• No results found

De representatie van gender en etniciteit in Badr Hari: de harde werkelijkheid achter Badr Har

3.2 De representatie van gender en etniciteit in Badr Hari: de harde werkelijkheid achter Badr Hari

In augustus 2013 schreef journalist Olde Kalter de biografie Badr Hari: de harde

werkelijkheid achter Badr Hari. Aan de hand van tientallen gesprekken met kennissen,

kenners, collega’s en ooggetuigen schetst hij een opmerkelijk profiel van Hari. De biografie heeft eenzelfde vertelvorm als De kickbokser: ook hier is de auteur focalisator, maar wordt de vertelvorm afgewisseld met quotes uit de gesprekken met kennissen, kenners, collega’s en ooggetuigen. Hari zelf heeft geen samenwerking verleend aan de biografie.

Voor de analyse heb ik naast de biografie gebruik gemaakt van de documentaire

Vechtershart (2009). De documentaire Vechtershart wordt ook aangehaald in de biografie in

het hoofdstuk “Vechtershart”. Daarin zijn een aantal fragmenten uit de documentaire na te lezen, die in de analyse worden behandeld. In de documentaire worden de achttienjarige Hari en de achtentwintigjarige Surinaamse kickbokser Rachid el Haddad gevolgd. Volgens de serie heeft de harde vechtsport een twijfelachtige reputatie in Nederland, maar een grote aantrekkingskracht op jongeren die vanuit de onderkant van de maatschappij via de sport

aanzien en respect proberen te verwerven.xxxv De documentaire heb ik gebruikt om het

identiteit van de kickbokser. In de documentaire komen belangrijke principes naar voren die een terugkerend element in de biografie zijn, zoals de manier waarop Hari omgaat met eer en respect.

Volgens Kalter is Badr Hari: de harde werkelijkheid achter Badr Hari het verhaal van een ‘Marokkaanse volksjongen uit een van de schotelwijken uit Amsterdam’. Tegelijkertijd is

Badr Hari ook het verhaal van een ‘Nederlandse jongen uit de Maghreb, die een on-

Hollandse cultuur belichaamt door het opeisen van respect door angst in te boezemen, maar net zo gemakkelijk innemend en charmant kan zijn’. De tegenstelling van Marokkaanse volksjongen en Nederlandse jongen uit de Maghreb is een terugkerend structuurelement van Kalters biografie. Het opeisen van respect wordt door Kalter gelinkt aan Hari’s etniciteit en hier gerepresenteerd als niet-Hollands. De vraag is wat Kalter bedoelt met ‘on-Hollands’. Hari zou die on-Hollandse cultuur uitstralen door het opeisen van respect door angst in te boezemen. In de biografie zijn verschillende incidenten te lezen waarbij Hari ‘respect opeist’ en ‘angst inboezemt’, om in de woorden van Kalter te spreken. Zo omschrijft de journalist een incident waarbij Hari de Surinaams-Nederlandse kickbokser Remy Bonjasky natrapt

wanneer deze al op de grond ligt.xxxvi Hierbij is het belangrijk om te weten dat Hari voor

Marokko uitkomt tijdens zijn kickbokswedstrijden en Bonjasky vecht voor Nederland. In de biografie is daarover te lezen:

Zo ongeveer de halve wereld valt over Badr Hari heen na het ‘kopschoppen’ van Remy Bonjasky in zijn eerste K-1-finale. Behalve KIA-Maroc [overkoepelende naam voor de in Marokko gevestigde organisatie van het automerk KIA] president Amine Belkouya. Als de twee Marokkanen elkaar een paar dagen voor de K-1 finale in Tokio voor het eerst ontmoeten, lijken ze al jaren bevriend. En dat was al helemaal zo toen Belkouya tijdens de finale 16.000 Japanners zag juichen voor een Marokkaan in een shirt van KIA. Toen Hari tegenover Bonjasky bij de scheidsrechter stond, keek Boulkaya niet alleen naar Marokko versus Nederland, maar ook KIA-Motors versus Greenhouseseeds.nl, de sponsor van Bonjasky. Hij [president Amine Belkouya] had geen slecht woord meer over voor zijn wonderkind, zelfs niet toen dat wonderkind Bonjasky in het gezicht trapte terwijl die op de grond lag. “That’s what happens when a hot blooded Moroccan faces a sissy opponent, zal Belkouya later zeggen.xxxvii

