• No results found

De Romaanse voorganger van de huidige Sint Michaëlskerk in Zwolle

In document Jouw monument Mijn monument (pagina 85-90)

‘Onder alle Gebouwen deeser Stad, verdiend met regt d’eerste plaats de Kerke van den H. Aarts Engel Michaël, en de Toren daar by wel eer gestaan hebbende’ luidt de beschrijving van één van de eerste geschiedschrijvers van Zwolle mr. Burchard Joan van Hattum in 1773. Hij doelt hier op de huidige Grote- en St. Micha-elskerk die voor het eerst in 1040 werd genoemd, maar waarover volgens hem ‘niets met de geringste sekerheid is te melden’.

Eeuwenlang is gezocht en gespeculeerd naar de locatie van de al in 1040 in de bronnen genoemde Romaanse kerk in Zwolle. Ook de bekende architect P.J.H. Cuypers (1827-1921) gaf in 1876 de opdracht om in het restauratieontwerp van de Grote Kerk in Zwolle de oude fundamenten van de Romaanse voorganger in te tekenen.

De gedachten gingen hierbij uit naar de ligging van de oudere Romaanse voorganger binnen het huidige kerkgebouw.

De fundering

In 2021 werd op de scheiding van het noorderkoor en het hoofd-koor (hooghoofd-koor) een muur van tufsteen met ijzeroer aangetroffen.

Het opgaande deel van de muur was aan de noordzijde van een dun laagje pleisterwerk voorzien. Pleisterwerk werd bij Ro-maanse kerken al toegepast om eventuele materiaalverschillen tussen tufsteen, ijzeroer en baksteen weg te werken en de archi-tectuur van een gebouw te benadrukken. Tegenwoordig herin-neren alleen de wit gepleisterde dagkanten van kerkvensters bij Romaanse kerken hier nog aan.

De fundering van de muur bestond uit ruwe blokken tufsteen. De breedte van de muur was 90 cm en kon op basis van onderzoek naar de noordoostelijke pijler van het hoofdkoor worden vast-gesteld. Opmerkelijk is dat de tufstenen muur aan de westzijde wordt gekenmerkt door een hoek, die afbuigt naar het zuiden en samenvalt met de scheiding van het zogenaamde hoog- en laag-koor. Verder onderzoek zou uit moeten wijzen hoe de plattegrond van deze Romaanse kerk er uit moet hebben gezien.

Restauratieontwerp van Cuypers, getekend door Redtenbacher in 1876. Met een stippellijn is binnen de plattegrond de veronderstelde Romaanse kerk aangegeven. (Mededeelingen van de Rijksadviseurs voor de Monumenten van Geschiedenis en Kunst, 1879, uitgegeven in 1921).

Overzichtsplattegrond van Redtenbachter met daarin in bruin aangegeven de tufstenen muur. In geel is de grafkelder van de familie Van Haersolte aange-geven. (Bron: Archeologie Zwolle).

Profielopname van de tufstenen muur met daarin duidelijk de grens tussen opgaand werk en fundering (Bron: Archeologie Zwolle).

83

Interpretatie

De vondst van de tufstenen muur biedt belangrijke aanknopings-punten voor verder onderzoek. Belangrijk aspect daarbij is de datering van de muur. Heeft dit muurwerk daadwerkelijk onder-deel uitgemaakt van de oudste Romaanse kerk die voor het eerst in een akte uit 1040 wordt vermeld? In deze akte van 7 decem-ber 1040 wordt Zwolle voor het eerst genoemd en wordt door bisschop Bernoldus de voorloper van de huidige Grote- of St.

Michaëlskerk geschonken aan het kapittel van Lebuïnus in De-venter. Bij de betrouwbaarheid van deze akte zijn in het verleden vraagtekens geplaatst. Vast staat dat, dankzij een onomstreden bevestiging van deze schenking in 1093 en 1129, de kerk van Zwolle tijdens het episcopaat van Bernoldus van eigenaar is ver-anderd. Het is aannemelijk te veronderstellen dat de genoemde kerk al in 1040 in tufsteen was uitgevoerd. In de elfde eeuw zijn in de meeste dorpen en steden rondom Zwolle al stenen kerken gebouwd. Interessant is de zaalkerk in het stadje Wilsum, tussen Zwolle en Kampen, die regelmatig als voorbeeld voor de oudste kerk van Overijssel wordt opgevoerd.

De akte geeft helaas geen antwoord op de vraag of bisschop Ber-noldus ook de bouwheer van die kerk kan zijn geweest.

Bisschop Bernoldus heeft vooral reputatie verworven als ker-kenbouwer. Zo was hij de geestelijk vader van een imposant bouwproject van kerken in Utrecht, waar een kruis van vijf kerken (St. Pieterskerk (1039), St. Janskerk (1042), St. Pauluskerk of St.

