• No results found

Samenvatting antwoorden uit de enquête

In document Wiki’s binnen interne communicatie (pagina 69-90)

II.1 Demografische gegevens enquête

Om een idee te krijgen van de eigenschappen van de gebruikers van de wiki is er gevraagd naar de leeftijd en het opleidingsniveau van de respondenten. Op deze vraag gaven 85 mensen antwoord: 10,6% is jonger dan 25 jaar, 22,4% is tussen de vijfentwintig en vijfendertig, 24,7% is tussen de vijfendertig en vijfenveertig jaar, 35,3% is tussen de vijfenveertig en vijfenvijftig jaar en ten slotte is 7,1% boven de vijfenvijftig.

Het opleidingsniveau valt uiteen in een merendeel die hoger opgeleid zijn (HBO 49,4% of universitair 22,4%). Er is één respondent die een LBO-opleiding heeft gedaan en 27,1% heeft de middelbare school als hoogst afgeronde opleiding. In totaal gaven ook op deze vraag 85 mensen een antwoord.

II.2 Het gebruik van de wiki

Het gebruik van de wiki door medewerkers van NDC|VBK is een duidelijk voorbeeld van the long

tail. Dat houdt in dat het merendeel van de gebruikers slechts leest en geen aanpassingen doet of

pagina’s toevoegt. Er is een kleine minderheid die vaak een pagina aanpast of nieuwe pagina’s toevoegt.

De eerste vraag over het gebruik ging dan ook over de vraag hoe vaak een respondent een pagina op de wiki heeft bekeken. Het totaal van respondenten die deze vraag beantwoordden kwam op 83, waarvan 9,6% nog nooit op de wiki had gekeken. Verder heeft 32,5% minder dan vijf keer een pagina bekeken, 34,9% heeft vijf tot twintig een pagina bekeken, 16 ,9% bekeek twintig tot vijftig keer een pagina en tot slot gaf 6% aan meer dan vijftig een pagina bekeken te hebben.

A

a

n

ta

Vervolgens is bevraagd hoe vaak men een pagina heeft aangepast. Ook deze vraag werd door 83 mensen beantwoord, waarvan het merendeel (68,7%) nooit een aanpassing heeft gedaan. Verder heeft ruim 19,3% minder dan vijf keer een pagina bewerkt, 8,4% vijf tot twintig keer, 2,4% twintig tot vijftig keer en tot slot heeft 1 respondent (1,2%) meer dan vijftig keer een pagina aangepast.

Tot slot is de zwaarste vorm van contributie aan de wiki bevraagd, hoe vaak heeft men een pagina toegevoegd? Ook deze vraag werd door 83 mensen beantwoord, waarvan 73,5% nooit een pagina heeft toegevoegd. Door 20,5% werd minder dan vijf pagina’s toegevoegd, 4,8% voegde vijf tot twintig pagina’s toe, er was niemand die twintig tot vijftig pagina’s heeft toegevoegd en er was weer één respondent (1,2%) die meer dan 50 pagina’s toevoegde.

II.3 Favoriete middel per soort informatie

Bij deze vraag was het doel om de respondent aan te laten geven welk middel hij bij voorkeur zou gebruiken per soort informatie. De verkorte omschrijvingen in de tabel hieronder staan voor “de werkinstructies die u nodig heeft wanneer u begint aan een nieuwe baan”, “informatie over hoe ik een feestje moet organiseren”, “uitleg over P&O-regelingen”, “instructies voor de software die ik gebruik” en tot slot “werkplanningen”. De tabel bestaat uit de antwoorden op vijf verschillende vragen, die allen door 75 respondenten zijn beantwoord.