Impliciet uit Kalter hier kritiek op de manier waarop de Marokkaanse president van KIA- Maroc, Amine Belkouya, omgaat met het voorval. Terwijl ‘de halve wereld’ over Hari heen valt, blijft Belkouya zijn ‘wonderkind’ beschermen. Dat die bescherming niet alleen te maken

heeft met de miljoenendeal die Hari met KIA heeft afgesloten, wordt gesuggereerd doordat er wordt aangehaald dat Hari als Marokkaanse jongen voor Marokko vecht tegen de Nederlandse Bonjasky. De uitspraak “That’s what happens when a hot blooded Moroccan faces a sissy opponent” komt van Belkouya, waarmee hij doelt op het gevecht van Hari en Bonjasky. Hari wordt hierin gepresenteerd als ‘hot blooded Maroccan’ en Bonjasky als ‘sissy’. Om een beeld te schetsen: het begin van de wedstrijd Hari-Bonjasky gaat gelijk op, maar wanneer Hari het gevoel krijgt dat Bonjasky niet alles geeft, is Hari volgens Kalter ‘los’. Hij omschrijft wat gebeurt als volgt:

Wat zich dan in het hoofd van Badr Hari afspeelt, weet niemand. Drie jaar terug, bij zijn debuut in K-1 liet Badr Hari zien wie hij was: een geniale vechter, een echte knokker. Een man om rekening mee te houden. Nu laat Badr Hari opnieuw zien wie hij is. Een straatkat die gaat krabben als het leven niet naar wens verloopt en die liever wordt gediskwalificeerd dan dat hij de verschutting van een nederlaag tegen een ‘nepvechter’ moet ondergaan.xxxviii

Door Hari een straatkat te noemen die ‘gaat krabben als het leven niet naar wens loopt’ en ‘liever wordt gediskwalificeerd dan dat hij de verschutting van een nederlaag tegen een nepvechter moet ondergaan’, schetst Kalter een beeld van Hari waarin hij wordt omschreven als een jongen van de straat, die wanneer hij zijn zin niet krijgt overgaat tot maatregelen die anderen wel twee keer zouden overwegen. Bonjasky wordt in dit citaat als ‘nepvechter’ omschreven, omdat de kickbokser naar het idee van Hari niet genoeg weerstand biedt tegen het geweld in de ring. Eerder (zie citaat hierboven) werd hij daarom een sissy genoemd, dat vertaald kan worden naar mietje of homoseksueel. Hier zien we de impliciete eigenschappen die worden toegeschreven aan het man-zijn (en daaraan inherent het zijn van een kickbokser): namelijk doorzettingsvermogen en onverzettelijkheid. Het niet hebben van die eigenschappen betekent dat je een mietje zou zijn binnen de kickbokscultuur. Sissy is een term afgeleid van het Engelse sister: een term voor een jongen of man die niet voldoet aan de standaard mannelijke genderrol.

Hari wordt niet alleen beschreven als agressief binnen de ring. In zijn privéleven deden zich naast het delict tijdens Sensation White in 2012 verscheidene geweldsincidenten voor. Zo is hij in 2006 veroordeeld voor mishandeling van zijn ex-vriendin, werd hij in 2010 gezocht voor mishandeling van een portier in Amsterdam en deed Jeroen van den Berg, eigenaar van de Amsterdamse club Air, in 2012 aangifte omdat Hari hem zou hebben mishandeld.xxxix Kalter problematiseert het feit dat Hari enerzijds als zeer charismatisch kan

overkomen, maar tegelijkertijd steeds weer ernstig in de problemen komt doordat hij zijn agressiviteit niet lijkt te kunnen kanaliseren:

Is deze vlotte, vleiende, alleraardigste atleet nou de man van wie de Amsterdamse recherche een vuistdik strafdossier heeft aangelegd? Is dit de man die Koen Everinks voet in tweeën trapte, Mike Schuts gezicht verbouwde, Jeroen van den Bergs voortanden uit zijn mond schopte, Olivier de Fuyk een kopstoot gaf, A.J. op zijn oog timmerde, Tony Montana in Marokko omverkegelde, de Surinamer in de Jimmy Woo een glas in zijn gezicht prikte, de barman van de Ocean Diva en diens vrouwelijke collega bij Club Air met flessen bekogelde, in Rotterdam met portiers vocht, een plastisch chirurg uit Leimuiden en een Amsterdamse drugsdealer afperste, en dat ook bij stervoetballer Wesley Sneijder probeerde? Is dit de man die als een wild beest in het huis van Rosa Monshouwer tekeer ging, haar wellicht aanzette de camerabeelden van Club Cinq te doen verdwijnen, Chantal Oornink in elkaar sloeg en tot twee eker toe in een camera riep dat hij wel eens ‘iemand zou willen dood slaan’. Is dit dezelfde man die haast schattig de namen van zijn eigen kind, die van de kinderen van zijn vrouw die hij zo zegt lief te hebben, en de naam van die vrouw zelf op zijn vechtbroekje heeft laten naaien terwijl hij niet zo heel lang daarvoor Chantal Oornink nog telefonisch de liefde verklaart en meerdere keren bij haar in straat opduikt?

