• No results found

4.1 LEESB AARHEID

Om vast te stellen wat de invloed van de wijzigingen in de standaarden voor risicoverslaggeving in het jaarverslag is, is besloten om de controlevariabele ‘jaar van publicatie’ toe te voegen, zoals hierboven al beschreven is. Deze controlevariabele is omgezet naar een dummy-variabele, waarbij 2011 als referentiejaar is gebruikt. Dus de dummy-variabele ‘2012’ controleert voor wijzigingen in de standaarden voor risicoverslaggeving in het jaarverslag ten opzichte van 2011. De dummy-variabele ‘2013’ controleert voor de wijzigingen in de standaarden voor risicoverslaggeving ten opzichte van 2011, enzovoort.

De resultaten voor de leesbaarheid variëren tussen de 1,8 en 36,2. De gemiddelde leesbaarheidscore is 21,71. In totaal zijn 90 waarnemingen meegenomen in de test. De risicoparaaf van de jaarverslagen is dus erg moeilijk leesbaar volgens de tabel met moeilijkheidsgraden in leesbaarheid van tekst (Linsley en Lawrence, 2007). Dit is ook in overeenstemming met de theorie, waarin de leesbaarheid van jaarverslagen is onderzocht (Jones en Shoemaker, 1994; Courtis, 1995; Smith en Taffler, 1995; Courtis, 2004).

Op de volgende pagina is een tabel met de resultaten opgenomen van de lineaire regressies. De resultaten worden onder de tabel toegelicht. Voor de gegevens die vanuit SPSS komen, zie bijlage 2.

Variabele: Model 1 Model 2 Model 3 Intercept 22,056 22,631 22,056 Jaar 2012 -0,922 -0,922 -0,922 Jaar 2013 -0,178 -0,178 -1,563 Jaar 2014 -0,194 -0,194 -6,427 Jaar 2015 -0,444 -0,444 -6,677 Financieel - - -2,511 Nieuwe controleverklaring - 6,232 -R-square 0,003 0,037 0,031 ∆ R-square - 0,034 0,028 Hoogste VIF 1,6 7,143 1,6

geen van de coëfficiënten is statistisch significant

In de tabel hierboven staan de resultaten beschreven van het onderzoek dat is uitgevoerd op de leesbaarheid van de risicoparagraaf van de jaarverslagen van de ondernemingen die genoteerd staan aan de AEX. Bij model 1 is er een lineaire regressie gedaan op de afhankelijke variabele ‘leesbaarheid’ met de controlevariabelen: 2012, 2013, 2014, 2015. Uit het eerste model blijkt dat de controlevariabelen (welke betrekking hebben op wijzigingen in de standaarden voor de risiscoverslaggeving) een verandering in de leesbaarheid voor 0,3% verklaren (R-square: 0,03), hoewel dit niet met zekerheid is te zeggen, omdat de correlatie niet significant is. De overige 99,7% wordt dus verklaard door andere factoren, onder andere door de invloed van de nieuwe controleverklaring en het feit dat een onderneming in de categorie ‘financiële ondernemingen’ valt. Uit model 1 blijkt verder dat de leesbaarheid ten opzichte van 2011 lijkt te zijn verminderd. Zo is de leesbaarheid in 2015 ten opzichte van 2011 negatief (-0,444), dus is de leesbaarheid verminderd. Dit is echter niet met zekerheid te zeggen, want de daling is niet significant.

Model 2 uit de tabel betreft de lineaire regressie op de afhankelijke variabele ‘leesbaarheid’ met de onafhankelijke variabele ‘nieuwe controleverklaring’. In deze regressie wordt de invloed van de nieuwe controleverklaring gecorrigeerd voor de controlevariabelen uit model 1. Volgens de

tabel leidt de nieuwe controleverklaring tot een betere leesbaarheid van de risicoparagraaf in het jaarverslag van de onderneming, echter betreft het een niet significant verband. De tabel geeft het positieve verband aan door een Bèta van 6.323. Uit de tabel is op te maken dat de nieuwe controleverklaring voor 3,4% een verandering in de leesbaarheid van de risicoparagraaf in het jaarverslag verklaart. Hierbij moet weer worden opgemerkt dat het niet gaat om een statistisch significant effect.

De hypothese, die stelt dat de invloed van de nieuwe controleverklaring leidt tot een betere leesbaarheid van de risicoparagraaf, kan niet worden aangenomen, omdat het verband niet statistisch significant is. Wel wijzen de resultaten op een positief verband, wat in overeenstemming met de hypothese is.

