• No results found

Samenvatting en conclusie

In document Momentum Beleggen (pagina 38-43)

In dit onderzoek is onderzocht of er in de Nederlandse aandelenmarkt sprake is geweest van een momentumeffect. In dit hoofdstuk wordt een samenvatting gegeven van de gevonden resultaten en er worden conclusies getrokken.

Uit dit onderzoek is gebleken dat er in de periode 1997-2003 sprake is geweest van momentumeffect in de Nederlandse aandelenmarkt. Er zou een rendement van 1,24 % per maand behaald kunnen worden door middel van het kopen van de aandelen die in de afgelopen zes maanden het best hebben gepresteerd en het short gaan in aandelen die in diezelfde periode het slechtst hebben gepresteerd. De winnaarsportefeuille behaalt een outperformance van 0,42% per maand, terwijl de verliezersportefeuille een underperformance behaalt van 0,82% per maand. De gevonden resultaten verschillen significant van nul op een 95% betrouwbaarheidsniveau.

Traditionele risicofactoren, zoals de bèta en de marktwaarde van de winnaars- en de verliezersportefeuille, blijken geen verklaring te kunnen geven voor de gevonden resultaten. De gevonden resultaten zijn in overeenstemming met resultaten uit eerdere onderzoeken, zoals Jegadeesh en Titman (1993 en 2001) en Rouwenhorst (1997).

Geconcludeerd kan worden dat er in de Nederlandse aandelenmarkt in de periode van 1997 tot 2003 sprake is geweest van een momentumeffect. Het in de werkelijkheid tot uitvoer brengen van de in dit onderzoek gebruikte momentumstrategie blijkt door verschillende oorzaken in de praktijk lastiger dan in theorie.

Voor particuliere investeerders is er het probleem dat er geen short posities aangehouden kunnen worden. Een particuliere investeerder heeft wel de mogelijkheid om te investeren in de winnaarsportefeuille. De outperformance, die hiermee behaald wordt, verdwijnt echter wanneer er rekening wordt gehouden met transactiekosten. Deze transactiekosten zijn de afgelopen jaren echter extreem gedaald. Toekomstig onderzoek moet uitwijzen of er door particuliere investeerders, met deze lagere transactiekosten, niet alleen op papier maar ook in de werkelijkheid momentumrendementen behaald kunnen worden.

Voor professionele investeerders bestaat er wel de mogelijkheid short te gaan in aandelen en de momentumstrategie in werkelijkheid tot uitvoer te brengen. De momentumstrategie behaalt, wanneer rekening wordt gehouden met de totale kosten, een positief rendement van 5,55% voor

de totale investeringsperiode van zes maanden. Dit resultaat verschilt significant van nul op een betrouwbaarheidsniveau van 95%. Een probleem voor professionele investeerders kan zijn dat, door de illiquiditeit van sommige aandelen, de gewenste omvang van de posities in de winnaars- en de verliezersportefeuille niet verkregen kan worden. Er kunnen door professionele investeerders momentumrendementen behaald worden, maar de absolute omvang van dit rendement is wellicht te gering om van economische waarde te zijn voor deze investeerders. Om te onderzoeken of de gekozen momentumstrategie voor professionele beleggers economische waarde heeft, moet nieuw onderzoek verricht worden. In dit onderzoek moeten alleen de aandelen die genoteerd staan aan de AEX- en de Midkapindex meegenomen worden.

Literatuurlijst

• Barber, B.M. en T. Odean (2000), Trading is hazardous to your wealth: The common stock investment performance of individual investors, Journal of Finance, Vol. 55, 773-806

• Barber, B.M., T. Odean en N. Zhu (2004), Systematic noise. Working paper, University

of California, Davis.

• Barberis, N., A. Shleifer en R. Vishny (1998), A model of investor sentiment, Journal of

Financial Economics, Vol. 49, 307-343

• Benartzi, S. en R. Thaler (2001), Naive diversification strategies in defined contribution plans, The American Economic Review, Vol. 91, 79-98

• Brailsford, T. (1992), A test for the winner-loser anomaly in the Australian equity market 1958-87, Journal of Business Finance & Accounting, Vol. 19, 225-241

• Case, K.E. en R.J. Shiller (1988), The efficiency of the market for single-family owners,

American Economic Review, Vol. 79, 125-137

• Chan, K.C. (1988), On the Contrarian Investment Strategy, The Journal of Business, Vol. 61, 147-163

• Chopra, N., J. Lakonishok en J.R. Ritter (1992), Measuring abnormal performance: Do stocks overreact, Journal of Financial Economics, Vol. 31, 235-268

• Conrad, J. en G. Kaul (1993), Long-term market overreaction or biases in computed returns, Journal of Finance, Vol. 48, 39-63

• Daniel, K., D. Hirshleifer en A. Subrahmanyam (1998), Investor Psychology and Security Market under- and Overreactions, The Journal of Finance, Vol. 53, 1839-1885

• DeBondt, W.F.M. en R.H. Thaler (1985), Does the stock market overreact?, Journal of

Finance, Vol. 40,793-805

• DeBondt, W.F.M. en R.H. Thaler (1987), Further evidence on investor overreaction and stock market seasonality, Journal of Finance, Vol. 42, 557-581

• De Long, J.B., A. Shleifer, L.H. Summers en R.J. Waldmann (1990), Positive-Feedback Investment Strategies and Destabilizing Rational Speculation, Journal of Finance, Vol. 45, 379-395

