiegroep 5/6 besteedde zij lange tijd voornamelijk aandacht aan de pengreep, wanneer kinderen een andere pengreep dan de dynamische driepuntsgreep hadden greep zij in. De leerkracht geeft aan dat zij schrijfproblemen pas echt signaleert wanneer een kind echt zijn best heeft gedaan met schrijven, maar het dan nog niet lukt. Je weet pas wat een kind kan als hij heel goed zijn best doet. Om een kind goed zijn best te laten doen enthousiasmeerde de leerkracht een kind, pas wanneer een kind zijn uiterste best deed trok ze een conclusie uit het handschrift.

Thema 4: Acties bij schrijfproblemen

Wanneer kinderen in groep 5/6 geen dynamische driepuntsgreep hadden liet de leerkracht de kinderen met een driekant potlood schrijven om zo de pengreep te stimuleren. Wanneer zij in groep 5/6 schrijfproblemen signaleerde liet zij de kinderen vaak een schrijfboekje uit groep 3 of 4 mee naar huis nemen, om thuis de basis van de letters te oefenen. Zij schakelde dan de ouders in om thuis

In document Grip op schrijfonderwijs (pagina 55-66)