• No results found

Risicoparagraaf

In document 07b Bijlage 1 jaarbericht 2012 Atlant (pagina 35-50)

1. JAARVERSLAG

1.3 PARAGRAFEN

1.3.6 Risicoparagraaf

Bij de uitvoering van haar taken loopt de Atlant Groep een aantal risico’s. Een deel van die risico’s kan zich vertalen in financiële gevolgen voor het bedrijf. Het is niet concreet te bepalen wanneer de risico’s zich effectief voordoen en in welke omvang. Daar waar de risico’s wel benoembaar en kwantificeerbaar zijn worden er voorzieningen voor getroffen. Ultimo 2012 bestonden de voorzieningen uit:

Voorziening bodemsanering Beemdweg € 25.000

Voorziening bodemsanering Montgomeryplein € 262.000

Voorziening Gebouwenonderhoud € 329.000

Voorziening garantie taakstelling Wsw € 350.000

Totaal voorzieningen € 966.000

In 2009 heeft het bestuur te kennen gegeven dat het wenselijk is dat de Atlant Groep in eerste instantie zelf in staat moet zijn vanuit haar eigen financiële positie de tegenvallers als gevolg van zich voordoende risico’s af te dekken. Om zicht te krijgen op de daartoe benodigde middelen zijn de risico’s geïnventariseerd en gewaardeerd. De resultaten hiervan zijn toen vastgelegd in de notitie weerstandvermogen. Het bestuur heeft in haar vergadering van februari 2010 die notitie vastgesteld en de uitkomsten ervan als richtlijn bestempeld voor de

resultaatbestemming van 2009 en volgende jaren.

Om de omvang van het weerstandvermogen actueel te houden is het van belang de risico inventarisatie periodiek [bij opstelling begroting en jaarrekening] te actualiseren. Dit is in de periode 2010-2012 redelijk gedetailleerd uitgevoerd. Medio 2012 heeft het bestuur verzocht om een nader onderzoek naar de hoogte en samenstelling van het weerstandsvermogen. Een werkgroep met vertegenwoordiging uit alle betrokken geledingen heeft het onderzoek uitgevoerd en heeft een voorstel gedaan, mede gezien de onzekerheden die het huidige concept van de Participatiewet omgeven, om een praktischere, globalere aanpak te hanteren.

De globalere benadering is gebaseerd op vier pijlers, te weten:

1. Algemene reserve:

Met behulp van kengetallen, op basis van gangbare bedrijfseconomische principes die gehanteerd worden door banken bij de beoordeling van de financiële positie van bedrijven, wordt aan de hand van het totale vermogen bepaald hoe groot de algemene reserve moet zijn;

2. Bestemmingsreserve bestaande en reeds geplande projecten:

Er wordt geïnventariseerd welke middelen benodigd zijn om de financiële verplichtingen van de nu reeds in uitvoering zijnde en concreet geplande projecten af te dekken middels een bestemmingsreserve;

3. Instellen specifieke bestemmingsreserve Participatiewet:

Het voorstel is om een substantieel bedrag additioneel te reserveren voor de vorming van een bestemmingsreserve Participatiewet, om van daaruit de financiering veilig te stellen van alle activiteiten die nodig zijn om tot een gedegen uitvoering van die wet te komen.

4. Instellen specifieke bestemmingsreserve uitkering deelnemende gemeenten 2013:

Evenals voorgaande jaren wensen de deelnemende gemeenten uit het resultaat 2012 weer een winstuitkering te ontvangen. In het bestemmingsvoorstel zal daarmee rekening

gehouden worden, de bestemmingsreserve wordt nog in 2013 gedoteerd en uitgekeerd.

De optelling van deze vier pijlers bepaalt uiteindelijk de gewenste omvang van het

weerstandsvermogen. Een dergelijke opstelling lijkt ook politiek bestuurlijk beter hanteerbaar.

Zodra de Participatiewet en de uitvoeringsregels ervan verder duidelijk worden, ontstaat een nieuwe situatie die aanleiding kan geven om zowel de gehanteerde systematiek als de concrete risico’s weer te actualiseren. Het is essentieel de uitgangspunten periodiek te monitoren.