Mondeling Papier Intranet E-mail Wiki Anders

Werkinstructies 30 18 8 8 9 2

Feestinstructies 9 5 15 14 17 15

P&O-regelingen 3 6 50 2 14 0

Software instructies 3 10 21 10 29 2

Werkplanningen 2 15 10 23 15 10

Werkinstructies wordt door 40% het liefst mondeling ontvangen (30 respondenten) of door 24% op papier (18). Op afstand worden deze groepen gevolgd door 10% die een voorkeur had voor het

intranet (8 respondenten), ook 10% voor e-mail (8) en ten slotte 12% voor de wiki (9). Twee respondenten zouden de werkinstructies graag op een andere manier ontvangen. Informatie over hoe een feest georganiseerd moet worden komt van de Facilitaire Dienst, waarbij de wiki bij 23% een lichte voorkeur heeft (17 respondenten). Opvallend is hier dat 20% (15 respondenten) geen van deze communicatiemiddelen vinden passen bij dit type informatie.

P&O-regelingen worden door 66,7% het liefst via het intranet ontvangen (50 respondenten). Van de overigen gaf 18,7% zijn voorkeur voor de wiki (14), 8% voor papier (6), 4% voor de categorie mondeling (3) en de overige 2,7% sprak haar voorkeur uit om deze via e-mail te ontvangen (2). De instructies voor software is vervolgens het eerste type informatie dat 38,7% van de respondenten het liefst via de wiki krijgt (29 antwoorden). Het intranet wordt hier door 28% genoemd (21 respondenten), gevolgd door 13,3% met een voorkeur voor e-mail (10), ook 13,3% voor papier (10) en tot slot 4% voor mondeling (3). Twee respondenten (2,7%) zouden deze informatie graag anders krijgen.

Tot slot vindt 30,7% van de meeste respondenten dat werkplanningen het beste via e-mail verspreid kunnen worden (23 maal). De wiki krijgt de voorkeur van 20% (15), net als de papieren verspreiding (ook 15 respondenten). Van de overigen ziet 13,3% (10 respondenten) werkplanning graag op intranet, 2,7% (2) krijgt de planning graag mondeling door en ook 13,3% (10) vindt geen van deze middelen passend.

II.4 Wiki – algemeen

Net als bij de professionals is bij deze enquêtes ook een aantal basisvragen over wiki gesteld. Deze werden door 67 mensen beantwoord en de antwoorden worden in deze paragraven behandeld. De grafieken hieronder laten zien dat 40,3% de wiki niet moeilijk, maar ook niet makkelijk vindt werken (27 respondenten). Daarnaast 35,8% (24 mensen) het eens met de stelling dat de wiki eenvoudig werkt, 11,9% (8) is het hier zelfs zeer mee eens. Ook 9% (8) vindt de wiki niet makkelijk werken, waarvan 3% (2 personen) het zelfs zeer oneens is met de stelling.

Een kleine meerderheid vindt het een voordeel dat de wiki door iedereen kan worden bewerkt, 31,3% van de respondenten (21 mensen) is het daarmee eens, 14,9% (10) zelfs zeer mee eens. Toch geeft 34,3% (23 respondenten) aan dat zij het niet eens, maar ook niet oneens zijn met de stelling dat het een voordeel is dat iedereen de informatie op de wiki kan bewerken. Verder is 13,4% (9) het hier niet mee eens en 5,9% (4 mensen) vindt het zelfs een groot nadeel.

Vervolgens de stelling dat de wiki een goede aanvulling is op de huidige middelen voor interne communicatie bij NDC|VBK. Van de respondenten is 10,4% (7) het daarmee oneens en 4,5% (3) zeer oneens. Van de overigen was 29,8% (20 respondenten) het niet eens, maar ook niet oneens met

de stelling. Tot slot was 34,3% (37) het eens met de stelling en 20,9% (14 respondenten) was het hier zeer mee eens.

