• No results found

Resultaten kwantitatief onderzoek

In document Stap in de wereld van film (pagina 42-58)

In dit hoofdstuk worden de resultaten weergegeven van het kwantitatief onderzoek. Allereerst wordt de tevredenheid van de programmering behandeld op het gebied van motivatie, bekwaamheid en gelegenheid. Vervolgens worden de resultaten van de enquêtevragen over de

(rand)programmering behandeld.

7.2.1 Motivatie

Het is belangrijk voor dit onderzoek om te weten wat het verlangen is van filmtheaterbezoekers om naar de film te gaan. Daarom dat er een aantal enquêtevragen aan de respondenten werden gesteld over motivatie.

Aan de respondenten werd als eerst gevraagd hoe vaak zij gemiddeld per maand een filmtheater bezoeken. Uit figuur 9 blijkt dat de meeste respondenten gemiddeld één keer per maand een filmtheater bezoeken, namelijk 60,4%. Echter is er ook een groot percentage dat niet frequent naar een filmtheater of bioscoop gaat, namelijk 11,9%. Op het gebied van filmvoorkeur hebben de respondenten het meest interesse in mainstream bioscoopflms. Echter is er ook een groot

percentage dat zegt een voorkeur te hebben voor evenveel mainstream bioscoopfilms als arthouse- en kwaliteitsfilms, namelijk 28,5% (zie figuur 22 in bijlage VI). Als er wordt gekeken naar wat de filmvoorkeur is van frequente en niet-frequente bezoekers dan kan geconcludeerd worden dat niet- frequente bezoekers voornamelijk mainstream bioscoopfilms kijken. Echter is er ook een hoog percentage dat een voorkeur heeft voor evenveel mainstream bioscoopfilms als arthouse- en kwaliteitsfilms. Er valt op dat frequente bezoekers voornamelijk een voorkeur hebben voor arthouse-en kwaliteitsfilms (zie figuur 26 in bijlage VI).

Figuur 9: Hoe vaak brengt u gemiddeld een bezoek aan een filmtheater?

Op het gebied van betrokkenheid zijn er een aantal stellingen voorgelegd aan de respondenten over hun keuzes wat betreft films. Hieruit blijkt dat de respondenten eerder naar een film gaan wanneer hier een bekende acteur/actrice in zit, namelijk 107 respondenten vonden deze stelling

43 van toepassing. Echter vonden de meeste respondenten de stelling: Ik kijk sneller een film wanneer deze is gemaakt door een regisseur die ik ken, niet van toepassing. De respondenten kijken wel sneller een film wanneer deze is genomineerd voor filmprijzen, namelijk 96 respondenten vonden deze stelling van toepassing. Ook blijkt uit dit tabel dat de meeste respondenten hun keuze laten beïnvloeden door de mening van anderen om hun heen. Het meest opvallend is dat een grote meerderheid van de respondenten hun keuze laten beïnvloeden door hun sterke voorkeur voor bepaalde genres en het verhaal van de film. Zo vonden 132 en 128 respondenten deze stelling bij hen van toepassing (zie tabel 34 in bijlage VII).

Als er gekeken wordt naar de resultaten van de stellingen op het gebied van motivatie dan vallen er een aantal elementen op. Allereest is er een tegenstrijdigheid bij de stelling: Ik ga naar een

filmtheater om films te zien die ik anders niet kan zien. Het blijkt namelijk dat 66 respondenten het hier een beetje mee een zijn. Echter zijn er 63 respondent het met deze stelling mee oneens. Daarnaast zijn er nog twee andere tegenstrijdigheden, namelijk bij de stellingen: Ik ga naar een filmtheater om mijn kennis van films te vergroten en Ik ga naar een filmtheater om mij aan het denken te zetten. Een groot deel van de respondenten is het een beetje mee eens en een groot deel is het er mee oneens. Verder zijn de meeste respondenten het een beetje mee eens wat betreft naar een filmtheater gaan om nieuwe dingen te ontdekken, om dingen mee te maken die anders zijn dan in hun dagelijkse omgeving en vanwege het grote scherm en het geluid. Het valt op dat de meeste respondenten het niet mee eens of eens zijn met de stelling: Ik ga naar een

filmtheater om iets opwindends mee te maken. Vele respondenten zijn er wel sterk mee eens dat zij naar een filmtheater gaan om te ontspannen en om samen te zijn met vrienden. Echter gaan de respondenten niet naar een filmtheater om nieuwe mensen te ontmoeten. Het blijkt namelijk dat 139 respondenten het helemaal niet eens waren met deze stelling (zie tabel 35 in bijlage VII).

