• No results found

Opzet VGO-medisch onderzoek

In document Veehouderij en gezondheid omwonenden (pagina 31-34)

EFFECT OP GEZONDHEID?

2 Opzet van het onderzoek

2.8 Opzet VGO-medisch onderzoek

Om te onderzoeken of er verschillen zijn in gezondheids-problemen tussen mensen die dicht bij veehouderijen wonen en mensen die verder van veehouderijen af wonen in hetzelfde gebied is een groot gezondheidsonderzoek opgezet. In totaal namen 2.494 mensen deel aan dit VGO- medisch onderzoek. In paragraaf 2.5 wordt de selectie-procedure van de deelnemers beschreven. Kenmerken van de deelnemers zijn weergegeven in Tabel B1 in de bijlage.

De deelnemers bezochten een tijdelijk onderzoekscen-trum voor een medisch onderzoek (Figuur 2.4, Tabel 2.1).

Het medisch onderzoek bestond uit een longfunctieme-ting, verzamelen van EDTA-bloed, serum, neusepitheel-cellen en wangneusepitheel-cellen en een neusuitstrijk. Tevens hebben de deelnemers een vragenlijst ingevuld en een ontlastingsmonster opgestuurd. In Tabel 2.4 is te zien van hoeveel deelnemers bruikbare materialen en informatie is verzameld.

Figuur 2.4 Deelnemers VGO-gezondheidsonderzoek.

Den Bosch

Waarde per km2 per woonplaats

Tabel 2.4 Beschikbare materialen en informatie van deelnemers.

Aantal

Totaal aantal deelnemers 2.494

Ingevulde vragenlijst 2.480 

Bruikbare longfunctiemeting zowel voor als na luchtwegverwijder 2.037

Serum voor allergiën 2.444

Serum voor zoönosen 2.422

Neusswab 2.492

Ontlasting 2.432

Toestemming gebruik EPD 2.428

Naast de 2.480 ingevulde vragenlijsten is er van alle 2.494 deelnemers informatie over leeftijd/geslacht en aantal andere variabelen bekend uit de korte vragenlijst over luchtwegklachten.

Selectie onderzoekscentra Vastgesteld zijn de geforceerde vitale capaciteit (FVC), De bij de NIVEL Zorgregistraties aangesloten huisartsen- het geforceerde één seconde volume (FEV1), de

praktijken die meededen aan het vragenlijstonderzoek Maximale Mid-expiratoire volumestroom (MMEF) en de naar luchtwegproblemen (zie paragraaf 2.6), vormden volumestroom op verschillende waarden van de FVC de basis voor locaties van de tijdelijke onderzoekscentra. (respectievelijk de MEF25, MEF50, MEF75). Daarnaast is De huisartsenpraktijken liggen in het oostelijk deel van een reversibiliteitsbepaling uitgevoerd door de long-Noord-Brabant en in het noorden van Limburg, in functie opnieuw af te nemen na inhalatie van een gemeenten kleiner dan 30.000 inwoners. Er werden bronchusverwijder (salbutamol). Met deze informatie twaalf locaties uitgezocht. Deze locaties werden zo kan in epidemiologisch onderzoek tot op zekere hoogte gekozen dat ze binnen een straal van 10 km een zo groot een onderscheid worden gemaakt in COPD en astma.

mogelijk deel omvatten van de deelnemers die in de De gemeten longfunctie is vergeleken met externe korte vragenlijst toestemming hadden gegeven referentiewaarden van de European Respiratory Society benaderd te worden voor vervolgonderzoek. (GLI-2012 waarden). Door de gemeten waarde te delen

door de referentiewaarde wordt het percentage van de

Vragenlijst voorspelde waarde verkregen dat is gecorrigeerd voor

Deelnemers aan het VGO-medisch onderzoek werd leeftijd, lengte en geslacht van de deelnemers. Het  verzocht voorafgaand aan het bezoek op de onder- percentage van de voorspelde waarde is in verdere zoeklocatie een uitgebreide vragenlijst (online of op statistische analyses gebruikt. Voor de analyse is gebruik papier) in te vullen met onderwerpen zoals leeftijd, gemaakt van de geforceerde vitale capaciteit (FVC), het geslacht, samenstelling huishouden, opleiding, roken, geforceerde één seconde volume (FEV1), de mid-expira-algemene gezondheid, allergieën, gezondheidsproble- toire flow (MMEF). Andere volumestroomparameters, men (met gedetailleerde vragen over luchtwegproble- gesteld op een waarde van de FVC (MEF75, MEF50, men), beroep en loopbaan, contact met huisdieren en MEF25), zijn ook meegenomen in de analyses maar vee, jeugd en werken op de boerderij, voeding, reizen en worden in deze rapportage niet weergegeven.