Veranderende uitgangspunten leiden immers tot andere uitkomsten.

In de verdere toelichting is per bestaand risico aangegeven hoe de gedetailleerde posten uiteindelijk overgaan naar de nieuwe indeling zoals hiervoor beschreven.

Strategische ontwikkeling: buiten zijn, buiten blijven

Uitgangspunt van de maatregelen die zijn benoemd in het regeerakkoord “Bruggen Slaan”, is het zo veel mogelijk plaatsen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in een reguliere werkomgeving. In de dynamische omgeving van re-integratie wijzigen de eisen die de

opdrachtgevers in de markt stellen aan de uitvoering van de bemiddeling van onze doelgroepen frequent. Om daar op een goede wijze op in te kunnen spelen is het noodzakelijk dat de Atlant

invulling te geven, zal een omvorming van (onderdelen van) de organisatie nodig zijn en wordt het totale speelveld wellicht breder. De Participatiewet leidt er toe dat de huidige spelers aan de onderkant van de arbeidsmarkt [ gemeenten, UWV, werkgevers en de Atlant Groep ] die binnen de keten opereren komen tot een heroriëntatie waarbij een integrale aanpak vanuit de

processen uiteindelijk kan leiden tot andere alternatieve structureringsoplossingen. In dit kader wordt gedacht aan:

Innovatie

Er zal als uitvoeringsorganisatie een zo optimaal mogelijk integraal aanbod moeten worden ontwikkeld voor Wsw-medewerkers en andere vertegenwoordigers aan de onderkant van de arbeidsmarkt om ook de toenemende groep personen met een zwaardere (veelal psychische) indicatie binnen de integrale kostprijs van de Atlant Groep als uitvoeringsorganisatie te kunnen bedienen. Onderwerpen als jobcarving en het doorontwikkelen van bedrijven naar “inclusieve organisaties” vragen om vernieuwende werkwijzen. Ook de voorgestelde maatregelen uit het regeerakkoord inzake loondispensatie en de quota regeling vragen om geheel nieuwe concepten en een verdere oriëntatie op activiteiten in de keten en de mogelijke verbindingen met parallelle ketens. Ook hier zijn nieuwe concepten gewenst, in samenwerking met de ketenpartners, die erop gericht zijn om vertegenwoordigers van de doelgroep aan werk te helpen. Deze plannen zullen tevens nieuwe vormen van dienstverlening aan de werkgevers vragen. Dit alles kan helpen meer zekerheid te bieden inzake de werkvoorraad van de Atlant Groep en tevens kan dit leiden tot meer mensen uit de uitkering. Het I-deel van de gemeenten wordt hierdoor minder belast, hetgeen de financiële positie van die gemeenten weer ten goede komt. Met het oog op dit werkgeversbelang dienen mogelijkheden van private

(mede)financiering daarbij niet te worden uitgesloten. In deze veranderende omgeving is het belangrijk om de ontwikkelingen op tijd te zien, en daarop te anticiperen. De Atlant Groep wil in dit licht een buffer opnemen voor ‘innovaties’. Hiermee kan de Atlant Groep dan investeren in innovatiekracht waardoor zij kan blijven aansluiten bij ontwikkelingen in haar omgeving.

Omdat dergelijke innovatieve ontwikkelingen vaak noodzakelijk zijn op de momenten dat het erg moeilijk is die in de normale exploitatie mee te nemen [anticyclisch handelen] stelt de Atlant Groep voor hiervoor een bedrag in de vorm van bestemmingsreserve te voorzien, zodat in perioden waarin het slechter gaat of wanneer er bezuinigd moet worden, deze projecten niet van de actielijst worden gehaald. De kans is groot dat op projecten als eerste wordt bezuinigd, terwijl het juist in een mindere periode gewenst is dat innovatie plaatsvindt. Het is dan noodzaak dat die middelen beschikbaar zijn. Een dergelijk aanpak borgt dat voor de organisatie

noodzakelijke innovatie in financiële zin gerealiseerd kunnen worden. Om dit te faciliteren zijn een projectmatige aanpak en voldoende financiële middelen een randvoorwaarde.