4.2 FINANCIËLE ONDERNEMINGEN

In bovenstaande tabel worden in model 3 de resultaten weergegeven van de lineaire regressie op de afhankelijke variabele ‘leesbaarheid’ met de onafhankelijke variabele ‘financiële bedrijven’. In deze regressie wordt de invloed van financiële ondernemingen op de leesbaarheid van de risicoparagraaf van het jaarverslag gecorrigeerd voor de controlevariabelen uit model 1. De tabel geeft aan dat ondernemingen die als financieel worden geclassificeerd, een slechtere leesbaarheid van de risicoparagraaf in het jaarverslag van de onderneming hebben (-2,511). Echter betreft dit niet een statistisch significant verband. Verder is uit de tabel op te maken dat financiële bedrijven voor 3,1% een verandering in de leesbaarheid van de risicoparagraaf in het jaarverslag verklaart. Dit betreft wederom een niet statistisch significant effect.

De hypothese die stelt dat ondernemingen die worden geclassificeerd als financieel een moeilijkere leesbaarheid van de risicoparagraaf in het jaarverslag van de onderneming hebben dan niet-financiële bedrijven, kan niet worden aangenomen. Uit de resultaten blijkt namelijk dat het verband niet statistisch significant is. Wel wijzen de resultaten op een negatief verband, wat in overeenstemming is met de hypothese.

Er is geen vierde model opgenomen in de resultaten, waarin de gezamenlijke effecten van de variabelen ‘financiële ondernemingen’ en ‘nieuwe controleverklaring’, omdat deze twee variabelen niet significant met elkaar correleren. Zie voor de correlatietabel van deze twee variabelen, bijlage 2. Doordat deze variabelen niet significant met elkaar correleren, kunnen de

twee variabelen apart van elkaar worden behandeld, wat hierboven ook is gebeurd. Daarnaast geeft de VIF-score geen indicatie voor multicollineariteit, omdat de VIF-score blijft. Over het algemeen wordt aangenomen dat wanneer de VIF boven de 10 uitkomt, dat er sprake is van multicollineariteit.

4.3 KEY AUDIT MATTERS

In 2013 zijn 6 ondernemingen die de nieuwe controleverklaring hebben toegepast en zijn opgenomen in de dataset. Het totaal aantal key audit matters dat door de accountants is opgenomen in de controle-verklaringen over het 2013 voor de 6 ondernemingen bedraagt 28. Het aantal key audit matters dat in 2013 terugkomt in de risicoparagraaf van het jaarverslag is 15. Dit betekent dus dat 54% van de key audit matters terugkomt in de risicoparagraaf. In 2014 is er een grote stijging te zien in het aantal ondernemingen dat de nieuwe controleverklaring gebruikt en daarmee stijgt ook het totaal aantal key audit matters. Alle 21 ondernemingen die zijn opgenomen in de dataset hebben vanaf 2014 de nieuwe controleverklaring toegepast. Het aantal key audit matters in 2014 bedraagt 93, waarvan er 49 in de risicoparagrafen terugkomen, een percentage van 53%. In 2015 bedraagt het totaal aantal key audit matters 89 en komen er 44 terug in de risicoparagraaf. 49% van het totaal aan key audit matters komt in 2015 dus terug in de risicoparagraaf.

Om de hypothese te testen of het aantal key audit matters dat in de risicoparagraaf van het jaarverslag wordt genoemd, is de data over de key audit matters ook in SPSS (statistische software) geladen, om zo vast te stellen of de fluctuaties ook statistisch significant zijn. Er is alleen gekeken naar de afwijking ten opzichte van 2013. Zie hieronder voor de resultaten.

Variabele: Model 1 Intercept 0,49 Jaar 2014 0,006 Jaar 2015 -0,006 R-square 0,000 ∆ R-square -Hoogste VIF 1,356

geen van de coëfficiënten is statistisch significant

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de veranderingen in het percentage key audit matters dat wordt genoemd in de risicoparagraaf ten opzichte van 2013 niet statistisch significant is. De resultaten voor het jaar 2014 geven wel een positieve richting aan, maar hierbij moet ook rekening worden gehouden met de standaarddeviatie, aangezien het om een klein verschil gaat (0,006). In 2015 geven de resultaten een negatieve richting aan ten opzichte van 2013, maar ook hier moet rekening worden gehouden met de standaarddeviatie, omdat het om een klein verschil gaat.

GERELATEERDE DOCUMENTEN