7.2.2 Bekwaamheid

Om de bekwaamheid van de respondenten te testen, zijn er een aantal vragen gesteld op het gebied van tijdsbudget, financiële budget en mentale vaardigheden. Bekwaamheid houdt in de middelen hebben om een filmtheater te kunnen bezoeken. Zoals eerder vermeld, gaan de meeste respondenten naar een filmtheater wanneer hier een bekende acteur/actrice inspeelt. Dit staat in relatie met het element mentale vaardigheden om van een film te kunnen genieten. Uit figuur 10 blijkt dat de meeste respondenten twintig uur per week vrije tijd hebben, namelijk 21,1%. De meerderheid van de respondenten heeft meer dan twintig uur vrije tijd per week beschikbaar. Dit percentage is namelijk 57,8%. Als er gekeken wordt naar het financiële budget van de

respondenten op het gebied van vrijetijdsbestedingen dan blijkt dat de meeste respondenten 50 tot 100 euro beschikbaar hebben (33,3%). Er zijn weinig respondenten die meer dan 250 euro beschikbaar hebben per maand voor vrijetijdsbestedingen (zie figuur 23 in bijlage VI).

44

Figuur 10: Hoeveel uur per week heeft u beschikbaar voor vrijetijdsbesteding?

7.2.3 Gelegenheid

De gelegenheid gaat in op de afwezigheid van andere belemmeringen om tot actie over te gaan. De meeste belemmeringen die een bezoeker ondervindt zijn de plaats en tijd van het

filmtheaterbezoek. De plaats weergeeft hoe de bezoeker de geschiktheid ervaart. De geschiktheid kan worden achterhaald door na te gaan hoe de respondenten de 7p’s beoordelen. Deze 7p’s worden achtereenvolgens behandeld. Volgens de resultaten zijn de bioscopen buiten Utrecht, Pathé Rembrandt en het Louis Hartlooper Complex de afgelopen maand het meest bezocht.

Uit figuur 11 blijkt dat de meeste respondenten geen van de filmtheaters en bioscopen in Utrecht het meest bezoekt, namelijk 33%. Deze groep respondenten hebben dus niet de 7p’s in vraag 4 beoordeeld. Zij hebben wel de rest van de vragen beantwoord. Als er gekeken wordt naar wat wel in Utrecht het meest wordt bezocht dan scoren de commerciële bioscopen het hoogst. Zo wordt Pathé Rembrandt het meest bezocht (30%) met daaropvolgend Wolff City (14,1%). De filmtheaters worden door de respondenten minder vaak bezocht. Van de filmtheaters wordt het Louis Hartlooper Complex het meest bezocht, namelijk door 12,2%. Echter worden de filmtheaters meer bezocht door frequente bezoekers dan niet-frequente bezoekers. De commerciële bioscopen hebben meer niet-frequente bezoekers. Daarentegen zijn er ook grote groepen respondenten die de commerciële bioscopen frequent bezoeken, namelijk 21,3% van de respondenten bezoeken Wolff City frequent (zie figuur 27 in bijlage VI).

45

Figuur 11: Welk filmtheater/bioscoop in Utrecht wordt het meest bezocht?

Prijs

De prijs vond Cineville niet van toepassing waardoor dit aspect tijdens dit onderzoek is weggelaten.