De Atlant Groep heeft in 2010 voor innovatie een bestemmingsreserve gevormd van € 500.000.

Daaruit zijn onder andere activiteiten met de universiteit van Maastricht bekostigd op het gebied van jobcarving, “inclusieve organisaties” en de Leerstoel. Deze bekostiging loopt nog door tot en met het jaar 2013. Ultimo 2012 is nog een bedrag beschikbaar van € 287.000. Deze reserve gaat op in de nieuw te vormen bestemmingsreserve lopende projecten.

Ontwikkelingen Omgevingsfactoren

De wereld en daarmee ook de omgeving van de Atlant Groep is momenteel enorm in beweging.

Door de economische ontwikkelingen naar aanleiding van de eurocrisis en verandering in wet- en regelgeving staan bedrijven meer onder druk. Bedrijven verlengen tijdelijke contracten niet meer en de contracten met uitzendkrachten worden beëindigd. Ook de internationale

concurrentie voor bedrijven neemt toe. Hierdoor komen de plaatsingsmogelijkheden bij bedrijven onder druk te staan. Tevens zien we in Nederland op het gebied van de uitvoering van de Wsw, dat dit niet vanzelfsprekend aan de eigen uitvoeringsorganisatie wordt gegund. De plannen van het kabinet Rutte II, vastgelegd in het regeerakkoord “Bruggen Slaan”, bevatten substantiële bezuinigingen bij centrale en lokale overheden. Er is nog steeds onduidelijkheid over nieuwe financieringsvormen vanwege de weinig concrete uitwerking van het

regeerakkoord. De huidige Wsw-systematiek met taakstelling en subsidie blijft in ieder geval voor 2013 overeind. Maar in 2014 stopt de instroom in de Wsw en vervalt de bonus begeleid werken (€ 500.000!). Er is sprake van financiering tegen minimumloon voor 30.000 plaatsen beschut werken voor de gemeenten, zonder nadere uitvoeringsregels. De

herstuctureringsfaciliteit is afgeschaft en ook de verplichte instroom van 1 sw’er per 3

uitstromende sw’ers is komen te vervallen, waardoor de facto een sterfhuisconstructie ontstaat voor de Wsw. De nieuwe Participatiewet is nog met veel onduidelijkheid omgeven. Als gevolg van de gewijzigde marktomstandigheden in combinatie met gewijzigde wet- en regelgeving worden de volgende risico’s met hoge impact onderkend.

Risico’s afzetmarkt / toenemende (internationale) concurrentie

De Atlant Groep heeft enkele jaren geleden de overstap gemaakt naar de groepsdetacheringen in samenwerking met een (nog) beperkt aantal opdrachtgevers. De Atlant Groep is hierdoor kwetsbaarder geworden voor onverwachte veranderingen bij deze kleine groep opdrachtgevers.

Dit risico wordt dan ook als hoog ingeschat. De Atlant Groep heeft dit risico ook erkend en als reactie hierop het Atlant Partnership opgericht. Dit heeft echter nog onvoldoende geleid tot nieuwe samenwerkingen van substantiële omvang. Door de tegenvallende economie dingen voorts steeds meer bedrijven mee naar opdrachten. Hierdoor komen de tarieven en marges onder druk te staan. Daar bovenop komen de maatregelen inzake loondispensatie en de quota regeling, die mogelijk leiden tot verdringing op de markt van individuele detachering en begeleid werken, en daarnaast kunnen leiden tot prijsconcurrentie. In hoeverre deze maatregelen ook

ondervindt de Atlant Groep nog relatief weinig concurrentie van anderen, maar dat wil niet zeggen dat dit in de toekomst niet kan gebeuren. Wanneer de Atlant Groep niet de juiste prijs / kwaliteitsverhouding blijft leveren, kunnen bedrijven [met name in de maakindustrie] waar momenteel detacheringsovereenkomsten mee zijn gesloten (internationale) concurrentie verwachten. Gezien de huidige marktontwikkelingen en de ontwikkeling van de

prijs/kwaliteitsverhouding in de lage lonen landen wordt ook dit risico als hoog ingeschat. Het is wenselijk hiervoor een bedrag in het weerstandsvermogen op te nemen. Vanuit de huidige afzetmarkt is intern een nadere analyse gemaakt van de risico’s. Daarbij is een onderscheid gemaakt in een hoog en een laag conjunctuur. In de huidige situatie, waar nadrukkelijk sprake is van laagconjunctuur, is een reserve nodig van € 2.900.000. Deze reserve gaat op in de nieuw te vormen bestemmingsreserve participatiewet.

