• No results found

Ruimtelijke effecten als gevolg van het Global economy scenario

In document Aandacht voor veiligheid (pagina 132-137)

Als gevolg van de combinatie “Nul referentie” met het Global Economy scenario is te zien dat er veel woongebied bij komt. In Brabant groeit de rij steden van Roosendaal tot Den Bosch aan elkaar (Figuur 7.5). Daarnaast groeit Eindhoven sterk. Maar ook ten oosten en zuiden van de Veluwe, rondom Maastricht, rondom Almelo en Hengelo en rondom Groningen groeien agglomeraties sterk. Opvallend is dat volgens het model (de Ruimtescanner) in de Randstad na 2040 relatief weinig ruimte is voor uitbreiding van woon- en werkgebieden en tussen 2040 en 2100 vindt verandering in het ruimtegebruik dan ook voornamelijk plaats buiten Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. In het trendscenario wordt 1.734 ha stedelijk gebied ontwikkeld in de ecologische hoofdstructuur. Ongeveer 143.000 ha grond met een hoge landschappelijke kwaliteit wordt volgebouwd. De grote economische groei, en de hoeveelheid ruimte voor wonen en werken geven Nederland een goed internationaal vestigingsklimaat. Door de grote mate van verstedelijking verslechtert echter de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. In de oplossingsrichting Randstad Veilig waarin grote delen van de Randstad worden opgehoogd vindt veel van de verstedelijking plaatsvindt op de terpen. Zo is er sterke verstedelijking te zien op de terpen tussen Rotterdam en Utrecht en tussen Alkmaar en Enkhuizen. De groei van verstedelijking op deze terplichamen neemt de stedelijke ontwikkelingen in de lage delen van de Randstad over. In totaal wordt ongeveer 110.000 ha

131

aan woon en werkgebied gebouwd op terpen. Ten opzichte van de oplossingsrichting “Nul referentie” wordt in de oplossingsrichting Randstad Veilig ongeveer 200 ha meer van de EHS afgehaald. Ook vindt veel minder (3.000 ha) stedelijke ontwikkeling plaats. In hoeverre de oplossingsrichting Randstad Veilig zou bijdragen aan een aantrekkelijker internationaal vestigingsklimaat is moeilijk te zeggen, maar het concept van terpen en dijken zou wel tot een grotere internationale uitstraling kunnen leiden. Door de ontwikkeling op terpen wordt de verstedelijking iets verspreid over langwerpige linten van terpen. Hierdoor zijn voor meer mensen recreatiemogelijkheden en natuurgebieden dichterbij, wat positief is voor de fysieke leefomgeving.

Bij de eilandenoplossingsrichting zal een deel van de verstedelijking in de Randstad plaatsvinden op de nieuwe eilanden. Dit heeft tot gevolg dat de verstedelijking in de Randstad (op het “oude land”) ietwat beperkt wordt. Het gevolg is dat in het Groene Hart iets minder wordt gebouwd, en bij de kust juist iets meer door de aanzuigende werking van de nieuwe eilanden. Daardoor zal (ten opzichte van “Nul referentie”) bijvoorbeeld in het Westland meer stedelijk gebied worden ontwikkeld en, wat verder landinwaarts, bij Alphen aan de Rijn minder. In totaal wordt ongeveer 6.200 ha aan woon- en werkgebied gebouwd op de eilanden. Ten opzichte van de Nul referentie oplossingsrichting wordt een te verwaarlozen 15 hectare meer van de EHS afgenomen. Dit gebeurt overigens vooral in de kustgebieden. In vergelijking met Nul referentie wordt minder (1.000 ha) gebouwd in gebieden met een hoge landschappelijke kwaliteit. De ontwikkeling van eilanden zou enerzijds als een typisch Nederlandse praktijk kunnen leiden tot een grotere internationale uitstraling. Anderzijds hebben de eilanden mogelijk een aanzuigende werking op transport van en naar de eilanden. In deze oplossingsrichting is de verstedelijking verder verspreid dan bij de oplossingsrichting Nul referentie. Recreatiemogelijkheden en natuurgebieden liggen daardoor dichterbij woongebieden, wat de kwaliteit van de fysieke leefomgeving ten goede komt.

Ook bij de brede kust oplossingsrichting (een verbreding van 5-15 km) zal een deel van de verstedelijking in de Randstad plaatsvinden op delen van de nieuw aangelegd kuststrook. Dit heeft eveneens tot gevolg dat de verstedelijking in de “oude” Randstad beperkt wordt. Deze ontwikkelingen zal voor de kust een aanzuigende werking hebben. Daardoor verschuift een deel van de verstedelijking naar de westkant van de Randstad. Bijvoorbeeld rond Alphen aan de Rijn verdwijnt veel van de verwachtte verstedelijking. In totaal wordt ongeveer 7.200 ha aan woon en werkgebied gebouwd op de verbreedde kuststrook. Ten opzichte van de Nul referentie wordt ongeveer 50 ha meer van de EHS afgenomen, vooral bij de Noordzeekust. Ook wordt meer (800 ha) gebouwd in gebieden met een hoge landschappelijke kwaliteit. Deze oplossingsrichting onderscheidt zich in ruimtelijke vorm niet veel. De aantrekkelijkheid van Nederland als vestigingsplek wordt daardoor met deze oplossingsrichting niet versterkt. In deze oplossingsrichting blijft meer natuurgebied bestaan en wordt het bebouwde gebied over een groter oppervlak verspreid, wat de fysieke leefomgeving ten goede komt.

