• No results found

Resultaten vragenlijstonderzoek luchtwegklachten

In document Veehouderij en gezondheid omwonenden (pagina 50-54)

GEZOND HEIDS ONDERZOEKEN

333 ESBL Huisartsenpatiënten

4 Effecten van veehouderij op het ademhalingsorgaan

4.2 Resultaten vragenlijstonderzoek luchtwegklachten

veehouderij-gerela-teerde luchtverontreiniging. Een studie uit de Verenigde Staten wijst op acute respiratoire effecten van endotoxi-neblootstelling door de veehouderij onder volwassenen (Schinasi et al., 2011). Een andere studie uitgevoerd in de Verenigde Staten wijst op acute effecten op de lucht-wegen bij astmatische kinderen die samenhangen met blootstelling aan PM2.5 in een ruraal gebied met veehou-derijen.(Loftus et al., 2015a) In dezelfde panelstudie werd een verminderde longfunctie gevonden in relatie tot ammoniak afkomstig van veehouderijen.(Loftus et al., 2015b).

De aanwijzingen voor respiratoire gezondheidseffecten in de IVG-studie en in buitenlandse dwarsdoorsnede- en panelstudies hebben geleid tot het respiratoire deel van de VGO-studie. Het IVG-onderzoek heeft aanwijzingen opgeleverd dat astma en allergie in mindere mate voorkomen rond veehouderijen. Op basis van de beschik-bare huisartsengegevens was het niet mogelijk dit verder te onderzoeken. Daarom is in het VGO-onderzoek nadruk gelegd op serologisch onderzoek naar sensibilisatie tegen algemeen voorkomende allergenen. De VGO-studie is er daarnaast op gericht om te onderzoeken of de effecten op het ademhalingsorgaan, zoals die in buitenlandse studies zijn gerapporteerd, ook in Nederlandse populaties omwonenden van veehouderijen kan worden waargeno-men. Daartoe zijn longfunctiemetingen uitgevoerd en is op gestandaardiseerde wijze informatie verzameld over het voorkomen van respiratoire symptomen. Met deze gegevens is het mogelijk associaties te onderzoeken tussen veehouderij-gerelateerde blootstelling en respira-toire symptomen, longfunctie en sensibilisatie, die samenhangen met (allergisch) astma en COPD. Daarnaast is opnieuw naar het pneumonierisico gekeken op basis van de huisartsengegevens en zelfgerapporteerde gezondheidsinformatie.

Voor de verschillende gezondheidseindpunten astma, allergie en COPD zijn analyses uitgevoerd op basis van gegevens uit elektronische patiëntendossiers van huisartsen in het VGO-gebied (n=110.728), gegevens afkomstig van vragenlijstonderzoek luchtwegklachten onder volwassen patiënten van huisartsen uit het VGO-gebied (n=14.882) en gezondheidsmetingen van een selectie van de deelnemers uit de tweede gegevens-bron: het VGO-medisch onderzoek (n=2.494). De resultaten van de huisartsengegevens zijn in hoofdstuk 3 gerapporteerd. Hieronder volgen de resultaten uit de

‘korte’ vragenlijst en uit het VGO-medisch onderzoek (‘lange’ vragenlijst, longfunctiemetingen, serologie).

4.2 Resultaten vragenlijstonderzoek luchtwegklachten

Regelmatig ontlasting opsturen.

Drie maanden longfunctie blazen en een dagboekje bijhouden over luchtwegklachten.

Volgen beweegpatronen om blootstelling veehouderij

te schatten

4.2.1 Prevalentie astma, COPD en neusallergieën Verschillende indicatoren voor de aanwezigheid van veehouderijen lieten eerder een omgekeerd verband zien met astma, COPD en neusallergieën op basis van de huisartsendossiers (Smit et al., 2014). Deze aandoeningen komen dus minder vaak voor in de nabijheid van veehouderijen. Dezelfde gezondheidseffecten zijn onderzocht aan de hand van de korte ECRHS-vragenlijst die is ingevuld door 14.882 omwonenden (zie paragraaf 2.5.2). Met de vragenlijst is vastgesteld of bij een deelnemer ooit een neusallergie inclusief hooikoorts is geconstateerd, of dat een chronische obstructieve longaandoening (COPD) of emfyseem is geconstateerd.