Financiering

De nieuwe Wsw, die per 1-1-2008 is ingevoerd, biedt meer ruimte voor concurrentie. De regie over de uitvoering, inclusief de financiering, ligt voortaan bij de gemeenten. Deze houden een deel van het toegekende budget zelf ter financiering van benodigde ambtelijke

beleidsondersteuning (€ 220.000). Daarnaast kunnen de gemeenten ook derden betrekken bij de uitvoering van de Wsw. Inmiddels is duidelijk dat de Atlant Groep voor de gemeenten de uitvoerder van de Wsw zal blijven alsmede voor de uitvoering van trajecten voor diegenen die niet in staat zijn 100% van het Wettelijke Minimum Loon (WML) te verdienen. Op de financiële middelen voor die uitvoering wordt echter flink bezuinigd. Zo loopt het subsidie normbedrag Wsw in zes jaar terug van € 25.931 (2013) tot ca. € 22.700 (2019) Met deze systematiek van financiering is een reguliere kostendekkende uitvoering van de Wsw niet meer houdbaar, hetgeen zich de komende jaren zal vertalen in negatieve exploitatieresultaten. De gevormde reserve hiervoor ad € 750.000 ultimo 2012 gaat voor € 600.000 op in de nieuw te vormen bestemmingsreserve participatiewet en voor € 150.000 in de nieuw te vormen algemene reserve.

Atlant Re-integratie B.V. / Callant b.v.

In deze vennootschap zijn alle re-integratieactiviteiten opgenomen die worden uitgevoerd voor de niet-deelnemende gemeenten aan de Gemeenschappelijke Regeling [GR] en aan derden.

Deze vennootschap opereert in een vrije markt die eveneens sterk aan concurrentie onderhevig is en vandaar dus grotere risico’s met zich meebrengt. Hoewel 2010 tot en met 2012 positieve resultaten hebben opgeleverd, waardoor het negatieve eigen vermogen is omgebogen in een positief eigen vermogen van € 283.000, blijven de genoemde risico’s in de dynamische omgeving aanwezig. Medio 2012 is deze vennootschap ingebracht in een samenwerking met Calder Holding B.V., en zelfstandig verder gegaan als Callant b.v.

Atlant Groep heeft in Callant b.v. een minderheidsbelang van 49%. Partijen hebben

afgesproken dat de rekening-courantovereenkomst gehandhaafd blijft met een maximum van

€ 750.000 (dit was € 1.000.000). Ter afdekking van de risico’s verbonden aan die vordering is in het verleden een bestemmingsreserve gevormd die ultimo 2012 € 916.000 groot is. Deze reserve gaat op in de nieuw te vormen algemene reserve.

Verhuurbaarheid

Als gevolg van het nieuwe businessconcept zijn in het verleden een aantal locaties afgestoten en is de locatie van de hoofdvestiging aangepast aan de eisen van de tijd. Een belangrijk gedeelte van deze locatie is inmiddels verhuurd aan derden. Met name de bouwkundige aanpassingen voor het Werkplein zijn specifiek voor deze gebruiker hetgeen de

verhuurbaarheid aan alternatieve partijen, na afloop van de huurtermijn, negatief beïnvloedt.

Het effect van dit risico is hoog. De kans dat het zich voordoet is gezien de duur van de

verhuurtermijn vooralsnog laag; het huurcontract is in 2011 met 10 jaar verlengd tot 31-8-2020.

