• No results found

Bij het thuisvoelen spelen niet alleen de place makings van ondernemers, inwoners en toeristen een rol, maar ook de wijze waarop de gemeente met het dorp omspringt als gevolg van of in reactie op de verschillende place makings. De gemeente was geen topic dat in de onderzoeksopzet was verwerkt, maar wel een thema dat in een aantal van de interviews ter sprake kwam. Hierbij werd zowel het onderhoud als de handhaving van illegale

vakantiehuizen vaak genoemd. Het onderhoud

De toeristen die over de bruggen en vonders lopen, door de grachten varen en met de bootjes tegen de beschoeiing botsen, zorgen voor slijtage aan de infrastructuur. De Gemeente

Steenwijkerland neemt het onderhoud voor de openbare bruggen, het pad en de beschoeiing op zich. Een aantal vindt dat de Gemeente Steenwijkerland het op sommige punten aan kennis en kunde ontbreekt en zij hebben het gevoel dat kwantiteit en praktische oplossingen vóór kwaliteit en meer esthetische overwegingen gaan:

“Giethoorn is een authentiek dorp. En dan gaan ze er plastic beschoeiing aanleggen, plastic! Dan denk ik: jongens … Op van die bruine palen daar hebben ze plastic doppen opgezet, plastic schotten! (…) Ik heb toevallig- voor mijn huis is geen, was geen beschoeiing nodig dus ik ben niet naar die informatieavond geweest. Ik dacht het zal wel gewoon normaal- want ik had niet kunnen bedenken… Dát vind ik nou als Gieterse, als autochtoon, dat stuit mij een beetje tegen de borst. Houdt dat gewoon… authentiek! Houdt dat gewoon van hout. Net zoals die vonders hier, daar hebben ze ook van die lelijke ijzeren staven op geschroefd… Een of ander idioot

architectenbureau heeft dat natuurlijk bedacht. (…). Er zit hier genoeg know how, we weten al eeuwenlang hoe we dit hier moeten bouwen en maken. Maar nee: we moeten allemaal weer het wiel opnieuw uitvinden!” – Johannes (ondernemer)

Uit dit citaat komt naar voren hoe het materiaal van de beschoeiing een bepaalde waarde voor hem heeft. De gemeente doet met dergelijk onderhoud af aan het gevoel van thuis als heaven. Beschoeiing van hout is hoe de beschoeiing volgens Johannes hoort te zijn. Net zoals Johannes vindt Teun het ergerlijk dat de gemeente geen verstand van zaken heeft:

“De aantasting van de authenticiteit van dorp dat ligt óók bij gemeenteambtenaren die er geen gevoel voor hebben. Je hebt politici die in de tijd van de verkiezingen

55

nieuwe beschoeiingen aanleggen en als dat weer achter de rug is… Ze hebben vaak geen idee wat ze doen. En dat neem ik hun kwalijk. Dat neem ik ambtenaren kwalijk. De gevolgen van het toerisme die bij een ambtenaar terecht komen, ik ben er niet van overtuigd dat die de juiste dingen daar mee doet.” – Teun (n.t. ondernemer)

Een ander punt dat in een aantal interviews naar voren kwam, was de uitdieping van het Wiede door de gemeente. Dit is een vrij ondiep meer en een aantal ondernemers heeft de gemeente gevraagd dit uit te diepen, zodat de diepere boten niet vast komen te zitten. Een aantal van de geïnterviewde inwoners gaat dit bijzonder aan het hart:

“De grotere sloepen die in het Wiede varen, die komen aan de grond. Maar die bodem daar heeft een natuurlijke waarde. Die ligt daar al sinds het ontstaan van het meer en dat is drie en halve eeuw terug zo’n beetje. En de gemeente is daarnaar toe gegaan, die heeft die klachten serieus genomen en die hebben die oerlaag en de biezen en (…) en het riet hebben ze op een bult geschoven en- dát gaat mij bijzonder aan het hart. Dat gaat te ver. (…) De natuurlijke waarde, maar ook de oorspronkelijke waarde wat het dorp zo kenmerkt... Als wij met zijn allen zouden zeggen: ja dat riet is ook wel lastig in onderhoud, gooi die rietendaken er maar af en dan maken we een soort nep- achtig spul. Of de vonders die van hout zijn, dat we die in het plastic maken, zoals die plastic beschoeiing. Het érgert me niet, maar ik vind het beslist niet mooi. (…) Ik vind dat we zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke waarde van het dorp te blijven.” – Teun (n.t. ondernemer)