Paulusabdij (1050) en de Mariakerk (1085-1099) verrees, met de Dom als middelpunt. De Mariakerk, als sluitstuk in het wes-ten, is pas later in 1099 onder bisschop Koenraad van Zwaben af-gemaakt. Daarnaast was hij verantwoordelijk voor de bouw van de Lebuïnuskerk in Deventer, de Walburgiskerk in Zutphen en de St. Maartenskerk in Emmerich.

Onder Bernoldus zou een belangrijk deel van de goederen van het kapittel van Oudmunster in Utrecht zijn overgedragen aan het kapittel van Deventer. Dit afzonderlijk vermogen dat in 1040 door proost Dirk werd beheerd, werd datzelfde jaar uitgebreid met de schenking van de Grote- of St. Michaëlskerk in Zwolle. De bemoeienissen van Bernoldus als bouwheer met de Zwolse kerk zijn dan ook niet geheel uit te sluiten.

Feit is dat het opgegraven muurwerk nog veel vragen oproept. Vra-gen die mogelijk beantwoord kunnen worden door middel van ver-der onver-derzoek naar deze imposante kerk. Op korte termijn wordt, Tufstenen muur met duidelijke hoek. Tegen de hoek is koud de bakstenen pijler van het latere kerkgebouw van rond 1360 geplaatst (Foto’s Team Erfgoed).

net als binnen de kerk, ook het gebied buiten de kerk met grondra-dar onderzocht. Verder zal in het kader van de herinrichting van de Luttekestraat ook een archeologisch onderzoek naar de fundering van de toren van de St. Michaëlskerk worden uitgevoerd.

De restauratie

De afgelopen jaren heeft Academiehuis, de Grote Kerk veel ge-investeerd in een verbouwing om de kerk tot in lengte van jaren te kunnen gebruiken. Daarbij bleef de wens om het gebouw ook weer in een goede bouwkundige staat te krijgen. Door een gun-stige subsidieregeling van het Rijk werd het ineens mogelijk om de kerk op een grondige manier te restaureren.

Dat de restauratie niet te vroeg werd gestart blijkt wel uit de toe-stand van de steunberen. De zandsteen afdekkingen aan de bui-tenkant van de kerk lagen los waardoor er een risico was dat deze naar beneden zouden vallen. Daarom waren in het verleden al voorzorgsmaatregelen genomen. Ook het onderliggend metsel-werk was niet in goede staat. Tijdens de restauratie van de steun-beren bleek dat dit metselwerk, bestaande uit een buitenkant van tufsteen en een losse vulling van baksteen en ander materiaal, grote scheuren vertoonde. Daarom was het nodig om meters van de steunberen te verwijderen en opnieuw op te metselen. In de

Natuursteen lijst in kistwerk (Foto: Team Erfgoed).

ruimte achter het tufsteen van de steunberen, het zogenaamde kistwerk, waren soms hele stukken secundair verwerkt histo-risch bouwmateriaal gemetseld. Foto,

Tijdens een eerdere restauratie van de goot werd de stroomlaag van leien verwijderd. De goot van de kerk krijgt weer een koperen bekleding en een stroomlaag met schubleien die bij een eerde-re eerde-renovatie was verwijderd. Zo krijgt de kerk aan de buitenkant weer zijn oorspronkelijke uitstraling.

In de kerk lag een vloer van verzakte grafzerken. Om deze vloer vlak te maken zijn de zerken voorzichtig van hun plaats gehaald en gemerkt. Daarna is een betonvloer met vloerverwarming aan-gelegd. Vervolgens zijn de zerken weer op hun oorspronkelijke plaats gelegd. Tijdens het uitgraven van de grond voor de beton-vloer werd archeologisch onderzoek uitgevoerd.

In de pijlers van trachiet zijn verschillende beschadigingen aan-wezig. Bijvoorbeeld door elektriciteitsleidingen die in het verre

verleden zo in het natuursteen waren gehakt. Deze beschadigin-gen herstelt de steenhouwer door blokjes trachiet in te passen.

Ondertussen wordt op hoog niveau gewerkt aan het herstel van de gewelven. Op een steiger van tientallen meters hoog, werkt Bernard Delmotte en zijn team aan het schoonmaken van de ge-welven die voor de restauratie een zeer storende, gewolkte ver-vuiling hadden. Daarnaast consolideren en fixeren zij de afpoede-rende 19de-eeuwse gewelfschilderingen. Tijdens deze schoon-maakactie kwamen ter plaatse van die schilderingen resten van middeleeuwse schilderingen tevoorschijn. Met deze restauratie krijgen de gewelven weer de uitstraling van na de restauratie door architect Koch aan het eind van de 19de eeuw. Op de pijlers van de kerk zijn gotische schilderingen aanwezig die de laatste decennia sterk achteruit zijn gegaan. Ook zij krijgen een conser-verende behandeling.

Op de steigers (Foto: Team Erfgoed).