Product

Op het gebied van filmaanbod (type films) worden de meeste filmtheaters en bioscopen in Utrecht met een goed beoordeeld. Echter scoort filmtheater ’t Hoogt en Wolff City gemiddeld neutraal. Als er wordt gekeken naar de hoeveelheid films in de filmtheaters en bioscopen dan verschillen de meningen enigszins. Zo vinden de meeste respondenten dat de hoeveelheid films in het Louis Hartlooper Complex goed is, namelijk 66,7%. Echter is er ook een groep respondenten die dit aspect met een onvoldoende beoordelen, namelijk 18,2%. Dit is ook enigszins het geval bij Springhaver. De meeste respondenten vinden dit goed, maar ook een groot deel vindt de hoeveelheid neutraal (zie tabel 22 in bijlage VII). De hoeveelheid films in ’t Hoogt wordt het meest neutraal beoordeeld. Anderdeels beoordelen vele respondenten dit aspect met een onvoldoende, namelijk 16,7%. Bij de bioscopen zijn de scores iets lager. Zo wordt Pathé Rembrandt en Wolff City voornamelijk neutraal beoordeeld. De hoeveelheid films in Wolff Catharijne wordt door een groot deel van de respondenten met een goed beoordeeld, namelijk 72,7% (zie tabel 23 in bijlage VII).

Het aanbod van eten/drinken wordt door de respondenten voornamelijk met een goed beoordeeld. Daarentegen zijn er respondenten die onder andere Springhaver met een onvoldoende beoordelen (33,3%) en Wolff Catharijne met een slecht beoordelen (9,1%). Ook is er een grote groep

respondenten die het aanbod van eten/drinken in Filmtheater ’t Hoogt, Pathé Rembrandt, Wolff Catharijne en Wolff City neutraal beoordelen (zie tabel 24 in bijlage VII).

De kwaliteit van eten/drinken wordt voornamelijk goed en neutraal beoordeeld. Zo worden het Louis Hartlooper Complex, ’t Hoogt, Pathé Rembrandt en de Wolff bioscopen het meest neutraal

46 beoordeeld. Springhaver wordt het meest met een goed beoordeeld, namelijk door 50% van de respondenten (zie tabel 25 in bijlage VII).

Plaats

De locatie van alle filmtheaters en bioscopen in Utrecht worden redelijk goed beoordeeld.

Springhaver en het Louis Hartlooper Complex scoren op dit aspect het hoogst. Zo worden zij door een groot deel van de respondenten met een uitstekend beoordeeld, namelijk 48,5% voor het Louis Hartlooper Complex en 66,7% voor Springhaver. Filmtheater ’t Hoogt en Wolff Catharijne scoren het minst hoog op dit aspect. Een deel van de respondenten geeft de locatie een neutrale score (zie tabel 26 in bijlage VII).

Promotie

Op het gebied van promotie horen de meeste respondenten van een film via vrienden, familie of kennissen, trailers op het internet, televisiereclame en socialmediaberichten. Zij raadplegen het meest hun vrienden, familie of kennissen, namelijk 19,9% van de respondenten.

Radioprogramma’s, radioreclame, filmfora’s, tijdschriftenartikelen en krantenartikelen worden het minst geraadpleegd. Zo zegt bijvoorbeeld maar 1% van de respondenten een filmforum te gebruiken (zie tabel 33 in bijlage VII).

Personeel

Het personeel wordt in alle filmtheaters en bioscopen door een groot deel van de respondenten met een goed beoordeeld. Zo vinden 60,6% en 83,3% van de respondenten het personeel bij het Louis Hartlooper Complex en Springhaver goed. Het personeel bij filmtheater ’t Hoogt, Pathé Rembrandt en Wolff Catharijne wordt voornamelijk neutraal beoordeeld (zie tabel 21 in bijlage VII).