buitenactiviteiten. De vragenlijst is vooraf getest onder

veertien bewoners van het studiegebied, en op grond Serum

van deze bevindingen enigszins aangepast. Het invullen Het serum (deel van bloed zonder cellen en stollings-van de vragenlijst kostte ongeveer 30 minuten. eiwitten) van deelnemers is o.a. gebruikt om te

onderzoeken of men allergisch is. Daarvoor is in het

Longfunctiemeting laboratorium van het IRAS bepaald of deelnemers in het

Pre- en post-bronchodilator spirometrie is gebruikt om serum IgE-antilichamen hebben die reageren op veel de longfunctie van de deelnemer te beoordelen. voorkomende allergenen. Dit wordt de atopische status Spirometrie werd uitgevoerd volgens de European genoemd. In deze studie is tegen de volgende allergenen Respiratory Society richtlijn. Deelnemers werd gevraagd getest: graspollen, huisstofmijt, kat en hond (positief volledig in te ademen en vervolgens alle lucht zo snel en wanneer > 0,35 IU/ml). Daarnaast is ook de totale krachtig mogelijk uit te blazen in de spirometer. hoeveelheid IgE bepaald. Atopie is in deze studie als Vervolgens kreeg men een pufje met een luchtwegver- volgt gedefinieerd: een positieve test tegen minstens wijder (Salbutamol, 2x100 ug). Na minimaal 15 minuten één van de geteste specifieke allergenen en/of een totaal werd opnieuw een longfunctiemeting uitgevoerd. IgE > 100 IU/ml. Van door de sector aangeleverd

nertsen-haar zijn extracten bereid die zijn gebruikt om antilichamen aan te tonen in serum van omwonenden. Er konden geen sera worden verkregen van werknemers in de nertsen-sector als positieve controles. Daarom zijn de uitslagen van de tests voor nerts-sensibilisatie onzeker.

Tevens is het serum gebruikt om te bepalen of men ooit is blootgesteld aan bepaalde ziekteverwekkers in laboratoria van het RIVM. Met behulp van een enyzme immuno-assay is getest of deelnemers antilichamen hebben tegen hepatitis E-virus en Coxiella burnetii. De bepaling van antilichamen tegen influenzavirussen is gebeurd met een micro-array. Hierbij wordt voor iedere deelnemer een profiel verkregen met antilichaamresponsen tegen de verschillende hemagglutinine-antigenen (H-antigenen) van influenzavirussen. Naast H-antigenen van humane influen-zavirussen (H1 en H3) zijn ook H-antigenen van aviaire influenzavirussen, zoals H5, H6, H7 en H9 opgenomen in de test. Hemagglutininen zijn oppervlakte-eiwitten die een belangrijke rol spelen in de virulentie van influenzavirussen.

Neusuitstrijk

Bij de deelnemers is een neusuitstrijk ofwel neusswab (neuswat) genomen met behulp van een wattenstaafje voorin de neus. De neusswab is gebruikt om MRSA (Methicilline Resistente Staphylococcus aureus)-drager-schap in kaart te brengen. Om MRSA aan te tonen is gebruik gemaakt van standaard protocollen voor neusswabs. Er is selectief opgehoopt en vervolgens is selectief gekweekt. Verdachte kolonies zijn getest met behulp van een mecA PCR om te bevestigen dat het om een MRSA gaat. MRSA-isolaten zijn verder getypeerd door Multi-locus variable number of tandem repeat analysis (MLVA) en spa-typering. Hiermee kon bepaald worden of het om een veegerelateerde MRSA (v-MRSA) gaat of om een andere MRSA.

