• No results found

Betrouwbaarheid, validiteit en bruikbaarheid

In document Stap in de wereld van film (pagina 58-62)

Achtereenvolgens wordt de betrouwbaarheid, validiteit en bruikbaarheid van dit onderzoek behandeld.

9.2.1 Betrouwbaarheid

Dit onderzoek is niet compleet vrij van toevallige fouten. Tijdens het afnemen van de enquêtes hadden namelijk sommige respondenten last van veel gerumoer en andere respondenten weer niet. Om de betrouwbaarheid van dit onderzoek te verhogen zijn er een aantal maatregelen genomen. Allereerst is er gebruikt gemaakt van triangulatie. Er zijn namelijk drie

dataverzamelingsmethoden gebruikt om de centrale vraag te beantwoorden. Daarnaast is er gebruik gemaakt van een proefenquête bij vijf respondenten. Hieruit kwamen een aantal fouten die zijn verbeterd.

Zoals eerder vermeld is er tijdens het onderzoek besloten om de betrouwbaarheidspercentage te verlagen van 95% naar 90%. Dit heeft als gevolg dat de kans kleiner is dat bij herhaling van dit onderzoek dezelfde onderzoeksresultaten naar voren komen.

59

9.2.2 Validiteit

Aan de hand van de resultaten konden niet compleet de juiste conclusies worden getrokken. Dit in verband met de enquêtevragen die uitgebreider konden ingaan op de wensen en behoeften van de Utrechtse filmtheaterbezoekers. Daarentegen is de populatievaliditeit hoog. De steekproef lijkt in een aantal relevante kenmerken (leeftijd en verhouding geslacht) op de populatie. Dit heeft als gevolg dat de steekproef representatief is en de resultaten van dit onderzoek generaliseerd mogen worden. Om de validiteit zo hoog mogelijk te maken is er ook gekeken naar interne validiteit en begripsvaliditeit. De vragenlijst is niet bijgesteld om kritiek van collega onderzoekers te vermijden. Verder is er ook gekeken naar de begripsvaliditeit. Van te voren werd er een begripsafbakening geschreven en deze werd uitgedeeld tijdens het afnemen van de enquêtes. Zo weten alle respondenten wat er met bepaalde begrippen wordt bedoeld.

9.2.3 Bruikbaarheid

Hoewel de betrouwbaarheid niet heel hoog is, kan Cineville desalniettemin de

onderzoeksresultaten gebruiken voor veranderingen in de Utrechtse filmtheaters en in eigen organisatie. Deze resultaten kunnen namelijk gebruikt worden om een discussie over de (rand)programmering in de Utrechtse filmtheaters aan te snijden. Om de bruikbaarheid zo hoog mogelijk te maken, is de opdrachtgever zo nauw mogelijk bij het onderzoek betrokken.

9.3 Vervolgonderzoeken

Dit onderzoek heeft inzicht geboden in de wensen en behoeften van de Utrechtse filmtheaterbezoekers in de leeftijdscategorie 20 t/m 35 jaar ten aanzien van de

(rand)programmering. In de toekomst kan dit onderzoek herhaald worden zodat er meer respondenten verkregen kunnen worden. Daarnaast kunnen de enquêtevragen dan beter afgestemd worden op de probleemstelling. Gezien het tijdsgebrek is het tijdens dit onderzoek niet gelukt om genoeg respondenten te werven voor een betrouwbaarheidspercentage van 95%.

Om een groter beeld van de wensen en behoeften van de Utrechtse filmtheaterbezoekers te verkrijgen is het ook interessant om in de toekomst een kwalitatief vervolgonderzoek te verrichten. Het kan namelijk interessant zijn voor Cineville om diepgaand inzicht te krijgen in de

beweegredenen en emoties van de Utrechtse filmtheaterbezoekers. Met kwalitatief onderzoek kan achterliggende argumenten en motieven beter naar voren komen dan met kwantitatief onderzoek.

60

10

Literatuurlijst

Ajzen, I. (2005). Attitudes, personality, and behavior (2nd. Edition). Milton-Keynes, England: Open University Press / McGraw- Hill.

Albert Boswijk, E. Peelen, E. & Steven Olthof. (2011). Economy van Experiences. Amsterdam: Pearson Benelux B.V.

ANF en NFC. (2001). Filmtheaters en cultuurbeleid. Geraadpleegd op: 5 februari 2015, van: https://www.vng.nl/files/vng/brieven/2012/attachments/handreikingfilmtheaters_2002.pdf

Brady, M.K. en Cronin J.J. (2001). Some new thoughts on conceptualizing perceived service quality: A hierarchical approach. Chicago: The American Marketing Association.

Brigitha, J.N.L. (2000). Meer afstemming en coherentie voor de distributie en vertoning van kwaliteitsfilms. Een onderzoek naar de ontwikkelingen in en het functioneren van de (non profit en profit) distributie en vertoning van de kwaliteitsfilm in Nederland. Amsterdam: Stichting voor onderzoek ten behoeve van de filmvertoning van de NFC.

Büller, N. en T. Hosman. (2008). Cineville marktonderzoek. Amsterdam: Verslag Resultaten.

Büller, N. en T. Hosman. (2010). Publieksonderzoek naar de effecten van de Cinevillepas en Cineville.nl. Amsterdam: Cineville onderzoeksverslag.