Huidig astma is gedefinieerd als een positief antwoord op minstens één van de volgende vragen: of een deelnemer in de afgelopen twaalf maanden een astma-aanval heeft gehad, of dat de deelnemer in de afgelopen twaalf maanden wakker is geworden door een aanval van kortademigheid, of dat een deelnemer astmamedi-catie gebruikt. Analyses laten zien dat allergie, astma en COPD minder vaak voorkomen bij deelnemers die dicht bij veehouderijbedrijven wonen (Figuur 4.1, a t/m c).

Ook neemt het voorkomen van allergie, astma en COPD af met een toenemende dichtheid aan veehouderij-bedrijven (Figuur 4.1, d t/m f). In deze analyses is gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en rookgewoonten.

De prevalentie van respiratoire symptomen op basis van de korte vragenlijst is hieronder weergegeven (Tabel 4.1).

Deelnemers die heel dicht bij een veehouderij wonen (< 290 meter; eerste kwartiel) hadden significant minder vaak astma, COPD of neusallergieën, zoals eerder al gepubliceerd (Borlee et al., 2015). Vergelijkbare negatieve verbanden werden gevonden voor de aanwezigheid van bedrijven met specifieke dieren binnen 500 en 1.000 meter vanaf het woonadres. De meeste sterk met astma en COPD geassocieerde respiratoire klachten (hoesten, slijm opgeven e.d.) en medicijngebruik lieten dezelfde associaties zien, soms statistisch significant.

Figuur 4.1 a-f Relaties tussen aantal veehouderijbedrijven en afstand van dichtstbijzijnde veehouderijbedrijf en het voorkomen van allergie, astma en COPD volgens de korte vragenlijst (p-waarde van de splines is van links naar rechts respectievelijk 0,08 en 0,03 (bovenste rij), 0,02 en 0,28 (middelste rij), 0,09 en 0,40 (onderste rij)) gecorrigeerd voor leeftijd, rookgewoonte en geslacht. Met name de associaties met aantallen veehouderijen rond de woning laten statistisch significante associaties zien.

0 5 10 15 20 25 30

0.000.050.100.150.200.25

Aantal veehouderijen binnen 1.000m

Prevalentie neus−allergie

A

0 500 1.000 1.500

0.00.10.20.3

Afstand tot eerste veehouderij (meters)

Prevalentie neus−allergie

D

0 5 10 15 20 25 30

0.000.040.080.12

Aantal veehouderijen binnen 1.000m

Prevalentie huidige astma

B

0 500 1.000 1.500

0.000.050.100.15

Afstand tot eerste veehouderij (meters)

Prevalentie huidige astma

E

0 5 10 15 20 25 30

0.000.010.020.030.040.05

Aantal veehouderijen binnen 1.000m

Prevalentie COPD

C

0 500 1.000 1.500

0.000.020.040.060.08

Afstand tot eerste veehouderij (meters)

Prevalentie COPD

F

Tabel 4.1 Prevalentie respiratoire symptomen in de korte vragenlijst. Alleen respondenten zijn meegenomen die niet woonden of werkten op een boerderij en die langer dan één jaar in de huidige woning wonen op het moment van afname van de vragenlijst (n=12.117).