Bekroning preekstoel (Foto: Team Erfgoed).

Opnieuw gelegde grafzerken (Foto: Team Erfgoed).

Plafond Consistorie kamer(Foto: Hans westerink).

85

Restauratie gewelfschilderingen Foto: Team Erfgoed

Een van de grootste eyecatchers van het interieur is de preek-stoel die omstreeks 1620 door Adam Straes uit Weiburg werd gemaakt. Tijdens een inspectie bleek dat de houten kolom die dit gestoelte draagt, is aangevreten door ongedierte. Daardoor zakt de preekstoel naar voren. Ook op andere plaatsen vertoont hij schade. Het is de bedoeling om deze ook door een specialist te laten herstellen.

Tijdens de restauratiewerkzaamheden wordt ook bouwhisto-risch onderzoek gedaan om zo het verhaal van de Grote Kerk steeds meer compleet te maken.

Verduurzaming

Het verduurzamen van een historische kerk is geen eenvoudige opgave. Toch blijken hier kansen te liggen. Op één van de daken worden zonnepanelen gelegd. Daarbij is wel onderzocht of de montage de monumentale onderdelen van het dak niet bescha-digen. Ook is het de bedoeling om warmtepompen te plaatsen die in combinatie met het laagtemperatuur verwarmingssysteem van de vloerverwarming kunnen functioneren. Om de uitstraling van dit bijzondere monument geen geweld aan te doen worden de panelen zo geplaats dat ze niet zichtbaar zijn vanaf de open-bare weg maar ook niet vanaf de Peperbus.

Boven de gewelven (Foto: Hans Westerink).

87

Colofon

ISBN: 978-90-8932-062-9 Uitgave: Gemeente Zwolle

Expertisecentrum, Beheer, Erfgoed en Gebouwen Postbus 10007

8000 GA Zwolle

Vormgeving: Hidde Heikamp, SPA uitgevers Eindredactie: Hemmy Clevis

Acquisitie: Carl Borst

Afbeeldingen: Historisch Centrum Overijssel (HCO), Rijksdienst Cultureel Erfgoed (RCE),

Team Erfgoed Zwolle, Rijksprentenkabinet Amsterdam, Rijksmuseum, HCO collectie gemeente Zwolle, Henk van der Werf, Peter Boer Arcx, Hans Westerink, Saskia Zwiers, M. Overbeek, Wispelweij, Bing images, Deutman, Collectie Wijnbeek, Maxx Folmer,

Gerard van der Sluijs, Eelsingh Stadsarchief Kampen, Wikipedia, Henneke, Han Vrieleman, Pedro Sluiter, Theo Smits, collectie Stichting het Vrouwenhuis, collectie Marinus Dijk, Welmoed Kreb,

Sotheby’s New York, Collectie Honig Breethuis, Arjan Bronkhorst, KunstRegie ’s-Hertogenbosch.

Teksten: Monique Schuttenbelt / Voorwoord

Annèt Bootsma-van Hulten / Hoge bezoekers in Zwolle door de eeuwen heen

Henk van der Werf / Welkom in het huis van de Drost

Bertil Schulte / Archeologie en bouwhistorie in ANNO Johan Teunis / Het mooiste pand van Zwolle Henry Kranenborg / Erfgoedprijs Kampen - Zwolle Peter Boer / Vrouwenhuis, de oudste bouwdelen Saskia Zwiers / Het Vrouwenhuis van Aleida Greve Willem Cremers / Herbergen buiten Zwolle Richard Harmanni / Een uniek ensemble uit het stof Comité Open Monumentendag Zwolle

De grote bouwmeesters uit het verleden bouwden voor de toekomst. Dankzij hun visie en vakkennis genieten wij vandaag nóg van al die eeuwenoude bouwwerken.

Om dit ook voor de toekomst veilig te stellen is het soms nodig om de contructie, die bijvoorbeeld door de tand des tijds is aangetast, onder handen te nemen.

Met gebruikmaking van moderne technieken en met inachtneming van de historie zorgen wij dat ook uw monument voor de toekomst behouden blijft.

Dokter van Wiechenweg 10 8025 BZ Zwolle 038 42 80 888 www.a-vs.nl

Zwolle’s erfgoed is jouw erfgoed!

Lees erover in het Zwols Historisch Tijdschrift ...

Al 37 jaar een monument van het Zwolse erfgoed!

Word daarom lid van de Zwolse Historische Vereniging en ontvang 4 keer per jaar het Zwols Historisch Tijdschrift

voor slechts 25 euro per jaar!

Opgave lidmaatschap via: www.zwolsehistorischevereniging.nl

Wij maken geschiedenis duurzaam.

Nieuwbouw • Onderhoud en renovatie • Betonbouw en -reparatie • Projectontwikkeling

Salverda Bouw

In document Jouw monument Mijn monument (pagina 85-90)