• No results found

Resultaten verificatieonderzoek 3

Wij bezochten twee scholen uit het samenwerkingsverband voor een verificatieonderzoek. Dit zijn scholen van Stichting Conexus. Tijdens verificatieonderzoeken gaan we na of scholen de afspraken uit het ondersteuningsplan nakomen. We verwachten van het bestuur van het samenwerkingsverband dat het zicht heeft op deze uitvoering in de praktijk en dat het hierop stuurt.

We zijn dit nagegaan op de volgende basisscholen:

• 15MO|00 Daltonschool De Meiboom

• 10CV|C1 basisschool Michiel de Ruyter

We onderzochten bij de scholen de volgende afspraken uit het ondersteuningsplan en we bespreken de bevindingen per afspraak.

1. Basisondersteuning Afspraak:

- Door versterking van de basisondersteuning van basisscholen, wil Stromenland een daling van het aantal verwijzingen naar het speciaal (basis)onderwijs bewerkstelligen (Ondersteuningsplan, p. 46).

- De kern van basisondersteuning is dat er sprake is van een goede zorgstructuur binnen scholen, in kwantitatieve en kwalitatieve zin, en dat er sprake is van een structurele, systematische en continue benadering van leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften (Ondersteuningsplan, p. 63).

Onze bevindingen:

De scholen komen de afspraken na

Een daling van het aantal verwijzingen is niet gerealiseerd. Wel is op beide scholen sprake van een voldoende professionele zorgstructuur, zoals in het ondersteuningsplan is afgesproken en waaraan ook het platform van het samenwerkingsverband en zijn medewerkers een belangrijke rol spelen. Het samenwerkingsverband draagt naast het expertisecentrum van het schoolbestuur bij aan vergroting van de ondersteuningsmogelijkheden van de school in algemene zin, maar nadrukkelijk ook bij het behandelen van individuele casus. Niet altijd is duidelijk voor scholen wanneer ondersteuning nog tot de basisondersteuning moet rekenen en wanneer sprake is van extra ondersteuning.

De scholen hebben er oog voor dat leraren verschillen in hun mogelijkheden om te gaan met verschillen. Om de expertise van de leraren te vergroten organiseren beide scholen activiteiten, al dan niet samen met het bestuur.

2. Schoolondersteuningsprofiel (sop)

Afspraak: De school weet te verwijzen, uitgaande van een voldoende breed aanbod op de school zelf (vanwege thuisnabijheid etc.). Het aanbod van medium voorzieningen cluster 2 (m.n. TOS), HB en NT2 is in Nijmegen aanwezig. De scholen zijn er mee bekend en maken gebruik van de onderwijsondersteuners (ambulante begeleiders) om

zich te laten adviseren (Ondersteuningsplan, onder meer hoofdstuk 6).

Onze bevindingen:

De scholen komen de afspraken na

Beide scholen hebben hun mogelijkheden voor het bieden van extra ondersteuning in beeld en hebben bovendien goed zicht op de verwijzingsmogelijkheden aanvullend op het eigen aanbod aan extra ondersteuning en maken daarvan ook gebruik als dat nodig is. Omdat de scholen hiermee goed bekend zijn is ook de drempel laag om hulp in te schakelen. De schoolondersteuningsprofielen echter geven niet een actueel beeld van wat de scholen te bieden hebben.

3. Ontwikkelingsperspectief (opp) Afspraak:

- Voor elk kind dat meer dan de basisondersteuning van de basisschool nodig heeft, wordt door de school een

ontwikkelingsperspectief en een groeidocument opgesteld, dat uitdrukkelijk met ouders is besproken. Deze documenten zijn de basis waarop stappen in ondersteuning en onderwijssetting worden voorbereid (Ondersteuningsplan, p. 25).

- Kinderen die ondersteuning nodig hebben, krijgen deze hulp zo snel en gericht mogelijk, bij voorkeur op de school waar de ouders voor hebben gekozen (Ondersteuningsplan, p. 9).

Onze bevindingen:

De scholen komen de afspraken niet altijd na De scholen hebben niet scherp wanneer er een

ontwikkelingsperspectief moet zijn opgesteld. Dat wil niet zeggen dat de te bieden ondersteuning niet planmatig is vastgelegd, de scholen gebruiken daarvoor alleen een wat (te) lange route.

Beide scholen betrekken vanaf het begin de ouders, al is dat niet altijd gemakkelijk. Als extra ondersteuning nodig is stellen de scholen eerst een groeidocument op en als eventueel een verwijzing nodig is stellen de scholen een ontwikkelingsperspectief op. Het gevolg is dat scholen veel te lang werken met een groeidocument voordat ze een

ontwikkelingsperspectief opstellen.

