• No results found

DEEL II METHODIEKBESCHRIJVING EN EVALUATIE

6.1 Rond de groepen

Zoals gezegd was er sprake van relatief nauwe samenwerking tussen medewerkers van LTO-projecten en Wageningen UR op groepsniveau. In deze paragraaf wordt uitwerkt hoe deze samenwerking eruit zag, wat dit opleverde en wat men hiervan kan leren.

6.1.1

Aanpak

De groepen kregen één begeleider van LTO-projecten toegewezen en één medewerker van Wageningen UR. De LTO-begeleider was iedere groepsbijeenkomst aanwezig, de Wageningen UR medewerker in ieder geval bij de intake, bij bijeenkomst 1 (vaststellen doelen en agenda) en bijeenkomst 6 (evaluatie). Daarnaast was het in beperkte mate voor de LTO-begeleider mogelijk om een beroep te doen op de Wageningen UR me- dewerker wanneer dat zinvol werd geacht. De Wageningen UR medewerker had ook de functie om werk- vormen, technieken en kennis van WUR te ontsluiten en in te brengen in de groepen of aan te bieden aan de LTO-begeleiders.

6.1.2

Resultaten

In de praktijk betekent deze opzet dat in een aantal groepen de Wageningen UR medewerker heel actief heeft meegewerkt en zelf ook groepsbijeenkomsten heeft begeleid, terwijl in andere gevallen de Wage- ningen UR medewerker minder aanwezig was en minder actief tijdens de bijeenkomsten. In alle geval- len was wel sprake van regelmatig contact tussen de LTO- en Wageningen UR medewerkers, bijvoor- beeld over het plan van aanpak, om een bijeenkomst

Tabel II-5 Organisaties en taakverdeling in PlattelandImpuls

Organisatie Taken en verantwoordelijkheden

Vrienden van het Platteland • Overall projectleiding • Werving

• Communicatie (intern, extern en met opdrachtgever)

• Aandragen van externe sprekers

LTO-projecten • Werving

• Begeleiding van de groepen Wageningen UR • Methodiekontwikkeling

• Aanleveren werkvormen en tools voor groepen

• Inhoudelijke kennis leveren voor groe- pen

Gerard Migchels (Wageningen UR) over een groep recreatieondernemers*:

“Al aan het begin van het traject bleek dat de verschillen tussen ondernemers erg groot waren. We hebben als begeleiders daarom besloten om de groep op te split- sen in subgroepen. Ik heb ook één van deze subgroep- jes begeleid tijdens de bijeenkomsten.”

voor te bereiden of terug te blikken op een bijeenkomst. Op een aantal momenten is ook contact geweest tussen de beide begeleiders om aan de hand van de diverse checklists de groepen te bespreken.

De Wageningen UR medewerker was vaak ook degene die bij de eerste of tweede bijeenkomst de resulta- ten van de vaardighedentest presenteerde en besprak met de groep. Dit onderdeel werd door de LTO- begeleiders toch als ‘iets van Wageningen UR’ ge-

zien, waarvan het nut in de groep al dan niet te- recht werd betwijfeld (zie ook hoofdstuk 4).

De evaluatie tijdens de laatste bijeenkomst werd ook (grotendeels) uitgevoerd door de Wageningen UR begeleider, zodat de LTO-begeleider ook in staat was om zijn/haar inbreng hierin te leveren. In de intervisiebijeenkomsten met LTO, VvhP en WUR is ook de samenwerking op groepsniveau geëvalueerd. In het algemeen is er veel waardering van de LTO-medewerkers voor de bijdrage van de Wageningen UR medewerkers, vooral als deze een grote rol heeft in de groep. Wanneer de rol van de Wageningen UR begeleider bescheiden is, is het ook begrijpelijk dat de waardering hiervoor ook minder is en het meer als luxe dan als noodzaak zien.

6.1.3

Geleerde lessen

De samenwerking tussen de eerste en tweede begeleider (LTO- Wageningen UR) op groepsniveau blijkt waardevol te zijn geweest in de meeste groepen. Diverse onderdelen in het programma vereisten een tweede procesbegeleider, observant of kritische buitenstaander. Deze rol werd vooral vervuld door de Wa- geningen UR-medewerker. Daarnaast was de Wageningen UR medewerker door de interne intervisie binnen Wageningen UR (zie ook de volgende paragrafen) in staat om snel te schakelen en werkvormen en ideeën uit andere groepen in te brengen.

6.2 Intervisie op projectniveau

6.2.1

Aanpak

Op het niveau van het totale projectteam zijn 3 projectdagen georganiseerd voor alle projectmedewerkers van VvhP, LTO en Wageningen UR. De eerste bijeenkomst betrof een aftrapbijeenkomst. Deze werd gehou- den in oktober 2006 in de fase van werving van de deelnemers. Doelstellingen van deze kick off waren: 1) een onderlinge kennismaking; 2) het aangeven van de doelstelling en de kaders van het project; 3) een toelichting op de vaardighedentest en 4) een training over de procesaanpak van de intake (bijeenkomst 0) van de ondernemersgroep en bijeenkomst 1 gericht op het boven tafel krijgen van de doorbraakagenda van deze groep.

