• No results found

RESULTATEN FASE

In document Ouderenzorg; een zorg voor later? (pagina 32-34)

 INTERACTIEVE WERVINGSMIDDELEN

4.4. RESULTATEN FASE

Er zijn een viertal wervingsmiddelen ontworpen door de verpleegkundige studenten. Deze wervingsmiddelen zijn door middel van een brainstormsessie ontworpen. De studenten die deze

wervingsmiddelen ontworpen hebben zijn derdejaars mbo-v studenten (niveau vier). De resultaten zijn in deze paragraaf uitgewerkt.

4.4.1 CONCRETE WERVINGSMIDDELEN

In deze paragraaf wordt besproken hoe de verpleegkundige studenten de wervingsmiddelen graag zouden zien.

4.4.2. STAGE

De studenten hebben verschillende kenmerken aangegeven die zij belangrijk vinden in een stage. Niet alleen deelden zij positieve ervaringen maar ook gaven ze aan wat zij belangrijk vinden wanneer zij een stage lopen. De studenten gaven aan dat de begeleiding tijdens hun stageperiode voor hen heel belangrijk is. Ze ervaren dat ze door goede begeleiding zich beter kunnen ontwikkelen. Onder goede begeleiding wordt verstaan dat ze samenwerken met hun begeleider en veel evalueren. Studenten geven aan het prettig te vinden zich te verdiepen in hun cliënten. Met verdiepen bedoelen ze het hele verhaal rondom de cliënt te weten. Het gaat dus niet alleen om zorg leveren, maar ook weten waarom je bepaalde zorg levert. Ze geven aan dat wanneer je achter het verhaal komt, het stage lopen

interessanter wordt. Een ander belangrijk punt dat de studenten aan hebben gegeven is de

communicatie. Ze doelden met name op het evalueren, wat ze heel belangrijk vinden. Tenslotte vinden ze het belangrijk dat ze ook tijd krijgen voor hun schoolopdrachten, dit hebben ze in hun stages te weinig ervaren.

‘Nou, toen ik eerst in de thuiszorg werd ingedeeld voor stage, baalde ik er echt enorm van. Maar nu een jaar later zie ik echt wat er allemaal bij komt kijken en wat de mogelijkheden zijn. Nu vind ik het echt heel erg leuk. Werken in de thuiszorg is meer dan alleen zorg. Als je van coördineren houdt, dan is de thuiszorg daar ook erg mooi voor.’

‘Eén keer in de week samen werken is wel belangrijk. Ik werk een dag in de week samen met mijn begeleider, dat is heel prettig want zij ziet hoe je groeit. Het is ook beter voor je ontwikkeling.’

4.4.3. INTERACTIEVE WERVINGSMIDDELEN

In de focusgroep-sessie is nogmaals aangegeven dat meeloopdagen in de ogen van de studenten niet realiseerbaar zijn. Daarnaast gaven ze aan dat je in zo’n dag niet alles kan zien. Echte toegevoegde waarde heeft een meeloopdag niet in de ogen van de mbo-v studenten. Ze ervaren filmpjes als prettig. Over de inhoud van de filmpjes zijn verschillende dingen gezegd. Ze willen graag een jong en enthousiast persoon zien, net zoals de hbo studenten aangaven. Ze geven aan dat ze graag willen weten wat de drijfveer is om in de thuiszorg te werken. Voorbeelden die zijn gegeven zijn de band die je met de mensen krijgt, de coördinerende taken en andere taken die erbij komen kijken. De studenten die stage

32

hebben gelopen in de thuiszorg ervaren die andere taken als prettig. Deze taken komen vaak doordat de organisatie met zelfstandige teams werkt. Het team moet dan zelf nieuwe cliënten werven.

‘Heel veel thuiszorgorganisaties zijn zelfstandig en hebben geen manager. Dus je moet als team zorgen dat je nieuwe cliënten krijgt, de buurt moet weten dat je er zit. Ik vind het wel belangrijk dat er in zo'n filmpje gecommuniceerd wat voor taken dat allemaal kunnen zijn. Ik denk dat veel studenten het ook wel leuk vinden om te horen dat ze ook andere taken erbij hebben.’

Een andere optie die de studenten hebben bedacht is een casus op internet met multiple choice vragen. Ze geven aan dat je door zo’n casus erachter kan komen of de thuiszorg bij jou past en daarnaast wat je tegen kunt komen in de thuiszorg.

‘Kun je geen interactieve casus maken op de website? Dat je een casus op de website zet van ‘mevrouw heeft dit en dat, welke zorg zou zij nodig hebben’ en dat je kunt kiezen welke mogelijkheden jij zou doen. En dan is het fout of is het goed en uitleggen waarom dat zo is en de pathologie toelichten.’

4.4.4. GASTSPREKERS

Studenten hebben verschillende ideeën hoe een gastles eruit moet zien. Ze geven aan dat ze het belangrijk vinden dat er een jong en stralend iemand voor de klas staat, die vol passie over zijn of haar werk kan praten. Zonder deze randvoorwaarde geven ze aan een gastles niet interessant te vinden. Daarnaast willen studenten weten hoe de dagindeling van een verpleegkundige eruit ziet. Ze geven aan dat hen niet alleen de positieve punten van de thuiszorg moeten worden verteld, maar ook de negatieve punten. Daarnaast willen ze graag de inhoud van het vak weten, wat er allemaal bij komt kijken. Of het alleen gaat om zorg leveren, of ook om de coördinerende taken rondom de zorg.

Doorgroeimogelijkheden naar specialistische teams geven ze ook aan belangrijk te vinden. Wanneer de organisatie van de gastsprekers stagiaires in dienst neemt, willen de studenten graag weten hoe er wordt omgegaan met stagiaires.

‘De thuiszorg wordt eigenlijk geassocieerd met oudere mensen die daar werken denk ik. Veertig, vijftig en zestig. Want, ik bedoel, van die mensen weet ik dat ik in de thuiszorg wil werken. Of hele jonge die het als bijbaantje hebben. Maar echt een jong iemand die fulltime in de thuiszorg werkt, ik denk niet dat je dat vaak ziet. En dan is het juist wel leuk om zo'n jong iemand te zien.’

‘Als iemand mij kan vertellen ‘dit houdt het in, dit doe je en dit komt er bij kijken’. Het beeld dat mensen/studenten hebben van de thuiszorg, dat moet groter worden. Dat moet uitgebreider. En dan wordt het denk ik ook een stuk aantrekkelijker.’

4.4.5. BLOKADOPTIE

De studenten gaven aan het zinvol te vinden als een organisatie de middelen voor een bepaald vak gaat verzorgen. Ze geven aan dat de casussen dan realistischer zijn. Ze vinden het belangrijk dat de casus die gedurende het vak wordt behandeld, complex genoeg is. Wat ze hiermee bedoelen te zeggen is dat de casus op niveau is. Studenten willen iemand uit de praktijk die de lessen verzorgt. Ze ervaren dat de mensen uit de praktijk naar hun mening het verhaal beter kunnen overbrengen.

‘Belangrijk is ook dat de casus aansluit bij het niveau van de groep. Dus niet een te simpele casus, maar een complexe casus waarbij we echt na moeten denken. En die ook echt in de praktijk afspeelt binnen de thuiszorg.’

33

interesse. Tenminste, ik dan. Ik vind dat deze mensen ook veel beter kunnen vertellen. Het liefst iemand die als verpleegkundige werkt en daarnaast hier een aantal lessen verzorgt.’

In document Ouderenzorg; een zorg voor later? (pagina 32-34)