132

133

Ruimtelijke effecten als gevolg van het Regional communities scenario

Voor de combinatie “Regional Communities” en de “Nul referentie“ geldt dat de bevolking niet of nauwelijks groeit en er dus weinig bijgebouwd hoeft te worden. Her en der verdwijnen zelfs stukjes bebouwd gebied. Daarnaast is opvallend dat het natuurlijk areaal (donker groen, Figuur 7.6) aanzienlijk toeneemt, met name in het Groene Hart en Noord-Holland. Daarnaast neemt het areaal akkerbouw in Drenthe aanzienlijk af waarvoor grondgebonden teelt in de plaats komt. In Friesland en Groningen neemt het areaal akkerbouw juist toe. Er wordt ongeveer 1.300 ha stedelijk gebied ontwikkeld in de EHS en ongeveer 76.000 ha stedelijk gebied grond in gebieden met een hoge landschappelijke kwaliteit. De beperkte economische groei en de aan het Regional Communities scenario verwante naar binnen gerichte blik kunnen de status van Nederland als interessante internationale vestigingsplaats verslechteren. Uit de groei van areaal natuurgebied en recreatie blijkt al dat de fysieke leefomgeving in het Regional Communities scenario verbeterd.

FIGUUR 7.5 > De vier oplossingsrichtingen en hun ruimtelijke implicaties als gevolg van het Global Economy scenario voor 2100. Van linksboven met de klok mee: Nul referentie, Randstad Veilig, Eilandenoplossingsrichting, Bredekust oplossingsrichting.

133

In de oplossingsrichting Randstad Veilig wordt –ondanks de lage toename in

bevolkingsomvang- vooral tussen Alkmaar en Enkhuizen veel gebouwd op de terpen. Aangenomen is dan ook dan als er een toename is in bebouwing, deze bij voorkeur zal plaatsvinden op terpen. In het Groene Hart neemt de hoeveelheid natuur ook toe. In totaal wordt ongeveer 65.000 ha aan woon- en werkgebied gebouwd op terpen. Ten opzichte van de Nul referentie wordt in dit scenario ongeveer 100 ha meer gebied in de EHS bebouwd en wordt veel meer (bijna 4.400 ha) gebouwd in landschappelijk aantrekkelijk gebied. Het zou overigens zo kunnen zijn dat de opgehoogde gebieden landschappelijk juist een meerwaarde hebben. In hoeverre de terpenoplossingsrichting zou bijdragen aan een aantrekkelijker internationaal vestigingsklimaat is moeilijk te zeggen, maar het typisch Nederlandse concept van terpen en dijken zou wel tot een grotere internationale uitstraling kunnen leiden. Door de ontwikkeling op terpen wordt de verstedelijking iets meer verspreid. Hierdoor zijn voor meer mensen recreatiemogelijkheden en natuurgebieden dichterbij, wat positief is voor de fysieke leefomgeving.

Door de aanleg van steden op nieuwe eilanden neemt in deze oplossingsrichting de verstedelijkingsdruk in het westen meer af dan in de Nul referentie variant. Het gevolg is dat in het westen van het land meer ruimte ontstaat voor natuurgebied en landbouw. In totaal wordt ongeveer 6.200 ha aan woon en werkgebied gebouwd op de eilanden en wordt ongeveer even veel oppervlak in de EHS bebouwd. Wel wordt veel minder (1.700 ha) gebouwd in landschappelijk aantrekkelijke gebieden in vergelijking met de oplossingsrichting Nul referentie. De ontwikkeling van nieuwe eilanden zou als een typisch Nederlandse praktijk voorbeeld kunnen leiden tot een grotere internationale uitstraling. In deze oplossingsrichting is de verstedelijking verder verspreid in vergelijking met de Nul referentie oplossingsrichting. Recreatiemogelijkheden en natuurgebieden liggen daardoor dichterbij woongebieden, wat de kwaliteit van de fysieke leefomgeving ten goede komt.

Door de aanleg van steden op de Uitgebreide kuststrook neemt in deze oplossingsrichting de verstedelijkingsdruk in het westen meer af dan in vergelijking met het Nul referentie scenario (ongeveer evenveel als bij de eilandenoplossingsrichting). Opvallend is de aanzuigende werking van stedelijk gebied ten noordwesten van Leiden. Door de lagere verstedelijkingsdruk in het centrum van de Randstad ontstaat veel ruimte voor natuur en landbouw in het Groene Hart. In totaal wordt ongeveer 7.200 ha aan woon en werkgebied gebouwd op de verbreedde kuststrook. Ten opzichte van de Nul referentie wordt bij deze oplossingsrichting bijna 50 ha van de EHS extra bebouwd, voornamelijk in het kustgebied. Er wordt hier ook meer (700 ha) gebouwd in landschappelijk aantrekkelijk gebied. Aangenomen wordt dat deze oplossingsrichting de aantrekkelijkheid van Nederland als vestigingsplek niet versterkt. In deze oplossingsrichting blijft meer natuurgebied bestaan en wordt het bebouwde gebied over een groter oppervlak verspreid, wat de fysieke leefomgeving ten goede komt.

134

135

FIGUUR 7.6 >

De vier oplossingsrichtingen en hun ruimtelijke implicaties als gevolg van het Regional Economy scenario voor 2100. Van linksboven met de klok mee: Nul referentie, Randstad Veilig, Eilandenoplossingsrichting, Brede kust oplossingsrichting.

135

Kosten van oplossingsrichtingen

In document Aandacht voor veiligheid (pagina 132-137)