• No results found

4.3. Resultaten en bevindingen vragenlijst leerlingen

4.3.1. Samenvatting van de antwoorden

Samenvattend schijnen leerlingen redelijk goed geïnformeerd te zijn over de generieke eisen maar wordt dit verder niet buiten de lessen Engels om besproken. Dit kan te wijten zijn aan (zoals al meerdere keren benoemd) het ontbreken van regelgeving over communicatie naar de leerlingen toe. Alhoewel de niveaus voor de CO klas iets beter op niveau ligt geven de

leerlingen gemiddeld aan toch onder hun niveau te werken met de generieke eisen. Met leuzen zoals 'dit is te makkelijk' wordt nogmaals de claim bevestigd die Schols maakte toen hij zei dat 'leerlingen nu deelnemen aan toetsen die eigenlijk beneden hun niveau zijn.' (Schols, 2014, p.1.) Een positief punt is de tijd die de leerlingen krijgen voor de toetsen al zijn

sommige 'snel klaar', aldus zijzelf. Minder positief zijn de vragen die als 'verwarrend' worden ervaren. Uit mijn eigen ervaring heb ook meegemaakt dat vragen onduidelijk zijn of

35 om de toetsen te maken sprong er wel tussen uit. Omdat (zoals al gesteld) de leerlingen al duidelijkheid hebben over de toetsen vinden zij het waarschijnlijk niet erg om te maken. Uit het contact met Babet heb ik ook te horen gekregen dat haar indruk is 'dat de leerlingen het niet vervelend vinden om de toetsen en examens op de computer te maken'. De leerlingen willen dit echter wel doen in combinatie met meer les. Dit is volgens mij een bevestiging dat de leerlingen zelf ook meer aandacht aan het vak Engels willen besteden behalve het ene uurtje in de week zoals het nu gaat.

36 5. Conclusie en aanbeveling

Het doel van dit onderzoek was om erachter te komen wat de invloed is van de generieke eisen op het vak Engels binnen het ROC College Zuid.

Uit de interviews die ik met docenten en medewerkers heb afgenomen blijkt dat het erg veel administratie met zich meebrengt zowel vóór als ná de les; toetsen klaarzetten en naderhand beoordelen brengt erg veel werk met zich mee. Ook neemt het in relatieve zin veel lestijd in, lestijd die bij voorbaat al schaars is voor Engels. Als er heel feitelijk wordt gekeken naar het aantal uren beschikbaar komt men erachter dat deze ver beneden de maat zijn; er is net genoeg tijd om één vaardigheid goed te behandelen als we de standaarden nemen die op de ERK eisen zijn gebaseerd. Dit heeft als gevolg dat er niet in voldoende mate voldaan kan worden aan de wensen en verwachtingen van studenten als het gaat om Engels. Naast tijd speelt ook communicatie een rol; er is geen duidelijk regelgeving voor docenten met

betrekking tot het communiceren van de doelen van de generieke eisen met de leerlingen. Er blijkt echter ook uit de interviews dat als de generieke eisen als nulmeting kunnen worden gebruikt en zodoende kunnen worden toegepast voor differentië in de klas en dat dit hele positieve effecten heeft.

De leerlingen geven zelf ook aan meer Engels te willen hebben; ze vinden het niet erg dat de toetsen er zijn maar willen alsnog wel meer lestijd om te werken aan hun persoonlijke

aandachtspunten. De leerlingen zijn echter wel kritisch op punten zoals niveau, inhoud van de toets en de snelheid waarmee de toetsen gemaakt worden.

Concluderend lijkt het wel alsof de adviezen voor zorgvuldige uitwerking en vertaling van de referentieniveaus naar gelijkwaardige examenprogramma’s en de adviezen tegen verhoging van de werkdruk, door de MBO en PO raad respectievelijk, in de wind is geslagen tijdens de implementatie van de generieke eisen voor Engels, met alle gevolgen die hierboven zijn

37 geconstateerd. Dit komt niet helemaal als een verrassing als men zich ook herinnert dat de veldraapleging onder docenten en schoolleiders maar heel vaag en oppervlakkig aan bod kwam.

Tenzij er wettelijk verandering worden doorgevoerd, zal het MBO nog lang met deze

generieke eisen moeten werken. Daarom is het noodzakelijk dat men zich gaat aanpassen op de generieke eisen omdat er geconcludeerd kan worden dat zowel docenten als leerlingen namelijk uit de huidige constructie geen voordeel halen.

