• No results found

Het Vrouwenhuis nu

In document Jouw monument Mijn monument (pagina 41-44)

Pas na de Tweede Wereldoorlog komt er belangstelling voor het welzijn van ouderen met in 1947 het recht op AOW. In 1963 werd het door wetgeving mogelijk bejaardenhuizen te bouwen. Oude-ren woonden er tijdelijk of definitief, zo nodig met verzorging en verpleging. Door de voor die tijd toch wel luxe Zwolse bejaarden-huizen en of verzorgingsbejaarden-huizen als de Molenhof, Kievitsbloem en de Nieuwe Haven kozen oudere vrouwen steeds minder voor een verblijf in het Vrouwenhuis. In 1984 verliet de laatste vrouw het gastvrije Vrouwenhuis voor een plek in de Nieuwe Haven. Het Vrouwenhuis geeft een beeld van de huisvesting van bejaarde vrouwen in vorige eeuwen en een meer recent verleden. Bij veel onderdelen van in- en exterieur is de lange geschiedenis van het gebouw nog af te lezen. Na een restauratie in 1987 wonen alleen op de verdieping nog vrouwen. Het zijn studentes van het Zwolse conservatorium. De begane grond heeft een museale bestem-ming en is voor het publiek opengesteld. Vooral het interieur in de 17de-eeuwse gang met fraai houtsnijwerk van Hermanus van Arnhem en de regentenkamer met imitatie goudleerbehang en zijn schilderijen zijn indrukwekkend om te zien. Het Vrouwenhuis geeft door de verschillende kamers een beeld in drie eeuwen woongeschiedenis met een unieke combinatie van het rijke leven van de patriciërs en de eenvoudige huisvesting van ouderen.

De restauratie

Het bestuur had goed gezien dat na de restauratie van 1987 het Vrouwenhuis weer toe is aan een conserverende restauratie van het ex- en interieur. Overigens is het normaal dat een gebouw 40 jaar na een restauratie weer om het nodige herstel en of aanpas-singen vraagt.

Naast een restauratie die gericht is op bouwkundig herstel van de panden tussen Melkmarkt en Voorstraat vraagt de vochthuishou-ding van deze panden om meer dan normale aandacht. Het con-stant hoge vochtpercentage in het interieur van het Vrouwenhuis is In de afgelopen decennia door vakspecialisten en ook door de des-kundigen van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed (RCE) onderzocht.

Met de aangedragen en getroffen maatregelen werd tot dusver geen passende oplossing gevonden. Vooral de regentenkamer met haar historisch interieur heeft te lijden van een hoge relatieve vochtigheid.

Kaalgehakte gevel aan de binnenplaats.

Binnenplaats (foto: auteur).

Balkkop inspectie (foto: auteur).

39

Voor de restauratie is een team van specialisten uitgenodigd. Al-lereerst is dat Peter de Vaal van adviesburo De Vaal uit Ede die in Zwolle in het verleden o.a. betrokken is geweest bij restauraties aan de Peperbus, de Statenzaal, de fontein aan het Van Nahuijs-plein en de kap van Broerenkerk. Ook buiten Zwolle heeft De Vaal restauraties voorbereid en begeleid zoals het graf van Willem van Oranje in Delft en Paleis de Dam en De Bijenkorf beide te Amster-dam.

Uit een nulmeting waarin de bouwkundige staat van de gebouwen onderzocht is, werd duidelijk dat het nodige restauratiewerk no-dig is. Er is een funderingsprobleem bij één van de buitenmuren.

Daken, goten en hemelwaterafvoer zijn door de klimaatsveran-dering niet berekend op de vaak heftige regenbuien van deze tijd.

De buitenmuren zijn door het cement gebonden mortel en de vele verflagen niet meer damp-open. De riolering is verouderd en twee kelders staan geregeld onder water. In het interieur vragen het houtsnijwerk van Hermanus van Arnhem in de 17de-eeuwse gang en het tegelwerk met witjes aan de muren in de verschillende gan-gen de nodige aandacht. En dan is er ook een groot aantal balkkop-pen door houtaantasters aangevreten.

De Vaal en Teunis kozen voor een praktische bouwkundige bena-dering van het vochtprobleem in het Vrouwenhuis. Door als het ware het Vrouwenhuis waterdichte laarzen voor de kelders en een ademende regenjas voor het casco te geven kan het Vrouwenhuis hopelijk van het hoge vochtpercentage in het interieur verlost wor-den.

De restauratie wordt in een bouwteam uitgevoerd met restauratie aannemer Hanzebouw en Salet schildersbedrijf uit Zwolle. Beide bedrijven hebben hun sporen in het restauratie vak ruimschoots verdiend. Op specifieke onderdelen wordt advies gevraagd aan restaurateur en kleurendeskundige Bert Jonker, constructeur Wim Prinsse en Arcx bouwhistoricus Peter Boer. In dat rijtje van deskun-digen mag de directrice van het Vrouwenhuis, Saskia Zwiers, niet vergeten worden. Op elke vraag over de historie van het Vrouwen-huis weet zij het antwoord. Ook vindt er terugkoppeling plaats met adviseur Erfgoed Henk van de Werf en of stadsarcheoloog Michael Klomp als het om wezenlijk vakinhoudelijke beslissingen gaat.

Onder het motto ‘meten is weten’ volgt meetapparatuur de voch-tigheid en temperatuur tijdens de restauratie en na de oplevering.

Ook de grondwaterstand wordt met peilbuizen bijgehouden. Na een aantal jaren is door het meten dan te zien wat het effect van de restauratie met ‘de laarzen en de regenjas’ is op de vochthuis-houding. Wellicht is het de oplossing voor het vochtprobleem in het Vrouwenhuis, of dat er toch gekozen moet worden voor verder onderzoek. Wat de uitslag ook is het Vrouwenhuis kan door de con-serverende restauratie onderhouds-technisch gezien weer verder in haar reis door de tijd.

Bronnen

• Het Vrouwenhuis te Zwolle door Jan ten Hove, tekst waar nodig letterlijk overgenomen.

• Lijst van bestuurders van het Vrouwenhuis, onderzoek Saskia Zwiers

• Archief team Erfgoed gemeente Zwolle

41

Aan het eind van de Melkmarkt staat een laat middeleeuws gebouwencomplex dat in 1742,

In document Jouw monument Mijn monument (pagina 41-44)