Proces

Het gemak van aankoop van een kaartje wordt door de meeste respondenten met een goed beoordeeld. Het Louis Hartlooper Complex en Springhaver scoren het hoogst met 57,6% en 66,7% van de respondenten die dit aspect met een goed beoordelen. De meeste respondenten

beoordelen het gemak van aankoop neutraal in filmtheater ’t Hoogt. Een aantal respondenten beoordelen het gemak van aankoop in Pathé Rembrandt en Wolff City met een onvoldoende, namelijk 8,6% en 7,9% (zie tabel 28 in bijlage VII). Ook de aanvangstijden worden voornamelijk met een goed of neutraal beoordeeld. Ook met dit aspect scoren het Louis Hartlooper Complex en Springhaver het hoogst. Zo beoordelen 48,5% en 50% van de respondenten de aanvangstijden met een goed. Daarentegen is er ook een deel van de respondenten die dit aspect neutraal of slecht beoordelen. De aanvangstijden van filmtheater ’t Hoogt en Wolff Catharijne worden voornamelijk neutraal beoordeeld. De aanvangstijden van Pathé Rembrandt worden voornamelijk met een goed en neutraal beoordeeld (zie tabel 29 in bijlage VII).

Fysieke omgeving

De uitstraling wordt in het Louis Hartlooper Complex en Springhaver voornamelijk met een goed en uitstekend beoordeeld. In filmtheater ’t Hoogt wordt de uitstraling het meest neutraal beoordeeld. De uitstraling in de bioscopen wordt voornamelijk neutraal beoordeeld. Er zijn daarentegen wel een aantal respondenten die de uitstraling in de Wolff bioscopen onvoldoende of slecht beoordelen. Zo

47 beoordeelt 18,2% en 7,9% van de respondenten de uitstraling met een onvoldoende (zie tabel 19 in bijlage VII). De sfeer wordt in het Louis Hartlooper Complex en Springhaver voornamelijk goed en uitstekend beoordeeld. Zo beoordeelt 66,7% van de respondenten de sfeer in Springhaver uitstekend. De sfeer in filmtheater ’t Hoogt wordt het meest neutraal beoordeeld. In Pathé Rembrandt en Wolff City wordt de sfeer ook voornamelijk goed beoordeeld. Echter zijn er ook respondenten die de sfeer slecht of onvoldoende beoordelen (zie tabel 20 in bijlage VII). De bioscoopvoorzieningen worden in de filmtheaters veelal onvoldoende beoordeeld. Zo vindt

bijvoorbeeld 50% van de respondenten dat de bioscoopvoorzieningen onvoldoende is in filmtheater ’t Hoogt. In de Wolff bioscopen wordt de bioscoopvoorzieningen het meest met een goed

beoordeeld. De bioscoopvoorziening in Pathé Rembrandt wordt het meest neutraal beoordeeld (zie tabel 27 in bijlage VII).

7.2.4 (Rand)programmering

Op het gebied van (rand)programmering zijn er ook een aantal vragen gesteld over speciale filmprogramma’s en de Cinevillepas. Deze resultaten worden achtereenvolgens behandeld.

Speciale filmprogrammeringen

Aan de respondenten werd gevraagd of zij interesse hebben in speciale filmprogramma’s. De meeste respondenten antwoordden hierin neutraal, namelijk 31,5%. Evenveel respondenten hebben hier veel interesse in als weinig interesse, namelijk 23%. Ook een groot deel heeft geen interesse, namelijk 19,6%. Een klein aantal van de respondenten heeft heel veel interesse, namelijk 3% (zie figuur 12). Frequente bezoekers hebben meer interesse in speciale filmprogramma’s dan niet-frequente bezoekers. Zo heeft 55,3% van de frequente bezoekers veel interesse en 35,9% van de niet-frequente bezoekers antwoordden neutraal (zie figuur 28 in bijlage VI).

48 Als er gekeken wordt naar de samenhang tussen leeftijd/geslacht en interesse in speciale filmprogramma’s dan valt op dat er geen verbanden waarneembaar zijn. Door middel van een Mann-Whitney-toets en One-Way-Anova zijn de relaties tussen leeftijd/geslacht en interesse in speciale filmprogramma’s getest. Het blijkt dat vrouwen niet meer of minder interesse hebben dan mannen. Ook is er geen relatie waarneembaar tussen leeftijd en interesse. Het blijkt namelijk niet dat hoe ouder de respondent hoe hoger de interesse (zie tabellen 6,7 en 8 in bijlage VII).