A

a

n

ta

II.5 Bevorderen van betrokkenheid

De eerste stelling is om te bepalen of mensen meer over de organisatie te weten komen door de wiki: “naast informatie die ik nodig heb voor mijn functie lees ik ook graag andere informatie”. De stelling werd door 67 mensen beoordeeld, waarvan 32,8% het ermee eens was (22 respondenten) en 37,3% zeer mee eens (25). Oneens met de stelling werd aangegeven door 8,9% (6), 3% (2) was het zelfs zeer oneens. Tot slot was 17,9% (12 mensen) het niet eens, maar ook niet oneens met de stelling.

Bij de stelling die daarop volgde bleek dat mensen niet veel over privé-zaken op de wiki schrijven. Maar liefst 82% (55 respondenten) gaf aan het zeer oneens te zijn met de volgende stelling: ik schrijf op de wiki ook over privé-zaken. Verder gaf 5,9% (4 mensen) aan dat zij het oneens waren met de stelling en 10,4% (7 personen) was het niet eens, maar ook niet oneens met de stelling. Tot slot gaf 1,5% (1 persoon) aan wel privé-zaken op te schrijven en was niemand het zeer eens met de stelling.

II.6 Veiligheid en betrouwbaarheid van informatie

De eerste stelling binnen dit onderdeel luidde: ik vertrouw informatie op de wiki. Van de 67 mensen die antwoorden, was 38,8% (26 respondenten) het niet eens, maar ook niet oneens met de stelling. Van de overigen was 35,8% (24) het eens, en 10,4% (7) het zeer eens met de stelling. In totaal vertrouwen 10 mensen de informatie op de wiki niet, 10,4% (7 respondenten) was het oneens met de stelling en 4,4% was het zelfs zeer oneens (3).

Opgeteld was ruim 80 % van de respondenten het eens met de stelling dat het prettig is dat bij ieder artikel staat wie het geschreven heeft (ook deze vraag werd door 67 mensen beantwoord). Dat viel uiteen in 47,7% “mee eens”-stemmers (32 respondenten) en 32,8% (22) was het zeer eens met de stelling. Verder gaf 11,9% (8 respondenten) aan het niet eens, maar ook niet oneens te zijn. Van de overige respondenten was 3% het oneens met de stelling en 4,5% het zeer oneens.

Vervolgens werd gevraagd om een stelling te beoordelen die ging over de drempel om te delen die wellicht ontstaat omdat de naam van de bijdrager zichtbaar is: omdat mijn naam bij elke wijziging staat heb ik minder de neiging om wijzigingen te doen. Van de 67 respondenten was 23,8% het

daarmee oneens (16) en 32,8% het er zeer meer oneens (22). Verder had 34,3% (23 mensen) geen duidelijke voorkeur en gaf van de overige respondenten 4,4% (3 personen) aan dat ze eens zijn met de stelling. De laatste 4,4% (3) gaf aan dat ze het zelfs zeer eens zijn met de stelling dat de zichtbaarheid van hun naam een drempel opwerpt om te delen.

Tot slot werd de volgende stelling voorgelegd: het is goed om een redactie te hebben die de kwaliteit van de wiki bijhoudt. Niemand was het daar zeer mee oneens, 8,9% (6 personen) was het wel “oneens”. Het overgrote merendeel was het “eens” (26,9% of 18 respondenten) of “zeer eens” (47,7% of 32 personen) met de stelling. Verder was 16,4% (11 mensen) het niet eens, maar ook niet oneens met de stelling.

A

a

n

ta

II.7 Organisatiecultuur

Er werd zeer verdeeld gereageerd op de volgende stelling: ik werk in een organisatie waarin het gebruikelijk is om zoveel mogelijk informatie te delen. Van de 67 mensen die reageerden was 7,4% (5 personen) het zeer oneens en 16,4% (11) het zeer eens met de stelling. Van de 51 mensen daar tussenin was 22,4% het oneens (15 respondenten) en 26,8% was het niet eens en ook niet oneens met de stelling (18). Tot slot gaf ook 26,8% aan het eens te zijn met de stelling (18 personen).

