• No results found

Op basis van de officiële communicatie vanuit de Onderzoeksraad voor Veiligheid en de overheid kon ‘het verhaal’ dat deze actoren rond de presentatie van het onderzoeksrapport met eerste bevindingen wilden vertellen worden gereconstrueerd en geanalyseerd. In deze paragraaf wordt dit verhaal uiteengezet, waarbij eerst kort aandacht wordt besteed aan de manier waarop deze actoren de berichtgeving van de media hebben getracht te beïnvloeden. Vervolgens wordt op basis van de uitgevoerde inhoudsanalyse uiteengezet wat de inhoud van het betreffende verhaal is geweest, wat betreft de toon en de verschillende frames die op basis van het theoretisch kader mochten worden verwacht.

Zoals naar voren kwam in hoofdstuk 2 hebben specialisten op het gebied van communicatie een prominente plaats in de organisatie van de OVV en de rijksoverheid. Er wordt gecommuniceerd op basis van een strategie die is bepaald door professionals op dat gebied. In de zoektocht naar officiële communicatie vanuit de OVV en de Rijksoverheid kwam uitsluitend politieke PR naar voren. Door middel van pseudo-events werd content gecreëerd voor de media: de persconferenties van Mark Rutte en de online presentatie van het onderzoeksrapport door de Onderzoeksraad voor Veiligheid zijn hier voorbeelden van. Bovendien kan in het een filmpje waarin OVV-voorzitter Tjibbe Joustra het onderzoeksrapport toelicht een poging worden gezien tot het aanleveren van een kant-en-klaar nieuwsitem. Toon

Over het algemeen heeft de communicatie vanuit het kabinet en de Onderzoeksraad voor Veiligheid rond het rapport met de eerste bevindingen van het onderzoek naar het neerstorten van vlucht MH17 een neutraal karakter. Een grote meerderheid van het geanalyseerde materiaal heeft een neutrale toon. De manier waarop in het onderzoeksrapport veelal wordt verwezen naar het neerstorten van vlucht MH17 is hierin tekenend: de Onderzoeksraad voor Veiligheid spreekt veelvuldig over ‘the occurrence’, en verwijst nauwelijks naar de gebeurtenis in meer uitgesproken of beladen termen. Slechts twee maal wordt in het onderzoeksrapport met een meer uitgesproken term verwezen naar het neerstorten van MH17: “The aircraft was destroyed” (Onderzoeksraad voor Veiligheid 2014, p. 7 en 13). Bovendien wordt de schuldvraag in het onderzoeksrapport niet besproken

40

en zijn sensationele frames als het conflict frame en het human interest frame in de communicatie vanuit de overheid en de Onderzoeksraad voor veiligheid nagenoeg afwezig. Wat betreft de uitgesprokenheid van de uitlatingen zien we echter wel een behoorlijk verschil tussen de uitingen van politici en die van de Onderzoeksraad voor Veiligheid en haar vertegenwoordigers. Waar de schuldvraag in het onderzoeksrapport van de OVV de vraag wie verantwoordelijk is voor het neerhalen van het vliegtuig niet wordt besproken, spreken zowel premier Rutte als toenmalig minister van buitenlandse zaken Timmermans expliciet uit dat hen er veel aan gelegen is degenen die schuldig zijn aan het neerhalen van MH17 voor het gerecht te brengen. Uitspraken als “We will not rest until those responsible for this heinous

crime will be held accountable” van minister Timmermans (Timmermans 2014) en “Onze behoefte te achterhalen wat er is gebeurd, is groter dan die van wie dan ook" van premier

Rutte (Rijksoverheid 2014a) dragen bij aan dit beeld. Ook de manier waarop wordt gerefereerd aan het conflict in Oost-Oekraïne is een indicatie van de verschillen in politieke uitgesprokenheid tussen de OVV en kabinetsleden. Waar in het onderzoeksrapport wordt gesproken over een conflict tussen gewapende groeperingen en de Oekraïense strijdkrachten, bezigt premier Rutte tijdens een persconferentie hele andere kwalificaties. Op een persconferentie op 12 september 2014 typeert hij de ‘gewapende groeperingen’ waar de Onderzoeksraad voor Veiligheid in haar rapport over spreekt als rebellen en spreekt hij van een illegale bezetting van een deel van Oekraïne (Rijksoverheid 2014b). Daarnaast uitte minister Timmermans kritiek op Rusland, naar aanleiding van Russische pogingen het onderzoek van de OVV in diskrediet te brengen door stellig aan te geven dat dit land hier alleen in stond (Stam 2014). Anderzijds bezigden ook politici neutrale uitdrukkingen, zoals wanneer premier Rutte de veiligheidssituatie in Oost-Oekraïne “minder stabiel” noemde (Rijksoverheid 2014c).

