• No results found

6. Resultaten van de kwalitatieve interviews

6.7 Samenvatting van de resultaten van de kwalitatieve interviews

Uit de vijf interviews over het selectieproces rond de actuele nieuwsbrieven bleek dat de samenstellers verschillende selectiecriteria hanteren voor de stukken zelf en voor de nieuwsbrief in zijn geheel, maar dat het journalistieke productieproces en het dagelijkse publicatieritme van de krant ook invloed hebben op het selectieproces. Toch waren alle geïnterviewden het erover eens dat het niet mogelijk is om vaste richtlijnen te stellen voor de selectie van artikelen voor de nieuwsbrieven. Zij ervoeren dat intuïtie, overeenkomstig met het onderbuikgevoel zoals geformuleerd door Schultz (190), een belangrijke rol speelt. Ruwweg kan een scheiding worden gemaakt tussen de selectiecriteria op grond van de inhoud van artikelen en selectiecriteria die ten grondslag liggen aan de dagelijkse

56 journalistieke praktijk (Harcup en O’Neill, “News Values Revisited” 1482-1483). Deze twee aspecten van de selectie hebben desondanks wel invloed op elkaar, blijkt uit de interviews.

De twee belangrijkste selectiecriteria voor artikelen zijn actualiteit, gerelateerd aan het nieuwswaardecriterium tijdigheid van Schultz (197) en het belangrijkste nieuws. De actualiteit werd in de interviews door meerdere journalisten beschreven als een specifiek tijdsinterval. Sabel van de Volkskrant zag de actualiteit in deze context als de gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden tussen het versturen van twee nieuwsbrieven. Van Sas van Trouw grensde de actualiteit af als de stukken die na het verschijnen van de ochtendkrant en vier uur ‘s middags worden geschreven en die de dag daarna in de krant komen. Het belangrijkste nieuws valt uiteen in meerdere onderdelen. Het eerste onderdeel dat vier van de vijf

geïnterviewden noemden was de impact van een nieuwsfeit. Twee geïnterviewden noemden specifiek de impact van nieuws op de Nederlandse lezer als maatstaf voor de belangrijkheid. Sabel van de Volkskrant vindt dat een artikel met een onderwerp dat dichtbij de Nederlandse lezer staat prioriteit heeft, tenzij het gaat om buitenlandse nieuwsfeiten met een aanzienlijke impact op het leven van mensen, zoals een natuurramp. Van Sas van Trouw maakt bij de afweging of een onderwerp relevant is binnen de Nederlandse context. Daarmee hangt wat de samenstellers belangrijk vinden samen met de nieuwswaardecriteria Magnitude en Relevantie (Harcup en O’Neill, “News Values Revisited” 1482).

Het volgende selectiecriterium voor de samenstellers van de nieuwsbrieven is exclusiviteit, zij het in een bredere zin des woords dan de exclusiviteit volgens Harcup en O’Neill (1482). Voor Schonewille van NRC hadden stukken waarmee de krant zich onderscheidt van andere media, of die iets nieuws toevoegen aan de bestaande kennis over een nieuwsonderwerp, prioriteit boven stukken die alleen actueel nieuws bieden. De andere journalisten vonden het ook belangrijk om onderscheidende stukken of stukken met een primeur in de nieuwsbrief op te nemen, maar kenden een lagere prioriteit toe aan dit

selectiecriterium. Zij zagen actualiteit en impact, al dan niet op de Nederlandse lezer, als de belangrijkste criteria.

Waar actualiteit, impact en exclusiviteit criteria zijn voor losse artikelen, hanteerden alle vijf geïnterviewden hetzelfde criterium voor de nieuwsbrief als geheel dat niet als zodanig voorkwam in de literatuur: de mix. Die heeft de volgende dimensies: actualiteit versus achtergrond, zwaar versus luchtig, institutioneel versus persoonlijk, een gevarieerd aanbod aan onderwerpen en in mindere mate een gevarieerd aanbod aan journalistieke genres.

57 De niet direct op de inhoud gerichte selectiecriteria die in de interviews naar voren kwamen, zijn de leescijfers van de stukken, de persoonlijke voorkeuren van de samensteller en het specifieke karakter van de nieuwsbrief. Uit de interviews blijkt dat de samenstellers bij het selecteren rekening houden met onderwerpen die populair zijn onder lezers, maar ook met het feit dat lezers juist kiezen voor hun medium vanwege de nadruk op bepaalde onderwerpen, zoals Buitenland bij NRC en Duurzaamheid en Natuur en Religie en Filosofie bij Trouw: bevindingen die in overeenstemming zijn met de literatuur (Tandoc en Vos; Welbers et al) De journalisten geven daarbij wel aan dat de inhoud-gerelateerde selectiecriteria belangrijker zijn dan populariteit. Als voorbeeld noemden meerdere geïnterviewden de keuze om stukken met inhoud die zij belangrijk vinden, maar die niet goed gelezen worden, toch in de nieuwsbrief te zetten. Verder kunnen de persoonlijke voorkeuren van de samensteller (Manning White) invloed hebben op de mix en kan het karakter van een nieuwsbrief ook meespelen bij het selectieproces (Porter). Dat laatste blijkt uit de opmerking dat Trouw ervoor kan kiezen een groter nieuwsonderwerp extra uit te lichten in een nieuwsbrief en de observaties dat

ochtendnieuwsbrieven, die voor dit onderzoek zijn bestudeerd, meer zijn gericht op actualiteit en exclusiviteit dan middag- en avondnieuwsbrieven.

Tenslotte wordt de inhoud van de nieuwsbrieven ook beïnvloed door het dagelijkse publicatieritme van een krant, hetgeen ook wordt onderkend door Harcup en O’Neill (“News Values Revisited” 142-1483) en Joye et al. (16). Dat uit zich ten eerste in het feit dat de samenstellers van de NRC-nieuwsbrieven hun eerste voorselectie baseren op de

ochtendvergadering van de krant. Het tweede voorbeeld hiervan is dat de selectie van stukken voor specifieke nieuwsbrieven, zoals de 5 om 5 van NRC en de Dagelijkse nieuwsbrief van Trouw, wordt beïnvloed door wat er de dag daarna in de papieren krant komt te staan. Tenslotte moeten samenstellers er ook simpelweg rekening mee houden dat nog niet alle stukken over actueel nieuws “binnen” of geactualiseerd zijn op het moment dat een nieuwsbrief verstuurd moet worden.