• No results found

De Rotterdamwet in Spijkenisse Zuidwest?

In document Zuidwest, Thuis Best (pagina 49-54)

In april 2014 is de Rotterdamwet aangepast13, waardoor ook gemeenten die geen “meer dan 100.000 inwoners of binnen een van de GSB-steden met 100.000 of minder inwoners” (p.1, van de wetsaanpassing) bevatten, de Rotterdamwet zouden mogen toepassen. Spijkenisse zou nu dus ook

13 Zie het Wetsvoorstel en memorie van toelichting wijziging Wbmgp uit 2014. Deze is te vinden op:

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en- publicaties/publicaties/2013/04/26/wijziging-vd-wet-bijzondere-maatregelen-grootstedelijke-problematiek-en-de-huisvestingswet.html

de Rotterdamwet kunnen gaan toepassen in Spijkenisse. De vraag is alleen, of de gemeente dat zou willen. Dat hangt van een aantal zaken af: Het toepassen van de Rotterdamwet is een politieke keuze. 19 November 2014 waren er verkiezingen voor de gemeente Nissewaard. Op 1 januari 2015 werden namelijk de gemeente Spijkenisse en de gemeente Bernisse samengevoegd tot de gemeente Nissewaard. Of het samengestelde college van B&W en de gemeenteraad instemmen met het toepassen van de Rotterdamwet is dus onder andere afhankelijk van wat de uitslag van de verkiezingen zal worden. Momenteel is de Rotterdamwet in Spijkenisse nog niet toegepast, maar wanneer het gemeentebestuur heeft besloten om de Rotterdamwet toe te passen als instrument om de

bevolkingssamenstelling te veranderen, dan moet dat eerst goedgekeurd worden door de minister ‘wonen’ (minister Blok). De problematiek in het gebied moet wel groot genoeg zijn om de Rotterdamwet te mogen

toepassen. De Rotterdamwet wordt over het algemeen gezien als laatste redmiddel. Wanneer fysieke en sociale interventies in Spijkenisse

Zuidwest niet zullen leiden tot een beter samenstelling van de bevolking, en als bovenstaande criteria meewerken, dan kan de Rotterdamwet als instrument worden ingezet. De meeste gemeenten in Nederlands

gebruiken de Rotterdamwet overigens als stok achter de deur.14 Vanwege alle criteria is de Rotterdamwet ook een stok achter de deur.

Eind november 2014 kwam Capelle aan den IJssel (ook een voormalig groeikern) in het nieuws doordat het college een plan had voorgesteld om, wanneer je een huurwoning in een probleemwijk betrekt, er een sollicitatieprocedure doorlopen moest worden.15 Dit is nog uitgebreider dan de Rotterdamwet is. Er worden niet alleen voorwaarden gesteld op

14 Zie ‘Kamer stemt in met uitrgebreidere ‘Rotterdamwet’. Deze is te vinden op: http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2014/03/06/kamer-stemt-in-met-uitgebreidere-rotterdamwet.html

15 Zie RTV Rijnmond: http://www.rijnmond.nl/nieuws/24-11-2014/minister-solliciteren-voor-huurwoning-capelle-mag-niet

49 de hoogte van het inkomen, maar ook aan andere belangrijke aspecten.

In een interview met RTV Rijnmond16 geeft de Capelse wethouder van Sluis het voorbeeld van een gezin die een woning met tuin krijgt aangewezen, maar geen intentie heeft om wat aan die tuin te doen. Dit zorgt voor verloedering van de wijk.

In dit zelfde interview komt naar voren dat dit volgens minister Blok van Wonen niet mogelijk is binnen de Huisvestingswet. Capelle is daarom in samenwerking met andere gemeenten (ook met Spijkenisse) een lobby begonnen om de Rotterdam wet uit te breiden, zodat er ook de

mogelijkheid is om op andere persoonseigenschappen te selecteren. De vraag is natuurlijk of de problemen die de Rotterdamwet beoogd op te lossen, ook daadwerkelijk opgelost worden. Volgens het onderzoek van Hochstenbach et al. (2015) zorgt het er wel degelijk voor dat er

gemiddeld gezien meer mensen met werk in de wijk komen wonen dan voorheen. Het heeft echter geen invloed op de leefbaarheid en de veiligheid in de wijk. Zeker gezien de lage hoeveelheid potentieel geweigerden die naar Spijkenisse verhuizen, zou het veel moeite besparen door de Rotterdamwet, zoals deze nu bestaat, niet in

Spijkenisse in te voeren. Zeker gezien het feit dat de invoering van de wet geen invloed heeft op de leefbaarheid en veiligheid.