Prevalentie respiratoire symptomen n %

Heeft u in de afgelopen 12 maanden wel eens last gehad van piepen op de borst? 1.650 13,6

Was u kortademig tijdens dit piepen op de borst? 1.143 9,4

Heeft u dit piepen op de borst wel een gehad wanneer u niet verkouden was? 1.001 8,3

Bent u in de afgelopen 12 maanden wel eens wakker geworden met een gevoel van beklemming op de borst? 1.183 9,8 Bent u in de afgelopen 12 maanden wel eens wakker geworden door een aanval van kortademigheid? 816 6,7

Bent u in de afgelopen 12 maanden wel eens wakker geworden door een hoestbui? 3.364 27,8

Heeft u in de afgelopen 12 maanden een astma-aanval gehad? 264 2,2

Gebruikt u momenteel geneesmiddelen (bijv. inhalatoren, aerosols, tabletten) tegen astma? 785 6,5

Heeft u enige vorm van neusallergie, inclusief ‘hooikoorts’? 2.778 22,9

Heeft u de afgelopen 12 maanden wel eens overdag in rust een aanval van kortademigheid gehad? 907 7,5 Heeft u de afgelopen 12 maanden wel eens overdag na inspanning een aanval van kortademigheid gehad? 2.353 19,4

Heeft u ooit astma gehad? 866 7,1

Hoest u vrijwel dagelijks, wel drie maanden per jaar? 1.706 14,1

Geeft u vrijwel dagelijks slijm op, wel drie maanden per jaar? 1.449 12,0

Heeft een arts u ooit verteld dat u een chronische obstructieve longaandoening (COPD) of emfyseem heeft? 553 4,6 Heeft u in de afgelopen 12 maanden regelmatig (vrijwel dagelijks) budesonide, fluticason, beclomethason, ciclesonide of

een andere corticosteroïd inhaler gebruikt?

706 5,8

Huidige astma* 1.365 11,3

* Huidig astma is gedefinieerd als een positief antwoord op minsten één van de volgende vragen:

- Heeft u in de afgelopen 12 maanden een astma-aanval gehad?

- Bent u in de afgelopen 12 maanden wel eens wakker geworden door een aanval van kortademigheid?

- Gebruikt u momenteel geneesmiddelen (bijv. inhalatoren, aerosolen, tabletten) tegen astma?

Opvallend is dat een aantal astmatische klachten (kortade-mig tijdens piepen op de borst, piepen op de borst zonder verkoudheid) significant meer voorkomen op locaties met zeer veel bedrijven rond de woning (Figuur 4.2b-c). De klacht 'piepen op de borst' laat dezelfde trend zien, maar is niet significant verhoogd (Figuur 4.2a). Dus, bepaalde astmagerelateerde klachten worden meer gezien in aanwezigheid van veel veehouderijbedrijven, terwijl de prevalentie van astma op die locaties duidelijk lager is. De toename in de prevalentie voor deze klachten is waarneem-baar vanaf 2025 bedrijven in een straal van 1.000 meter.

Het aantal mensen dat met twintig of meer bedrijven in een straal van 1.000 meter woont is echter relatief laag, namelijk 4,9% van de populatie (592/12.117 deelnemers vragenlijstonderzoek in deze analyse). Er worden geen duidelijke verbanden gevonden tussen deze klachten en specifieke veehouderijtypen. Dit wijst op effecten van grote aantallen veehouderijen samen (cumulatieve effecten), ongeacht het type veehouderij, mogelijk door blootstelling aan agentia zoals fijnstof en endotoxine die door alle typen veehouderij worden geëmitteerd.

Er werden geen duidelijke associaties gevonden tussen deze (piepen op de borst) klachten en afstand tot de dichtstbij-zijnde veehouderij van de woning.

Regelmatig ontlasting opsturen.

Drie maanden longfunctie blazen en een dagboekje bijhouden over luchtwegklachten.