Vervolgens werd gekeken of het delen van informatie wordt gestimuleerd door de organisatie. De grootste groep van 28 respondenten (41,8%) was het daar niet mee eens, maar ook niet mee oneens. Verder was 17,9% het oneens (12 personen) en 4,5% (3) het zeer oneens met de stelling. Aan de positieve kan was 26,9% (18 respondenten) het eens en 9% (6) het zeer eens met de stelling dat het door de organisatie wordt gestimuleerd om meer informatie met collega’s te gaan delen.

A

a

n

ta

II.8 Structurering van informatie

Allereerst is hier bekeken of mensen makkelijk hun weg vinden in de wiki. Het grootste deel van de 68 respondenten (41,1% of 28 personen) was het niet eens, maar ook niet oneens met de stelling: ik vind makkelijk mijn weg in de wiki, informatie staat op een logische plaats. Verder was 29,4% (20 personen) het eens met de stelling, 5,8% (4) was het zeer eens. Oneens met stelling was 17,6% (12) van de respondenten en 5,8% (4) was het hier zeer mee oneens.

De tweede stelling bekeek of respondenten het idee hebben dat het duidelijk is waar ze nieuwe pagina’s neer moeten zetten in de wiki. Een minderheid gaf aan hier geen problemen mee te hebben, 18,7% (12 van de 64 respondenten) was het eens en 1,6% zeer eens (1) met de stelling. Verder was 51,6% (33 respondenten) het niet eens, maar ook niet oneens met de stelling en waren de overige respondenten niet zeker waar zij nieuwe pagina’s moeten plaatsen. Zij gaven aan het oneens (21,9% of 14 personen) of zeer oneens (6,3% of 4 respondenten) te zijn met de stelling. Als laatste onderdeel van dit structuurdeel werd gekeken of men liever de boomstructuur of de zoekfunctie van de wiki gebruikt op deze vraag werd door 65 mensen beantwoord. Voor een

belangrijk deel van de respondenten maakt het niet uit; 33,8% (22 personen) gaf aan het niet eens, maar ook niet oneens te zijn met de stelling: om informatie te vinden gebruik ik eerder het zoekveld dan de boomstructuur aan de linkerkant. Verder gaf 30,8% (20 personen) aan dat ze het eens waren met de stelling en 13,8% zelfs zeer meer eens (9 personen), zij hadden dus een voorkeur voor de zoekfunctie. De 14 overige mensen gaven aan het oneens (13,8% of 9 personen) of zeer oneens (7,7 % of 4 personen) te zijn met de stelling.

II.9 Wikisoftware

Dit onderdeel bekijkt of de respondenten de gebruikte wikisoftware gemakkelijk vinden en of ze die usability belangrijk vinden. Eerst beoordeelden de respondenten de volgende stelling: ik vind het belangrijk dat de software van de wiki gemakkelijk is. In totaal beantwoorden 64 personen deze stelling; slechts 1,5% (één persoon) was het daar niet mee eens, niemand was het zeer oneens met de stelling. De grote meerderheid was het zeer eens (45,3% of 29 personen) en nog eens 35,9% (23 personen) was het eens met de stelling. De overige 17,1% (11) was het niet eens, maar ook niet oneens met de stelling.

Tot slot werd bekeken of respondenten het makkelijk vonden om een nieuwe pagina toe te voegen aan de wiki, 65 mensen beoordeelden deze stelling. Hier gaven de meeste mensen aan het niet makkelijk, maar ook niet moeilijk te vinden (47,7% of 31 respondenten). Verder gaf een groot deel aan geen moeite te hebben om een nieuwe pagina toe te voegen en antwoordden eens (35,4% of 23 personen) of zeer eens (4,6% of 3 personen). Tot slot gaf 12,3% (8 mensen) aan moeite te hebben met het toevoegen van een pagina, zij vulden “oneens” in.

In document Wiki’s binnen interne communicatie (pagina 69-90)