• No results found

7. Resultaten dendrochronologie, houtsoortbepaling en paalbeschrijvingen

7.2. Resultaten houtsoortbepaling

Het gros van het hout is met zekerheid toegeschreven als eik door Dhr. Van Daalen. Echter 13 van de houtmonsters zijn aangestipt als voornamelijk grove den en wat zwarte els (Tabel 1).

Het is een boomsoort die als exoot wordt bestempeld in de Lage Landen. Niettemin zou hij wel inheems zijn geweest op het hoogveen in Nederland. Maar door de veenafgravingen daar en de ontginningen zijn deze oorspronkelijke inheemse bomen daar door heen de tijd ook verdwenen. In de Nieuwste Tijd is de grove den veel aangeplant op de arme zandgronden met plantgoed uit buitenlands zaad. Het omstreeks 1515 aangelegde Mastbos nabij Breda is het oudste Nederlandse aangeplante bos met onder meer grove den. De grove den werd vaak aangewend om masten voor boten te maken, vandaar ook hun benaming van “mastbomen” en het “mastbos”. Vanaf de 19e eeuw werden de heidevelden en stuifzandgebieden ermee beplant. Het hout was toen voornamelijk in trek als constructiemateriaal binnen de mijnbouw.

Raar maar waar maar de oudste vermelding van aanplanting van grove den op Belgisch grondgebied is afkomstig uit Diest! Dit zelfs net vóór 1540. Tussen 1482-1585 maakte namelijk het Belgisch grondgebied deel van de Verenigde Nederlanden onder de Habsburgers. Nieuwe continenten werden ook ontdekt en de periode van de wetenschappelijke benadering der dingen startte. In het kader hiervan werden ook nieuwe boomsoorten aangeplant in de Oude Wereld.40

Als het wel degelijk een exoot is en gezien de ligging van het plangebied in Diest kan het aanwenden van deze houtsoort een relatieve chronologische markeerder zijn. Namelijk nooit ouder dan ± 1540.

M3 S8 p4 grove den M11 S9 p23 grove den M28 S15 p118 grove den M36 S20 p271 grove den M60 S52 p407 grove den M61 S47 p422 grove den M63 S58 p429 grove den 40 http://www.ggf.be/pers/geschiedenisbossenatotq.pdf

134 M65 S44 p410 grove den M66 S63 p440 (dwarsprofiel 2) grove den M67 S64v3 (dwarsprofiel 2) grove den M70 S73 p531 grove den M24 S15 p98 zwarte els M62 S48 p411 zwarte els M20 S15 P91 zwarte els

Tabel: Overzicht van de niet-eik monsters.

Voor de palenparen S8/S11 (M3) achter de kaaimuur S1 moet ook grove den ingezet zijn geweest waaraan de muurankers achter verankerd waren. Niettemin zijn er ook duidingen van eik.

Ook S9 (M11) dat zich eveneens situeerde achter de kaaimuur zoals S8/S11 gaat dit dus om grove den. S9 en S10 komen namelijk respectievelijk overeen met S6 en S7. Het kan hier gaan om een oudere beschoeiingsfase, die wellicht in tijd ouder is dan de kaaimuur (S1). Het is echter wel zo dat deze enkel is vastgesteld nabij de voormalige Catherinabrug (S62) en mogelijk heeft het hier specifiek iets mee te maken. Een andere mogelijkheid is dat het iets met de voorde/greppel/overgang/loopniveau (S50) te maken heeft verder stroomopwaarts. Zoals eerder reeds beschreven is hier ook een dendrochronologische markering voor gekend onder het spoornummer 6 wat hetzelfde moet zijn als S9, namelijk rond 1634 (1625-1647). Dit gedateerd monster blijkt eik te zijn in plaats van grove den. S6 en S9 zijn echter de planken terwijl de palen S7/S11 dan weer eik te zijn.

Ook de houten leiding voor water aan/afvoer (S52/M60) achter de kaaimuur blijkt nu grove den te zijn. In het veld werd in eerste plaats gedacht aan berk.

Ook bij de houten oeverbeschoeiing nabij de linkeroever (M28/S15 en M36/S20) situeren zich af en toe dus ook grove dennen tussen. Maar ook het hout van zwarte els moet aangewend zijn. Dit op basis van M24 als M20 eveneens behorende tot S15. Niettemin bestaat het gros wellicht toch uit eik. Bij het documenteren van deze zone kwam ook een munt in 1588 (V4/S20p209) geslaan ook aan het licht.

135

Maar ook bij de rechteroeverbeschoeiing binnen de historische Demerbedding kwam grove den aan het licht. Met name S63 (M66).

Vulling 3 behorende tot S64, de lokale overgang (herstelwerk, aanleg Catherinabrug) tussen de baksteenfase en de fundering/ijzerzandsteenfase van de rechterkaaimuur is ook gebeurd met grove den.

Nabij het doorboorde vat S72 situeerde zich in dit zelfde profiel 6-2 enkele losse planken (M70/S73). Bij nadere bestudering situeert zich dus ook grove den hiertussen. Vóór de contouren van de bakconstructies ter hoogte van Hotel The Lodge situeerden zich een aantal palenrijen. De derde palenrij oftewel S47/S58 blijken nu ook deels opgetrokken te zijn uit grove den, respectievelijk M61 en M63).

De beschoeiingsplanken van de bakconstructies, namelijk S44 (M65) blijkt echter nu ook uit grove den geconstrueerd te zijn. Op basis van deze aangewende houtsoort, zou men dus een datering nu kunnen opstellen van “nà/rond 1540” betreffende deze constructie(s). Echter eik is ook hiervoor gebruikt. Eveneens moet er zwarte els zijn gebruikt voor deze bakken. Nabij de hoekpunten bevond zich namelijk een zeer forse paal, S48 (M62).

Achter één van de hoekpunten van het linkeroevercompartiment bevond zich een forse paal (S48; Afbeelding 62). Deze had waarschijnlijk tot de doel de constructie op zijn plaats te houden. Deze had een dikte van 28 cm (M62, p411; Afbeeldingen 64 en 66). Na de bemonstering werd duidelijk dat het hier wellicht wel om een echte hoekpaal gaat. De verbindingsgaten situeren zich haaks ten opzichte van elkaar en er waren ook doken zichtbaar.

De 5 monsters die een specifieke vraagstelling kregen betreffende de aangewende houtsoort blijken nu grotendeels toch eik te zijn:

-M47 (S32; p336: “staketsel” nabij Het Spijker of aanzet buitenbocht richting De Kaai) is eik, terwijl hier aan getwijfeld werd.

-M57 (S51; p336: aangepunt paaltje dat de takenbossen S8035 en S829 flankeerde) is eik, terwijl gedacht werd aan berk.

136

-M58 (S8035: vlechtwerk/takkenbossen/voorde/loopniveau achter de rechter kaaimuur) is eik terwijl voorheen gedacht werd aan wilg, els, populier of eik. -M59 (S8029: vlechtwerk/takkenbossen/voorde/loopniveau achter de rechter kaaimuur) is eik terwijl voorheen gedacht werd aan wilg, els, populier of eik. -M60 (S52, p407: uitgeholde /uitgeboorde paal voor wateraanvoer/afvoer (brouwerij?)) is grove den terwijl tijdens het veldwerk zeker niet aan eik werd gedacht.