Cineville.nl. (2015a). Filmtheaters. Geraadpleegd op: 17 april 2015, van: http://cineville.nl/theaters

Cineville.nl. (2015b). ’t Hoogt. Geraadpleegd op: 17 april 2015, van: http://cineville.nl/theaters/t-hoogt

Computable. (2009). Hoe moet je best practices gebruiken? Geraadpleegd op: 27 maart 2015, van: http://www.computable.nl/artikel/opinie/systeembeheer/2974250/1277800/hoe-moet-je-best- practices-gebruiken.html

DUIC. (2014). Interactieve kaart: De Utrechtse bioscoopwereld in beweging. Geraadpleegd op: 23 mei, 2015:

http://www.duic.nl/nieuws/interactieve-kaart-de-utrechtse-bioscoopwereld-in-beweging/

DUIC. (2015a). Filmtheater ’t Hoogt vraagt publiek om geld voor opknapwerkzaamheden. Geraadpleegd op: 23 mei 2015, van:

61 DUIC. (2015b). Is Arthouse-Bioscoop De Kade de nieuwe Bieb++? Geraadpleegd op: 23 mei 2015, van:

http://www.duic.nl/nieuws/is-arthouse-bioscoop-de-kade-de-nieuwe-bieb/

Durie, J., Pham, Annika, e.a. (2000). Marketing and selling your film around the world: a guide for independent filmmakers. Los Angeles: Silman-James Press.

Europa Cinemas. (2013). Country Profiles. Geraadpleegd op: 5 februari 2015, van: http://www.europa-cinemas.org/en/Resources/Country-Profiles/(filter)/

Faché, W. & Noordman, D. (2011). Management en marketing van culturele belevingen. Antwerpen: Garant Uitgevers.

Filmkrant.nl. (2011). ’t Hoogt verhuist naar groter pand. Geraadpleegd op: 23 mei 2015, van: http://www.filmkrant.nl/nieuws_2011/7481/-/p_cnt_nieuws/2

FMM. (2013). Alles over het Servqual-model. Geraadpleegd op: 11 april 2015, van:

http://www.fmm.nl/topics/performance-management/achtergrond/alles-over-het-servqual-model

FMM. (2015). Focus moet bij klanttevredenheid op beleving. Geraadpleegd op: 14 maart 2015, van: http://www.fmm.nl/topics/servicedesk-klantmanagement/achtergrond/focus-moet-bij-

klanttevredenheid-op-beleving

Grootson, A. (2013). Een evaluatieonderzoek naar de effecten van collectieve marketing in de Amsterdamse filmtheatersector. Universiteit van Utrecht: Masterscriptie.

Kotler, P. (2013). Marketing, de essentie. Amsterdam: Pearson Benelux B.V.

Louis Hartlooper Complex. (2015). Wie zijn wij. Geraadpleegd op: 17 april 2015, van: http://www.hartlooper.nl/info/

Napnieuws.nl. (2009). Samenwerking Amsterdamse bioscopen tegen Pathé. Geraadpleegd op: 17 april 2015, van:

http://www.napnieuws.nl/2009/02/11/samenwerking-amsterdamse-bioscopen-tegen-pathe/

NU.nl. (2014). Nieuwe stadsbioscoop De Kade stap dichterbij. Geraadpleegd op: 23 mei 2015, van: http://www.nu.nl/utrecht/3931553/nieuwe-stadsbioscoop-kade-stap-dichterbij.html

NVB. (2014). Aangesloten bioscopen en filmtheaters. Geraadpleegd op: 2 april 2015, van: http://www.nvbinfocentrum.nl/uploads/files/201502_stoelen_en_doeken_per_boekingsgroep.pdf

62 Pine, J., & Gilmore, J. (1999). Experience economy. Boston: Cambridge: Harvard Business Review Press.

Pine, J. & Gilmore, J. (2009). De beleveniseconomie. Den Haag: SDU Uitgevers bv.

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. (2014). Vergrijzing: Wat zijn de belangrijkste verwachtingen voor de toekomst? Geraadpleegd op: 5 februari 2015 van:

http://www.nationaalkompas.nl/bevolking/vergrijzing/toekomst/

SCP. (2011). Wat doen Nederlanders in hun vrije tijd. Geraadpleegd op: 19 april 2015, van: http://www.scp.nl/Onderzoek/Tijdsbesteding/Hoe_lang_en_hoe_vaak/Vrije_tijd/Wat_doen_Nederla nders_in_hun_vrije_tijd

Stalpers. (2007). “The Story behind the Reader. An extension of the theory of planned behavior applied to reading”. Tilburg: Universiteit van Tilburg.

Stichting Filmonderzoek. (2015). Dashboard Bioscoopbezoek 2014. Geraadpleegd op: 5 februari 2015, van:

http://www.filmonderzoek.nl/wp-content/uploads/2015/01/Dashboard-bioscoopbezoek-2014.pdf

Suijkerbuijk, Yoeri. (201). I will, but I don’t; Overestimation bias and the contract decision process. Universiteit van Amsterdam: Masterscriptie.

Thomassen, J.P.R. (2004). Klanttevredenheid, de zin en de onzin. Deventer: Wolters Kluwers.

Vandejong.com. (2013). Vandejong interviewt: Niels Büller. Geraadpleegd op: 17 april 2015, van: http://blog.vandejong.nl/post/25634496894/vandejong-interviewt-niels-buller

Wiggins, J. (2004). “Motivation, Ability and Opportunity to Participate: A Reconceptualization of the RAND Model of Audience Development.” Wiltshire: International Journal of Arts Management.

In document Stap in de wereld van film (pagina 58-62)