• No results found

Resultaten onderzoekscriteria

In document Transparantie van goede doelen (pagina 34-39)

Er zijn 12 onderzoekscriteria gebruikt voor het meten van transparantie. Deze onderzoekscriteria hebben betrekking op basisinformatie en prestatie-informatie. Voor zowel basisinformatie als prestatie-informatie zijn 6 onderzoekscriteria toegepast. Om de invloed te bekijken van de verschillende criteria op de totaalscore van transparantie zijn in tabel 3.1 en 3.2 de optelsom en het gemiddelde per onderzoekscriteria gegeven. In tabel 3.1 is dit gedaan voor de basisinformatie en in tabel 3.2 voor de prestatie-informatie.

Gezondheidszorg Natuur en milieu Aandachtsgebieden 25,00% 16,0 35,94% 23,0 17,19% 11,0 21,88% 14,0 Internationale hulp Welzijn en cultuur

Tabel 3.1: Onderzoekscriteria basisinformatie Tabel 3.2: Onderzoekscriteria prestatie-informatie

Bij het vergelijken van tabel 3.1 met tabel 3.2 blijkt dat de onderzoekscriteria voor basisinformatie (696) meer aanwezig waren dan de onderzoekscriteria voor prestatie-informatie (531). Dit was ook redelijkerwijs te verwachten aangezien in het jaarverslag een organisatie meestal eerst zal uitleggen hoe de organisatie in elkaar zit en welke activiteiten zij uitgevoerd heeft, alvorens iets over de resultaten van de activiteiten te vertellen.

Wat in tabel 3.1 opvalt, is de relatief lage score voor de organisatiestructuur (100) en de maximale score voor de financiële resultaten (128). Bij de organisatiestructuur werd vaak verteld hoe de organisatie in elkaar zit, maar niet verteld op welke wijze de beslissingen binnen een goed doel tot stand komen. Hierdoor werd minder vaak een 2 (aanwezig en toegelicht) gegeven voor de organisatiestructuur. De maximale score voor de financiële resultaten is te verklaren doordat een vereiste voor selecteren van een goed doel een volledige jaarrekening is. Een volledige jaarrekening houdt in dat er ook een toelichting op de balans en resultatenrekening wordt gegeven. Er is desondanks gekozen voor het meenemen van dit onderzoekscriterium omdat een volledige jaarrekening bijdraagt aan transparantie van de verslaggeving (Connolly en Hyndman, 2004; Transparantprijs, 2006).

De onderzoekscriteria bij prestatie-informatie die opvallen in tabel 3.2 zijn goals and objectives (74) en budget information (78). Goals and objectives worden in de meeste jaarverslagen genoemd, meestal in de vorm van de missie, visie en doelstelling. In veel gevallen wordt hier echter geen concrete prestatiemaatstaf aan gekoppeld, waardoor er een 1 (aanwezig) is gegeven voor goals and objectives. Voor budget information geldt dat, exclusief 4 goede doelen, de begroting voor volgend jaar gegeven wordt. Dit terwijl in slechts 18 gevallen de begroting voor volgend jaar toegelicht wordt en dus een 2 wordt gegeven. Tenslotte valt op dat er niet op één onderzoekscriterium bijzonder laag wordt gescoord. Hieruit kan afgeleid worden dat goede doelen waarde hechten aan het beschrijven van ieder onderzoekscriterium.

4.3

Hypotheses

De hypotheses worden getoetst met behulp van een regressieanalyse. De regressieanalyse wordt voor één hypothese uitgelegd en voor de twee overige hypotheses worden de resultaten gegeven. Na het toetsen van iedere hypothese wordt een totale meervoudige regressieanalyse uitgevoerd, om te bekijken of de invloed van een onafhankelijke variabele significant is. Voor het uitvoeren van de totale regressieanalyse zijn ook 16 goede doelen geanalyseerd met een

N Sum Mean Organisatiestructuur 64 100 1,56 Bestuursfuncties 64 127 1,98 Bezoldiging 64 106 1,66 Uitgevoerde activiteiten 64 124 1,94 Fondsen werving 64 111 1,73 Financiële resultaten 64 128 2,00 Totaal basis 64 696 10,88 Valid N (listwise) 64 N Sum Mean

Goals and objectives 64 74 1,16

Inputs 64 106 1,66

Outputs 64 103 1,61

Results 64 80 1,25

Future target information 64 90 1,41 Budget information 64 78 1,22 Totaal prestatie 64 531 8,30

verklaring van geen bezwaar. Dit is gedaan om te onderzoeken wat de invloed is van de verklaring van geen bezwaar op de aanwezige transparantie.