Conflict frame en strategic game frame

Ook als we kijken naar frames die op basis van de medialogica mogen worden verwacht in de communicatie vanuit de overheid komt de neutrale of zakelijke toon van met name het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar voren. Het strategic game frame wordt in de communicatie vanuit de overheid omtrent de presentatie van het onderzoeksrapport bijvoorbeeld niet gebezigd. Het onderzochte materiaal afkomstig van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, de Rijksoverheid en politici refereert niet aan strategisch handelende actoren met

41

uiteenlopende belangen. Opvallend is daarnaast dat ook het conflictframe nauwelijks terugkomt in de communicatie vanuit deze actoren. Er werden tijdens de analyse slechts twee passages gevonden die onder deze noemer konden worden geplaatst:

"Dit deel van Oekraïne is in strijd met het internationaal recht betwist gebied "

(Rijksoverheid 2014b).

"At the time of the occurrence, an armed civil conflict was ongoing in Ukraine, between

armed groups and Ukrainian forces" (Onderzoeksraad voor Veiligheid 2014, p. 8).

Opvallend is hierbij overigens dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid zich onthoudt van een gekleurde uitspraak, terwijl Rutte in zijn persconferentie duidelijk het ‘westerse standpunt’ inneemt dat de rebellen het gebied illegaal controleren, zonder dat hij daarbij expliciet het pro-Russische karakter van de rebellie noemt.

Human interest frame

In het onderzoeksrapport komt het neutrale karakter van de communicatie vanuit de overheid verder goed naar voren als we kijken naar het human interest frame. In het onderzoeksrapport komen namelijk geen passages voor die kunnen als zodanig kunnen worden getypeerd. Anderzijds maakt voorzitter Tjibbe Joustra in zijn presentatie van het rapport wel gebruik van dit frame, door te refereren aan het gevoel dat de ramp in de samenleving oproept en dit te koppelen aan de motivatie van de Onderzoeksraad met betrekking tot dit onderzoek:

"De crash met vlucht MH17 betekende een grote schok voor de samenleving en heeft

veel vragen opgeroepen.” (Joustra 2014)

"De Onderzoeksraad voor Veiligheid wil voor de nabestaanden en de samenleving zo

goed mogelijk vaststellen wat de oorzaak van de crash is geweest." (Joustra 2014)

Ook in de onderzochte communicatie vanuit politici komt het human interest frame voor. Hierbij wordt gerefereerd aan de verschrikkingen van een dergelijke ramp, maar vooral aan de slachtoffers en hun nabestaanden. Er is aandacht voor het leed, maar men brengt ook naar voren dat de slachtoffers en nabestaanden voor de overheid de belangrijkste motivatie zijn voor een goede afhandeling van de onderzoeken en repatriëring. Hieronder zijn enige voorbeelden weergegeven.

42

Frans Timmermans:

“Our thoughts and prayers are with those who lost their loved ones" (Timmermans

2014).

"We will continue to devote ourselves to ensuring justice for the victims and their loved ones". (Timmermans 2014)

Mark Rutte:

"Dat zijn we aan de nabestaanden verplicht, maar ik denk dat heel Nederland het zo

voelt". (Rijksoverheid 2014b)

"Voor nabestaanden is dit opnieuw een zeer verdrietig en moeilijk moment. Want achter alle feiten die de Raad in woord en beeld presenteert, gaat groot persoonlijk verlies schuil. Verlies dat vandaag weer extra wordt gevoeld en beleefd. Zeker door al die mensen die nog in onzekerheid verkeren over de identificatie van hun geliefde".

(Rijksoverheid 2014a)

Opvallend is dus dat het human interest frame in de communicatie door personen vaker wordt gebruikt dan in materiaal afkomstig van een organisatie als geheel. Evenals in het onderzoeksrapport van de OVV wordt in de onderzochte stukken op www.rijksoverheid.nl die niet afkomstig zijn van een politicus het human interest frame niet gebezigd. De onderzochte reacties en presentaties van Frans Timmermans, Mark Rutte en Tjibbe Joustra bevatten daarentegen wel degelijk aandacht voor het emotionele en persoonlijke aspect van de ramp en de afhandeling daarvan.