Hierin komt de rol van de gemeente in het handhaven van de authenticiteit van het dorp en het gebrek van vertrouwen daarin naar voren. De praktische en economische keuzes van de gemeente gaan ten koste van het thuisvoelen in het dorp. Het materiaal waarmee een brug of vonder wordt gemaakt en de bodem van het Wiede zijn onderdeel van Giethoorn als thuis. Zodra de emotionele betekenis die bepaalde objecten of plekken hebben niet serieus worden genomen, verliest de gemeente het vertrouwen van de inwoners. Dit terwijl de gemeente bij uitstek het orgaan is dat het toerisme en haar consequenties in goede banen kan leiden. Een voorbeeld hiervan is het fluisterbootjesbeleid van de gemeente in de jaren ’80 en ’90 en de vergunningsvoorwaarde dat bed & breakfasts bewoond moeten zijn.

Een andere veel voorkomende ergernis is de bagger in de zijsloten:

“Als er een boot langs komt, dan trekken ze eerst het water eruit (…), dat heeft een aanzuigende werking. Vervolgens krijg je dezelfde hoeveelheid water met een

56

hoeveelheid bagger en ellende weer terug. Als je je eigen sloot moet uitbaggeren, dan kost je dat 1000 tot 2000 euro. Je zou eigenlijk ook in de tarieven [van de

rondvaartboten en fluisterboten], deels moeten meenemen bij het verhuren (…). Dat je uiteindelijk de bewoners tegemoetkomt en dat de gemeente dan uiteindelijk ook die sloten gaat uitbaggeren.” – Martin (inwoner)

Wanneer een sloot niet uitgebaggerd wordt, komt er op een gegeven moment zoveel bagger (modder met allerlei meegekomen plantaardige materialen e.d.) in de sloot terecht, dat het lastig is om er nog met je eigen boot uit te kunnen varen. De motor raakt dan de baggergrond en glijdt minder makkelijk de gracht in. De vele verhuurbootjes zorgen voor een toename van de bagger in de slootjes. Een aantal van de geïnterviewde inwoners zijn daarom van mening dat de gemeente en de bootverhuurders samen verantwoordelijk gemaakt moeten worden voor het uitbaggeren van de zijsloten, omdat het anders inwoners zijn die de lasten hebben van de commerciële exploitatie van de publieke ruimte door de bootverhuurders.

De handhaving

Een ander thema dat vaak naar voren kwam was de handhaving van illegale

vakantiewoningen door de gemeente. Waar sommige vertrouwen hebben in het beleid en handhaving van de gemeente en de toekomst niet donker inzien, daar hebben andere hun vraagtekens bij het huidige handhavingsbeleid van de gemeente:

“Het probleem is dat de gemeente niet kan handhaven. Dus er is gewoon wildgroei. (…) Ze hebben te weinig mensen. Ik heb al gesprekken gehad voordat het Gieters Belang echt met spookhuizen bezig was, [toen] zei de man van de handhaving al: we hebben de mensen gewoon niet om te gaan handhaven. Dus eigenlijk krijgen we allemaal carte blanche, er wordt alleen gehandhaafd als we werken met het klik- systeem. Dus als ik jou ga aangeven dat jij iets fout hebt gedaan, dan komen ze bij jou kijken. Nou ja, daar pas ik een beetje voor.” – Jolanda (n.t. ondernemer)

Enerzijds doen sommige vormen van commerciële exploitatie zoals het illegaal verhuren van vakantiehuizen via Airbnb af aan het thuisvoelen maar een ‘klik-systeem’ doet dat ook. Er zijn volgens Jolanda al genoeg burenruzies in Giethoorn. Zij ziet dat alleen maar

verslechteren als de gemeente van inwoners verwacht dat ze elkaar gaan verklikken. Het belang van een sterke en daadkrachtige lokale overheid komt hierin naar voren. René, een van de inwoners wiens gevoel van ‘thuis’ het meest wordt aangetast door zowel toeristen rondom zijn huis als door de commerciële exploitatie van zijn nabije buurt, neemt zich voor

57

om zijn eigen huis ook maar als vakantiehuis te gaan verhuren als de gemeenten niet consequent de illegale vakantiehuizen handhaaft:

“Ik zie de toekomst heel positief in. Ik ga ergens anders wonen en ik gaan mijn huis ook als vakantiewoning verhuren. Het merendeel hier is toch al een bedrijf of vakantiewoning.” – René (inwoner)

Net zoals bij het Chinese reclamebord heeft René geen vertrouwen in de gemeente. Het gebrek aan actieve handhaving geeft hem het gevoel dat hij het heft in eigen handen moet nemen (zoals met het Chinese reclamebord) of dat hij er maar gewoon in mee moet gaan door zijn eigen huis ook te verhuren. Net zoals Jolanda benoemt ook René het probleem van het gebrek aan actieve handhaving:

“Handhaven van de gemeente: dat gebeurt eigenlijk amper. (…) Ook dat huis hiernaast. De rechter heeft dus gezegd: het moet stoppen. Klaar. Af. Maar als je dan zegt tegen de gemeente, joh, het is niet gestopt, ze gaan gewoon door, uh, ja. Gaan jullie handhaven? Nou niet dus. Dan werd er gewoon niks aan gedaan. (…) Hè dus handhaven, daar ga ik al helemaal niet van uit. Dat is niet iets wat de gemeente Steenwijkerland graag doet. Het kost geld, en ze hebben er geen personeel voor en nou ja, allemaal van die smoesjes. Dat is passief handhaven, niet actief. Maar zelfs dan gebeurt het niet.” – René (inwoner)

Net zoals Jolanda en René benadrukt Geertje de rol van een daadkrachtige lokale overheid: “Ik denk het wel, ik denk het wel dat het erger wordt. Als de gemeente niet ingrijpt, en er geen verbod op zet van de woningen die moeten in permanente bewoning gekocht worden… Nou, als daar geen regel op komt, geen wet op komt, dan gaan ze door hoor, absoluut.” – Geertje (gepensioneerd ondernemer)

Hetzelfde geldt voor de vergunning vrije bootjes die bij de vakantiehuisjes worden meegegeven:

“Als de gemeente ongebreidelde toename van bootjes toestaat, als de gemeente niet op gaat treden tegen boten die te breed zijn… En die sloepen zonder vergunning. [dan wordt het echt te druk].” – Johannes (ondernemer)

58

“ondergeschoven kindje is geweest” maar ook dat de drukte die gedurende de afgelopen jaren is ontstaan en gevolgen daarvan niet zomaar in één jaar door de gemeente op te lossen is. De handhaving moet volgens hem in de toekomst verbeterd worden, maar de precieze vormgeving daarvan is nog onduidelijk omdat het nieuwe college in de gemeente

Steenwijkerland daarover moet beslissen.

Op het gebied van bed & breakfast vergunningen hebben een groot aantal inwoners meer vertrouwen. De zeven huizen die door de Chinese ondernemer werden gekocht kregen van de gemeente geen vergunning omdat de regelgeving omtrent bed & breakfast duidelijk is: de huizen aan de dorpsgracht hebben een woonbestemming en er kan niet zomaar een geheel vakantiehuis van worden gemaakt. Je mag een deel van je huis verhuren, mits je er iemand bij woont:

“Ik ben niet bang voor spookhuizen omdat die huizen weer in de verkoop zijn gezet omdat hij zijn vergunning niet rond krijgt omdat het gewoon niet mogelijk is om een vergunning te krijgen als je er niet woont!” – Yvonne (ondernemer)

Samengevat kan worden gesteld dat de gemeente een grote rol speelt in het in

overeenstemming brengen van de verschillende place makings. Momenteel hebben een aantal van de geïnterviewde Gietersen daar op het gebied van handhaving van illegale vakantiehuizen weinig vertrouwen in, evenals in de kennis van de gemeente over hoe

Giethoorn het best onderhouden kan worden. In het verleden heeft de gemeente echter laten zien wel degelijk een grote rol te kunnen spelen in het bevorderen van het thuisvoelen van de Gietersen. Belangrijk hierbij is dat de economische overwegingen niet de boventoon voeren maar dat de emotionele betekenissen die de inwoners aan materialen en plekken in het dorp geven en de lokale know how serieus genomen wordt.