Toch wordt dit risico meegenomen in de bepaling van het weerstandsvermogen. De Atlant Groep stelt voor om 10% van de jaarlijkse huuropbrengst op te nemen in het

weerstandsvermogen en dit percentage jaarlijks te verhogen met 10% voor ieder jaar dat het huurcontract verder is verstreken. In 2011 is 1 jaar van het huurcontract verstreken, dus is het percentage 10%, hetgeen neerkomt op een bedrag van € 65.000. De kosten van de

verbouwing, om het gebouw weer verhuurbaar te maken, zijn bepaald op € 1.000 per m2. De oppervlakte van dit pand bedraagt 6.000 m2. Het risico van de verbouwing wordt zo bepaald op

€ 600.000. De totale reserve ultimo 2012 bedraagt daarmee € 665.000, welke in zijn geheel overgaat in de nieuw te vormen algemene reserve.

Afschrijving bedrijfsrestaurant

Atlant Groep heeft een bestemmingsreserve ad € 433.000 ter dekking van de toekomstige afschrijvingslasten (€ 22.000 per jaar) van het nieuwe bedrijfsrestaurant. Deze reserve is toereikend en zal in de komende jaren volledig worden benut voor de dekking van de afschrijvingslasten. De reserve gaat op in de nieuw te vormen bestemmingsreserve lopende projecten.

Personeel

De sw-sector is volop in beweging. In het regeerakkoord “Bruggen Slaan” laat dit kabinet zien te kiezen voor een sterfhuisconstructie voor de Wsw. De doelgroep aan de onderkant van de arbeidsmarkt dient in het vervolg geplaatst te worden bij reguliere bedrijven via

loondispensatieregelingen. Ter ondersteuning van dit beleid komt er een quotaregeling voor bedrijven met meer dan 25 werknemers. Daarnaast krijgen de gemeenten middelen voor

bedrijven staan dan ook voor grote uitdagingen om samen met de ketenpartners nieuwe uitvoeringsorganisaties te bouwen om deze concepten in de markt te zetten.

Atlant Groep heeft zich ontwikkeld tot een professionele, commerciële organisatie voor die uitvoering. Hierbij moeten de volgende risico’s in oogschouw worden genomen.

(Wsw) CAO

De huidige Wsw-cao is in vergelijking met de relevante branche-cao’s luxe. Dit heeft tot gevolg dat sw-medewerkers in het kader van Begeleid Werken minder snel doorstromen naar een cao van ‘reguliere arbeid’, hoewel de Atlant Groep daar nog tamelijk succesvol in is. Een groot deel van de doelgroep is en blijft dus in dienst van de Atlant Groep. Het aantal zal vanaf 2014 wel slinken op basis van natuurlijk verloop omdat er geen instroom meer plaatsvindt in de regeling Wsw. Deze beperkte flexibiliteit (geminimaliseerde uitstroom) maakt van de Atlant Groep een bedrijf waar de komende jaren nog een belangrijk deel van de (dalende) subsidie vast ligt in het salaris volume van de Wsw. Bijkomend aandachtspunt is dat de Atlant Groep zelf geen invloed kan uitoefenen op de cao-afspraken voor het Wsw-personeel, het zijn juist de gemeenten die verantwoordelijk zijn voor het onderhandelingsresultaat. De gevolgen hiervan komen tot uitdrukking in de negatieve exploitatieresultaten van de komende jaren en worden derhalve opgevangen via de voorgestelde bestemmingsreserve egalisatie exploitatieverliezen.

Pensioenen (alle cao’s)

e dekkingsgraad van de pensioenfondsen waar onze medewerkers aan verbonden zijn, is nu niet op orde. Het PWRI (Wsw, Wiw) heeft zijn premies al in 2012 verhoogd. En hoewel de rekenrente enigszins is aangepast hebben zowel het ABP (ambtenaren) als het PFZW (welzijn) al aangekondigd in 2013 te moeten gaan korten op de pensioenen en tevens de premies te verhogen. Een deel van die premies wordt door de werkgever betaald, waardoor verhogingen leiden tot structureel meer loonkosten. Daarnaast ontstaat er het risico dat de pensioenfondsen de werkgevers gaan vragen om aanvullende stortingen ter afdekking van de tekorten in de fondsen. Veel zal daarbij afhangen van de ontwikkeling van de marktrente en de economische situatie. Een concreet bedrag is er nu nog niet te noemen voor betreffende risico’s, maar dat zich hier problemen gaan aandienen en dat de financiële effecten substantieel zullen zijn lijkt een kwestie van tijd.