Er lijkt voor een deel te zijn gekozen voor communicatie vanuit de ‘personen achter de organisatie’. Hoewel het rapport een zakelijk en neutraal karakter heeft lijkt er door de Onderzoeksraad voor Veiligheid bijvoorbeeld een duidelijke keuze te zijn gemaakt om voorzitter Tjibbe Joustra het rapport in een korte speech te laten presenteren. In de communicatie vanuit de regering lijkt het zwaartepunt te liggen in de persconferenties en speeches van premier Rutte en minister Timmermans.

Verantwoordelijkheidsframe

Zoals vermeld in paragraaf 3.4 is het verantwoordelijkheidsframe in het kader van dit onderzoek verdeeld in drie categorieën. Uit de analyse blijkt dat het

43

verantwoordelijkheidsframe omtrent de vlucht alleen door de Onderzoeksraad voor Veiligheid wordt gebezigd. Er wordt beschreven welke actoren verantwoordelijkheid droegen met betrekking tot de luchtverkeersleiding en het opstellen van het vluchtplan van MH17. Met betrekking tot het onderzoek komt het verantwoordelijkheidsframe vaker voor. Er wordt door de Onderzoeksraad voor Veiligheid aan gerefereerd in het rapport, maar het zijn vooral de politici die van dit frame gebruikmaken. De vastberadenheid om het onderzoek tot een goed einde te brengen wordt benadrukt, alsmede het feit dat Nederland haar verantwoordelijkheid neemt door de leiding te nemen in het onderzoek. Ook wordt zo nu en dan de verantwoordelijkheid van andere actoren benoemd. Enkele voorbeelden van verantwoordelijkheidsframes omtrent het onderzoek zijn:

"We remain fully committed to completing the repatriation of human remains and personal belongings and to facilitating the investigation into the cause of the crash".

(Timmermans 2014).

"We are determined to finish this work as soon as the security situation allows us to do so. I urge all relevant parties to ensure immediate and safe access to the site. We count on all of you to make full implementation of resolution 2166 possible" (Timmermans

2014).

"I urge all relevant parties to ensure immediate and safe access to the site"

(Timmermans 2014).

Een voorbeeld dat gebezigd werd door Mark Rutte luidt:

"... zal moeten leiden tot een eigenstandige Nederlandse beslissing als aanvoerder van het onderzoek ook in belangrijke mate dan weer bepalend voor de inzet van de Australiërs en de Maleisiërs" (Rijksoverheid 2014b).

Wat betreft de schuldvraag blijkt uit het onderzochte materiaal enige voorzichtigheid. Zo onthoudt de Onderzoeksraad voor Veiligheid zich expliciet van beantwoording van de schuldvraag, het vrijpleiten van de bemanning en de constatering dat er geen achterstallig onderhoud aan het vliegtuig was:

"It is not the aim of this activity to apportion blame or liability in respect to any party" (Onderzoeksraad voor Veiligheid 2014, p. 3).

44

"… no indications of any technical or operational issues were found with the aircraft or

crew". (Onderzoeksraad voor Veiligheid 2014, p. 30).

Ook politici lijken voorzichtig in het beantwoorden van de schuldvraag: hoewel zij naar voren brengen vastberaden te zijn om de schuldigen uiteindelijk ter verantwoording te roepen, onthouden zij zich van beschuldigingen. Dit ambigue karakter van de referenties aan de schuldvraag komt terug in de volgende citaten:

"We will continue to devote ourselves to ensuring justice for the victims and their loved ones". (Timmermans 2014).

"We will not rest until those responsible for this heinous crime are held accountable"

(Timmermans 2014). Andere opvallendheden

Naast de overwegend neutrale toon van de communicatie vanuit de overheid en de wisselende resultaten op het gebied van de met het oog op de medialogica verwachtte frames, valt op dat de overheid in haar communicatie de verwachtingen omtrent het onderzoeksrapport probeert te temperen. Er wordt benadrukt dat het om voorlopige bevindingen gaat, die nog kunnen wijzigen naarmate het onderzoek vordert. Bovendien wordt aangegeven dat er nog veel onderzoek moet worden gedaan. Enkele voorbeelden hiervan zijn:

"Er zijn geen aanwijzingen dat de crash is veroorzaakt door een technisch mankement.

Ook niet door handelingen van de bemanning" (Rijksoverheid 2014d).

"The information must necessarily be regarded as tentative and subject to alteration

or correction if additional evidence becomes available"

“…analysis is ongoing…(Onderzoeksraad voor Veiligheid 2014).