59

8. Conclusie

Met deze scriptie is onderzocht in hoeverre de verschillende place makings in Giethoorn compatibel zijn. De onderzoeksvraag hierbij was:

Wat doet het toerisme als vorm van sociale ordening en de daaruit voortvloeiende ‘place makings’ met het ‘thuisvoelen’ van de inwoners in een toeristisch dorp zoals Giethoorn? Deze vraag is opgedeeld in twee deelvragen: 1) hoe ervaren de inwoners de verschillende place makings en 2) wat doen die ervaringen met het ‘thuisvoelen’? Een van de bevindingen is dat er geen sprake is van één homogene groep. Iets anders dat uit de bevindingen springt is dat slechts twee van de geïnterviewde Gietersen zo negatief zijn over de recente

ontwikkelingen als dat op basis van veel krantenkoppen door een buitenstaander zou worden geconcludeerd.

Vijf van de geïnterviewde mensen wijzen erop dat sommige toeristen en hun gaze voor ergernissen kunnen storen maar nuanceren dit en hebben ook positieve ervaringen. Dit zijn – met uitzondering van één niet-toeristische ondernemer – met name inwoners zonder onderneming en met uitzondering van één respondent allemaal ‘import’ Gietersen. Voor zes van de geïnterviewde Gietersen doet de place making van de toerist niet af aan het

thuisvoelen, voor enkelen draagt het daar zelfs aan bij. De toeristen worden door deze groep gezien als een welkome gast of bron van humor. Onder deze groep bevinden zich twee aan het toerisme gerelateerde ondernemers, een gepensioneerde aan het toerisme gerelateerde ondernemer, twee niet aan het toerisme gerelateerde ondernemers en één inwoner zonder onderneming. Deze groep bestaat op één respondent na uit alleen maar ‘echte Gietersen’. Deze bevinding van inwoners versus ondernemers is in lijn met de verwachtingen.

Interessant is dat ze niet lijnrecht tegenover elkaar staan. De inwoners zonder onderneming vinden sommige aspecten van de komst van de toegenomen aantallen toeristen vervelender dan ondernemers. Ze storen zich vaker aan de tourist gaze dan ondernemers. Toeristen die de privacy schenden doen bijvoorbeeld af aan het thuisvoelen van de inwoners, maar deze groep van inwoners kent ook positieve ervaringen en toont ook begrip voor de onwetende toerist.

Twee van de geïnterviewde Gietersen zijn zeer negatief ten aanzien van de Aziatische en Chinese toeristen. Lucia lijkt zich echter niet alleen aan de tourist gaze te storen, maar aan Chinese mensen in het algemeen. Ze ziet hen niet alleen als economische en culturele

60

dreiging in Giethoorn, maar als een mondiale dreiging. Voor René geldt dat hij hen niet zo zeer als een mondiale economische of culturele dreiging ziet, maar wel als een grote bedreiging voor het thuisvoelen in Giethoorn. Toeristen verstoren bij hem alle drie de aspecten van het ‘thuisvoelen’ zoals omschreven door Duyvendak (2011; 2017). De familiariteit in zijn directe buurt is gedeeltelijk verdwenen omdat hij geen directe

permanente buren meer heeft. Het ‘thuis’ als haven is aangetast omdat hij vaak te maken heeft met privacy schendingen en gevoelens van onzekerheid omdat hij niet weet wie er naast hem in het buurhuis zit. Het thuis als heaven is aangetast omdat het toerisme volgens hem te ver is doorgeschoten met de komst van de vele Aziatische toeristen. René illustreert dat wanneer alle drie de aspecten van het thuisvoelen volgens Duyvendak (2011) worden bedreigd, de grens is overschreden en het toerisme ten koste gaat van het thuisvoelen van de inwoner zonder onderneming.

Op het gebied van de commerciële place makings komt een ander beeld tevoorschijn. Vrijwel iedereen is het erover eens dat het verdwijnen van permanente bewoning op sommige delen van het pad ten koste gaat van het thuisvoelen. Het idee dat een ondernemer niet betrokken is bij Giethoorn en het slechts gebruikt voor commerciële exploitatie stuit alle respondenten tegen de borst. Hij of zij moet iets toevoegen, niet alleen iets onttrekken. De meeste