De derde hypothese (zie ook par. 3.1) is: Bij grote goede doelen is er meer transparantie in de verslaggeving dan bij kleine goede doelen. Dit wordt getoetst door het uitvoeren van een regressieanalyse waarin de totaalscore van transparantie vergeleken is met het totaal beschikbaar voor de doelstelling. Met behulp van een onafhankelijke variabele wordt geprobeerd een afhankelijke variabele te verklaren. Bij deze hypothese is de onafhankelijke variabele het totaal beschikbaar voor de doelstelling, zoals ook is weergegeven in onderstaande tabel 4.

Tabel 4: Samenvatting Kwaliteit Model

Model R R Square Adjusted R Square Std. Error of the Estimate 1 ,392(a) ,153 ,140 2,558

a Predictors: (Constant), beschikbaar doelstelling

De ‘R’ geeft de correlatiecoëfficiënt tussen de waargenomen waarden van Transparantie en met behulp van de regressievergelijking de geschatte waarden van Transparantie. De determinatiecoëfficiënt ‘R2’ geeft weer welk deel van de Transparantie wordt verklaard door Beschikbaar Doelstelling (0,153). De aangepaste R2 corrigeert R2 voor het aantal onafhankelijke variabelen (1) en het aantal waarnemingen (64). Verder geeft de ‘Std. Error of Estimate’ de standaardfout van de residuen. De variantieanalyse wordt gegeven in tabel 5.

Tabel 5: ANOVA(b)

Model

Sum of

Squares df Mean Square F Sig.

Regression 73,448 1 73,448 11,226 ,001(a)

Residual 405,662 62 6,543

1

Total 479,109 63

a Predictors: (Constant), beschikbaar doelstelling b Dependent Variable: Transparantie

Een deel van de variantie wordt verklaard door de onafhankelijke variabele Beschikbaar Doelstelling en het andere deel wordt niet verklaard. Het gedeelte dat niet verklaard wordt is aangegeven door Residual (405,662). ‘df’ staat voor het aantal graden van vrijheid en is in een regressievergelijking gelijk aan het aantal onafhankelijke variabelen (1). Voor het residu is dat het aantal waarnemingen (64) min het aantal onafhankelijke variabelen. Verder zijn de resultaten van de F-toets gegeven. In dit geval is de F-waarde 11,226 met een overschrijdingskans, de p-waarde, van 0,001. De geschatte regressievergelijking wordt beschreven in tabel 6. Tabel 6: Coefficients(a) Unstandardized Coefficients Standardized Coefficients

Model B Std. Error Beta t Sig.

(Constant) 18,719 ,347 53,915 ,000

1

beschikbaar doelstelling 2,68E-008 ,000 ,392 3,350 ,001 a Dependent Variable: Transparantie

In de eerste kolom, onder B (β), staan de regressiecoëfficiënten. De regressievergelijking luidt nu als volgt:

Transparantie = 18,719 + 2,68E-008 * Beschikbaar Doelstelling

De regressiecoëfficiënt geeft aan met hoeveel eenheden de Transparantie toeneemt wanneer Beschikbaar Doelstelling met één eenheid toeneemt. De ‘Standardized Coefficients – Beta’ wordt gebruikt om meerdere regressiecoëfficiënten beter met elkaar te kunnen vergelijken, zoals in de meervoudige regressieanalyse. Tenslotte is een t-toets uitgevoerd op de regressiecoëfficiënt uitgevoerd. In de laatste kolom van tabel 6 staat onder ‘Sig.’ de tweezijdige overschrijdingskans (p-waarde) voor de berekende t-waarde. Omdat er een positief verband wordt verondersteld tussen de grootte en de transparantie dient er eenzijdig getoetst te worden. Dit wordt gedaan de weergegeven overschrijvingskans in tabel 6 door twee te delen. Er wordt een α van 0,10 gehanteerd dus wordt de nulhypothese, dat de regressiecoëfficient nul is, verworpen. De hypothese dat de grootte van een goed doel van invloed is op de transparantie is bevestigd.

De regressiecoëfficient is bijzonder klein aangezien de bedragen die beschikbaar voor de doelstelling zijn gemiddeld bijna 17 miljoen bedragen. Om ook de invloed van extremen op de regressievergelijking te verkleinen is de regressie een tweede maal uitgevoerd na het toepassen van de Lg10 functie. Tabel 7: Coefficients(a) Unstandardized Coefficients Standardized Coefficients

Model B Std. Error Beta t Sig.

