• No results found

Samenvatting en conclusies

In document Identiteit en Imago (pagina 53-57)

Hoofdstuk 5 Samenvatting conclusies en aanbevelingen

5.2 Samenvatting en conclusies

5.2.1 Werkelijk imago

De factoren indruk, inhoud en stijl zijn significant en geven het werkelijke imago weer. De doelgroep van Pit vindt de indruk van het tijdschrift positief overkomen (3,14). Ook de inhoud van het tijdschrift scoort boven gemiddeld (3,22) en de stijl van het tijdschrift scoort ook boven gemiddeld (3,20).

De volgende imago-attributen zijn volgens de doelgroep van toepassing op Pit: uitstraling,

kwaliteit, goede lay-out, toegankelijk, leesbaar, informatief, ontspannend, goede foto’s, commercieel, eerlijk, vrolijk, modern, betrouwbaar, eigenzinnig, karaktervol, trendy, oprecht, vriendelijk en fris.

De doelgroep vindt de volgende imago-attributen niet op toepassing op Pit: bruikbaar, goede

cover, weldadig en succesvol.

Het enige opvallende is dat de stelling “Pit heeft een goede cover” gemiddeld 2,66 scoort. Hierdoor lijkt het dat de respondenten het niet eens zijn met deze stelling, terwijl 40,8% het hier wel mee eens is en dus vindt dat Pit een goede cover heeft.

5.2.2 Werkelijke identiteit

Bladkever B.V. vindt dat zij met Pit overkomen als een tijdschrift met een goede inhoud (3,83) en een goede indruk (3,38). De persoonlijke kenmerken (3,46) vinden zij ook van toepassing op Pit. De factor stijl (2,91) scoort onder de 3 en daarmee vindt Bladkever B.V. deze niet van toepassing op Pit.

Uit tabel 4.12 blijkt dat in veel gevallen de drie medewerkers het wel met elkaar eens zijn wat betreft de identiteit van Pit. De medewerkers van Pit vinden de volgende imago-attributen van toepassing op Pit: herkenbaar, inhoudelijk sterk, uitstraling, kwaliteit, interessant, bruikbaar,

toegankelijk, goed, leesbaar, glossy, informatief, overzichtelijk, goede foto's, praktisch, eerlijk, weldadig, vrolijk, gedurfd, energiek, fantasierijk, modern, betrouwbaar, intelligent, succesvol, charmant, stoer, eigenzinnig, pittig, karaktervol, oprecht, trendy, vriendelijk, fris en ontspannend.

De volgende imago-attributen vinden de medewerkers gemiddeld niet van toepassing op Pit:

tijdrovend, goede cover, goede lay-out, duur, commercieel, buitenleven en alternatief.

Zoals valt af te lezen uit tabel 4.12 verschillen de meningen van Pit op enkele stellingen. In tabel 5.1 worden de grote verschillen weergegeven, waarin de medewerkers alle drie van mening verschillen.

Tabel 5.1 Verschillen in identiteit

Zeer mee

oneens Mee oneens

Niet mee eens, niet mee oneens

Mee eens Zeer mee

eens Pit is tijdrovend * * * Pit is commercieel * * * Pit is upper class * * *

Pit heeft een

goede cover * * *

Pit komt over als het

buitenleven

* * *

Doordat de meningen op sommige stellingen van elkaar verschillen, heeft Bladkever B.V. op deze punten nog geen eenduidige identiteit.

5.2.3 GAP imago-identiteit

Uit de paragrafen 5.2.1 en 5.2.2 is naar voren gekomen wat het werkelijke imago en de werkelijke identiteit van het tijdschrift Pit is. In deze paragraaf wordt beschreven of er een discrepantie is tussen identiteit en imago en voor welke factoren en imago attributen dit geldt. Om dit te onderzoeken zijn de gemiddelde scores van het imago en de identiteit met elkaar vergeleken. De grootste GAP tussen imago en identiteit zit in de factor stijl, zie figuur 4.13. Bladkever B.V heeft een score van 2,91 en de respondenten geven gemiddeld een 3,20. De respondenten zijn positiever over de “stijl” van het tijdschrift dan Bladkever B.V. zelf. De resultaten per stelling staan in tabel 4.14. De meeste verschillen die er zijn, zijn ook significant. Dit betekent dat de verschillen niet op toeval berusten. Voor Bladkever B.V. is het interessant om weer te geven welke grote verschillen er daadwerkelijk zijn, dus tussen positieve oordelen (gemiddeld hoger dan 3) en negatieve oordelen (gemiddeld lager dan 3), omdat dit het grootste verschil aangeeft. Er zijn meerdere attributen gevonden waarvan het verschil groot is. Een aantal van deze attributen speelt echter geen significante rol in het imago (zie tabel 4.4). Tabel 5.2 geeft alleen die attributen weer die relevant zijn voor het imago.