Mijn aanbeveling aan het ROC is daarom ook ten eerste om meer Engels aan te bieden aan de leerlingen. Leerlingen geven aan dit zelf ook te willen en door meer lestijd kan er ook betere differentiatië in de klas plaatsvinden en kunnen de docenten beter aan de wensen van

leerlingen voldoen. Ook stel ik een informatiepunt voor; dit idee zou zich bijvoorbeeld kunnen manifesteren in een centraal punt voor informatie over de generieke eisen (denk regelgeving van beroepsgerichte eisen versus generieke eisen, planning, etc.) voor docenten

en ander personeel. Dit zou voor heel veel opheldering zorgen als het gaat om constructies,

uitzonderingen en beleidsvorming die te maken hebben met de generieke eisen. Als laatste kan ik ook een algemene regelset aanbevelen voor Engels docenten hoe zij het beste de informatie over de generieke kunnen vertellen aan de leerlingen; een kleine pilot met daarin veelgestelde vragen en antwoorden en een beknopte samenvatting zou hierbij kunnen helpen. Eenheid qua uitleg van alle docenten geeft door de leerlingen ook immers veel structuur.

38 6. Reflectie

In deze reflectie wil ik uiteenzetten hoe het hele proces van onderzoeken is gegaan en wat mijn ervaringen zijn geweest. Een onderzoek is bij uitstek al een uitdagende taak, maar de keuze van mijn onderwerp heeft daar een extra dimensie aan gegeven.

Ik koos mijn onderwerp onder andere nadat ik met mijn stagebegeleidster over het onderzoek had gesproken. We hadden het over onderwerpen en toen opperde zij dat ik het zou kunnen doen over de generieke eisen; een actueel onderwerp waar ik heel veel kanten mee op kan. Dit bleek ook zeker zo te zijn. Sterker nog, ik heb vooral veel moeite gehad met concrete grenzen binnen het onderwerp te trekken. Dit is ook de feedback die ik van mevrouw Verbeek kreeg toen zij mijn eerste versie van het onderzoek nakeek; het onderwerp kan op een micro-niveau worden uitgewerkt (zoals in mijn geval), maar het kan zelfs landelijk of internationaal worden bekeken. Ik ben daarom erg blij dat ik zo goed ben geholpen om de concrete grenzen van het onderzoek aan te geven.

Een actueel onderwerp was dus het uitgangspunt. Dit bracht echter in het beginstadium van mijn onderzoek een probleem met zich mee, namelijk dat het zo een nieuw onderwerp is dat er bijna geen bronnen of onderzoeken over te vinden. Hierdoor ben ik echter wel uitgedaagd om in de diepste grotten van het internet te graven naar geschreven stukken over de generieke eisen. Later bleek ook dat deze tekortkoming aan informatie ook een rol speelt bij personen die in aanraking komen met de generieke eisen. In dat opzicht ben ik tevreden met het feit dat ik dit vervelende feit toch concreet in mijn onderzoek kon opnemen en dit punt zelfs kon laten terugkomen in de aanbeveling. Kijkend naar de lange termijn kan dit iedereen ook nog ten goede komen: we moeten nog zeker een aantal jaren doorgaan met het afnemen van de generieke examens. Als MBO docenten nu al in de eerste paar jaar na de introductie hiervan de problemen kunnen aanpakken kan dit er voor zorgen dat men in de toekomst niet meer

39 tegen dezelfde vervelende situaties aanloopt waar de docenten zich vroeger in hebben

bevonden. Vanuit die optiek ben ik ook in de veronderstelling dat mijn onderzoek iets concreets en reëels heeft bijgedragen aan het gedachtepatroon/werkwijze van mijn LIO- school.

In de dataverzameling ben ik ook heel erg geholpen. Zowel door de docenten (die hun tussenuren opgaven om door mij geïnterviewd te worden of mijn talloze mailtjes te

beantwoorden) als door de studenten, waar het eigenlijk allemaal om draait. Hierin verdienen de leerlingen echt mijn complimenten; zij waren ook erg meewerkend in zowel mijn

vragenlijsten als in de discussies die ik met hen heb gevoerd in de klas. Ook reageerden zij allemaal zeer volwassen op de situatie voor Engels op dit moment en waren daarom ook zeer te spreken over het feit dat ik hier een onderzoek naar deed en er verandering in wilden brengen.

Afsluitend kan ik eindigen met een zeer positief punt; dankzij de onderzoeksresultaten die ik al rond 15 mei heb gepresenteerd aan mijn collega’s is er nu hogerop in de directie werk in gang gezet om voor het komende schooljaar (2014-2015) de leerlingen minsten twee keer per week Engels aan te bieden.

Ik wil graag al mijn collega’s en leerlingen bedanken voor het meewerken aan dit onderzoek. Desiree Verbeek voor al haar behulpzaamheid en inspiratie, Boba Schromova en Naïla Harhour voor al hun input en natuurlijk al mijn vrienden waarbij ik stoom af kon blazen als alles weer even teveel werd.

40 7. Literatuurlijst

Boeken en documenten zijn genoteerd in de volgorde waarin deze voorkomen in het onderzoek.

7.1. Boeken

Marx, K. (1973). vanuit het Engels: De Achttiende Brumaire van Louis Bonaparte St. Ives: Penguin Publishers

Harinck, F. (2009). Basisprincipes praktijkonderzoek (8e dr.). Antwerpen: Apeldoorn Garant