De tweede projectdag in februari 2007 was gericht op intervisie en het opdoen van inspiratie voor het vormgeven van groepsbijeenkomsten. De bijeen- komst begon met een pitch of presentatie op de zeepkist gericht op het inspireren voor het ontwerp van nieuwe groepsbijeenkomsten. Zes externen etaleerden hun aanbod voor gebruik in een bijeen- komst met een groep ondernemers. Dit was bij- voorbeeld een aanbod voor een creativiteitssessie,

een toelichting op inspirerende leeromgevingen en een aanbod van masterclasses van multifunctionele landbouwers uit het project Waardewerken. Vervolgens bracht iedere LTO-er een casus in van groep waar iets bijzonders mee aan de hand was. Dit kon bijvoorbeeld zijn een onduidelijke groepsvisie of juist meerde-

Pieter de Wolf (Wageningen UR) over Innovatie- platform Beekdal Aa*:

“De eerste bijeenkomst met deze groep was hard wer- ken voor zowel de LTO-begeleider als voor mij. De groep kende elkaar nog nauwelijks en de ondernemers hadden best wel verschillende wensen. Ik had zelf een meer observerende rol, zodat ik gemakkelijker kon doorvragen op wat gezegd werd. Daarnaast waren mijn waarnemingen ook zinvol bij het opstellen van het Plan van Aanpak. In de tweede bijeenkomst ontstond meer gezamenlijkheid en is de groep stevig aan de slag ge- gaan. Er zijn diverse sprekers uitgenodigd en het leek ons niet zinvol dat ik er ook bij zou moeten zijn. Ik ben pas de zesde bijeenkomst weer aanwezig geweest voor de evaluatie.”

*samengestelde groep

Anton Winkelmolen van LTO-projecten:

“ik vond het wel opvallend dat de LTO-ers in het alge- meen praktischer waren en dichter bij de groepen ston- den. De Wageningen UR begleiders keken toch weer anders naar de groepen, stelden vragen over zaken die logisch leken, maar dat niet altijd bleken te zijn en kwa- men met nieuwe ideeën om het groepsproces aan te jagen.”

re visies in een groep, onbalans in de groepssamenstelling etc. Na presentatie van de casus volgde het doorvragen door de overige begeleiders en het aanleveren van ideeën voor het procesontwerp voor de volgende bijeenkomsten. De personen die een pitchpresentatie hadden gegeven konden hierbij ingescha- keld worden. Aansluitend aan de intervisie volgde een korte conclusie over de toegevoegde waarde van de intervisie.

De derde projectdag eind juni 2007 was enerzijds gericht op het ontwerp van de resterende groepsbijeen- komsten. De aanpak was hiervoor conform de intervisie- en inspiratiedag in februari. Anderzijds was de bijeenkomst gericht op het boventafel krijgen van de geleerde lessen. In kleine groepjes werden met behulp van een format de successen en de ervaren problemen in het project besproken.

6.2.2

Resultaten

Veel begeleiders kenden elkaar nog niet en kenden ook de voorgestelde aanpak nog onvoldoende bij de aanvang van het project. De kick off verliep goed maar was achteraf gezien onvoldoende om doelen, rand- voorwaarden en aanpak bij ieder goed tussen de oren te krijgen. De eerste maanden van het project bleven er vragen en soms irritaties te bestaan over het gaande weg ontwikkelen van een methodiek, de vrije rol voor de procesbegeleider om de doelen van de groep te realiseren en vooral de beperkende randvoor- waarden van het project met betrekking tot aantal bijeenkomsten en beschikbare budgetten voor inhuur van derden.

Hiervoor werd tijdens de tweede projectdag apart aandacht besteed aan ‘Frequently Asked Questions’. Deze dag verminderde de onduidelijkheid en het de interne vragen en klachten aanzienlijk.

Bij een behoorlijk deel van de begeleiders was er terughoudendheid ten opzichte van de intervisiebijeen- komsten. Immers de beschikbare ruimte (budget) per begeleiders was al beperkt. De projectleiding werd meegegeven dat deze dag echt wat moest opleveren voor de begeleiding in de groepen. Bij de evaluatie zijn deze dagen als zeer waardevol ervaren. Voordelen die genoemd zijn, zijn het sparren met collega’s en externen op landelijk niveau, de aandacht die besteed werd aan sturing van het groepsproces en ideeën, technieken en formats om het proces te sturen en hulp bij de focus op de groepsaanpak (wat wil je bereiken met deze groep en hoe). De intervisiebijeenkomsten hebben daarmee bijgedragen aan de bekwaamheid van de begeleiders en daarmee aan betere groepsbijeenkomsten.

6.2.3

Geleerde lessen

• Intervisiebijeenkomsten zijn waardevol in een aanpak met procesbegeleiders die maatwerk moeten leveren aan groepen ondernemers. De hiervoor gehanteerde aanpak in PlattelandImpuls is geschikt gebleken om de diversiteit van kennis en ervaringen van collega begeleiders en externen te benut- ten voor de eigen aanpak. De aanpak heeft zo bijgedragen aan de verdere ontwikkeling van een brede groep begeleiders.

• Intervisie kost tijd en voor een aantal begeleiders leek die tijd lijkt in eerste instantie ten koste te gaan van de ruimte voor operationele taken (het begeleiden van de groep). Het is daarom aan te bevelen voor de start helderheid te geven over het doel en de verwachte meerwaarde van de inter- visie en het daarnaast hard in de begroting in te plannen. Dit voorkomt terughoudendheid om deel te nemen.

• Het project had een hoge mate van complexiteit (tientallen medewerkers, meerdere organisaties, 350 deelnemers die concrete resultaten willen, al doende en al lerende methodiek ontwikkelen, een korte voorbereidingstijd). Dit stelt hoge eisen aan de interne communicatie. Zeker in de beginfase is deze door een aantal medewerkers als onvoldoende ervaren. De intervisiebijeenkomsten hebben er in belangrijke mate toe bijgedragen dat er aan gezamenlijke beeldvorming gewerkt. De opzet van intervisie in groepjes versterkt het actief gezamenlijk leren en draagt bij aan teambuilding.