• No results found

In de inleiding van dit onderzoek is aangegeven dat de universiteiten geen goed inzicht hebben in de kosten van onderwijs en onderzoek. Inzicht verkrijgen in de kosten van onder-wijs en onderzoek, blijft een lastige materie in verband met normeringen en arbitraire keuzen. In dit hoofdstuk worden de samenvatting en conclusies gepresenteerd en enkele aanbevelin-gen gedaan.

6.1 Samenvatting en conclusie

Doelstelling van het onderzoek is het inzicht vergroten en transparanter maken van de kosten op het gebied van onderwijs en onderzoek bij universiteiten. Hierbij is gebruik gemaakt van een praktijkonderzoek bij de faculteit GW van de Universiteit Twente.

De leidraad voor het onderzoek is onderstaande vraagstelling geweest:

Welk instrument zou vanuit de theorie en praktijk bezien geschikt kunnen zijn om de transpa-rantie van de kosten op het gebied van onderwijs en onderzoek binnen de UT te vergroten, en hoe kunnen de praktische uitwerking en betekenis ervan, mede aan de hand van een praktisch voorbeeld bij de Universiteit Twente, nader worden toegelicht?

In het literatuuronderzoek zijn verschillende kostenverbijzonderingsmethodieken behandeld die het inzicht in de kosten van onderwijs en onderzoek bij Universiteiten kunnen vergroten. Aan de hand van onderstaande geformuleerde factoren en aandachtspunten (zie tabel 6) is gekozen voor een ‘productiecentra-achtige’ methode (PCM).

Kostenmethodieken

Aandachtspunten (factoren) PCM ABC TRAC

Gebruiksvriendelijkheid + +/- +/-

Diversiteit producten en complexiteit processen +/- + +

Homogeniteit van activiteiten +/- + +

Implementatiekosten +/- - -

+ = Positief - = Negatief +/- = Positief / negatief

Tabel 6. Overzicht van aandachtspunten bij kostenmethodieken PCM, ABC en TRAC.

De PCM methode is theoretisch en praktisch het meest geschikt bevonden voor het nieuwe kostenmodel voor de UT. Aan de hand van een uitgewerkte kostenverdeelstaat voor de faculteit GW, is in principe het inzicht in het gedeelte van de kosten van onderwijs en onder-zoek van de faculteit GW vergroot. Om de kosten te verbijzonderen naar de producten is er gebruik gemaakt van een drietal methodieken.

Bij de eerste methodiek is gebruik gemaakt van het taakuurmodel (TUM). Het TUM regi-streert per cursus de onderwijslast. Aan de hand van de resultaten van het TUM per afdeling zijn de kosten toegerekend aan onderwijs en onderzoek.

De tweede methodiek maakt gebruik van normeringen van de onderwijsinspanning van het wetenschappelijk personeel per ECTS. De norm van de onderwijsinspanning per ECTS is 1,47 uur van het wetenschappelijk personeel. Deze norm is vastgesteld na een onderzoek bij vier technische faculteiten van de UT in 2002.

Als derde en laatste methode is er gebruik gemaakt van normeringen per personeelscategorie. Om tot de capaciteit van het WP uren in onderwijs en onderzoek te komen, is er een norme-ring per personeelscategorie opgesteld. Aan de hand van deze normenorme-ring zijn de kosten toegewezen aan onderwijs en onderzoek. Tevens zullen indirecte kosten, indien mogelijk, direct worden toegewezen aan onderwijs of onderzoek.

De resultaten van de drie methodieken zijn in tabel 7 samengevat.

Procentuele verdeling kosten onderwijs en onderzoek

OW OZ

1. Methodiek met behulp van TUM 34% 66%

2. Methodiek met behulp van normering per ECTS 50% 50%

3. Methodiek met behulp van normeringen per personeelscategorie 51% 49%

Tabel 7. Overzicht uitkomsten

De verwachting bij betrokkenen binnen de UT was dat het aandeel van de kosten van onder-wijs nagenoeg gelijk is aan het aandeel in onderzoek. Deze veronderstelling is vooral geba-seerd op de situatie aan de batenkant, waar de procentuele verdeling 51% voor onderwijs en 49% voor onderzoek is.