Concluderend

Van deze drie bovengenoemde vernieuwde wetten, lijkt de Woningwet het meeste invloed te hebben op het wijkontwikkelingsplan. Van de Rotterdamwet, zoals deze is uitgevoerd is in Rotterdam, is geschat dat de invloed van de Rotterdamwet zeer klein is, en dat het onverstandig zou zijn om deze in Spijkenisse in te voeren. Opvallend genoeg is de enige besproken wet die invloed had kunnen hebben op de leefbaarheid,

helemaal niet effectief als het gaat om het verbeteren van de leefbaarheid. Met de Huisvestingswet was het voorheen ook mogelijk om invloed uit te

16 Het interview is te beluisteren op: http://www.rijnmond.nl/nieuws/25-11-2014/capelle-werkt-aan-invoering-rotterdamwet

oefenen op de leefbaarheid door middel van huisvestingsverordening, al is de vraag of deze effectiver zou zijn geweest dan dat de Rotterdamwet nu is. De huisvestingswet in de huidige vorm, kan de negatieve gevolgen van schaarste beperken. Echter wordt de huisvestingsverordening

regionaal opgesteld, waardoor het wijkontwikkelingsplan van Spijkenisse Zuidwest maar een kleine betekenis kan spelen in deze

huisvestingsverordening. De rol die de huisvestingswet heeft voor het wijkontwikkelingsplan is dus nihil.

De Woningwet heeft drie belangrijke aspecten die van groot belang zijn in deze thesis. Ten eerste zijn dat de toewijzingsnormen voor

woningcorporaties. Ten tweede is dat de begripsomschrijving van

leefbaarheid (art. 51, Btiv), die beschrijft wat, en waar een corporatie nog werkzaamheden mag uitvoeren betreffende de leefbaarheid. Ten derde de splitsing van DAEB en niet-DAEB activiteiten. De Woningwet zal dus als enige meegenomen worden in het verdere verloop van de thesis.

50

De

Veranderingstheorieën

51

7. DE VERANDERINGSTHEORIEËN

In dit hoofdstuk zal het Wijkontwikkelingsplan op worden gedeeld in een zestal verschillende thema’s. Deze thema’s zijn als volgt: balans in de wijk, herstructurering, sociale contacten, het stimuleren van buurtgerichte activiteiten, de verfraaiing van de wijk en

zelfredzaamheid. Deze thema’s komen in dit hoofdstuk allen in de zelfde structuur aan bod. Ten eerste wordt bij elk thema de beoogde veranderingstheorie opgesteld. Deze is gebaseerd op zowel het

Wijkontwikkelingsplan, als het interview met de wijkregisseur, en staat altijd in tabel vorm aan het begin van elk thema. Vervolgens wordt deze veranderingstheorie vergeleken met wetenschappelijke theorie, waarbij de vraag gesteld wordt of de interventies die vallen onder het thema zorgen voor de beoogde maatschappelijke effecten. Aan het eind van ieder hoofdstuk wordt wederom een veranderingstheorie

opgesteld, waarin zowel de daadwerkelijke voorziene maatschappelijke effecten in staan, maar ook de onvoorziene effecten. In deze tabel wordt dus duidelijk welke mogelijke effecten van de interventies binnen het thema nu daadwerkelijk verwacht mogen worden.

Vervolgens worden de contextuele invloeden besproken. Als eerst gaat het daarbij over het samenwerkingsproces binnen het thema.

Teernstra (2014) stelt namelijk dat alle betrokken partijen hun eigen doelen en agenda’s hebben, wat resulteert in een

onderhandelingsproces tussen die actoren, welke effect heeft op de outcomes van de interventies. Vervolgens zal de invloed van de Woningwet kort besproken worden.