Tabel 5.2 GAP: identiteit-imago

Gem. Identiteit Gem. Imago Verschil Significant

Pit is bruikbaar voor mij 3.67 2.39 1.224 0,000

Pit is commercieel 2 3.52 1.459 0,000

Pit is succesvol 3.67 2.8 0.832 0,000

Datgene dat Bladkever B.V. denkt uit te stralen met Pit komt niet overeen met het beeld dat de doelgroep heeft van Pit op de volgende punten.

• Bladkever B.V. vindt dat Pit een bruikbaar tijdschrift is, terwijl de doelgroep dit niet vindt.

• De doelgroep vindt Pit commercieel overkomen, terwijl Bladkever B.V. dit niet vindt.

• De doelgroep vindt Pit ook geen succesvol tijdschrift en Bladkever B.V. zelf vindt dit wel.

In paragraaf 5.3 wordt antwoord gegeven op de deelvraag, hoe Bladkever B.V. deze discrepantie kan verkleinen.

5.2.4 Hypotheses

In hoofdstuk 4 zijn de resultaten van het toetsen van de hypotheses besproken. Deze resultaten kunt u terug vinden in tabel 4.15 en 4.16. Alle factoren hebben een positieve relatie met de drie gedragsvariabelen. Indruk en inhoud correleren sterker met het aanbevelen aan anderen dan persoonlijke kenmerken en stijl. Wanneer een tijdschrift een goede indruk en inhoud heeft is men eerder geneigd om het tijdschrift aan te bevelen aan anderen. De factor

inhoud correleert ook sterk met het kopen van losse nummers en het abonneren op het tijdschrift. Hieruit kan men concluderen dat wanneer de inhoud van het tijdschrift goed is, men eerder geneigd is het tijdschrift aan te bevelen aan anderen, losse nummers te kopen en zich te abonneren.

In deze paragraaf wordt antwoord gegeven op deelvraag 5, te weten:

“Welke imago attributen van een tijdschrift hebben invloed op de intentie tot aankopen en ambassadeursgedrag?”

Uit tabel 4.16 blijkt dat er een lichte samenhang is tussen de imago attributen en de hypotheses, bijna alle correlatiecoëfficiënten zitten tussen de 0 en de 0,5. Dit betekent dat er dus wel een verband bestaat, maar dit niet heel sterk is. Daarnaast zijn er lichte negatieve relaties gevonden voor: Pit is tijdrovend. Dit betekent dat wanneer dit imago kenmerk geldt, men minder snel bereid is om Pit te kopen en of aan te bevelen aan anderen. Een paar opvallende resultaten worden hieronder besproken. Er is voor gekozen om te kijken naar correlatiecoëfficiënten tussen de 0,5 en 1, omdat er dan een redelijke sterke tot zeer sterke relatie bestaat tussen imago attributen en de hypotheses.

Tabel 5.5 Correlaties met hypotheses

Imago attribuut

Aanbevelen aan

anderen Losse nummers kopen Abonnement

Herkenbaar 0.585 - - Inhoud 0.535 - - Kwaliteit 0.511 - - Interessant 0.680 0.591 - Bruikbaar 0.735 0.723 0.580 Ontspannend 0.614 0.545 - karaktervol 0.612 - -

Uit tabel 5.5 blijkt dat wanneer een tijdschrift herkenbaarder is, een goede inhoud heeft,

kwalitatief goed is, interessant is, bruikbaar is, ontspannend is en karaktervol is, men het tijdschrift eerder zou aanbevelen aan anderen. Daarnaast is men ook eerder geneigd om losse nummers te kopen indien het tijdschrift interessant, bruikbaar en ontspannend is. Het imago attribuut bruikbaar heeft ook nog een sterke relatie met het nemen van een abonnement. In de volgende paragraaf worden aanbevelingen gedaan aan Bladkever B.V. over deze imago-attributen.

In document Identiteit en Imago (pagina 53-57)