(Constant) 8,752 2,908 3,009 ,004

1

doelstelling2 1,582 ,439 ,416 3,604 ,001

a Dependent Variable: Transparantie

De R2 is 0,173 en de regressievergelijking die is weergeven in tabel 7 is als volgt: Transparantie = 8,752 + 1,582 * Lg10 ( Beschikbaar Doelstelling )

De p-waarde (overschrijdingskans) gedeeld door twee is lager dan 0,10(α). Dit bevestigd de hypothese dat bij grote goede doelen meer transparantie in de verslaggeving is.

De tweede hypothese (zie ook par. 3.1) is: De verslaggeving is meer transparant bij goede doelen die in grotere mate afhankelijk zijn van donaties. In de regressievergelijking zijn de afhankelijke variabele Transparantie en onafhankelijke variabele Afhankelijk donaties meegenomen. De regressievergelijking is als volgt:

Transparantie = 19,525 - 0,006 * Afhankelijk donaties

De bijbehorende R2 is 0,004. Een bijzonder klein gedeelte van de transparantie wordt dus verklaard door de afhankelijkheid. De p-waarde is 0,610. De p-waarde gedeeld door 2 is hoger dan 0,10(α), hetgeen leidt tot het verwerpen van de hypothese dat transparantie afhankelijk is van de mate waarin een goed doel afhankelijk is van donateurs.

De eerste hypothese (zie ook par. 3.1) is: Bij langer bestaande goede doelen is meer transparantie in de verslaggeving dan bij jonge goede doelen. In de regressievergelijking zijn de afhankelijk variabele Transparantie en de onafhankelijk variabele Leeftijd meegenomen. De regressievergelijking is als volgt:

Transparantie = 18,334 + 0,023 * Leeftijd

De bijbehorende R2 is 0,049. De p-waarde is 0,079. De hypothese dat leeftijd invloed heeft op de transparantie is bevestigd aangezien de p-waarde gedeeld door twee lager is dan 0,10. Uit de lage waarde van R2 blijkt dat het lineaire verband tussen de variabelen laag is. Hierdoor kan aan het bevestigen van de hypothese minder waarde worden gehecht.

In de meervoudige regressieanalyse zijn vier onafhankelijke variabelen meegenomen om de afhankelijke variabele Transparantie te verklaren. De vierde variabele, die naast Beschikbaar doelstelling, Afhankelijk donateurs en Leeftijd is meegenomen, is het CBF keur. Dit is gedaan omdat het mogelijk is dat door de toetsing van het CBF er een bepaalde mate van transparantie in de verslaggeving is. De aanwezigheid van een CBF keur is een dummy-variabele, die aangeeft of een goed doel beschikt over een CBF keur of een Verklaring van geen bezwaar (zie par. 2.1.4). Om de dummy-variabele in de meervoudige regressieanalyse tot uitdrukking te brengen zijn bij de onderzoekspopulatie van 64 goede doelen met CBF keur, 16 goede doelen met een Verklaring van geen bezwaar toegevoegd. De onderzoekspopulatie is bijgesloten in bijlage II. De resultaten van de meervoudige regressie zijn weergeven in tabel 8.

Tabel 8: Coefficients(a) Unstandardized

Coefficients

Standardized Coefficients

Model B Std. Error Beta t Sig.

(Constant) 15,190 1,304 11,647 ,000

beschikbaar doelstelling 2,71E-008 ,000 ,333 2,911 ,005

afhankelijkheid donateurs ,008 ,012 ,083 ,679 ,499

leeftijd ,007 ,015 ,064 ,505 ,615

1

CBF 2,758 ,791 ,373 3,488 ,001

a Dependent Variable: Transparantie

De R2 is 0,294. Doordat er meer variabelen zijn meegenomen in de vergelijking is de R2 hoger. Oftewel een groter gedeelte van de transparantie wordt verklaard door de variabelen. De regressievergelijking is volgt:

Transparantie = 15,190 + 2,71E-008 * Beschikbaar Doelstelling + 0,008 * Afhankelijk donaties + 0,007 * Leeftijd + 2,758 * CBF

Uit de p-waarden, zoals gegeven in laatste kolom van tabel 7, blijkt dat voor zowel Beschikbaar doelstelling en CBF de regressiecoëfficiënten significant zijn. De variabele Afhankelijkheid donateurs is niet significant en ook de variabele Leeftijd is in deze regressie niet meer significant.

In document Transparantie van goede doelen (pagina 34-39)