De tegenstellingen in het karakter van Hari komen in de biografie veelvuldig aan bod. Waar Hari bekend staat om zijn opvliegende en agressieve karakter, is hij volgens zijn trainers Harinck en Olfers tegelijkertijd ‘een gevoelsmens’. Hier komt een bepaalde ambivalentie naar voren. Zo merkt Kalter op: “Harinck en Olfers [huidige trainers van Hari, MB] leren ook de andere kanten van hun ‘zoon’ kennen. Badr de kindervriend die hun kroost bij aankomst opwacht en aan zijn lange armen omhoog slingert. Badr die meehelpt in de keuken en Badr de gevoelsmens die wekenlang van de leg is als zijn relatie uitgaat.”xl Echter, wordt dit wel gezien als opvallend gedrag voor iemand als Hari. Het tonen van emoties door en het zijn van een ‘gevoelsmens’ of een ‘kindervriend’ worden gerepresenteerd als ‘een andere kant’ van Hari: alsof deze eigenschappen niet verenigbaar zouden zijn.

Uit het theoretisch kader is verder gebleken dat de boksgym en ring geldt als een hypermasculiene ruimte waar de waardes ‘doorzettingsvermogen en competitiviteit’ gelden,

representatie van de identiteit van Hari worden deze eigenschappen meerdere malen aan de kickbokser toegeschreven. Zo wordt Hari’s eerste officiële trainer, Tom Harinck, gevraagd wat Hari zo’n talent maakt. Daarop antwoordt hij: “Naast een ijzeren conditie, een vechtershart, strategie en een beetje geluk komt het [kickboksen, MB] vooral neer op karakter.”

xliii xlii

Hari is volgens Harinck “een echte knokker, die nooit, nooit opgaf”. Verder stelt

hij “Focus of niet, onverzettelijkheid kan je Badr Hari in elk geval niet afnemen.” Hieruit

blijk dat een goede, succesvolle kickbokser voornamelijk doorzettingsvermogen moet bezitten. Ook in de documentaire Vechtershart (2009), waarin Harinck toelicht wat hij onder een ‘vechtershart’ verstaat, wordt eenzelfde beeld geschetst. Iemand met een vechtershart, zo stelt hij, is: “Iemand die door zijn karakter dat ‘zwakke moment’ overwint. Iemand die dus nooit opgeeft. Als je dat niet hebt, bereik je nooit wat. Conditie en talent zijn echt niet genoeg.”xliv

Volgens Paradis (2012:85) vraagt de heersende sociale orde in vechtsporten om een bepaalde kijk op masculiniteit en definieert een legitieme bokser als onbevreesd, sterk en moedig: de kickbokser wordt gerepresenteerd als een zogenaamde ‘alfa man’. Hari wordt gerepresenteerd als een echte alfaman:

“Listen,’ zegt Hari zuchtend wanneer hij wordt gevraagd een praatje te houden tijdens

de K-1 Dreamxlv in de uitverkochte Saitama Arena. “I’ve been watching these fights.

All this hugging and shit. All these men lying on top of each other. It’s nothing. I dare all MMA huggers to fight me, so I can show them that K-1 stand up fighting will knock you all out.”xlvi

Hij wordt op eenzelfde manier gerepresenteerd na zijn eerste officiële overwinning in Japan op Stefan Leko, een gevestigde K-1 kickbokser uit Rusland. Hari schreeuwt dan “Ben ik een mannetje in Japan nu?’ Ben ik de man in Japan of niet!? Zag je die ouwe lul vechten net,’ roept hij tegen zijn toenmalige trainer Rutz, waarna hij zijn spinningback en de knock-out op Leko nog eens imiteert.”xlvii Iets later: ‘I will be the K-1 master champion for the next ten

years. I am the boss and the boss says how everything goes. I am the number one. Twenty years old, number one. Do you know my name or not? It’s not Badr Hari. My name is “The Golden Boy”.xlviii Een paar regels boven dit citaat is te lezen dat Ernesto Hoost ‘vaderlijk’ op Hari afstapt en hem zegt niet te bijdehand te moeten gaan doen. Kalter stelt dan dat “het een

advies is waar Hari voor de camera’s weinig boodschap aan heeft”.xlix In tegenstelling tot

Hoosts advies om niet te bijdehand te doen, wordt Hari door de uitspraak van Kalter als zeer bijdehand neergezet.