respondenten wijzen hierbij naar de Chinese ondernemer. Drie van de respondenten

benoemen dat het ook lokale ondernemers zijn die ervoor zorgen dat sommige delen van het pad onbewoond zijn. Het verschil is dat deze ondernemers vaak bekende gezichten in het dorp zijn en/of vaak nog in of nabij het dorp wonen. Een ander verschil is dat de Chinese ondernemer in één keer zeven huizen kocht, waardoor het opeens heel expliciet werd dat de panden slechts voor hun economische waarde zijn gekocht. Voor de geïnterviewde Gietersen is het voor het thuisvoelen belangrijk dat Giethoorn door ondernemers niet slechts

commercieel wordt geëxploiteerd, maar dat de ondernemer ook op andere manieren betrokken is bij het dorp en het ook als een ‘thuis’ ziet. Zo niet, dan zou net zoals in Amsterdam een proces van commodificatie kunnen optreden waarbij de economische waarde van een plek de boventoon gaat voeren ten koste van de emotionele waarde van een plek als een ‘thuis’.

Behalve permanente bewoning en betrokkenheid, kan ook het aanbod afdoen aan het thuisvoelen. Sommige dingen gaan te ver en doen af aan het thuis als heaven, maar wat te ver gaat verschilt per persoon. Enkelen vinden iets zoals Staphorster klederdracht niet bij Giethoorn passen, maar vaak wordt de nadruk gelegd op te grote en verkeerde boten en reclameborden. Tot slot speelt ook de gemeente een belangrijke rol in het thuisvoelen van de geïnterviewde Gietersen. Een aantal stipt de rol die de gemeente kan spelen bij het behoud

61

van de authenticiteit van het dorp. De gemeente heeft een belangrijke rol te vervullen bij het in overeenstemming brengen van de verschillende place makings.

Tot slot is het belangrijk om aan te stippen dat over het algemeen veel respondenten de positieve kanten van de komst van de vrömden benadrukken: het zorgt voor

werkgelegenheid, gezelligheid en extra voorzieningen. Voor veel van de geïnterviewden Gietersen overschaduwen de ergernissen de positieve kanten van het toerisme nog niet. Het is echter wel zaak dat met de komst van de toegenomen aantallen toeristen de verschillende place makings in balans blijven: Giethoorn als ‘thuis’, als bron van inkomsten én als

62

9. Bibliografie

Literatuur

Anderson, B. (2016). Imagined Communities: Reflections on the origin and spread of nationalism. Londen: Verso Books. (Oorspronkelijk gepubliceerd in 1983) Appadurai, A. (1996). Modernity at Large: Cultural Dimensions of Globalization.

Minneapolis: University of Minnesota Press.

Blumer, H. (1969). Symbolic Interactionism. New Jersey: Prentice-Hall.

Borg, van der, J. (1991). Tourism and Urban Development (doctoral dissertation). Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam.

Bryman, A. (2008). Social Research Methods (3e ed.). Oxford: Oxford University Press.

Devine, J.A. (2017). Colonizing Space and Commodifying Place: Tourism’s Violent Geographies. Journal of Sustainable Tourism, 25(5), 634-650.

Duyvendak, J.W. (2011). The Politics of Home. Belonging and Nostalgia in Western Europe and the United States. Basingstoke: Palgrave Macmillan

Duyvendak, J.W. (2017). Thuis. Het drama van een sentimentele samenleving. Amsterdam: Amsterdam University Press.

Easthope, H. (2004). A Place Called Home. Housing, Theory and Society, 21(3), 128-138. Franklin, A. (2008). The Tourism Ordering: Taking Tourism More Seriously as a Globalizing

Ordering. Civilisations, 57(1/2), 25-39.

Gotham, K.F. (2002). Marketing Mardi Gras: Commodification, Spectacle and the Political Economy of Tourism in New Orleans. Urban Studies, 39(10), 1735-1756.

Gotham, K.F. (2005). Tourism Gentrification: The Case of New Orleans' Vieux Carre (French Quarter). Urban Studies, 42(7), 1099-1121.

Mak, G. (1996). Hoe God verdween uit Jorwerd. Een Nederlands dorp in de twintigste eeuw. Amsterdam: Atlas.

Meethan, K. (1997). York: managing the tourist city. Cities, 14(6), 333-342

Oosterhof, W. (2017). Feeling at home in a commodified neighborhood [master thesis]. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.

Rekom, van, J. & Go, F. (2006). Being Discoverd: A Blessing to Local Identies? Annals of Tourism Research 33(3), 676-784.

63

Steenbekkers, A., Simon, C., Vermeij, L. & Spreeuwers, W. (2008). Het platteland van alle Nederlanders. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.