Bij de eerste methodiek kan men de vraag stellen of het TUM wel een goed hulpmiddel is geweest om de kosten aan de kostendragers toe te rekenen. Want slechts 34% van de lasten wordt toegerekend aan onderwijs en 66% aan onderzoek. Dit komt doordat het aantal onder-zoekers en promovendi van de faculteit GW 40% van het wetenschappelijk personeel beslaat en een aantal afdelingen geen gebruik maken van het TUM.

De uitkomst van de tweede methodiek komt min of meer overeen met de veronderstelde verdeling. Echter, de vraag is of de normering die in 2002 is onderzocht nog wel juist is, aangezien het onderzoek zich richtte op technische faculteiten.

De methodiek met hulp van normeringen per personeelscategorie, geeft ondanks de arbitraire sleutels en normeringen wellicht het meest ‘passende’ inzicht in de totale kosten van onder-wijs en onderzoek bij de faculteit GW.

De conclusie is dat aan de hand van de uitgewerkte kostenverdeelstaat voor de faculteit GW het inzicht in het gedeelte onderwijs en onderzoek kon toenemen. De staat biedt inzicht in de kosten waardoor de kostenverdeelstaat enigszins als management tool kan worden gezien. Echter, men moet op dit moment oppassen met het trekken van conclusies op basis van de kostenverdeelstaat in bijlage 9, aangezien het model -vanwege het ontbreken van feitelijke gegevens- gebaseerd is op normeringen en soms misschien arbitraire keuzes.

Wil men precies te weten komen hoeveel uren en dus hoeveel kosten een wetenschapper maakt voor onderwijs en onderzoek, dan dient men integraal tijd te schrijven. Het integraal tijdschrijven, dat overigens ook niet zonder problemen is (hoe nauwkeurig zijn de geregi-streerde gegevens bijvoorbeeld?), zou de oplossing kunnen zijn om het inzicht in de kosten van onderwijs en onderzoek mogelijk te maken en om de norm te toetsen. De UT dient met het eventuele invoeren van integraal tijdschrijven rekening te houden met gedragsaspecten en de cultuur van de organisatie, aangezien het ter sprake brengen van tijdschrijven de meest uiteenlopende en emotionele reacties oplevert.

De aanbeveling is dat de kostenverdeelstaat ook voor de andere faculteiten wordt ingericht. Bij de invoering van de kostenverdeelstaat bij de andere faculteiten zal er goed naar de nor-meringen gekeken moeten worden. Voor acceptatie van het model en het verkrijgen van de

gewenste transparantie is het van belang dat de buitenwereld vertrouwen heeft in de bereke-ningswijze.

In de toekomst kan worden gedacht aan een bekostigingsmodel waar de faculteiten en institu-ten afspraken maken over de te leveren onderwijs- en onderzoeksprestaties. Hier kan dan een prijs voor worden berekend met behulp van een integrale kostencalculatie.

Het invoeren van een integraal tijdschrijfsysteem in de toekomst is wellicht de beste oplossing om de kosten meer inzichtelijk te maken. Daarom is het van belang dat er een werkgroep in het leven wordt geroepen die de discussie, die tijdschrijven met zich meebrengt, alvast op-start.

Literatuurlijst

Boeken:

- Bogt, H.J. ter, 1997, Neo-institutionele economie, management control en verzelfstan-diging van overheidsorganisatie, Capelle aan den Ijssel, Labyrint Publication.

- Groot, T.L.C.M., en Van Helden, G.J., 2003, Financial management van non profit organisaties, Groningen, Stenfert Kroese.