Hari’s karakter wordt lijnrecht tegenover de Surinaams-Nederlandse vechter Remy Bonjaski geplaatst. Kalter stelt dat “Bonjasky alles is wat Hari niet is en niet wil zijn. De good guy. De erudiete, beschaafde Surinamer met de ‘Prodent-smile,’ die vecht zoals hij praat: weloverwogen, calculerend en altijd op zijn hoede.” l In tegenstelling tot die ‘erudiete en beschaafde Surinamer’ die weloverwogen en calculerend praat en vecht, is Hari een stoere kickbokser,li en een explosieve knokker.lii In dit fragment wordt Bonjasky omschreven als erudiete en beschaafde Surinamer, eenzelfde beschrijving die de Surinaamse kickbokser Hoost ten dele valt. Wilson Boudewijn, een verslaggever van AT5, zegt hierover dat Hari precies is wat het kickboksen nodig had: “behalve dat Hoost en inmiddels ook Bonjasky alleen maar in Japan vochten, waren ze ook erg beschaafd en bedachtzaam. Niks mis mee natuurlijk, maar naast twee gereserveerde Surinamers hadden we nu ook een gevatte Mocro

uit Amsterdam-Oost.”liii Karaktereigenschappen worden gelinkt aan etniciteit. Zo zijn de

Surinaams-Nederlandse kickboksers Hoost en Bonjasky ‘beschaafd en bedachtzaam’ en worden zij omschreven als ‘gereserveerde Surinamers’, terwijl Hari ‘een gevatte Mocro uit Amsterdam-Oost’ is. Al eerder kwam die tegenstelling tussen de beschaafde Bonjasky en agressieve Hari naar voren. Kalter stelt “Vanaf het moment dat Hari wist dat hij Bonjasky zou treffen, was de Surinamer aan de beurt als pispaal. De ‘fake champion’, de puntenboksende lafbek, dat mietje dat niet wil vechten”liv Bonjasky is hier het ‘mietje’ dat niet zou willen vechten. Maar, stelt de auteur: “Met zijn vuisten bouwt hij [Bonjasky, MB] een muur om zijn hoofd, met zijn schenen vangt hij die van Hari op en als lowkicks wel raak zij, slikt hij die mannelijk weg.lv Bonjasky slikt de aanval van Hari ‘mannelijk’ weg. Kalter zit hier als het waren gevangen in het genderdiscours.

Hoewel de kickboksers worden weggezet met bepaalde karaktereigenschappen die aan etniciteit worden gelinkt, is de kickboksgym volgens OKalter echter een plek waar kleur, etniciteit en/of ras lijkt weg te vallen:

Het nieuwe kickboksschooltje was het domein van straatjongens, voor wie een uitkering en een gestolen tv de norm waren. Zij [de eerste kickboksers die in de boksschool trainen, MB] waren Amsterdammer en blank, maar algauw meldden zich de eerste Turken en Surinamers. Daarna kwamen de Marokkanen. Problemen had dat nooit opgeleverd. Zolang je kwam om te knokken en respect had voor de sensei, maakte het niet uit of je nou Joop, Habib of Earl heette.lvi

Hier wordt benadrukt dat binnen de sportschool het niet uitmaakt welke etniciteit je hebt, maar dat het er binnen de sociale orde van het kickboksen omgaat dat je wilt ‘knokken’. In het volgende hoofdstuk zien we eenzelfde soort idee terugkomen in de biografie over Ernesto Hoost.