Ontlasting

Om inzicht te krijgen in dragerschap van twee antibioti-caresistente micro-organismen, ESBL-producerende bacteriën en Clostridium difficile, zijn deelnemers verzocht ontlasting te verzamelen in een potje en dit op te sturen met de reguliere post.

ESBL-producerende bacteriën

Voor het aantonen van ESBL-producerende bacteriën is een klein beetje ontlasting selectief opgehoopt en vervolgens is selectief gekweekt. Alle oxidase-negatieve bacteriën (Enterobacteriaceae zoals E. coli en Klebsiella) zijn fenotypisch getest op ESBL-productie met een combinatie disk-diffusietest. Om de bacteriesoort te bepalen is gebruik gemaakt van de BBL Crystal E/NF-test (Becton Dickinson). Per deelnemer zijn maximaal 5 fenotypisch positieve isolaten geselecteerd. Met behulp van PCR en sequencen zijn de genotypes bepaald.

Clostridium difficile

Voor het aantonen van Clostridium difficile werd ongeveer 1 gram ontlasting anaeroob gekweekt met selectieve voorophoping, gevolgd door een selectieve kweek met en zonder alcoholshock voorbehandeling. Per deelne-mer zijn maximaal 5 isolaten geselecteerd. Op deze isolaten is een PCR uitgevoerd om ribotype 078, toxine B en glutamaat dehydrogenase aan te tonen. Verdere ribotyperingen zijn uitgevoerd door het LUMC.

Biobanken

Er zijn biobanken aangelegd met EDTA-bloed, serum, neusepitheelcellen, wangcellen en ontlasting. Deze monsters mogen maximaal vijftien jaar bewaard worden en worden getest op aan veehouderij-gerelateerde ziekteverwekkers en op gevoeligheid voor veehouderij-gerelateerde stoffen. Alleen monsters van deelnemers die hiervoor toestemming hebben gegeven zijn opgeslagen.

Statistische analyse

De meeste onderzoeksgegevens zijn met multivariate methoden geanalyseerd. Verbanden zijn indien nodig gecorrigeerd voor verschillen in leeftijd, geslacht en eventuele andere potentieel verstorende variabelen.

Dit is in de specifieke deelhoofdstukken weergegeven.

Daarnaast zijn associaties onderzocht door gebruik te maken van zogenaamde splines.

In geval van onderzoek naar effecten op de luchtwegen zijn specifieke analyses uitgevoerd voor gevoelige subgroepen (individuen met astma, COPD of allergische rhinitis (neusallergieën).

Ook is voor de longfunctiegegevens onderzocht wat het effect is van correctie voor afnemer, afname tijdstip van de dag, afnameperiode, buitentemperatuur en lucht-vochtigheid. Daarnaast zijn aanvullende analyses verricht met PM10 en ammoniakniveaus (NH3) op het tijdstip van afname op nabijgelegen meetstations van het landelijk meetnet. Hiertoe zijn dagelijkse PM10- en NH3-meetgegevens van het landelijk meetnet gedown-load die betrekking hadden op de periode tijdens welke het medisch onderzoek heeft plaatsgevonden

(maart 2014 t/m februari 2015) van de RIVM website (http://www.lml.rivm.nl/gevalideerd/index.php).

Daggemiddelde PM10-niveaus zijn voor deze periode berekend op basis van vier meetstations: De Rips-Klotterpeellaan, De Rips-Blaarpeelweg, Vredepeel-Vredeweg, Biest Houtakker-Biestsestraat. Gemiddelde dagwaarden voor NH3 zijn berekend op basis van drie verschillende meetpunten: De Rips-Klotterpeellaan, De Rips-Blaarpeelweg, Vredepeel-Vredeweg. Omdat één van de meetpalen benedenwinds van een LOG staat zijn gemiddelde concentraties ook berekend op basis van twee locaties en zijn sensitiviteitsanalyses voor

3 en 2 meetlocaties uitgevoerd. Sensitiviteitsanalyses zijn uitgevoerd met daggemiddelde concentraties (met een interval van 0, 1 en 2 dagen) en weekgemiddelde concentraties. De weekgemiddelde gecorrigeerde resultaten zijn gepresenteerd.

In document Veehouderij en gezondheid omwonenden (pagina 31-34)