Uit figuur 13 blijkt dat 92,2% van de respondenten nog nooit naar een speciale filmprogramma is geweest in de Utrechtse filmtheaters. Enkel 7,8% van de respondenten zegt weleens naar een speciale filmprogramma te zijn geweest. Van de respondenten die wel naar een speciale filmprogramma zijn geweest, zijn de meeste respondenten naar het Nederlands Filmfestival geweest dat jaarlijks wordt gehouden in Utrecht. Dit deden zij voornamelijk door hun grote interesse in film. Ook werd de Animation filmfestival vaak bezocht. Dit in verband met hun studie (zie tabel 9 in bijlage VI). De meeste respondenten vonden de speciale filmprogramma’s leuk. Zij hadden voornamelijk als suggestie om het aanbod meer te focussen op internationale arthousefilms (zie tabel 10 in bijlage VI).

Figuur 13: Bent u ooit naar een speciale filmprogramma geweest?

Cinevillepas

Van de respondenten kent enkel 16,3% Cineville. De meeste respondenten kennen Cineville dus niet, namelijk 83,7% (zie figuur 14). Meer frequente bezoekers dan niet-frequente bezoekers kennen Cineville, namelijk 38,3% tegenover 11,7%. Van de respondenten die Cineville kennen, zeiden de meeste respondenten dat zij dachten dat Cineville een filmpas was. Hiervan dacht het grootste gedeelte dat de filmpas voor bioscopen zijn bedoeld, namelijk 9 respondenten. Ook een groot deel van de respondenten dacht dat Cineville een filmfestival was, namelijk 6 respondenten

49 (zie tabel 11 in bijlage VI). Bij de vraag: Vindt u dat informatie over de Cinevillepas makkelijk is te vinden in de Utrechtse filmtheaters, antwoordden de meeste respondenten nee, namelijk 61,5% (zie figuur 24 in bijlage VI). Van de respondenten die Cineville kennen, heeft maar 3,8% een Cinevillepas. Dit zijn in totaal enkel twee respondenten (zie figuur 25 in bijlage VI).

Als er gekeken wordt naar de samenhang tussen leeftijd/geslacht en bekend zijn met Cineville dan valt op dat er geen verbanden waarneembaar zijn. Door middel van een Independent T Sample Test en Chikwadraattoets met Fisher’s Exact Test zijn de relaties tussen leeftijd/geslacht en bekend met Cineville getest. Het blijkt dat vrouwen niet vaker Cineville kennen dan mannen. Ook is er geen relatie waarneembaar tussen leeftijd en Cineville kennen. Het blijkt namelijk dat gemiddeld 22- jarigen wel en niet bekend zijn met Cineville (zie tabellen 12,13,14 en 15 in bijlage VI).

50

8

Conclusie en aanbevelingen

In dit hoofdstuk worden de conclusies van dit onderzoek gepresenteerd. Ten aanzien van de conclusies worden een aantal aanbevelingen gedaan.

8.1 Conclusie

Dit onderzoek heeft inzicht gegeven in de wensen en behoeften van de Utrechtse filmtheaterbezoekers in de leeftijdscategorie 20 t/m 35 jaar ten aanzien van de (rand)programmering. In deze paragraaf wordt nagegaan in hoeverre de Utrechtse

filmtheaterbezoekers tevreden zijn over de (rand)programmering en wat hun behoeftes zijn op dit gebied. Dit zal tenslotte moeten leiden tot een antwoord op de hoofdvraag van dit onderzoek: Wat zijn de wensen en behoeften van de Utrechtse filmtheaterbezoekers in de leeftijdscategorie 20 t/m 35 jaar ten aanzien van de (rand)programmering in de Utrechtse filmtheaters?

Filmaanbod

De meeste respondenten hebben behoefte aan mainstream bioscoopfilms. Ook heeft er een groot deel van de respondenten behoefte aan evenveel mainstream bioscoopfilms als arthouse- en kwaliteitsfilms, namelijk 28,5%. Echter wordt er in de filmtheaters nog niet breed genoeg

geprogrammeerd want de cross-over-films komen amper aan bod. Zoals eerder vermeld, worden in cross-over-films commercialiteit en artisticiteit met elkaar gecombineerd. De hoeveelheid films wordt door een redelijk groot deel van de respondenten neutraal of onvoldoende beoordeeld. Er kan dus gesteld worden dat filmbezoekers een breder aanbod wensen aan cross-over-films met meer keuze aan internationale titels. Ook de aanvangstijden worden voor een groot deel neutraal beoordeeld. Hieruit kan worden opgemaakt dat de filmbezoekers betere aanvangstijden wensen die aansluiten bij hun drukke schema.