52

7.1 B

ALANS IN DE WIJK

“Een goede balans in de bevolkingssamenstelling is randvoorwaardelijk om de leefbaarheid in Zuidwest te versterken.” Althans, dat wordt er geschreven in het Wijkontwikkelingsplan. In het hoofdstuk dat gaat over de balans in de bevolkingssamenstelling van de wijk (p.13) worden een aantal problemen geconstateerd: het aantal huishoudens met sociaal economische problemen groeit, kansrijkere gezinnen dreigen te

vertrekken. Daarnaast zouden deze sociaal economische zwakkeren zich op bepaalde plekken concentreren. Er wordt ook gesteld dat “er niet genoeg ‘sterke’ huishoudens zijn om dit op te vangen”. Het gaat bij dit thema dus om het behouden en aantrekken van de zelfredzamen en een verdere toename van mensen met problemen te stoppen.

De manier van uitvoering van de betrokken partijen bij het

wijkontwikkelingsplan liggen binnen dit onderwerp nogal uiteen, en dus zal er in dit hoofdstuk gefocust worden op de uitvoering die in het

daadwerkelijke plan beschreven staat. Dit verschil komt in het hoofdstuk over de samenwerking tussen de verschillende partijen aan bod.

Er worden een aantal activiteiten beschreven: ten eerste zouden “de mogelijkheden voor zelfredzame huishoudens worden vergroot door schaarste te creëren aan de onderkant van de sociale woningmarkt. Dit doen we door het aandeel sociale huurwoningen in het

goedkope/bereikbare segment te verminderen, waardoor het aandeel in het (middel)dure segment juist toeneemt.”. Dit zal gedaan worden door woningen in dit segment te verkopen, of de huren van de woningen in het lage segment te verhogen. Ten tweede wordt in een woonruimteverdeling “een accent gelegd op de bewoners met een goede balans tussen inkomen en woonlasten”. Hierdoor ontstaan geen buurten, die niet zelfredzaam zijn. Ten derde wordt er ingezet op een omgeving die aantrekkelijk is voor kansrijke gezinnen, met name gezinnen met kinderen. Deze gezinnen “(…) zijn een voorwaarde voor een vitale wijk” (p.13).

Activiteit Voorziene Effecten

Interventie Korte termijn Middellange termijn Lange termijn

1. Mogelijkheden van zelfredzame huishoudens versterken door: Verhogen huren van goedkopere woningen

- Minder instroom van mensen van mensen met sociaal economisch zwak profiel.

- Meer mogelijkheden voor mensen met een sterker sociaal economisch profiel.

- Verbeterde sociale balans in de wijk - Mindere concentratie van

probleemgezinnen

- Randvoorwaarde voor een leefbare wijk

- Verbeterd imago

2. Mogelijkheden van zelfredzame huishoudens versterken door: Verkoop van sociale huurwoningen

- Meer mogelijkheden voor mensen met

een sterker sociaal economisch profiel. - Verbeterde sociale balans in de wijk - Mindere concentratie van probleemgezinnen

- Randvoorwaarde voor een leefbare wijk

- Verbeterd imago

3. Aantrekkelijke omgeving creëren voor gezinnen

met kinderen - Aantrekken en behouden van gezinnen met kinderen - Verbeterde sociale balans in de wijk - Randvoorwaarde voor een leefbare wijk - Verbeterd imago

53 Van deze drie activiteiten zal vooral gefocust worden op het vergroten

van de mogelijkheden van zelfredzame huishoudens en het aantrekken en behouden van kansrijke gezinnen. De woonruimteverdeling laat ik hier buiten omdat dit niet echt een interventie in de wijk is. De

woonruimteverordening bestaat uit afspraken tussen de corporaties en de gemeenten in de regio Rijnmond, en dit gaat dus buiten het

wijkontwikkelingsplan om. Vandaar dat de focus ligt op deze twee eerder genoemde onderdelen. Wel kan de vraag gesteld worden of er een andere methode is om de concentratie van niet zelfredzame mensen tegen te gaan.

In document Zuidwest, Thuis Best (pagina 49-54)