Verder wordt getracht de verwachtingen rond het rapport te temperen door te wijzen op de moeilijke omstandigheden waarin het onderzoek plaatsvond, zoals de veiligheidssituatie in Oost-Oekraïne.

"This preliminary report is published under what are complex circumstances to conduct

the investigation. It is possible that the scope may change as the investigation progresses" (Onderzoeksraad voor Veiligheid 2014, p. 4).

45

"Coordinated access to the wreckage site by the international team of air safety investigators has not yet been possible" (Onderzoeksraad voor Veiligheid 2014, p. 8).

"Maar daarmee is het boek natuurlijk nog lang niet dicht. Om te beginnen is dit rapport voorlopig, de definitieve conclusies van de Onderzoeksraad volgen in de loop van 2015. Het onderzoek van het OM naar de vraag wie voor deze ramp verantwoordelijk is, loopt ook nog volop. En het zoeken naar slachtoffers en persoonlijke eigendommen op de crashsite is evenmin afgerond" (Rijksoverheid 2014a).

"En toch moeten we oppassen voor te snel getrokken conclusies" (Rijksoverheid

2014a).

Overigens valt hierbij op dat door politici in veel grotere mate wordt gerefereerd aan de

moeilijke omstandigheden in het rampgebied. Zij richten zich in hun

verwachtingsmanagement naast het onderzoeksrapport tevens op de verwachtingen rond het betreden en veiligstellen van de crash-site. Enkele passages waarin dit gebeurt zijn:

" We willen terug als het kan. Maar op dit moment is het simpelweg niet verantwoord

om onze mensen het veld in te sturen… ". (Rijksoverheid 2014c)

"Ik doe geen uitspraken over mijn verwachtingen, omdat ik net zoveel weet als u: namelijk dát er een staakt het vuren is, dat dat in zichzelf aanleiding geeft aan te nemen dat er kans zich gaat voordoen, maar óf die kans zich ook voordoet, dat zullen wij baseren op wat wij terug horen van de OVSE – de veiligheidsinschatting -, maar ook wat wij terug horen uiteindelijk natuurlijk van onze eigen diensten..." (Rijksoverheid

2014b).

"Ik kan hier geen garantie geven dat we toegang krijgen tot de rampplek. Ik wil ook

geen valse hoop wekken" (Rijksoverheid 2014b).

Ten slotte valt op dat de overheid en de OVV in hun communicatie rond het rapport het internationale karakter van het onderzoek veelvuldig benadrukken. Alle landen die bij het onderzoek betrokken zijn worden in het rapport verscheidene keren expliciet genoemd. Voorbeelden hiervan zijn:

"The Dutch Safety Board was assisted by experts from Australia (...), France (...), Germany (...), Malaysia (...), the Russian Federation (...), Ukraine (...), the United

46

Kingdom (...), the United States of America (...) and the European Aviation Safety Agency (...)" (Onderzoeksraad voor Veiligheid 2014, p. 8).

"In accordance with ICAO annex 13, the Dutch Safety Board investigation team includes

Accredited Representatives and Technical Advisors from Malaysia (...), Ukraine (...), the Russian Federation (...), the United Kingdom (...), the United States of America (...) and Australia (...)"(Onderzoeksraad voor Veiligheid 2014, p. 8).

"For this investigation ATC surveillance data was obtained from both Ukraine (UkSATSE) and the Russian Federation" (Onderzoeksraad voor Veiligheid 2014, p. 14).

Door politici wordt het internationale karakter van de ramp en het onderzoek naar de toedracht echter nog vaker benadrukt. Bijvoorbeeld:

"The Netherlands will ensure the participation of other parties concerned, in particular Ukraine as the State of Occurrence, Malaysia as the State of Registry, the United States of America as State of Manufacture and the International Civil Aviation Organization (ICAO)". (Timmermans 2014).

"the following countries have contributed to the international investigation team: Australia, France, Germany, Indonesia, Italy, Malaysia, Russia, Ukraine, the United Kingdom and the United States. ICAO and the European Aviation Safety Agency (EASA) have also contributed to the investigation" (Timmermans 2014).

"We trekken daarbij voortdurend samen op met onze internationale partners, de Maleisiërs, de Australiërs, ook Oekraïne en de waarnemers van de OVSE".

"Alle onafhankelijke internationale deskundigen die aan het onderzoek hebben

meegewerkt zijn het over die feiten eens..." (Rijksoverheid 2014a).