Volgen beweegpatronen om blootstelling veehouderij

te schatten

GEZONDHEIDSONDERZOEK

333ESBL Huisartsenpatiënten

Vragenlijstonderzoek luchtwegklachten

VGO-medisch onderzoek

300

COPD 970

GPS-studie 110.728

14.882

2.494

Opvallend is het in verhoogde mate voorkomen van deze klachten bij hoge veehouderijdichtheden. Als deze associaties worden onderzocht in de groep deelnemers aan het VGO-medisch onderzoek (circa 2.500 personen), worden vergelijkbare verbanden gevonden als hierbo-ven getoond, maar deze relaties zijn niet statistisch significant door de beperktere omvang van de populatie en het geringe aantal hoog-blootgestelden (circa 5%) van de deelnemers aan het medisch onderzoek resulte-rend in een groep van ongeveer 125 personen.

Figuur 4.2 a-c Associaties tussen piepen op de borst (alleen piepen, piepen zonder verkoudheid, kortademig tijdens piepen op de borst) en aantal veehouderijen in een straal van 1.000 meter rond de woning (p-waarden van de splines zijn respectievelijk 0,10, 0,007 en 0,002), gecorrigeerd voor leeftijd, rookgewoonte en geslacht.

0 5 10 15 20 25 30

0.00.20.40.6

Aantal veehouderijen binnen 1.000 m

Prevalentie piepen op de borst

0 5 10 15 20 25 30

0.00.20.40.6

Aantal veehouderijen binnen 1.000m Prevalentie piepen op de borst zonder verkoudheid

0 5 10 15 20 25 30

0.00.20.40.6

Aantal veehouderijen binnen 1.000m Prevalentie kortademig tijdens piepen op de borst

4.2.2 Respiratoire klachten binnen gevoelige groepen

Regelmatig ontlasting opsturen.

Drie maanden longfunctie blazen en een dagboekje bijhouden over luchtwegklachten.

Volgen beweegpatronen om blootstelling veehouderij

te schatten

GEZONDHEIDSONDERZOEK

333 ESBL Huisartsenpatiënten

Vragenlijstonderzoek luchtwegklachten

VGO-medisch onderzoek

300

COPD 970

GPS-studie 110.728

14.882

2.494

Omdat er aanwijzingen bestonden dat mensen met COPD en astma in gebieden met veel veehouderij meer luchtwegklachten leken te hebben, is er specifiek gekeken naar respiratoire klachten binnen gevoelige groepen. Analyses lieten zien dat COPD-patiënten bijna tweemaal zo vaak last van piepen op de borst hadden als ze in de nabijheid van een veehouderij woonden.

Figuur 4.3a geeft de toename in ‘piepen op de borst’

weer op kortere afstand van een veehouderij voor de mensen met COPD (Borlee et al., 2015). De aanwezigheid van een groot aantal veehouderijen in een straal van 1.000 meter van het huisadres was ook geassocieerd met gebruik van inhaleerbare corticosteroïden (ICS) (Figuur 4.3b en Borlee et al., 2015). Dit impliceert dat COPD-patiënten die in de buurt van veel veehouderij wonen meer exacerbaties hebben in vergelijking met COPD-patiënten die verder weg wonen. Er werden geen consistente verbanden gevonden tussen het voorkomen van respiratoire klachten en de aanwezigheid van veehouderijbedrijven voor mensen met astma of neusallergieën.

Figuur 4.3 a-b De relatie tussen minimale afstand tot een veehouderijbedrijf en piepen op de borst bij COPD patiënten.

Op korte afstand van veehouderijbedrijven worden meer luchtwegklachten gezien dan op grotere afstand van veehouderij - bedrijven na correctie voor leeftijd, rookgewoonte en geslacht.

0 500 1000 1500

0.00.20.40.6

COPD (zelf gerapporteerd)

Afstand tot eerste veehouderij (meters)

Prevalentie piepen op de borst

0 5 10 15 20 25 30

0.00.20.40.60.8

COPD (zelf gerapporteerd)

Aantal veehouderijen binnen 1.000m

Prevalentie dagelijks gebruik corticosteroiden

In document Veehouderij en gezondheid omwonenden (pagina 50-54)