Aantrekken en behouden personeel

Gezien de huidige arbeidsmarkt zijn de risico’s met betrekking tot behoud van bestaand of aantrekken van nieuw personeel om de kwaliteit van de organisatie in stand te houden marginaal. Het aanhouden van een reserve ter afdekking van die risico’s is dan ook niet meer

(Te weinig) geclassificeerde medewerkers

Er zijn bij de doelgroep twee tendensen waarneembaar:

1. De beperkingen worden steeds “zwaarder”.

De tendens is dat de beperkingen van de personen uit de doelgroep steeds groter worden.

Daarnaast verschuift de problematiek zich van meer lichamelijke beperkingen naar

psychische en psychiatrische problematiek. Daar komt bij dat de instroom in de Wsw stopt per 1-1-2015, evenals de mogelijkheid tot herindicaties van die categorie. Daardoor zal actief sturen op uitstroom uit de Wsw aan de onderkant waarschijnlijk niet meer mogelijk zijn. Verder stellen deze veranderingen andere eisen aan de begeleiding en de

werkomgeving.

2. De taakvolwassenheid van de Wsw-medewerkers neemt af.

Omdat er sprake is van steeds zwaardere problematiek en grotere beperkingen neemt in het algemeen de taakvolwassenheid af, en daarmee ook de arbeidscapaciteit en dus het verdienvermogen. Een bijkomend specifiek aspect is dat bij verloop van de meer ervaren Wsw-medewerkers functies (met subsidie) wellicht ingevuld moeten worden door regulier personeel met een Welzijn-cao (zonder subsidie). De kosten van de uitvoering nemen daardoor toe. Deze tendens is overigens nu al merkbaar.

Uitgangspunt bij al onze plannen is een vaste omvang van de werkcapaciteit in verband met de langlopende verplichtingen die zijn aangegaan met werkgevers waar onze mensen zijn

gedetacheerd. Vanuit de Wsw heeft de Atlant Groep een voorheen gedwongen opgebouwde (taakstelling) populatieomvang, die vanaf 2015 gaat afnemen op basis van natuurlijk verloop.

Waar een regulier bedrijf flexibel kan omgaan met de personeelsomvang en kan sturen op de aanname en afvloeiing van personeel waardoor zij de kwantiteit en de kwaliteit van het

personeel kan variëren, beschikt de Atlant Groep niet of in beperkte mate over de mogelijkheid om via deze weg te sturen op de kwaliteit van personeel.

Het betekent dat de loonwaarde van medewerkers feitelijk daalt terwijl de begeleidingsintensiteit veeleer toeneemt waardoor het detacheringsresultaat negatief wordt beïnvloed .

Deze beperking in flexibiliteit heeft tot gevolg dat de Atlant Groep te maken heeft met een toenemende discrepantie tussen de wenselijke kwaliteitssituatie op de detacheringsmarkt en de werkelijke kwaliteitssituatie (huidig personeelsbestand).

Als gevolg van deze ontwikkelingen zal het, naar verwachting, lastiger worden om de toegevoegde waarde van de huidige organisatie in de toekomst op een zelfde niveau te houden. Dat heeft tot gevolg dat de loonwaarde daalt, maar dat de kosten van de Atlant Groep niet in hetzelfde tempo meedalen (rechtspositionele garanties bij lager gewaardeerd werk leidt niet tot aanpassing van de door de Atlant Groep te betalen salariskosten bij zittend personeel).

De Atlant Groep heeft berekend dat met 1.250 productieve uren per jaar en een verwachte

De Atlant Groep heeft berekend dat met 1.250 productieve uren per jaar en een verwachte

In document 07b Bijlage 1 jaarbericht 2012 Atlant (pagina 35-50)