Meerdere malen wordt er door Kalter gerefereerd aan het ‘niet zo mannelijke lichaam’ van Hari. Nadat Hari zijn eerste trainingen achter de rug heeft, kan hij al aardig klappen incasseren, althans, “op zijn hoofd en benen, maar niet op zijn lijf, dat een stuk minder mannelijk is dan zijn lengte doet vermoeden.”

lviii lvii

Hoewel Hari’s lengte mannelijk is, is zijn lichaam dus een stuk minder mannelijk. Dat zit hem volgens de auteur in de bouw van Hari’s lichaam. Zo wordt vastgesteld door Kalter: “Om te beginnen bestaat Hari’s lichaam voor 17 procent uit vet. Bij een vrouwelijke atleet is dat al een getal om tranen van in de ogen te

krijgen, laat staan voor een mannelijke.” Hier wordt het vrouwelijke lichaam afgezet tegen

het mannelijke. Ook wordt Hari ‘wandelende satéprikker’lix en ‘knokige slungel’lx genoemd.

Als Hari voor het eerst mag vechten in de Amsterdam ArenA, wordt er volgens Kalter door het publiek in eerste instantie gegniffeld, omdat “Hari het shirt van zijn jongenslichaam trekt en de daaraan bundelende spaghettislierten nogal afsteken tegen de staalkabels van de Wit- Rus.”lxi Maar, zo stelt hij, “Hari is dan wel een krielkip, hij is gekomen om te vechten.”lxii In tegenstelling tot de ‘staalkabels’ van de Wit-Rus, heeft Hari ‘bungelende spaghettislierten’ als armen. Hiermee wordt impliciet gesuggereerd dat het lichaam van een kickbokser er anders uit zou moeten zien. Daarnaast wordt het hebben van zo’n gespierd lichaam gelinkt met mannelijkheid.

Dat er geen vrouwen aan het woord komen gedurende de hele biografie kan gezien worden als een bevestiging voor wat betreft de ‘ondergeschiktheid van vrouwen’ zoals naar voren is gekomen als onderdeel van wat wij verstaan onder hegemonische mannelijkheid. Vrouwen krijgen zo een subject-positie toebedeeld. Wanneer over vrouwen wordt gesproken, is dat over de vriendinnetjes die Hari gedurende zijn kickbokscarrière heeft gehad. Verder stelt Simon Rutz, promotor en oprichter van It’s Showtime, de Nederlandse organisatie die landelijk de kickbokswedstrijden organiseert en belangen van verscheidene kickboksers behartigt, over het oprichten daarvan: “Iedere gezonde kerel houdt toch zeker van een potje knokken, en met een beetje show erbij komen er vanzelf een paar vrouwen met hen mee naar

de wedstrijden.”lxiii Hier stelt hij dat iedere ‘gezonde’ kerel van een potje knokken zou

show’ bij komt kijken. De standaardgenderrollen en eigenschappen die worden toegeschreven aan de verschillende sekse worden hierdoor bevestigt.

In de verantwoording schrijft Kalter over zijn eerste ontmoeting met Hari in de Amsterdamse Zebra Lounge in 2003. In 2004 dronken de journalist en Hari een drankje in de Amsterdamse Cineac, waar hij Hari vroeg waarom hij altijd zo lang over zijn opkomst doet en of dat niet respectloos naar zijn tegenstanders is. Hari antwoordt daarop: “Jij gaat er dus bij voorbaat vanuit dat ik respect voor mijn tegenstander heb, maar dat heb ik helemaal niet. Ik kom naar de ring om hem (mijn tegenstander) pijn te doen en omgekeerd. Dus waarom zou ik respect hebben.”lxiv Een uitspraak die hij later in interviews nog regelmatig zou herhalen: dat hij er geen enkel probleem mee heeft om een ander in de ring te beschadigen en mede daarom ook zo lang over zijn opkomst daar naartoe deed. Respect en eer zijn waarden die hem later nog in veel problemen zouden brengen en steeds terugkerende tropen zijn. Tijdens zijn gevechten komt ‘een storm bij hem los’ die niet te beheersen is. Zelf zegt hij hierover in de documentaire Holland Doc Profiel: Badr Hari (2011): "Ik haat ook iemand als ik tegen iemand vecht” Ook vertelt Hari in de documentaire dat er een bepaalde agressie in zijn lijf zit waarvan hij niet weet wat hij er mee aan moet. Als je zijn eer krenkt, heb je een groot probleem. Zo noemde de filmregisseur van de NPO-documentaire Profiel Hari ‘primair’. Hari is volgens Kalter een jongen die van kinds af aan rijk wilde worden. “Wie hem daarbij

in de weg stond werd aan de kant gezet.”lxv Zijn familie had het niet breed en moest iedere