- Humphrey, C., en B. Lee, 2004, The real life guide to accounting research: a behind the scenes view of using qualitative research methods, Oxford, Elsevier.

- Merchant, K.A., en W.A. van der Stede, 2003, Management control systems; Per-formance Measurement, Evaluation and Incentives, Harlow, Pearson Education Lim-ited.

- Van der Schroeff, H.J. en J.G. Groeneveld, 1988, Kosten en kostprijs, Utrecht / Ant-werpen, Uitgeverij L.J. Veen B.V.

- Vugt G.W.M. van, 1997, Budgetsubsidiëring in theorie en praktijk, Alphen aan den Rijn, Samsom.

- Zimmerman, J.L., 2005, Accounting for decision making and control, New York, McGraw-Hill.

Artikelen:

- Acton, D.D., en W.D.J. Cotton, 1997, Activity-based costing in a university setting, Journal of cost mangement, Vol. 11, Issue 2, pp. 32-38.

- Boer, E., Helden, G.J., en H. van der Wal, 2000, ABC, evolutie of revolutie?, Mana-gement control & accounting, Issue 6, pp. 18-28.

- Bogt, H.J. ter, 2006, Ambities en werkelijkheid van New Public Management : de moeizame managementvernieuwingen bij lagere overheden in Nederland, Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, Vol. 80, Issue 4, pp. 170-179.

- Budding, G.T., en T.L.C.M. Groot, 2003, New Public Management: grondslagen en effecten, Vol. 88, Issue 4420, pp. 556-558.

- Commissie Chang, 2006, Eindrapport commissie dynamisering, investeren in dyna-miek.

- Cropper, P., en R. Cook, 2000, Activity-based costing in Universities – Five years on, Public money & management, vol. 20, Issue 2, page 61-68.

- Groot, de H., 2000, Financieel management in de non-profitsector: uitdaging voor controllers, Vol. 20, Issue 6, pp. 48-52.

- Hakvoort, J.L.M., en H.L. Klaassen, 2004, Nut en noodzaak van kostprijzen in de pu-blieke sector, Bestuurskunde : orgaan van de Vereniging voor Bestuurskunde, Issue 4, pp. 191-199.

- Helden, G.J. van, en E.P. Jansen, 2003, New public management in Dutch local gov-ernment, Local Government Studies, Vol. 29, Issue 2, pp. 68-88.

- Joint Costing and Pricing Steering Group, 2005, Transparent approach to costing; an overview of TRAC, Bristol higher education funding council for England (HEFCE). - Jongbloed, B., en H. Vossensteyn, 2002, Bekostiging van hoger onderwijs: tijd voor

keuzes, TH&MA: Tijdschrift voor hoger onderwijs & management, vol. 9, Issue 5, pp. 27-31.

- Jongbloed, B., en C. Salerno, 2003, De bekostiging van het Universitaire Onderwijs en Onderzoek in Nederland: Modellen, Thema’s en Trends, Center for Higher Education Policy Studies, Enschede.

- Pomp, M., e.a., 2003, Prikkel de prof, een analyse van de bekostiging van universitair onderzoek, CPB document.

- Port, J. en J. Burke, 1989, Why higher education must lean its ABC, Public Finance and Accountancy, pp. 12-13

- Valderrama, T.G., en R. Del Rio Sanchez, 2006, Development and Implementation of a University Costing Model, Public money & management, Vol. 26, Issue 4, pp. 251-256.

- Verbeeten, F.H.M., 2005, New Public Management bij Nederlandse overheids- en non-profitorganisaties: stand van zaken, Management accounting, Vol. 79, Issue 1-2, pp. 25-32.

- Vijlder, F. de, 2002, Vraag- en aanbodfinanciering in het hoger onderwijs, TH&MA: Tijdschrift voor hoger onderwijs & management, vol. 9, Issue 5, pp. 50-52.

Internet:

- www.utwente.nl

- www.minocw.nl

- www.vsnu.nl