• Fama, E.F. (1965), The behavioral of stock markets, The Journal of Business, Vol. 38, 34-105

• Fama, E.F, L. Fisher, M.C. Jensen en R. Roll (1969), The adjustment of stock prices to new information, International Economic Review, Vol. 10, 1-21

• Fama, E.F. (1970, Efficient Capital Markets: A review of theory and empirical work, The

Journal of Finance, Vol. 25, 383-417

• Fama, E.F. (1991), Efficient Capital Markets: II, The Journal of Finance, Vol. 46, 1575-1617

• Fama, E.F. en K.R. French (1996), Multifactor Explanations of Asset Pricing Anomalies,

The Journal of Finance, Vol. 51, 55-84

• Frankel, J en K. Froot (1988), Explaining the demand for dollars: International rates of return and the expectations chartists and fundamentalists, in R. Chambers and P. Paarlberg, eds.; Agriculture, Macroeconomics, and the exchange rates (Westfield press, Boulder, CO)

• Hameed, A. en Y. Kusnadi (2000), Momentum Strategies: Evidence from the Pacific Basin Stock Markets, Journal of financial research, Vol. 25, 383-397

• Grundi, B.D. en J.C. Martin (2001), Understanding the nature of the risks and the source of the rewards to momentum investing, Review of Financial Studies, Vol. 14, 29-79 • Hong, H. en J.C. Stein (1999), A unified theory of underreaction, momentum trading and

overreaction in asset markets, Journal of Finance, Vol. 54, 2143-2184

• Hong, H., T. Lim en J.C. Stein (2000), Bad News Travels Slowly: Size, Analyst Coverage, and the Profitability of Momentum Strategies, Journal of Finance Vol. 55, 265-295

• Hurn, S. en V. Pavlov (2003), Momentum in Australian Stock Returns, Australian

Journal of Management, Vol. 28, 141-156

• Jegadeesh, N. (1990), Evidence of Predictable Behaviour of Security Returns, Journal of

Finance, Vol. 45, 881-898

• Jegadeesh, N. en S. Titman (1993), Returns to Buying Winners and Selling Losers: Implications for Stock Market Efficiency, Journal of Finance, Vol. 48, 65-91

• Jegadeesh, N. en S. Titman (2001), Profitability of Momentum Strategies: An Evaluation of Alternative Explanations, Journal of Finance, Vol. 56, 699-720

• Jensen, M.C. en G.A. Benington (1970), Random walks and Technical theories: Some additional evidence, Journal of Finance, Vol. 25, 469-482

• Jensen, M.C. (1978), Some anomalous evidence regarding market efficiency, Journal of

• Keim, D.B. (2003), The cost of trend chasing and the illusion of momentum profits,

Working paper, the Warton School, University of Pennsylvania

• Keown, A.J. en J.M. Pinkerton (1981), Merger Announcements and Insider Trading Activity: An Empirical Investigation, The Journal of Finance, Vol. 36, 855-869

• Kryzanowski, L. en H Zhang (1992), The contrarian investment strategy does not work in Canadian markets, Journal of Financial and Quantitative Analysis, Vol. 27, 383

• Lee, C.M.C. en B. Swaminathan (2000), Price momentum and trading volume, Journal of

Finance, Vol. 55, 2017-2069

• Lehmann, B.N. (1990), Fads, martingales and market efficiency, Quarterly Journal of

Economics, Vol. 105, 1-28

• Lesmond, D.A., M.J. Schill en C. Zhou (2002), The Illusory Nature of Momentum Profits, Journal of Financial Economics, Vol. 71, 349-380

• Levy, R.A. (1967), Relative strength as a criterion for investment selection, Journal of

Finance, Vol. 22, 595-610

• Levy, R.A. (1968), Measurement of Investment Performance, The Journal of Financial

and Quantitative Analysis, Vol. 3, 35-57

• Lewellen, J. (2002), Momentum profits and the autocorrelation of stock returns, Review

of Financial Studies, Vol. 15, 533-563

• Moskowitz, T.J. en M. Grinblatt (1999), Do industries explain momentum?, Journal of

Finance, Vol. 54, 1249-1290

• Odean, T (1999), Do investors trade too much?, The American Economic Review, Vol. 89, 1279-1298

• Poterba, J.M. en L.H. Summers (1988), Mean reversion in stock prices: Evidence and Implications, Journal of Financial Economics, Vol. 22, 127-59

• Power, D.M., A.A. Lonie en R. Lonie (1991), The over-reaction effect—Some UK evidence, The British Accounting Review, Vol. 23, 149-170

• Rouwenhorst, K.G. (1997), International Momentum Strategies, Journal of Finance, Vol. 53, 267-284

• Schwert, G.W. (2002), Anomalies and market Efficiency, NBER working paper series

9277 en in Handbook of the Economics of Finance

• Shiller, R.J. (1981), Do stock prices moves too much too be justified by subsequent changes in dividends?, The American Economic Review, Vol. 71, 421-436

• Thaler, R.H. (1987), Anomalies: The January effect, Journal of Economic Perspectives, Vol. 1, 197-201

• Tvesrsky, A. en D. Kahneman (1974) Judgement under uncertainty: Heuristics and biases, Science, Vol. 185, 1124-1131

In document Momentum Beleggen (pagina 38-43)