De genre, verhaallijn en bekende acteurs/actrices spelen een grote rol bij de keuze van de film. De bezoekers wensen dus een sterke verhaallijn met grote namen aan acteurs/actrices. Zij hebben geen behoefte om aan het denken gezet te worden tijdens de film. Ontspanning is het belangrijkste motief om naar een filmtheater te gaan.

Speciale filmprogramma’s

Uit het onderzoek kan gesteld worden dat niet heel veel respondenten behoefte hebben aan speciale filmprogramma’s. Aan de respondenten werd namelijk gevraagd of zij hierin interesse hebben. De meeste respondenten hebben hier geen mening over. Evenveel respondenten hebben hierin veel interesse als weinig interesse, namelijk 23% van de respondenten. Verder had een groot deel geen interesse, namelijk 19,6%. Enkel 3% van de respondenten heeft heel veel interesse. Daarentegen blijkt dat frequente bezoekers meer behoefte hebben aan speciale filmprogramma’s dan niet-frequente bezoekers. Zij zijn er alleen nog nauwelijks mee bekend. Gebleken is dat er namelijk nog weinig speciale programmeringen worden gehouden in de Utrechtse filmtheaters. Dit in tegenstelling tot Amsterdam waar zestig filmfestival voor dit jaar gepland staan. Zo zegt 92,2%

51 van de Utrechtse filmtheaterbezoekers nog nooit naar een speciale filmprogramma te zijn geweest. Van de respondenten die wel zijn geweest, vonden de meeste de speciale filmprogramma’s leuk. Zij wensen alleen om er meer een verhaal omheen te bouwen en om het programma te focussen op internationale titels die in Nederland nog weinig worden vertoond. De respondenten hebben geen behoefte om nieuwe mensen te ontmoeten of om iets opwindends mee te maken. Zij hechten wel veel waarde aan de mening van anderen en het sociaal aspect van het bezoeken van een film of speciale filmprogramma.

De reden voor weinig speciale programmeringen in Utrecht is omdat het kostbaar is. Daarnaast is het arbeidsintensief. Er moeten medewerkers aanwezig zijn die karakter aan het speciale programma kunnen geven en een following kunnen creëren. Het is makkelijker om reguliere films breed neer te zitten. De speciale programmering in Utrecht is dus té standaard en traditioneel. De medewerkers moeten meer initiatief gaan tonen op dit gebied.

Cinevillepas

De respondenten zijn nauwelijks bekend met Cineville. Zo blijkt dat enkel 16,3% van de respondenten Cineville kent. Daarvan dacht een groot deel dat Cineville een filmfestival of filmpas/abonnement is voor commerciële bioscopen. Dit is echter niet waar want zoals eerder uitgelegd, heeft Cineville een pas waarmee bezoekers voor 19 euro per maand onbeperkt naar de filmtheaters kunnen. Daarentegen kennen meer frequente bezoekers Cineville dan niet-frequente bezoekers. Zij vinden alleen dat informatie over de Cinevillepas niet makkelijk te vinden is. Het blijkt namelijk dat 61,5% van de respondenten op de vraag: Vindt u dat informatie over de Cinevillepas makkelijk is te vinden in de Utrechtse filmtheaters, nee antwoordden. Hieruit kan worden

opgemaakt dat er onvoldoende naamsbekendheid is van Cineville onder de jonge

filmtheaterbezoekers en dat zij behoefte hebben aan het makkelijk verkrijgen van informatie.

Gemak in filmtheaters

Uit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat de bioscoopvoorzieningen veelal onvoldoende in de filmtheaters worden beoordeeld. Dit terwijl de respondenten naar een filmtheater/bioscoop gaan

In document Stap in de wereld van film (pagina 42-58)