Verder worden alle internationale betrokkenen opgeroepen om medewerking te verlenen:

“Therefore we call on all parties once again to respect the ceasefire and refrain from

any action that might provoke further violence" (Timmermans 2014).

Conclusie

De analyse van de communicatie vanuit de OVV en de overheid rond de publicatie van het rapport met eerste bevindingen van het onderzoek naar MH17 laat een relatief neutraal beeld zien. Frames die typerend zijn voor de medialogica als het conflictframe en het strategic

47

game frame komen weinig in de communicatie voor. Een uitzondering wordt gevormd door het Human Interest frame, dat wel degelijk een rol van betekenis speelt, zij het slechts in de communicatie door personen als Mark Rutte, Frans Timmermans en Tjibbe Joustra. In het onderzoeksrapport en de ‘algemene communicatie’ op de site van de rijksoverheid zijn dergelijke frames niet te vinden. Op basis van de analyse lijkt er – op het human interest frame na - dus weinig aandacht te zijn voor de meer sensationele frames die in een door medialogica bepaalde handelswijze verwacht mogen worden.

Bovendien valt op dat er door beide partijen nadruk wordt gelegd op het temperen van de verwachtingen rond het rapport. Er wordt duidelijk gemaakt dat het om voorlopige bevindingen gaat en dat men niet te veel van het rapport moet verwachten. Ook wordt het internationale karakter van zowel het onderzoek als de ramp benadrukt. Er wordt gewezen op een gedeelde verantwoordelijkheid die men internationaal voor een goede afwikkeling van de ramp heeft. Hiermee lijken zowel de Onderzoeksraad voor Veiligheid als de rijksoverheid op zoek naar draagvlak en steun voor het onderzoek en de afwikkeling van de ramp.

Een ander opvallend verschijnsel dat uit de eerste fase van de analyse naar voren kwam is het verschil in politieke uitgesprokenheid tussen de schriftelijke communicatie vanuit de Onderzoeksraad voor Veiligheid en de mondelinge communicatie van politici. Politici spreken zich meer in klare taal uit over het conflict in Oost-Oekraïne. Zo rept premier Mark Rutte bijvoorbeeld over rebellen, die het gebied illegaal en in strijd met internationaal recht controleren (Rijksoverheid 2014b), waar de Onderzoeksraad voor Veiligheid spreekt van een conflict tussen gewapende groeperingen en de Oekraïense strijdkrachten (Onderzoeksraad voor Veiligheid 2014, p. 8) Ook de schuldvraag wordt in de communicatie van de Onderzoeksraad voor Veiligheid stug ontweken, waar politici juist meerdere malen hun toewijding om de dader(s) te vinden en te recht te stellen. Opvallend is hierbij overigens wel dat zij niet concreet een bepaalde actor beschuldigen.

Bovengenoemd verschil in de ‘uitgesprokenheid’ waarmee de OVV en de regering communiceren kan worden verklaard door het verschil in type organisatie: de regering dient verantwoording af te leggen en kan bij de volgende verkiezingen worden afgestraft door de kiezer als zij in hun communicatie onvoldoende aansluiten bij het sentiment dat leeft in het land. Hierdoor is men afhankelijk van de binnenlandse publieke opinie. De keuze voor een focus op human interest frames en het verantwoordelijkheidsframe zou hiermee kunnen

48

worden verklaard. Anderzijds is ook bij politici een bepaalde mate van voorzichtigheid te bespeuren, getuige het feit dat er niet expliciet wordt gewezen naar vermoedelijke daders. Deze voorzichtigheid kan zijn ingegeven door de complexe geopolitieke situatie, waarbij Nederland vermoedelijk geen landen voor het hoofd wil stoten die een goede afwikkeling van de ramp zouden kunnen bemoeilijken. Voor de Onderzoeksraad voor Veiligheid geldt dit uiteraard ook: zij zijn er vooral bij gebaat hun werk goed voort te kunnen zette. Anderzijds zien we dat de OVV in de persoon van Tjibbe Joustra wel degelijk ook aandacht heeft voor het human interest frame. Ook hier lijkt men dus op zoek naar draagvlak: zowel in Nederland door aan te sluiten bij het sentiment dat leeft onder het volk als in het buitenland door de internationale verantwoordelijkheid omtrent het onderzoek te benadrukken en niet te expliciet op de schuldvraag in te gaan. Het neutralere taalgebruik van de Onderzoeksraad voor Veiligheid kan worden verklaard met het feit dat het hier gaat om een onafhankelijk Zelfstandig Bestuursorgaan dat gericht is op waarheidsvinding, in plaats van het scoren met