Overigens geeft het samenwerkingsverband aan dit probleem te onderkennen en te werken aan een eenduidig format voor het ontwikkelingsperspectief dat geldt voor alle scholen.

Een van de scholen vraagt zich af of niet teveel registratie is gevraagd en legt een relatie met een vermoeden dat het vertrouwen ontbreekt in een conclusie die minimaal is onderbouwd.

Het ontwikkelingsperspectief voldoet niet altijd aan de daarvoor geldende voorwaarden, bijvoorbeeld omdat de uitstroombestemming en/of het uitstroomniveau ontbreekt. Daarnaast registreren de scholen het ontwikkelingsperspectief niet altijd in BRON.

Het kan voorkomen dat een leerling een toelaatbaarheidsverklaring heeft voor bijvoorbeeld het speciaal basisonderwijs. Dat houdt in dat

de leerling is aangewezen op extra ondersteuning die de school zelf niet kan geven. Een aandachtspunt voor het samenwerkingsverband is, dat als de leerling niet naar de speciale voorziening gaat, er ook niet de bij de toelaatbaarheidsverklaring passende financiële middelen beschikbaar komen vanuit het samenwerkingsverband. In feite is dan sprake van een onderbroken ontwikkeling van de leerling. Overigens heeft het samenwerkingsverband wel zicht op deze leerlingen en is het mogelijk dat er financiële middelen beschikbaar komen via een arrangement.

4. Betrekken van ouders Afspraak:

- Ouders en school praten ten minste twee keer per jaar over de ontwikkeling van het kind, volgens een standaard aanpak voor alle kinderen (10 minuten gesprek e.d.). Zowel school als ouders kunnen daarnaast het initiatief nemen om in gesprek te gaan met elkaar over het kind.

Ouders kunnen zich voor informatie wenden tot het samenwerkingsverband, centraal of decentraal (platforms) (Ondersteuningsplan, p. 71).

- School doet zo nodig een beroep op de onderwijsondersteuner van de school. Kinderen die ondersteuning nodig hebben, krijgen deze hulp zo snel en gericht mogelijk, bij voorkeur op de school waar de ouders voor hebben gekozen (Ondersteuningsplan, p. 9).

Onze bevindingen:

De scholen komen de afspraken na

Ook al is het op beide scholen niet altijd eenvoudig om het contact met alle ouders zo te laten verlopen als in het ondersteuningsplan is beschreven, de scholen hechten zeer aan een goed en vaak contact met ouders van leerlingen die extra ondersteuning krijgen. Wanneer het contact met de ouders niet door omstandigheden is belemmerd, is het zeer frequent. Zowel op het niveau van de individuele leerling als op groepsniveau. Doordat de populatie op een van de scholen verandert is het voor die school steeds gemakkelijker om ouders te betrekken. De voorwaarden voor een goede ouderbetrokkenheid zijn er en platform en samenwerkingsverband zijn voor de scholen daarbij een goede partner.

5. Afstemming jeugdhulp

Afspraak: Er worden (…) in verschillende gemeenten initiatieven genomen. Omdat er lokale verschillen zijn, is het niet effectief om vanuit het samenwerkingsverband een uniforme werkwijze na te streven. Stromenland zoekt actief de samenwerking op, meestal via de platforms. Door de decentralisatie van de jeugdzorg ligt het accent van de samenwerking lokaal (Ondersteuningsplan, p. 52).

Onze bevindingen:

De scholen komen de afspraken na

De inrichting van het samenwerkingsverband in platforms maakt dat

Afspraken =

1. Basisondersteuning

2. Schoolondersteuningsprofiel (sop)

3. Ontwikkelingsperspectief (opp)

4. Betrekken van ouders

5. Afstemming jeugdhulp

in de subregio de samenwerking met jeugdhulpverlening beter kan zijn ingericht omdat dan minder gemeenten betrokken zijn. De platformcoördinatoren zetten zich in om onderwijs en zorg goed op elkaar af te stemmen. Bij beide scholen hebben we vastgesteld dat de samenwerking op gang komt, en dat er een structurele afstemmings- en begeleidingspraktijk is. Wel is soms sprake is van te veel

versnippering en krijgen scholen met veel verschillende partijen te maken.

Tabel verificatie afspraken

In onderstaande tabel vatten wij per afspraak samen of we in de scholen terugzien wat er binnen het samenwerkingsverband is afgesproken, zoals vastgelegd in het ondersteuningsplan. Dit is geen oordeel over de scholen, maar een signaal of zij de door ons onderzochte afspraken uit het ondersteuningsplan naleven.

Conclusie

We stellen vast dat de scholen vier van de vijf afspraken naleven.